Tot keringe dér wateren Beknopte voorgeschiedenis Stormvloedkering Oosterschelde zee I land veilig 16 De wens om de Oosterschelde - in tegenstelling tot de oor spronkelijke plannen - open te houden, openbaarde zich in het begin van de jaren zeventig door acties op grote schaal. Aanvankelijk ongestructureerd, maar later in hechter organi satorisch verband door samengaan van verscheidene belan gengroeperingen. Deze acties werden een drukmiddel op de politieke besluit vorming. Vanaf 1973 heeft de regering uitvoerige onderzoe kingen laten verrichten en advieslichamen geraadpleegd. Op 9 november 1974 laat de minister de Tweede Kamer we ten-, dat 'het kabinet na ampel beraad tenslotte heeft besloten de Oosterschelde te doen afsluiten met eén zogenaamde stormstuwcaissondam'. 19/20 November 1974 Tweede Kamer debatteert zeer bewogen over regeringsbeslissing. Motie Schakel (Oosterschelde volledig afsluiten) wordt verworpen met 75 tegen 67 stemmen. Daarmee is voorstel regering Ooster schelde open te houden, aanvaard. Voorwaarden hierbij zijn: a. Werk moet technisch uitvoerbaar zijn b. Moet in 1985 klaar kunnen zijn e. Extra kosten mogen f 1750 miljoen plus 20 pet (in aannemerswe reld gebruikelijke marge) niet overschrijden. Rijkswaterstaat krijgt anderhalf jaar de tijd om het project uit te wer ken. Ook de bij de gekozen oplossing behorende compartimente ring wordt onderzocht Medio juni 1976 Eindrapport Rijkswaterstaat is klaar. Vrucht van uitgebreide stu dies. waarbij ondere andere buitenlandse wetenschappelijke institu ten werden ingeschakeld en waterloopkundig laboratorium in De Voorst (NOP). Een Stormvloedkering is technisch en financieel binnen gestelde termijn te verwezenlijken. Maar het wordt er een met pijlers en schui ven. Een dam met afsluitbare caissons blijkt op financieel en techni sche gronden moeilijk haalbaar. Ook het ontwerp van de pijlers zal tijdens de voorbereiding nog enkele malen worden aangepast. Medio juni 1976 wordt het werk begroot op f 2585 miljoen meer dan de ruim f 1,5 miljard die het oorspronkelijke plan (volledige af sluiting met compartimentering) zou hebben gekost. Kamer gaat ak koord Het doorstroomprofiel wordt uiteindelijk vastgesteld op 14.000 m2 netto. Extra kosten daarvoor f 100 miljoen. Oorspronkelijke ope ning was vastgesteld op 11.500 m' Hoe groter opening, hoe meer behoud getij, des te beter voor milieu Van het publiceren van de halfjaarlijkse voortgangsrapportages tij dens de studieperiode wordt een gewoonte gemaakt Tijdens verde re voorbereiding en bouw stuurt minister elk half jaar een voort gangsrapport naar de Tweede Kamer. Beknopte chronologische weergave van belangrijkste beslissin gen en gebeurtenissen. 20 September 1977 Rijkswaterstaat besteedt de bouw van een hulpbrug over het Slaak aan ten behoeve van de bouw van het sluizencomplex in de Philips- dam. Deze hulpbrug wordt 750 meter lang en dient om het werk- eiland bereikbaar te maken voor personeel en materiaal van de aan nemingsbedrijven 29 September 1977 Ir H. Engel ondertekent als hoofd Deltadienst de raamovereen komst voor de bouw van de Stormvloedkering. Andere partij bij deze overeenkomst is de firma Dosbouw, een combinatie van aanne mingsbedrijven. die het grond- en betonwerk en de bodembescher ming voor haar rekening neemt. Sommige van deze bedrijven heb ben met hun gespecialiseerde kennis in het nabije verleden al gewerkt aan studie en voorbereiding van de bouw van de pijlerdam. In de raamovereenkomst zijn onder andere de voorwaarden opge nomen voor het vaststellen van de aannemingssommen. Ook is be paald. dat het werk vóór het stormseizoen, namelijk op 30 septem ber 1985 bedrijfsklaar moet zijn. 19 Oktober 1977 Rijkswaterstaat besluit in overleg met aannemerscombinatie de pij lers te bouwen in bouwdok achter damvak Geul. Dat is vlak bij de sluitgaten. Transportafstand zo klein mogelijk. Alternatief om pijlers in verband met de problemen rond de arbeidsvoorziening in de toe komstige bekkens van schutsluizen Philipsdam te bouwen is nu ver vallen, Afstand te groot; te veel tijdverlies; te vaak passage van Zee- landbrug. November 1977 Aannemerscombinatie Dosbouw heeft ponton in gebruik geno men voor grondonderzoek in de diepe stroomgeulen van Ooster schelde. 