NEELTJE JANS
bij de konijnen af
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Vrijdag 20 december li)85 Nr. 23850
13
NEELTJE JANS - Een
man met bloed-doorlopen
ogen loopt door het veld.
In z'n handen een geweer.
Z'n eigen vizier staat op
doden: vastberaden te
schieten op elke pluim of
elke haar die zich in de
vrije natuur beweegt. Er
is een jager in het veld
(weer eens wat anders dan
een paar herders...), op
zoek naar prooi.
Als zo'n man dan ook
nog zegt dat het een fijn
gevoel geeft om met een
mooi kopschot) schot
een konijn te schieten die
daarna een paar keer over
de bol gaat, ja... dan
rijzen er een paar vragen.
Die vragen worden graag
beantwoord door Jan
Dooge uit Brijdorpe
('Briepe'), één van de twee
jagers op Neeltje Jans, de
kraamkamer van de
stormvloedkering. Jan is
pas jager op Neeltje,
vandaar dat hij in deze
kolommen in het nieuws
komt.
Overigens is die beschrijving
van die jager met bloed
doorlopen ogen van Jan Dooge
zelf, omdat hij wéét hoe er
tegen jagers wordt aangekeken,
maar blijkt in de praktijk in
het geheel niet te kloppen, 't Is
dat Dooge speciaal voor de
fotograaf was uitgerust met
koppel en geweermaar anders
zou een niets vermoedend mens
écht geen jager achter Jan
Dooge zoeken. Gewoon een
aardige man, sluiswachter op
de Roompotsluis van Neeltje
Janseen eerzaam beroep dus.
Toch is Jan een jager. Eén keer
per week trekt hij er op uit om
op 'zijn' eiland op
konijnenjacht te gaan en schiet
er dan zo'n stuk of acht naar
het hiernamaals.
Waarom?
Op zijn hoge post op de sluis
is Jan Dooge best bereid het
hoe en waarom van zijn jacht
uit te leggen. Mede in
aanmerking genomen dat jagers
in het algemeen tegen een
zekere anti-publiciteit
aanlopen. Jan: ,,Dat is ons
zwakke punt hè. Je schiet iets
levends dood en dat mag niet in
Nederland. Vooral zo'n klein
konijn. Weerloos, zeggen ze,
zonder enige kans. Er wordt
wel gezegd: ze zouden de
konijnen óók een geweer
moeten geven... Nou, zo werkt
dat niet. Maar de publiciteit
wil anti-jacht verhalen en daar
werkt de pers, radio en tv
graag aan mee. Ik zeg: die
kritiek komt voort uit
onwetendheid. Want diezelfde
mensen die zo in het geweer
komen tegen de jacht, eten met
Kerstmis wel een kalkoen of
een kippetje of ga zo maar
door, zonder erbij stil te staan
dat ook dat dier op hun bord
werd doodgemaakt. Ten eerste:
op welke manier, maar daar
zullen we het niet over hebben,
maar wat belangrijker is voor
mij: welk léven ging daaraan
vooraf?"
In dit verband wijst Jan naar
de kistkalveren, de
legbatterijen, de ligboxen voor
varkens, het sexen van kuikens,
enfin we kennen het allemaal
wel en staan er niet bij stil bij
het inkopen doen voor de
kerstmaaltijd. Wat Jan zelf eet
met Kerstmis? Konijn! Wat
anders...
Eigenlijk moeten we eerst bij
het begin beginnen, bij de
aloude vraag: wat was er
eerder, de kip of het ei. De
jager of het konijn. En hoe
komen die konijnen op een
kunstmatig aangelegd eiland in
de monding van de Oosterschel-
de? Is het zo nodig om zelfs
twee man een jachtvergunning
te geven? Dooge vertelt dat dat
zéker nodig is: op Neeltje Jans
zitten honderden, zoniet
duizenden hippe springers die
een behoorlijke schade
aanrichten op het toch al
miljarden verslindend eiland.
Hoe ze daar komen? Jan:
Waarschijnlijk met ladingen
zand en stenen zijn er eertijds
bij de aanleg enkele konijnen
meegekomen. Dat kan gebeuren
gezien de hoeveelheden die
werden aangevoerd. Het waren
gewone wilde konijnen. Later
op het eiland was er iemand die
tamme konijnen hield. Op een
zekere dag (waarom weet
niemand) kwam deze man op
het idee de tamme konijnen de
vrijheid te gunnen op dit eiland
en toen was het hek van de
dam of het konijn over de dam,
net zoals je het zeggen wilt.
