Frank Visser schreef over kabouters in de Westhoek De sociale werkvoorziening nam afscheid van Jan Pomper 4 'Een bijzonder mens en dat is hij...' 'De kleinste oorlog' b ft De heer J. Pomper (midden) omringd door de personeelsleden van Werkvoorzieningsschap De Zuidhoek. Naast het echtpaar Pomper: de heer P. J. de Groot, de nieuwe directeur van De Zuidhoek. ZIERIKZEE - Niet alleen Werkvoorzieningschap De Zuidhoek wuifde haar directeur uit, maar de sociale werkvoorziening op zich nam zowel in regionaal als in provinciaal en landelijk verband afscheid van één van de laatste pioniers op dit gebied: Jan Pomper. Daartoe kwa men woensdagmiddag alle medewerkers van de Zuid hoek bijeen en daartoe togen zeer vele genodigden don derdagmiddag naar het werkvoorzieningsschap. Met vele woorden en talloze handdrukken werd daar uiting gegeven aan de waardering voor de belangrijke inzet, die Pomper gedurende dertig jaren voor de sociale werk voorziening heeft betoond. ZIERIKZEE - Misschien waren het de majestueuze do- miniale bossen in de Westhoek, misschien ook was het een baldadige jongensachtige en wat spottende fantasie, die Frank Visser inspireerden tot het schrijven van zijn nieuwste boek: 'De kleinste oorlog'. Een soepel te consu meren verhaaltje over de veertienjarige Pablo tijdens een vakantie bij oom en tante in de Schouwse Westhoek. De rij van sprekers werd ingeleid met een charmant welkomstwoord door mevrouw A. Padmos, die zich in het Duits en Engels in het bijzonder ook tot de buitenlandse gasten wend de. Zo werd acte de présence gegeven door directeur Knap van het werk voorzieningschap in Singelfingen (nabij Stuttgart), waar de Zuidhoek immer goede contacten mee onder hield, evenals door mr. V. Fitzpa- trick, voormalig burgemeester van de twinstad Hatfield en door de heer Th. A. B. van Stokkem, oud directeur van het Nationaal Orgaan Sociale Werkvoorziening (NOSW). Terugblik Voorzittèr van De Zuidhoek, de heer C. Bij de Vaate zei zich goed te kunnen voorstellen, dat dit een dag was voor een terugblik op vele ge beurtenissen en contacten in de afge lopen dertig jaar. Een boek daarover schrijven, zou Pomper, volgens hem, een duidelijke blik op z'n eigen leven kunnen verschaffen. Een leven im mers, waarin de agenda immer was volgeboekt. Hij wees er de vertrek kend directeur dan ook op, dat hij nu volstrekt autonoom zou kunnen gaan beslissen over het indelen van de fac tor tijd. Bij de Vaate belichtte echter ook de keerzijde daarvan, temeer daar Pom per met nogal gemengde gevoelens tegen zijn nieuwe levensfase had aangekeken. „Enerzijds geeft het ge noegdoening dat u de verantwoorde lijkheid nu kunt overdragen aan jon gere handen. Anderzijds weet ik hoezeer u uw hart aan het werk in en voor de sociale werkvoorziening hebt verpand, hoe zwaar het u valt ermee te stoppen", aldus de voorzit ter. Hij sprak de hoop uit, dat het Pom per en zijn echtgenote is vergund om met volle teugen te genieten van de 'derde levensfase' en de oogst binnen te halen van hetgeen in een lang ar beidzaam leven werd gezaaid. Namens het bestuur gaf Bij de Vaa te te kennen met één wenend en één lachend oog afscheid van Pomper te moeten nemen. Dank De voorzitter sprak met nadruk zijn dank uit voor de geweldige ver diensten voor de Zuidhoek, de sociale werkvoorziening (Landelijk Contact Tbpkader, provinciale directeuren contact, federatie sociale werkvoor ziening in Zeeland) en voor de Stich ting Dagverblijven Schouwen-Duive- land en de Stichting Gezinsvervan gend tehuis Schouwen-Duiveland. Zich richtend tot mevrouw S. Pomper-Kats stelde Bij de Vaate vast. dat een goede samenwerking en het elkaar toch vrij laten het mogelijk hadden gemaakt een dergelijk leven te leiden. Als dank daarvoor bood hij mevrouw Pomper een boeket bloe men aan. Een bijzonder afscheidscadeau had de voorzitter voor de scheidend di recteur zelf in petto: aanleg van zijn nieuw