23 November 1977 Minister Westerterp installeert in Middelburg de Stuurgroep Oos terschelde. Deze zal een aantal 'scenario's' voor de toekomstige ont wikkeling van het gebied opstellen. Als uit deze varianten een beleidskeuze is gemaakt, kan de stuur groep zich bezighouden met inrichtings- en beheersplannen, finan ciering en exploitatie en de uitwerking van een totale visie voor een inrichtingsplan. De stuurgroep staat onder leiding van de provincie. Verder zijn ver tegenwoordigd: gemeenten en waterschappen en die ministeries die een directe bemoeienis hebben met de Oosterschelde 10 Januari 1978 Minister Tuijnman vraagt Raad van de Waterstaat advies over Oesterdam en in verband daarmee omkading Markiezaat Bergen op Zoom, een schutsluis in de Oesterdam en het tracé voor een spuika- naal voor het toekomstige Zoommeer Voorlichtingsbijeenkomsten over deze onderwerpen zijn vastgesteld voor eind januari en begin februari 4 Juli 1978 Minister Tuijnman deelt het parlement zijn keuze voor het tracé voor de verbetering van het Kanaal door Zuid-Beveland mee Deze is overeenkomstig het advies van de Raad van de Waterstaat. De sluis bij Wemeldinge zal verdwijnen. Het kanaal komt in open verbin ding met de Oosterschelde. De dijken langs het kanaal zullen daar om moeten worden verhoogd. Hét moet een duwvaartkanaal wor den. Het tracé wordt iets gewijzigd 1 September 1978 Twee duwvaartsluizen en twee jachtensluizen voor de Philipsdam worden aanbesteed. Die worden gebouwd in het al voltooide werk- eiland tussen de Grevelingendam en Sint-Philipsland, dat met een 700 meter lange hulpbrug met het vaste land is verbonden. Ook het gemaal voor de verbindingsriolen wordt aanbesteed. 12 September 1978 Opnieuw een aanbesteding voor de werken aan de Philipsdam. Ditmaal zijn het een deel van het damvak dat aansluit op de oostkant van het werkeiland en de bouw van één van de twee bufferbekkens Die bufferbekkens zijn onderdeel van het zogenaamde zout/zoet bestrijdingssysteem 13 Oktober 1978 Minister Tuijnman stuurt weer een voortgangsrapport naar het par lement. De bouwput Schaar, waarin de pijlers gebouwd zullen wor den is gesloten en leeggepompt. De drie kilometer lange hulpbrug van Schouwen naar het werkeiland Neeltje Jans is voor een groot deel klaar. Het verdedigen der onderzeese oevers in het Ooster- scheldebekken vordert goed. 8 Februari 1978 Minister Tuijnman stuurt opnieuw een voortgangsrapport naar het parlement, ditmaal over de tweede helft van 1978. Het ontwerp van de pijlers is afgerond. De bovenbouw kan veel lager komen te liggen dan oorspronkelijk was voorzien. Nu wordt het twaalf meter boven NAP Het aantal pijlers is teruggebracht van 72 naar 66. Dat kon om dat geen pijlers worden gebruikt als aansluiting op de wal. Er zullen in 1979 duizend man in de betonsector tewerk gesteld moeten wor den. 28 Februari 1979 Er wordt een functiewisseling aangekondigd. Ir F. Spaargaren hoofd waterbouwkundige werken-west (leiding bouwstormvloedke- ring) zal per 1 juni worden opgevolgd door ir Tj. Visser, directeur van het Hollands Aannemersbedrijf Zanen en Verstoep in Den Haag. Ir T G. van der Meer vertrekt als hoofd van de waterbouwkundige werken-oost (bouw compartimenteringsdammen) per 1 mei. Zijn op volger wordt ir C. Kooman. 19 Mei 1979 Het verdichtingsschip Mytilus wordt bij Boele's scheepswerven en machinefabrieken te Bolnes te water gelaten De Mytilus is nodig om de bodem in de drie stroomgeulen op de plaats van de Stormvloed kering te verdichten ter versteviging van de ondergrond Juli 1979 Minister Tuijnman besluit - na studies van Rijkswaterstaat - dat in de Oesterdam een liftsluis zal worden gebouwd. De liftsluis dient ter beperking van de zout-zoet uitwisseling tussen Oosterschelde en Zoommeer na voltooiing van de Oesterdam 14 Juli 1979 De bouw van de pijlers in de bouwput Schaar kan voortaan van nabij worden gevolgd voor het publiek. Er komt een vaste halfuurs busdienst tussen Schouwen en het werkeiland Neeltje Jans. Hier mee kunnen bezoekers over de hulpbrug naar het werk worden ge bracht, waar ook een informatiecentrum is ingericht. 