X V a 9* „als je gezet bent, denken de mensen weieens, dat je een goede bakker bent die zijn eigen produkten graag eet" 16 s O Cu s CG J* <0 ELLEMEET - Wie het afgelopen Schouwen-Duivelandse jaar nogeens de revue laat passeren, kan niet om Rini de Glopper heen. Deze zeventienjarige bakker uit Ellemeet heeft een prima jaar achter de rug. In maart steekt hij het rayon kampioenschap in zijn zak om in november tot Neerlands beste bakker uitgeroepen te worden in de categorie 'gevlochten luxe' en 'harde Wener vruchtengebak'. Voor Rini geen enkele aanleiding om voortaan naast zijn schoenen te lopen. Nee, daar is hij nuchter genoeg voor. De kampioenschappen zijn voor hem reden om nog harder te werken aan het onder de knie krijgen van het bakkersvak en dat uit zich dan ook op talloze manieren. Schouwen-Duiveland levert niet iedere dag een landskampioen af en dus lijkt een gesprek met de regionale bakker op zijn plaats. Hij doet de deur open in bakkerstenue (heeft 's morgens moeten werken) en loodst de fotograaf meteen de keuken in. Werktijden kent Rini de Glopper niet. In de keuken staat professionele bakkersapparatuur, die hem in staat stelt thuis te oefenen op die dingen, die hij bij zijn baas of op school heeft geleerd. Rini werkt bij de Renesser bakker Wim Janse en krijgt daar naar zijn zeggen voldoende tijd om zich op wedstrijden voor te bereiden. „Daar heb ik niet over te klagen. Mijn baas weet wat er bij wedstrijden komt kijken. Hij is zelf ook drie keer Zeeuws kampioen geweest. Nee, dat gaat prima", aldus de kampioen. En natuurlijk biedt de bakkersopleiding in Goes hem ook alle kansen. Dat deze inwoner van Ellemeet een geboren bakker is, kan niet gezegd worden. Zoals zo vele kinderen wilde hij tot zijn twaalfde bij de politie. Na de lagere school kwam hij op de LTS terecht, waar hij al in het tweede jaar met bakken in aanraking kwam. ,,Je kunt kiezen tussen de elektro technische kant en de consumptieve techniek. Dat laatste beviel me wel en daarom koos ik die richting; op C-niveau". Vanaf het moment, dat Rini de Glopper naar de LTS ging, wist hij dat de bakkerswereld zijn wereld zou worden. Na het LTS-examen had hij de keuze tussen twee opleidingen; de MTS in Wageningen en de studie in Goes. Het werd noodgedwongen de laatste, want Wageningen zat 'vol'. Eén dag per week naar school en vier dagen werken in Renesse bevalt hem nu best. Op deze manier kan hij de theoretische kennis in de praktijk brengen op zijn werk, maar dus ook thuis in Ellemeet. Speciaal voor de gelegenheid toont Rini enkele banketstaven en cake jes. ,,Ik maak die dingen graag thuis. Dan kun je af en toe eens iets weggeven", aldus de jonge bakker, die zijn woorden meteen kracht bijzet. Zijn moeder legt uit, dat Rini sprekend zijn grootvader - M. C. van den Houten, bakker te Eikerzee - is. Ondanks het feit, dat de jonge bakker zijn grootvader nooit heeft gekend - hij stierf jong - blijkt het een duplicaat. En Rini de Glopper toont meer overeenkomsten met zijn wijlen grootvader, dan alleen de bakkersdrift. Zoals dat met veel leerling bakkers gaat is Rini dus ook in de kampioenswedstrijden terecht gekomen. Volgens hem is dit de ideale manier om het specialisme onder de knie te krijgen. ,,Je moet niet naast je schoenen gaan lopen als het goed gaat. Naast vakkennis en creativiteit komt er bij de wedstrijden toch ook wel geluk kijken. Je kent de apparatuur niet, dus kan er best eens iets fout gaan", legt hij uit. Wanneer het een