als ik de drang
dan ga ik
krijg tot
meteen aan
modelbouw,
de slag"
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag 30 december 1986 Nr. 24058
23
BRUINISSE - „Ik weet zeker, dat het half
afgebouwde modellen zou regenen, wanneer ik er in
een advertentie om zou vragen. Het moeilijkste van de
bouwdozen is het geduld, dat je er voor moet
opbrengen. De meeste mensen, die zo'n doos kopen
weten niet waaraan ze beginnen. Het lijkt wel zo
simpel van plak zes op zeven, maar dat valt goed
tegen. Ik kan dan ook niet anders dan te adviseren om
als beginneling ook met het gemakkelijkste pakket te
beginnen. Anders gaat het zeker fout". Aan het woord
is de Bruse Adrie Vane, zelf een intensief
modellenbouwer. Maar...Voor hem geen kant en klare
bouwdozen, maar een originele tekening van een schip,
waarmee hij na een goed jaar een op schaal
nagebouwd schip aflevert. Va^ne is meer kunstenaar
dan hobbyist, al doet hij er zelf iets bescheidener over.
Er gaan heel wat uurtjes zitten in
die hobby. „Als ik de drang krijg
tot modelbouw, dan ga ik meteen
aan de slag. Neem maar gerust aan,
dat me dat dagelijks overkomt en
dan een paar uur achter elkaar",
legt hij uit; Dat kan ook haast niet
anders, want ieder schip staat voor
uren tekenen, rekenen, knutselen en
afwerken. Een goed voorbeeld o
daarvan is de Bru 51; een
fantasietype, maar het model is echt
en dat geldt ook voor ieder
onderdeel, dat een eigen functie
heeft.
Adrie Vane is een vriendelijke en
praatgrage man, die onbeperkt kan
spreken over zijn modellen. Wie zijn
huis aan de Steinstraat binnenloopt
kan spreekwoordelijk niet voorbij
aan een groot schip in aanbouw.
Ook bij entree in de huiskamer valt
je oog meteen op de Bru 51 en de
Calot Terschelling. Twee prestaties
van Vane's hand, waardoor
onomstotelijk komt vast te staan,
dat het hier om een vakman gaat
met een bewonderenswaardig
geduld. Want een gemiddeld model
vraagt zo'n jaar tot vijftien
maanden van Vane.
Vane heeft voor diens val van een
ladder altijd in de bouw gezeten en
verdiende daar zijn brood als
uitzetter-maatvoerder. Het klinkt
haast cynisch. Dag in, dag uit
beklom hij ladders van 8,5 meter en
uitgerekend thuis moest hij van een
trap van net 3 meter vallen. Dat
kwam aan. In diezelfde tijd kwam
Vane er ook achter, dat zijn hart
niet functioneerde als het hoorde.
„Dat bleek eigenlijk voor de eerste
keer tijdens een strenge keuring bij
de brandweer. Als je dan voorgoed
thuis komt te zitten, dan gaat er
wel wat door je heen", herrinnert
hij zich als de dag van gisteren; al
is het al zo'n tien jaar geleden.
Hij heeft het goed kunnen
verwerken en gebruikt nu zijn vrije
tijd voor zijn oude hobby: de
scheepsmodellen. Hij heeft zich
daarbij niet toegelegd op een
speciaal soort schepen, maar begint
gewoon aan een type, dat hem
aantrekt. Het feit, dat hij op een
steenworp afstand woont van de
Bruse haven is geen garantie, dat
het alleen de mosselkotters zijn, die
zijn sympathie hebben.
De Bru 51 is 'waterlijngestapeld';
de voorkeursbouw van Vane. Simpel
uitgelegd houdt dit in, dat de romp
van het schip is opgebouwd uit
smalle latjes, die één geheel
vormen. Een andere mogelijkheid is
het toepassen van spanten, maar
dan zijn we al heel wat uurtjes
verder. Het begin is het opspeuren
van bouwtekeningen, wanneer het
om een authentiek schip gaat. En
daar kom je niet altijd gemakkelijk
aan ,,want de scheepsbouwers geven
de tekeningen niet graag uit
handen. Ze denken gelijk aan de
commercie en dat is niks voor mij".