Wellicht kwam er ook nog een
enkeling over de hulpbrug dat
is niet uitgesloten. Nou, er
werd gefokt bij de konijnen af!
En het leuke is nu om te zien
dat er öf witte, öf zwarte,
nazaten van die tamme
konijnen, öf wüdkleurige
exemplaren rondlopenEr is
volop gekruist onderling
waarbij er geen enkele
natuurlijke vijand was èn volop
schuilplaatsen. Ze zitten graag
bijvoorbeeld onder de
steenhopen op het eiland. In de
polder heeft het konijn
vijanden voldoende. Een
zwerfkat, een loslopende hond,
roofvogels, maar die waren er
hier niet. Ruimte genoeg, eten
genoeg, schuilplaats genoeg,
kortom een eldorado voor
konijnen. Zo zelfs, dat het op
een gegeven moment de
spuigaten uitliep. Dat zie je
overal in Nederland: het
natuurlijk evenwicht is
verstoord door ingrijpen van de
mens. En wat doet de jager
slechts: proberen dat evenwicht
wat te herstellen".
Een voorbeeld van dat
verstoorde evenwicht geeft
Dooge ook. Vroeger waren er in
ons land op beperkte schaal
haviken. De havik is nu een
beschermde vogel, er mag niet
op geschoten worden. Er waren
voeger ook weinig fazanten en
weinig duiven. De natuur was
in evenwicht. Nu? Volop
haviken. Waarom? Door de
duivensport. Het aanbod van
tamme duiven is zo groot, dat
het havikenbestand kan
uitgroeien tot ongekende
proporties. Het evenwicht is
verstoord.
Ook op het kunstmatig eiland
is het evenwicht, zo het er al
was, verstoord. De konijnen
hebben een leven als een luis op
een zeer hoofd en kunnen doen
en laten wat ze willen. Tot er
schade werd geconstateerd.
Konijnen zijn erkende dijk
gravers en in de dijken op Neel
tje Jans verschenen al spoedig
de eerste gangenstelsels en dat
konden de bouwers nu juist
niet gebruiken. Verder vraten
de konijnen het pas geplante
helm op of groeven de wortels
eruit en dat was ook niet
gewenst. Vandaar dat er beslo
ten werd het konijnenbestand
met het geweer sterk uit te
dunnen. De heer Verweerd van
Dosbouw werd daartoe
vergunning verstrekt, maar in
de praktijk bleek dat één jager
niet het hele eiland kon bejagen
en derhalve was het resultaat
niet hetgeen beoogd werd.
Inmiddels kwam ook Jan
Dooge op het eiland te werken,
juister gezegd op de
Roompotsluis als sluiswachter.
Dooge was van kinds'aan
opgegroeid met een meer dan
normale belangstelling voor
alles wat met de jacht te maken
had: het zat in de familie. Hij
behaalde zijn jachtdiploma na
examen te hebben afgelegd in
bijvoorbeeld het omgaan met
wapens, het schieten op
kleiduiven en de theorie over
wapens en dieren. Een pittig
examen zegt Dooge. Met een
diploma op zak is een jager nog
geen jager. Aan een eigen
jachtveld is moeilijk te komen
en toen hij dan ook bemerkte
dat er op 'zijn' eiland zoveel
konijnen zaten en die ene jager
het niet aan kon schieten, deed
hij een verzoek bij de
Deltadienst (beheerder van
Neeltje Jans) voor een
jachtveld. Het beheer zag daar
wel wat in, ook omdat Dooge
geen 'zondagsjager' zou zijn.
Wegens de wisselende diensten
zou hij veelvuldig in staat zijn
te jagen en dus het
konijnenbestand in toom te
houden. En zo is het gekomen...
Toch was het grote terrein dat
aan Jan Dooge werd toebedeeld
in feite te klein om van een
volwassen jachtveld te spreken.
Dat moet minstens 40 ha
aaneengesloten zijn en Jan
kreeg de beschikking over
'slechts' 35 ha, voornamelijk de
duinen van hulpbrug tot sluis.