aangekochte tuin rondom zijn woonhuis. Het schetsplan daarvan gold daar donderdagmiddag als tast baar symbool voor. „Een bijzonder kind en dat is het...", luidde het eerste van de vele citaten, die burgemeester Th. H. de Meester voor Pomper in petto had. In een speech waarin badineren, relati veren en filosoferen elkaar afwissel den, schilderde De Meester de ver trekkend directeur als een man met vele talenten, waar hij mee heeft ge woekerd, gewerkt en soms zelfs ge vochten. „Een sociaal voelend mens", aldus de burgemeester, die - schert send verdergaand - het woord 'socia list' daar niet synoniem aan achtte. Al wil Pomper daar zelf wel graag voor doorgaan, was dat volgens de spreker niet af te zien aan zijn auto, zijn lichaamsomvang en zijn hang naar een Bourgondisch leven. Zoals verwacht kon worden, was het Pomper wel toevertrouwd daar, later op de middag, spitsvondig op te reageren: „Ik heb er geen bezwaar te gen als socialisten over socialisten praten, maar als liberalen dat gaan doen, denk ik: „ze hebben zelf pro blemen genoeg". „Waarom zoekt gij de rust, daar gij voor arbeid geboren zijdt?", was één van de volgende citaten in De Meesters rijke bloemlezing. Hij liet als tegenhanger van deze vraag van Thomas a Kempus, direct daarop de stelling van Max Dendermonde ho ren: „De wereld gaat aan vlijt ten on der". Citaten derhalve, die hij betrok op Pompers afscheid. Ook op de vraag of Pomper nu een man was met uitsluitend goede eigenschappen, kwam de burgemeester met een pas send citaat: „Om een openbaar ambt op goede wijze te bekleden, heeft men een aantal goede en slechte ei genschappen nodig". Serieuzer vervolgend, memoreerde De Meester dat de vertrekkend direc teur immer heeft gevochten voor de zelfstandigheid van het bedrijf. Spreker onderstreepte in deze vooral de visie van de directeur ten aanzien van ongewenst geachte schaalvergro ting. Een visie, die ook door het ge meentebestuur wordt gedeeld. Zich ook tot de mens Pomper rich tend, stelde de burgemeester vast, dat ij delheid deze zeker niet vreemd was. Ook daar echter had De Meester een geciteerde verklaring voor: „De deugd zou niet zo ver gaan, indien de ijdelheid hem niet gezelschap hield". Spreker besloot met een warm dankwoord en het aanbieden van een fraaie oude prent namens de zes ge meenten, deelnemend in de gemeen schappelijke regeling. Schuchterheid Drs. M. J. Tas, rijksconsulent socia le zekerheid in Zeeland, zei zich met nog slechts één jaar ervaring in deze functie, met enige schuchterheid te richten tot één van de pioniers van de sociale werkvoorziening. Tas zei Pomper te hebben leren kennen als een man met uitstraling, een stort vloed van woorden, hartelijkheid, ac tie en een groot rechtvaardigheidsge voel. Een man voor wie de sociale doelstelling als primair vertrekpunt gold, niet gelijk tot het imago van zie lige mensen. De rijksconsulent schetste de ont wikkeling van De Zuidhoek onder leiding van Pomper als die van een kleuterschool tot een volwaardig be drijf. Hij zei zich verder te realiseren, dat het ombuigingsbeleid van de re gering de sociale werkvoorziening voor pittige problemen heeft ge plaatst. Namens het ministerie sprak Tbs zijn hoge waardering uit voor het feit, dat de afzwaaiend directeur met zoveel geringe middelen, zoveel had opgebouwd. Denkend aan Jan Pomper drong zich aan Tbs het beeld van de ontwik kelingswerker op: werken met 'in vesteringen per kilo'; werken met aangepaste technologie, hetgeen een beroep doet op de creativiteit van mensen. v Eveneens sprekend over overwo gen schaalvergroting, stelde de rijks consulent dat dit geen doel op zich zelf dient te worden. Eerst kijken wat je hebt en kijken wat precies de gevolgen van schaalvergroting zou den zijn. Spreker stelde, dat Pomper een for se carrière had gemaakt, te weten: van fullprof schaatser tot directeur van het werkvoorzieningsschap. Een loopbaan, waarin