leerling-bakker tijdens een wedstrijd goed gaat, dan wil hij nog beter. Gaat het daarentegen slecht, dan moet dat volgens Rini dé stimulans zijn om harder aan het produkt te werken. Voorlopig gaat het Rini de Glopper uit Ellemeet alleen maar voor de wind. Hij kan zich de dag van de wedstrijden in Goes nog goed herinneren. Dat het een wedstrijd was wist hij, maar dat de Goese burgemeester mr W. Blanken hem diezelfde dag een beker zou uitreiken verraste Rini duidelijk. ,,Er gaat zo'n eerste keer wel iets door je heen als je 's avonds op je brommer naar huis gaat en thuis een beker uit de doos kunt halen. Ik denk dat die rayon-wedstrijd mijn mooiste wedstrijd geweest is". In Goes was het gehele district (Gocree-Overflakkee, Zeeland en West-Brabant) vertegenwoordigd. Wie dan een prijs wint, heeft goed gepresteerd. Rini legt uit, dat de jury de produkten - deze keer het gevlochten luxe en de harde Wener -vruchtengebakjes - beoordeelt op zaken als smaak, kleur, bakaard, structuur en afwerking. Ziet hij dan het verschil tussen de gelijk ogende, produkten, die achtereenvolgens een eerste, tweede en derde plaats wonnen? ,,0ver de eerste prijs kan ik natuurlijk niet oordelen, maar ik zie wel degelijk verschil tussen de tweede en derde". En dan ben je plotseling rayon kampioen. In de vakbladen werd de naam regelmatig gesignaleerd en Rini kreeg ook de nödige reacties vanuit de vakwereld. Daar is ie best wel trots op natuurlijk, maar tegelijkertijd wordt er wel meer van je verwacht; je bent immers rayon-kampioen. Op naar Wageningen, waar uit zes rayon kampioenen Neerlands beste bakker gekozen moest worden. „Omdat het maar zes bakkers zijn is de spanning minder groot. Toch had ik niet verwacht te winnen. Ik geloof ook niet dat verliezen zo erg had geweest, maar wanneer je dan toch een beker krijgt...". Die kreeg hij, want de jury achtte hem de beste kandidaat. Ondanks het feit, dat hij tijdens het gesprek met de krant tot twee keer toe oen lekkernij bij de koffie afslaat, moet Rini wel een fijnproever zijn. De manier waarop hij verhaalt over het gebruik van vbrse vruchten in de harde Wener vruchtengebakjes verraden zijn talent meteen. Die vakkennis gecombineerd met Rini's voorkomen (een stevig gebouwde jongen, die heel wat ouder lijkt dan zeventien) maakt van hem een echte bakker. „Ja, als je wat gezet bent, dan denken de mensen weieens, dat je een goede bakker bent, die zijn eigen produkten graag eet. Maar ze kunnen ook het vermoeden hebben, dat niemand je spullen koopt en dat je het daarom maar zelf opeet", grapt hij. Rini de Glopper is een praatgrage en gezellige bakker, die één van de weinige nog bestaande ambachten met grote liefde uitoefent. Die liefde beperkt zich niet tot de baas zijn tijd of school. Zoals gezegd heeft hij ook een deel van de 'thuiskeuken' in eigen beheer genomen. Maar daarnaast heeft hij ook bijzondere belangstelling voor de nostalgie, die aan het bakkersgilde kleeft. Al meerdere keren stond hij met een oude bakkers-bakfiets in de Zierikzeesche Nieuwsbode. De ene keer had hij de driewieler uitgeleend aan een trouwpaar in Brouwershaven en ook Sinterklaas had hiermee een vervoermiddel voor zijn intocht in Zonnemaire. De oude bakfiets heeft Rini eigenhandig opgeknapt. De beschuitklep is nieuw en ook de 'halve Zundapp', die nu als motorisch hoogstandje hulp biedt, doet vermoeden, dat Rini een knutselgraag iemand is. „Dat is toch prachtig om mee bezig te zijn. Ik heb er heel wat werk aan