Arbiter Cees Schijf:
„Kom op,
ga ook fluiten..."
Dig
Vleugel:
„Als ik
er geen
heil
in zou
zien,
was ik
al lang
met dit
werk
gestopt"
DE ZIERIKZEESCHE COURANT
...een succesvol,
maar vooral
sportief
voetbalseizoen...
Z1ER1KZEESCH E
NIEUWSBODE
WAARIN OPGENOMEN
(1797 - 1889)
In het karakter van ieder mens zit iets, dat zich niet laat
breken: - het geraamte van het karakter.
Lichtenberg
ZIERIKZEE - Betaald
voetbalscheidsrechter Cees Schijf
doorliep een bijzonder curieuze
loopbaan, vooraleer hij het vorig
jaar als wedstrijdleider de velden
van de betaalde voetbalploegen
betrad. Geen haar op zijn hoofd
dacht er zo'n elf jaar geleden aan
om scheidsrechter te worden. In het
midden van de jaren zeventig
maakte de besnorde Rotterdammer
furore in de autosport. Hij werd in
1974 voor Nederland uitgezonden
naar de wereldkampioenschappen
oval-racing, waar hij moest
aantreden met een Ford Escort. In
zijn jongere jaren was hij actief
voetballer bij het Scharendijkse
ZSC, maar met het
scheidsrechterswereldje had hij
totaal geen enkele band.
In 1986 debuteerde Cees Schijf,
jarenlang inwoner van Ellemeet, als
arbiter in het betaalde voetbal.
Toen was er sprake van een
verrassende ontwikkeling. „Een
vriend van me wilde naar de
scheidsrechterscursus, maar hij zag
er tegenop om alleen te gaan. Hij
vroeg me of ik megwilde. Eigenlijk
voelde ik er niets voor, maar voor
de lol en om die vriend een plezier
te doen ben ik toen toch maar aan
die cursus begonnen", vertelt Cees
Schijf. „Na drie wedstrijdjes op
zaterdagmiddag is de vriend ermee
gestopt. Ik floot na een half jaar
een 'topper' tussen het dertiende
van Zwart Wit '28 en het veertiende
van Barendrecht en je zult het niet
geloven: ik had er zowaar plezier in.
Daar kwam nog bij, dat de
autosport, waaraan ik aanvankelijk
mijn hart verpand had, handenvol
geld kostte en er bovendien weinig
eer viel te behalen. Een enkele keer
won ik een grote beker of een
zilveren schaal. De scheidsrechterij
bleek evenwel al gauw haar
uitdagingen te hebben. Als je
immers elk seizoen promoveert,
word je vanzelf ambitieus".
De ster van scheidsrechter Cees
Schijf steeg binnen acht jaar naar
de top. In twee seizoenen werkte hij
zich uit het afdelingsvoetbal. In
1983 belandde hij in groep I van de
KNVB, het plafond voor de
scheidsrechters in het
amateurvoetbal. De veertigjarige
autoverkoper, die vroeger
verdienstelijk acteerde in het eerste
elftal van ZSC, zag tot zijn
verbazing, na één seizoen in groep I
te hebben gefloten, dat zijn naam
op de overgangslijst werd geplaatst.
„Ik had goede cijfers op mijn
beoordelingsrapporten. Dat was
duidelijk. Meestal duurt het echter
een paar jaar voor een
scheidsrechter in aanmerking komt
voor de overgangslijst. Ik denk, dat
mijn leeftijd een belangrijke rol
speelde. In principe moet een
arbiter voor zijn 38ste de sprong
maken naar het betaalde voetbal,
als hij goed genoeg is".
Cees Schijf heeft zelf een simpele
verklaring voor zijn snelle opmars
in het scheidsrechterswereldje. „Ik
heb nooit problemen in het veld. Ik
zou me van al die jaren niet één
klein voorval kunnen herinneren.