hij geleerd had te vechten. De heer Tbs wees in dit ver band ook op het belang van de kunst van het delegeren en relativeren, waar Pomper - naar hij later liet we ten - zich goed in kon herkennen. De rijksconsulent wenste ook Pompers opvolger, de heer P. J. de Groot, veel wijsheid in zijn nieuwe functie toe. Tbt slot bood hij Pomper een per soonlijke attentie aan, te weten een bundel sportverhalen uit de Neder landse letteren met de volgens hem passende titel: „Ik ben namelijk een. held". Kleurrijk persoon Drs. P. Schuring, sprekend namens', het Landelijk Contact Topkader (LCT) Sociale Werkvoorziening om schreef Pomper als een kleurrijk per soon, die al vroeg een goed ontwik keld gevoel voor public relations bleek te hebben bezeten. Spreker gaf een korte opsomming over Pompers betrokkenheid in de diverse overleg organen binnen de NOSW, in de stu diecommissie en de congrescommis sie, van welke laatste hij nog tot november voorzitter blijft. Spreker besloot met het overhandi gen van een financiële bijdrage aan een grote wens van de vertrekkend directeur: een videocamera. Een volgende bijdrage daarvoor werd op ludieke wijze aangeboden door leden van het provinciaal direc teuren contact. Enkele directeuren van Werkvoorzieningsschappen in Zeeland, onder wie ook Pompers op volger De Groot, deden dat met een stukje passende poëzie en een namaak-camera met 'echte' afbeel ding. Het laatste woord was - ook deze keer nog - voor Pomper zelf. Hij maakte van die gelegenheid gebruik in het kort in te gaan op hetgeen alle sprekers te berde hadden gebracht. Verder zei hij met enige verbazing te hebben moeten constateren, dat tij dens deze dag van zijn vertrek, zowel de bedrijfsvlag als de nationale vlag hoog in top wapperden! Eergevoelig Erkennend zelf best wel wat eerge- voelig te zijn, wilde Pomper toch graag benadrukken, dat het voortbe staan van dertig jaar werkvoorzie ningsschap op Schouwen-Duiveland aan allen, die zich daar voor hebben ingezet, te danken is. „Als er een an dere directeur was geweest, had De Zuidhoek vandaag net zo lang be staan", aldus Pomper. Van zeer groot belang had hij im mer de vrijheid geacht, waar het be stuur hem zijn werk mee liet verrich ten. Diezelfde omstandigheid wenste hij ook zijn opvolger toe. Een opvol ger, zo liet Pomper weten, die uit een selectie van meer dan honderd sollici tanten werd benoemd. Pomper gaf terugblikkend te ken nen een gelukkig mens te zijn, aan wie misschien nog een heleboel nare dingen staan te gebeuren, maar die voorlopig nog wel tegen een stootje kan. Verrast toonde hij zich met het op treden van zijn collega's, verenigd in provinciaal verband. Een club, die zich altijd kenmerkte door de uitste kende omgang. Een situatie, waarin een kleine dissonant is gekomen, zo erkende Pomper, naar aanleiding van zijn uitlatingen over gedwongen schaalvergroting in het kader van de mogelijk grotere gemeenschappelij ke regeling. Terugkomen Hoewel hij daartoe reeds diverse malen was uitgenodigd, zei Pomper zichzelf te hebben bezworen niet zo maar bij* De Zuidhoek te zullen bin nenkomen. Hij zei best te willen ko men, maar dan wel na een officiële uitnodiging. Niet gespeend van zelf kennis besloot hij met: „Dank u wel voor de wijze waarop u mij altijd hebt gedoogd, want ik ben inderdaad een snedig mannetje". Direct daarop kwam hij toch nog even terug achter de microfoon. Met een knipoog naar de wet ten aanzien van ongewenste intimiteiten op het werk, zette hij zijn secretaresse me vrouw A. N. Brandenburg in het zon netje en bood haar een presentje aan. Als een man, die de grens weet, maar wellicht meer nog als waardering voor de steun op het thuisfront liet hij daar direct ook een cadeau voor zijn echtgenote op volgen. Frank Visser geniet regionaal - en ook landelijk - vooral bekendheid door zijn boeken over de Tweede Wereldoorlog: 'Smid van Schouwen', 'Zaak Antonius v. d. Waals' en 