Voor het model Carlot van de
Koninklijke Noord- en Zuid
Hollandse Reddingsmaatschappij
hoefde Vane alleen een bon in te
sturen en tien gulden over te
maken. Na enige tijd kreeg hij de
bouwtekeningen binnen; vergezeld
van het onontbeerlijke spanteraam
en lijnenplan. Voor een leek is het
algebra en dat werd nogeens
bevestigd door Vane toen hem de
mogelijkheid werd voorgelegd om
'gewoon een blok hout uit te snijden
tot een romp'. „Ja, ja, maar zo
eenvoudig is het niet. Er zijn ook
99
kenners, die de schepen bekijken en
die zien dat echt wel. Nee ik vind,
dat als je er aan werkt, je het dan
ook goed moet doen".
Vane doet - deels tevergeefs -
moeite om de bouwtekeningen voor
een leek enigszins leesbaar te
maken, maar na enkele minuten
verzandt hij in een technisch relaas.
Heeft Vane zijn vak niet gemist;
had hij geen scheepsbouwer moeten
worden? „Ach, ik ben met die
modellen natuurlijk geen
scheepsbouwer, hoe gedetailleerd je
ook werkt. Maar of ik m'n vak
gemist heb. Nee, dat is niet zo. Ik
loop weieens op de werf binnen en
dan zie je toch, dat iedereen een
bepaald deel van een schip maakt.
Ik doe alle facetten zelf en lever een
kant en klaar schip af. Dat is toch
heel anders", vertelt de Bruenaar.
Vane streeft ernaar om alle
modellen op de schaal 1:25 uit te
voeren. ,,De mosselschepen van
vandaag zijn zo'n veertig meter
lang. Ik heb wel graag, dat ze nog
op m'n achterbank passen, zodat ze
eens de deur uit kunnen". En dat
gaan ze weieens. In het museum in
Zierikzee staat een schip van zijn
hand en ook in Bruinisse zijn ze
met enige regelmaat te bewonderen.
Er bestaat enorm veel
belangstelling voor Vane's hobby en
dat'komt niet in de laatste plaats
door de details, die Vane niet over
het hoofd ziet.
Hij mag zelf dan geen visser zijn
(geweest), wie in zijn familieboom
wroet komt bij zijn overgrootvader
terecht, die in Bruinisse zijn geld
als visser verdiende. „Maar vroeger
zijn veel vissers gestopt, omdat er
geen geld meer te verdienen viel. Ik
heb nu twee zoons, die op de
Noordzee varen en die willen
nogaleens een blik op de schepen
werpen en hier en daar een
aanvulling geven. Op die manier zie
ik niets over het hoofd".
Teleurstellend moet het dan zijn,
wanneer je met de Bru 51 van bijna
30 kilo deelneemt aan een wedstrijd
en kritiek krijgt op vier minuscule
schroefjes op het dak van de kajuit.
„Die horen er niet te zitten", kreeg
Vane te horen. Hij geeft ze gelijk,
want na 'zijn uitleg blijkt, dat hij
een verkeerde constructie heeft
gebruikt. De schroefjes (en
daarvoor is een scherp oog nodig -
red.) hadden niet nodig geweest, als
Vane niet de gewoonte had om ieder
schip radio-grafisch in te richten.
„Van statische modellen ben ik niet
weg. Ze moeten wel gebruikt
kunnen worden en daarvoor is de
afstandsbediening".
Ieder schip heeft zo'n electro-
installatie aan boord. Het is nog
een hele klus om de schepen
enerzijds perfect na te bouwen en
anderzijds hierin een motortje te
plaatsen. Wanneer Vane het
motortje in de Carlot laat zien kan
hij het tegelijkertijd niet laten om
ook op de noodzakelijke naad op
het dek te wijzen. „Die hoort er
niet te zitten".
Dat de manier waarop Vane zijn
hobby bedrijft de nodige centen
kost laat zich raden. Maar om een
afgewerkt schip te verkopen om zo
het nieuwe te bekostigen, daar wil
hij niets van weten. „Als zo'n schip
weggaat naar een museum
bijvoorbeeld, dan heb ik toch een
vervelende dag. Je gaat er na al die
maanden aan hechten en laat het
niet zo gemakkelijk meer los".