13 September 1979 Minister Tuijnman stuurt het zesde voortgangsrapport over de Oosterscheldewerken naar de Tweede Kamer. Daarin staat dat het ontwerp voor het funderingsbed definitief kan worden afgerond, na dat er de afgelopen maanden veel onderzoek is gedaan naar drem- pelcopstructies en bodembescherming. Het ontwerp van het hef- schip is op enkele details na definitief. In de as van de kering is 40.000 m2 bodembescherming opgebaggerd Er werd 360000 m2 blokkenmat gelegd Men is bezig de bouwput met dijken in vier vak ken te verdelen. De compartimenteringswerken lopen goed Er is nu totaal één miljard gulden aan de werken uitgegeven (1974-1978). September 1979 Er wordt begonnen met het afgraven van een deel van het werk eiland Neeltje Jans aan de noordzijde. Dat is nodig in verband met de morfologie van de zeebodem ter plaatse. 20 Oktober 1979 De Mytilus wordt opgeleverd. Het schip zal na een proefperiode kort na de jaarwisseling in gebruik worden genomen 13 December 1979 De bouw van het hefschip Ostrea wordt gegund aan het Rijn- Schelde-Verolme concern. Het hefschip zal vanaf begin 1982 de pij lers uit het bouwdok naar hun plaats van bestemming varen en daar neerzetten Bouw Ostrea 72 miljoen gulden. 2 Januari 1980 Er wordt een proef genomen met het lozen van meer zoet water op Volkerak en Krammer De proef 100 m3/sec. in plaats van 50 m3/sec zal bijdragen aan een beter inzicht in de processen die be trekking hebben op de dieren- en plantenwereld Februari 1980 Er verschijnt een rapport van de milieuafdeling van de Deltadienst. Daaruit blijkt een wijziging van de vogelpopulatie in het Deltagebied. Toeneming van visetende vogels, verlies van vogels in brakwaterge bieden. Toename ook van aantal vogels in Veerse Meer 18 Maart 1980 Bouw spuisluis bij Bath wordt aanbesteed. Dit wordt de monding van spuikanaal door hals Zuid-Beveland. Dat kanaal is nodig om in de toekomst kwaliteit zoet water in meer achter compartimenterings dammen te kunnen beheersen. April 1980 Minister Tuijnman maakt bekend, dat de bouw van het mattenleg- ponton Cardium in onderdelen zal worden aanbesteed. Ongeveer 17 miljoen van de 92 miljoen gulden tellende order gaat naar Ho- waldtswerke in Kiel (Duitsland). 20 Mei 1980 „J6 e Hef zevende voortgangsrapport gaat naar de Tweede Kamer On dergrond en bodembescherming zijn nog zaken die sterk de aan dacht vragen. De pijlerbouw maakt goede voortgang. Er zijn veer tien pijlers in aanbouw. Bouw Philips- en Oesterdam vordert goed. Juni 1980 Eerste fase van het onderzoek naar de gebruiksmogelijkheden van de toekomstige Stormvloedkering is bijna afgesloten (BARCON- project). Eerste pijler voor de Stormvloedkering in bouwput Schaar is op hoogte. Oktober 1980 Rijkswaterstaat gaat een nota opstellen over de gevolgen van een zout en van een zoet Grevelingenmeer. 18 November 1980 Minister Tuijnman stuurt het achtste voortgangsrapport naar de Kamer. Meer dan de helft van de 66 pijlers is in aanbouw. De produk- tie is op een top gekomen die tot medio 1982 zal duren. Voor de con structie van de schuiven is een keus gemaakt Nog in onderzoek is of men de bewegingswerken hydraulisch of mechanisch zal maken In Zierikzee is een computercentrum ingericht voor verwerking van weergegevens van een aantal meetopstellingen in de monding van de Oosterschelde Het werk aan de Krammersluizen vordert goed Het werkeiland in -de Oesterdam met de bouwput voor de liftsluis is voltooid. De totale kosten voor alle Oosterscheldewerken worden op prijspeil medio 1980 geraamd op 6345 miljoen. Daarvan komt 3679 ten laste van de Oosterscheldedam. Tot en met vorig jaar is in totaal ongeveer 1,5 miljard uitgegeven en 2300 miljoen aan verplichtingen aange gaan 16 December 1980 Minister Tuijnman kiest voor hydraulische bewegingswerken voor de Stormvloedkering Die hebben meer voordelen dan mechani sche die ook in studie zijn geweest. De aanbieding voor gekozen constructie is gedaan door RSV/VMF. Kosten geraamd op f 200 mil joen 5 Maart 1981 Stuurgroep en bureau dijkversterkingen Oosterschelde opgehe ven op bijeenkomst in Sint Maartensdijk. In zes jaar bijna 150 km dijk langs Oosterschelde en aangrenzende zeearmen versterkt. Kosten I 350 miljoen Is f 115 miljoen meer dan voorzien Werk wel op tijd klaar Grote krachtproef geweest 12 Maart 1981 Negende voortgangsrapport naar Kamer Minister Tuijnman spreekt Vaste Commissie Verkeer en Waterstaat uit Tweede Kamer toe tijdens werkbezoek aan Zeeland en zegt, dat planning thans geen ruimte meer biedt voor onvoorziene omstandigheden. Werk in vergevorderd stadium (bouw laatste twintig pijlers is begonnen), maar rek om nog te schuiven met planning is eruit. 