Maar met speciale toestemming
van Faunabeheer kreeg hij die
vergunning, alleen om op
konijnen te jagen. Al het
andere eventueel wild mag hij
niet schieten. In het begin (twee
maanden geleden) ging Jan
twee keer per week een middag
op pad van half drie tot de
schemering. Twee keer per
week telkens vijftien konijnen
voor zijn loop die het avontuur
van die ontmoeting niet meer
na konden vertellen. Nu is dat
al minder: één keer per week
schiet Jan nog maar acht
konijnen en hij denkt het
voorlopig wel zo te kunnen
houden.
,,Dat viel niet mee, zo in het
begin. Er wordt wel gezegd dat
met hagel schieten op konijnen
makkelijk is, maar dat is zeker
niet waar. Ze zijn erg snel en
zitten zo in hun hol of onder de
stenen"
De konijnen-toekomst op
Neeltje Jans ziet er volgens Jan
somber uit, een feit waaraan hij
zelf niet debet is. ,,Er
verdwijnen steeds meer
schuilplaatsen nu de bouw van
de stormvloedkering vordert.
Daarbij komt, dat er ook
minder te eten voor hen is,
omdat alles asfalt wordt. De
konijnen gaan zoeken en
belanden op den duur allemaal
in de duinen hier. Nog een
gevaar: als over twee jaar het
eiland wordt vrijgegeven voor
publiek, komen hier dus ook
meer mensen. Vooral omdat bij
die duinen een schitterend
strand ligt. Met die toeristen is
de rust weg en ook de konijnen.
Er komen vijanden mee als
honden en (zwerf-)katten en het
is gebeurd met het konijn".
Is dan niet juist het doel
bereikt
Jan:,, Ja kijk eens, ik ben
jager. En het is erg mooi als er
veel konijnen zitten. Dus zou ik
willen dat het zo bleef".
Kan Jan Dooge vertellen wat
de lol is van jagen?
Nee, dat kan hij niet!
,,Het is gewoon fantastisch
als je een konijn schiet op volle
snelheid met een mooi schot.
Hij gaat dan eerpaar keer over
de bol en het is gebeurd. Dat
gevoel, ja... dat is eigenlijk niet
uit te leggen. Het is geen sport
nee, meer een hobby, een oer-
instinct van de mens".
Jan zegt volmondig 'ja' op de
vraag of hij een dierenvriend is.
Hij heeft een hond, een kat en
tamme konijnen thuis. Doet het
hem wat, die kritiek op jagers?
,,Die kritiek zei ik al komt
voort uit onwetendheid. Want
wat zou er gebeuren als er hier
niet gejaagd werd. Afgezien van
de grote schade die de konijnen
aanbrengen, ziet het er dan ook
niet florissant uit. Want bij een
overbevolking van koijnen
zonder natuurlijke vijanden,
dat hebben we wel meer gezien
(Australië, Texel), komt er al
snel mixomatose. Een
virusziekte die door het
konijnenvlo wordt
overgebracht. De kop zwelt op,
het dier wordt blind en doof,
kan niet meer eten, wordt kort
om doodziek en teert weg. Een
proces van een paar weken. Is
dat dan dierwaardig? Het
konijn op Neeltje Jans, dat op
een zekere dag tegen mijn
geweer aanloopt, heeft
daarvoor een pracht leven
gehad. Met een goed schot is
het dier direct dood en dat is
beter dan mixomatose. En
hebben alle dieren die met de
kerst verorberd worden net zo'n
goed leven gehad als mijn
konijn? Ik weet wel zeker van
niet!"
Wat doet Jan met al die
geschoten konijnen?
,,Ik lust graag een konijn.
Verder zijn er familie, vrienden
en kennissen die er ook niet
vies van zijn en wat er
overblijft gaat naar een poelier
om de onkosten te bestrijden.
Een patroon kost bijvoorbeeld
tussen de veertig cent tot een
gulden per stuk en een beetje
jachtgeweer vanaf
vijftienhonderd gulden. Een
dure hobby dus, die met een
klein beetje verkoop iets
voordeliger uitvalt".
Zelf eet hij zijn zelf geschoten
wild het liefst alsvolgt: het
schoongemaakte konijn
marineren in rode wijn en
groenten. Een paar dagen zo
laten liggen, dan wordt het
vlees lekker mals en is
doortrokken met wijnsmaak.
Vervolgens braden met kruiden
en een stukje gerookt spek. Eet
smakelijk!
TEKST: HARRY DE WAARD
FOTO:
JOHAN D. C. BERREVOETS