Het loopt gewoon nooit uit de hand
bij mij. Natuurlijk krijg ik ook
herhaaldelijk het nodige
commentaar naar mijn hoofd
geslingerd bij bepaalde
beslissingen, maar ik ben mans
genoeg om ze op een identieke
manier de mond te snoeren. Spelers
delen uit. dan moeten ze ook
kunnen incasseren. Dat is een
standpunt, dat ik vanaf de eerste
dag gebezigd heb en dat blijkt goed
tc werken", vertelt Schijf lachend.
„Ik zal me nooit druk maken over
opstandjes in het veld. Ik heb de
naam, dat ik zo rustig ben als een
dooie. Ik denk, dat ik daarom zo
goed fluit. Ik laat me niet gek
maken".
Schijf gelooft, dat er twee soorten
scheidsrechters zijn. De eerste groep
doet het om een beetje bezig te zijn.
De tweede wil de top bereiken en
toont ambitie. Deze groep doet er
alles voor om zo hoog mogelijk te
fluiten. „Ik ga zelf drie keer per
week trainen, ik bezoek de centrale
trainingen in Zeist en ik moet ieder
weekeinde veel kilometers reizen.
Voor mij is er voldoening, omdat ik
bereikt heb, wat ik wilde bereiken.
Anderen raken gedesillusioneerd en
haken af". Schijf heeft de smaak te
pakken. Hij weet, dat hij nog een
jaar eerste divisie zal moeten
fluiten, maar hij heeft zijn ogen
gericht op de A-lijst. „Nu ik
eenmaal zo ver ben gekomen, weet
ik, dat ik door moet gaan. Voor
mijn gevoel kan ik de eredivisie
ook aan. Ik heb overigens niet de
illusie, dat ik nog ooit over de
grenzen zal fluiten. Daar ben ik net
iets te oud voor. Je moet een beetje
realist blijven, hoe mooi het er ook
allemaal uitziet". Schijf stelt vast,
dat het van belang is, dat je vrouw
achter je hobby staat. „Als dat niet
zo is, dan ÏJSaTje' 'dé fop nooit of te
nimmer".
„Jezelf blijven op het veld. Dat is
de voornaamste stelregel om de
zaak in de hand te kunnen blijven
houden. Van belang is verder, dat je
de stijl vasthoudt, die je sinds jaren
hanteerde. Dan kan er eigenlijk
niets fout gaan". Afsluitend hotidt
Cees Schijf een pleidooi voor de
scheidsrechterij. „Iemand, die
jarenlang gevoetbald heeft en
eigenlijk tegen de leeftijd aanloopt,
dat het gebeurd raakt met de
actieve voetballerij, zou tijdig
moeten overschakelen naar de
scheidsrechterij. Je blijft dan toch
op een leuke manier bij je favoriete
sport betrokken en bovendieii maak
je je uiterst nuttig. Er is een
immens tekort aan scheidsrechters.
Dus, kom op....".
BRU1NISSE - De jeugd-
regiocommissie Schouwen-
Duiveland doet al jaren erg goed
werk ten behoeve van het
jeugdvoetbal in het meest
noordelijke deel van de afdeling
Zeeland van de KNVB. Drijfveer
achter de jeugd-regiocommissie is
ongetwijfeld secretaris Dig Vleugel
uit Bruinisse. Vleugel was binnen
zijn eigen vereniging Bruse Boys al
geruime tijd een onmisbare pion
binnen het jeugdbeleid. Toen hij
zich liet strikken om ook in een
breder verband zijn krachten te
geven voor deze uitstekende zaak
kreeg het Schoüwen-Duivelandse
jeugdvoetbal onmiddellijk eèn
flinke duw in de rug. Zonder een
van zijn medecommissieleden tekort
te doen mag probleemloos gesteld
worden, dat hij er voor een
belangrijk deel debet aan is
geweest, dat het jeugdgebeuren op
Schouwen-Duiveland tot een
voorbeeld voor heel Zeeland is^
geworden.