'Scha kels'. Visser vestigde zich op aanra den van zijn uitgever destijds reeds in het Schouwse om zich in alle rust aan het eerstgenoemde werk te wij den. Zijn boeken over de Tweede Wereld oorlog hebben voornamelijk betrek king op de persoonlijke ervaringen van mensen in die periode. De ge sprekken, die Visser met hen voerde over hun oorlogsbelevenisen droegen de belangrijkste bouwstenen aan voor zijn boeken. Science fiction Daarnaast wijdde de auteur zich - grotendeels uit hobby - van tijd tot tijd aan science fictionlectuur. Zo ver schenen van zijn hand onder meer: „Het laatste geboorterecht" en „Mysteries". Met 'De kleinste oorlog' heeft Frank Visser weer een nieuw pad van het wijdvertakte lectuurbos bewan deld. Het verhaal vertelt, zoals ge zegd, over de tienerknaap Pablo, die tijdens een vakantie bij zijn oom en tante in Burgh-Haamstede kennis maakt met de pittige Sylvia. Een knap meisje, ongeveer evenoud als hij, die hem bondgenoot heeft ge maakt in een groot geheim en samen met hem een ingenieus bedacht plan wil uitwerken. Gefascineerd Enerzijds vindt Pablo het maar niks dat geheimzinnige en soms op dringerige gedoe van Sylvia, ander zijds wordt hij door haar pittige op treden gefascineerd. Bovendien geeft de auteur hem voor een veertienjari ge jongen wel heel gemakkelijk aller lei voorspelbare reacties op wat ook weer 'typisch vrouwelijk' gedrag van Sylvia genoemd mag worden. Best grappig wordt het verhaal als het allemaal blijkt te draaien om een zeer geheime tentoonstelling van kabouterfokkers. Ontzettend rijke lieden, verspreid over de hele wereld blijken er zogenaamde gnomerijen op na te houden, kweken daar de fraaiste soorten kabouters en gebrui ken die mini-mannetjes en vrouwtjes voor het minutieus culti veren van hun fraaie tuinen en voor het schoonhouden van hun prachtige huizen. Gemakkelijke slaafjes anno 1986, die hun eigen ras in stand houden door ook braaf van tijd tot tijd imp- jes (kabouterbabies dus) op de wereld te zetten. De gnomerijbezitters zouden geen echte kabouterfokkers zijn als ze on derling niet zouden wedijveren over wie de mooiste exemplaren in zijn of haar bezit heeft. Er vinden derhalve ook zo nu dan wereldwijde, maar ui teraard besloten tentoonstellingen en keuringen plaats. Waar mensen, die blijkbaar hebben doorgeleerd in de kabouterkunde, hun oordeel vellen over de mooiste mannetjes en vrouw tjes van de Trilumo's, de Nordri's, de Rubins, de Tbfnets en vele andere ka bouterrassen. In de Westhoek Het toeval wil, dat juist tijdens Pa blo's vakantie bij oom en tante in de Westhoek zo'n geheimzinnige ten toonstelling wordt gehouden. Sylvia weet hem er alles van te vertellen, want zij is ingewijde in het kabouter geheim. De pittige dame heeft echter zo haar bedenkingen over het mense lijke kabouterfokken. Kabouters ho ren, wat haar betreft, in de vrije na tuur. Daar zijn ze oorspronkelijk uit afkomstig. In Pablo hoopt ze een ka meraad te vinden om haar bij een groot bevrijdingsplan te helpen. Het zou te ver voeren hier dat plan helemaal uit de doeken te doen. Frank Visser weet het op aardige wijze, zij het gelardeerd met wat al te decadente flauwekul franjes, naar een hoogtepunt te schrijven. Wie benieuwd is of het plan van Sylvia slaagt, moet er 'De kleinste oorlog' zelf maar op nalezen en wie zich afvraagt hoe het met al die ka bouters verder is afgelopen, moet tij dens een wandeling in de Domeinen maar eens heel goed rondkijken. Hoewel je moet voor dit soort fantastische dingen, natuurlijk wel oog hebben. 'De kleinste oorlog' is uitgegeven bij Thieme, Zutphen; het boek is voorzien met tekeningen van Tbm Ey- zcnbach. A. P. Burgemeester Th. H. de Meester overhandigt Pomper een f raaie oude prent namens de zes deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling voor het werkvoorzieningsschap.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1986 | | pagina 4