Dat heeft hij twee keer gedaan én
van tevoren geweten. Twee keer
heeft hij een schip in opdracht
gebouwd. Een keer voor de oud
burgemeester van Zierikzee, die zijn
eerste jaVht op schaal wilde hebben
en één kc^r voor een mosselvisser
uit Zierikzee. „De burgemeester
kwam nogaleens langs en bracht
dan snap shots mee, die de kleinste
onderdelen van het jacht goed
zichtbaar maakten. Ik vond het
leuk om te doen, maar zit niet echt
op opdrachten te wachten. Er gaat
toch veel tijd inzitten emvoor het
geld hoef je het niet te doen. Je
moet de uren eens omrekenen".
Adrie Vane was achttien jaar toen
hij zijn eerste bouwpakket maakte.
Hij weet het nog goed 'de Willem
Ruis'. Toen hij twintig jaar was, was
het schip 'vaarklaar'. „Dat was een
enorme klus en dat raad ik
niemand aan. Ik was eigenlijk met
een te moeilijk model begonnen.
Maar één ding leer je er wel van en
dat is het volhouden. J'e moet
geduld hebben en dat wordt
nogaleens op de proef gesteld".
Terwijl hij dat vertelt wijst hij op
een houten schip, dat volgens hem
een twaalf-jarenplan is. Bij tijd en
wijle pakt hij de draad ervan op en
knutselt weer verder. Een soort
afwisseling, want constant aan één
project werken kan soms ook
vervelend zijn.
Vane is ondanks zijn vele woorden
.toch een doener. Praten over de
hobby is leuk, maar er moet wel
iets uit je handen komen. Hij. is al
lange tijd lid van de Vereniging van
Nederlandse Modelbouwers, maar
heeft nog niet één vergadering
meegemaakt. Modelbouw 'bedrijf'
je niet tijdens een vergadering,
maar achter, buiten in een knusse
schuur, waar alle benodigde
gereedschap voor handen is. En dat
geldt zeker ook voor de Bruenaar.
Het enige echte contact met de
buitenwacht lijkt voor hem de
literatuur. Aan het Handboek
Varende Scheepsmodellen heeft hij
heel wat en de uitgave mag best een
bijbel voor de modelbouwers
genoemd worden. Een handleiding
is noodzaak en dat blijkt alleen al
uit de volgende voor leken
onbegrijpelijke passage: „Men dieni
condensatoren aan te schaffen met
een waarde van 47.000 pF (pico
farad) en van 0,1 uF (micro-farad).
De condensatoren dienen zo kort
mogelijk op de motorpolen
gesoldeerd te worden" - einde
citaat. En wie nog twijfelt aan de
nauwkeurigheid, die nodig is bij
het bouwen van de schepen, doet er
goed aan eens zo'n schip van nabij
te bekijken.
Maar net als met alles. Een
hobbyist groeit erin en kan
geleidelijk aan ingewikkelde
schepen bouwen. Vane vertelt dat
hij nogaleens gebeld wordt door
modelbouwers, die het spoor bijster
zijn. „Dat vind ik best wel leuk
hoor", maar vaak moet hij tot de
conclusie komen dat de mensen te
hoog grijpen. „Vergeet niet, dat een
gewoon bouwpakket best vele
honderden guldens kan kosten. Hot
kan nooit de bedoeling zijn, dat hel
model niet afgemaakt de kast in
verdwijnt. Ik heb al zoveel half
afgebouwde modellen onder handen
genomen".
Het werk van Vane is niet te
vergelijken met de kant en klare
modeldozen en derhalve vindt hij
een onjuiste redenering, dat wie
maar voldoende bouwpakketten in
elkaar heeft gezet, automatisch aan
de slag kan in Vane's 'branche' „Het
is gewoon een heel andere richting
Ineens moet je alle onderdelen zelf
maken en dat is toch heel iets
anders".
Wellicht kan deze raad van Adrie
Vane, die mensen van dienst zijn,
die - nu de koude en donkere
avonden de overhand hebben het
bouwpakket virus in zich hebben.
Veel mensen kopen meteen een
ingewikkelde bouwdoos, omdat er
zoveel onderdelen inzitten en de
prent op de voorzijde zo
aanlokkelijk oogt. Maar al te vaak
verdwijnt de doos half afgebouwd
in de kast. Mocht Bruenaar Vane
ooit nogeens de kriebels krijgen om
zich te storten op die onvoltooide
'onderdelen-monsters', dan plaatst
hij vast een advertentie.