„Het grootste probleem in het
hele jeugdvoetbalgebeuren is
ongetwijfeld het aantal spelers, dat
per leeftijdsgroep beschikbaar is",
vertelt Dig Vleugel. „De geringe
bevolking en de terugloop van het
aantal kinderen is op zijn beurt
daar weer de oorzaak van. Dat is
een gegeven waar je mee te maken
hebt". Diverse verenigingen op
Schouwen-Duiveland kunnen door
de terugloop in jeugdleden slechts
weinig teams op de been brengen.
Door. leeftijdsgroepen samen te
voegen kan met veel pijn en moeite
soms nog wat gered worden, maar
ideaal is het natuurlijk niet.
Probleemgevallen zijn ondermeer
Zonnemaire en Ouwerkerk.
Zonnemaire lukt het misschien net
om nog een C-juniorenteam te
formeren. Wanneer dat zou lukken
betekent dat de oudste jeugdgroep,
die de vereniging vertegenwoordigt.
In Ouwerkerk ligt het probleem bij
de B-junioren. Het benodigde aantal
spelers is net niet voorhanden en
het bestuur dubt wat te doen.
Achter de B-junioren heeft
Ouwerkerk een D-pupillen-zevental.
Dan is de koek op. Erg mager en
bepaald niet ideaal om de
continuïteit van de vereniging te
waarborgen. Dit is een tweetal
voorbeelden, maar er zijn er stellig
meer.
„Toch. is er hier en daar ook een
lichtpuntje te bespeuren. Het vorige
seizoen begonnen we met zeven F-
pupillenploegjes, nu zijn dat er tien.
Dat is hoopgevend en als commissie
klamp je je daar min of meer aan
vast", onderkent Dig Vleugel. Dooi
de kleinere leeftijdsgroepen worden
de vërhoudingen nogal e^ns wat
scheef getrokken. Een team,
bestaand uit C-junioren en D-
pupillen moet het opnemen tegen
een ploegje van louter C-junioren.
De uitslagen laten zich raden. „De
nieuwe competitie-opzet, die vanaf
dit seizoen gehanteerd gaat worden,
betekent een stap in de goede
richting. Na de winterstop worden
de ploegen in de diverse klassen
heringedeeld, op verzoek van de
competitieleider, maar ook de
vereniging spreekt een woordje
mee". Door die nieuwe opzet
ontstaan twee heel verschillende
competities. In het najaar wordt
voornamelijk dicht bij huis
gespeeld, hetgeen kostenbesparend
is. Na de winterstop kan eventueel
gekozen worden voor een indeling
met ploegen 'over de brug'. Dan kan
wat meer op een sportief resultaat
worden gemikt.
Tijdens de aanstaande winterstop
organiseert de jeugd-regiocommissie
Schouwen-Duiveland voor het eerst
'zaalvoetbalcompetities voor alle
junioren- en pupillencategorieën. De
junioren werken hun competitie
voornamelijk af in sporthal
Onderdak in Zierikzee, de pupillen
continueren hun verblijf in
sportcentrum Krayestein in Burgh-
Haamstede. De winterstop begint
voor de junioren op 13 december, de
pupillen gaan al een week eerder de
zaal in. Voor beide categorieën
wordt de veldcompetitie hervat op
28 februari. „Deze zaalcompetities
zijn vooral van belang, omdat de
jeugd wordt vastgehouden. In dat
licht is het voor de verenigingen
ook essentieel, dat in de kantines
activiteiten worden ontplooid. De
jeugdleden gaan dan niet zo snel op
zoek naar vervangende bezigheden
gedurende de lange winterstop",
meent Vleugel.
Dig Vleugel is positief gestemd
over de ontwikkelingen binnen het
jeugdvoetbal. „De ergste terugloop
lijkt gekeerd. In dat verband is de
overstap naar zeventallen een goede
greep geweest. Zeeland vervult
daarmee landelijk een
voortrekkersrol. Goed is
ongetwijfeld ook, dat er meer en
meer gewerkt wordt aan de
vorming van een goed kader.