gehad", vertelt hij. In de schuur staat ook een oude bakkersfiets met een enorme broodmand voorop. Ook de oude speculaasmolen en de weegschaal zouden zo een plaatsje in een bakkersmuseum kunnen krijgen. Rini vindt het leuk om erbij te doen; zolang het maar met het bakkersgilde te maken heeft. Het bakkerswerk is al zo oud als de weg naar Kralingen (en nog wel ouder) en Rini merkt terecht op, dat het één van de weinige ambachten is, die nog beoefend wordt. Toch zijn ook de bakkers in een veranderende maatschappij beland. Gemak dient de mens en daar zijn de supermarkten op ingesprongen. In de schappen van Albert Heijn, de Prijsslag en de Aldi liggen talloze broodsoorten en ook het gebak is bijna overal en altijd voorradig. Vindt Rini dat geen gevaarlijke concurrentie? Rini: „Van mij zou er best een wet mogen komen, die de verkoop van brood en gebak in supermarkten verbiedt. Als dat zou gebeuren, dat kunnen ook de bakkers wel in prijs omlaag. Aan de andere kant denk ik. dat mensen met een klein inkomen best dat brood bij de supermarkt mogen halen. Ik kan me voorstellen, dat sommige mensen het iets duurdere brood van de bakker niet kunnen betalen. Per slot van rekening heb je het iedere dag nodig". Eigenlijk weet ook Rini niet precies hoe de wet er uit zou moeten zien, maar met zijn optimistische toekomstbeeld stelt hij, dat er „altijd wel een categorie mensen blijft, dat toch bij de bakker blijft". De brood- en banketprodukten zijn bij de bakker beter, vindt hij. De Ellemeetse bakker is zelf druk bezig met de gazelle-opleiding en volgt tegelijkertijd een middenstandsopleiding. Volgend jaar kan hij beide diploma's op zak hebben en dan rest alleen nog de gazelle eerste klas-studie. Hij acht het niet onwaarschijnlijk, dat hij ooit een eigen bakkerij begint. „Ik heb het prima naar mijn zin bij mijn huidige baas, maar zal best weieens ergens anders gaan werken. Misschien loopt het wel zo, dat ik nog eens een eigen bakkerij heb. Dat lijkt me in ieder geval wel leuk. Echte plannen heb ik nog niet". Als je Rini vraagt waarmee hij het liefste bezig is, brood of banket, dat kan hij dat niet zeggen. „Ik vind dat het er allebei bijhoort. Toch zijn de banket-produkten wel de jus van het vak". Hij vertelt, dat juist bij het banket de creativiteit om de hoek komt kijken. Een goed bakker hoeft niet veel denkwerk te verrichten bij het bakken van gewoon brood. De voorbehandeling is bekend, de oven biedt geen geheimen meer en de kwaliteit van het eindprodukt is altijd goed. Brood is brood denken velen, maar de bakkers maken ieder jaar weer tijdens de week van het brood duidelijk, dat dat niet waar is. Brood is ei in alle soorten en maten, geuren en kleuren en smaken. Ieder jaar weer tonen de bakkers zich goede ondernemers door met nieuwe produkten de aandacht van de consument te vragen. En dat is ook hard nodig. Het enthousiasme waarmee Rini de Glopper zijn vak uitoefent moet haast wel een garantie voor méér successen zijn. Schouwen-Duiveland heeft er zeker een nieuwe kampioen bij en mag daar best een beetje trots op zijn. Terwijl de provinciale VVV er alles aandoet om 'Zeeland Culinair' aan de man te brengen, zorgt Rini voor de naamsbekendheid door de bakkerswereld zijn vakbekwaamheid te tonen. Dat moet samen kunnen gaan. Rini vragend of iedere leerling-bakker zo met zijn vak bezig is. antwoordt hij met „Nee, ik denk niet dat ze allemaal zo gek zijn".

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1986 | | pagina 16