5 Juni 1981 Minister Tuijnman laat de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland weten, dat moet worden overgegaan op een nieuw werkschema. Kering en compartimenteringsdammen zullen nu tus sen begin 1986 en het stormseizoen van dat |aar klaar komen en niet meer vóór eind 1985, waarnaar jaren is gestreefd. Dit is overmacht, aldus de minister. II Juni 1981 De minister bevestigt een en ander nog eens uitgebreid aanwaste commissie, die er een vergadering aan wijdt. 11 Juli 1981 Het hefschip Ostrea wordt te water gelaten bij de Rotterdamsche Droogdokmaatschappij. Het hefschip zal worden afgebouwd en in januari beginnen met hefproeven in het bouwdok. Het heeft een hijs vermogen van 10.000 ton. 24 Augustus 1981 Er wordt begonnen met het inunderen van bouwdok I in de bouw- ZIERIKZEE - De datum 4 oktober 1986 zal onuit wisbaar worden bijge schreven in het grote ge schiedenisboek van de Lage Landen bij de zee. Het zal vooral in Zeeland zijn - en met name ook op Schouwen-Duiveland - dat die datum herinneringen oproept aan rampspoed maar tevens uitzicht biedt op welhaast onbegrensde beveiliging. Naar menselijke maat staf gemeten moet de in de afgelopen jaren gebouwde Stormvloedkering in de Oosterschelde óók Schou wen-Duiveland droog kun nen houden. Er zal in omvangrijke boekwerken en in talloze verspreide publikaties ongetwijfeld ruime aandacht worden besteed aan het Delta-plan in het al gemeen en aan de totstandkoming van de stormstuw in de Oosterschel de in het bijzonder. Wie denkt dan nog aan de inspanningen van onze voorouders, die bij nacht en stormge- tij de broze dijken van de Zeeuwse ar chipel met man en macht moesten verdedigen tegen het kokende water geweld. Ook zal men niet lang stilstaan bij de middelen die men in vroeger dagen ter beschikking had om de dijk te beveiligen of om deze na rampzalige doorbraken opnieuw te kunnen dichten. Hoezeer de Zeeuw eeuw na eeuw al le reserves aan mankracht èn geld heeft moeten investeren in aanleg en onderhoud van zijn oeververdediging kan men hier en daar nalezen in oude geschriften. Ook in enkele uitgaven die nog niet zo lang geleden zijn ver schenen, wij denken daarbij aan „Wa ken en Bewaren" door M. P. de Bruin en de archiefinventarissen van het Waterschap Schouwen-Duiveland, is Mensen en dijken op Schouwen-Duiveland een schat aan gegevens bijeenge bracht die ons een blik gunt op de moeizame strijd van de kustbewo ners. Het gezicht van Schouwen-Duive land is langzaam aan het veranderen. Niet alléén door de aanleg van de gi gantische waterwerken en de dijkver hogingen, maar wél in belangrijke mate. Veel mensen in deze regio heb ben van die ingrijpende wijzigingen - die ook woon- en leefklimaat betref fen - nog nauwelijks weet; zij zullen het echter spoedig bemerken.... Hoge personages Thlrijke hoge personages uit alle windstreken zullen aan de feestelijke ingebruikstelling van de Ooster- schelde-stormvloedkering door hun aanwezigheid extra luister bijzetten. Het is toevallig en curieus dat precies twee eeuwen geleden, in de zomer van 1786, de dijkage in Zeeland even eens de aandacht had van 'Den Haag'. Stadhouder prins Willem V bracht bij die gelegenheid een bezoek aan Zeeland om bij Westkapelle de zee dijk „met derzelver bewerkingen" in ogenschouw te nemen. Ook de gema lin en een aantal hoogwaardigheids bekleders waren meegekomen. Er was natuurlijk veel volk op de been; voor het hoge gezelschap had men zelfs een speciale verversingstent op gericht. Op 4 oktober zal het ongetwijfeld anders toegaan: het aantal genodig den is extreem groot en de voorzie-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1986 | | pagina 16