Persoonlijk ben ik van mening, dat
deze activiteiten zoden aan de dijk
zetten. Als dat niet zo was, dan zou
ik al lang met dit werk gestopt
zijn", besluit de secretaris van de
jeugd-regiocommissie Schouwen-
Duiveland.
Het voetbalseizoen 1986-1987
staat voor de deur. Nog een paar
nachtjes slapen en de bal gaat
weer in competitieverband rollen.
Gedurende een aantal weken werd
aan de hand van een aantal
oefenwedstrijden de stand van
zaken bekeken. Een aantal ploegen
boette in de breedte aan kracht in,
andere zagen wat goede spelers de
overstap van de ene vereniging
naar de hunne maken en menen
daardoor versterkt het nieuwe
seizoen te kunnen beginnen. Of
het voor die spelers ook inderdaad
zal brengen, wat zij bij die nieuwe
vereniging meenden te kunnen
vinden, zal nog moeten blijken. Al
te vaak blijkt het inderdaad op
een teleurstelling uit te draaien,
maar gelukkig zitten er incidenteel
ook voltreffers tussen.
Aan het eind vah het vorige
seizoen deden teams een stapje
vooruit, andere moesten wat
terrein prijsgeven. Voor de een
wordt het derhalve zaak om het
veroverde terrein zo goed en zo
kwaad als dat gaat vast te
houden, of mogelijk zelfs nog uit
te breiden, voor de ander ligt er
de taak om het verloren gegane
niveau weer te heroveren. De
ploegen, die nagenoeg het hele
seizoen tegen het degradatiespook
moesten vechten, hopen nu meer
ontspannen de serie van ruim
twintig wedstrijden te kunnen
afwerken en daarbij mogelijk zelfs
een rolletje mee te spelen in de
strijd om een van de ereplaatsen.
De ploegen, die een lang glorend
kampioenschap toch nog misten,
willen het nu beter doen.
Voor de speler met de juiste
sportieve instelling betekent de
start van een nieuw seizoen een
uitdaging om er het beste van te
makenHopenlijk kan hij of zij er
een steentje toe bijdragen, dat er
aan het einde van het seizoen een
reden komt om de bloemetjes eens
lekker buiten te zetten, vanwege
een behaald kampioenschap. Die
goede instelling staat er ook borg
voor, dat het voor zijn of haar
ploeg een seizoen wordt zonder
strubbelingen, niet alleen op het
sportieve, maar zeker ook op het
menselijke vlak. Want hoe
eerzuchtig de zaken ook kunnen
worden aangepakt, voor iedereen
blijft het het bedrijven van een
hobby, het vooral gezellig
bedrijven van die hobby. Dat kan
en mag best met het nodige
fanatisme gebeuren. Cruciaal punt
blijft evenwel, dat het gebeurt op
een sportieve manier, zodat het
ook gezellig blijft, voor iedereen.
Het gedurende de anderhalf uur,
dat een wedstrijd duurt, vol
overgave bedrijven van die hobby
kan geen kwaad, is misschien zelfs
noodzaak om een vereiste
bedrijving te hebben. Wanneer het
laatste fluitsignaal van de arbiter
eenmaal heeft geklonken moet
iedereen iedereen sportief de hand
kunnen en willen reiken. Niet
a/tijd zal de beste winnen, maar
toch wel in de meeste gevallen. De
factor geluk of pech is immers
niet altijd uit te bannen. Een
sportman of -vrouw moet het
vanuit die sportieve instelling
evenwel op kunnen brengen om
die factor in zijn of haar
hobbybeleving in te calculeren.
Wanneer dat inderdaad zo is, dan
wordt het voor iedereen niet alleen
een succesvol seizoen, met alle
beperkingen van dien, maar vooral
ook een sportief seizoen.
Dat is datgene, dat de
sportredactie van de Zierikzeesche
Nieuwsbode voetballend
Schou wen-Duiveland primair
toewenst. Eventuele sportieve
successen nemen we aan het eind
van de rit graag mee....
Peter Wijnen