AD LEIJDEKKERS - „Ik heb een gespleten persoonlijkheid" ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Vrijdag 1 november 1,985 Nr. 23822 li Kunst in de landbouw (Heuvelsweg nabij Zierikzee) Veertig jaar bij AMRO-bank ZIERIKZEE - Precies vandaag, op 1 november, is de ju bileumdatum van Adrianus Leijdekkers (58) bij de Am- robank. Veertig jaar geleden begon hij in het bankwe zen: de Scheldebank N.V. aan de Poststraat in Zierikzee, die rond 1970 opgenomen in het Amrobank-concern. Ad Leijdekkers kent het bankwezen door en door, maar daarnaast is hij intensief op het creatieve vlak be zig geweest: muziek en schrijven. De laatste twee jaren schrijft hij tot genoegen van ve len tweewekelijks een kolommetje in Zierikzees dialect in de Zierikzeesche Nieuwsbode. Onder de schuilnaam Arjaon, maar het kleinschalige Schouwen-Duiveland wist al zeer snel dat Ad Leijdekkers daar achter school. De feestviering rond zijn jubileum bij de bank is al achter de rug: tijdens een personeelsreis, een boottocht met een schip van Den Breejen. Aan boord speelde de huldiging zich af, er stond een bezoek aan de Oosterschel- dewerken op het programma en een diner. Ad Leijdekkers maakt deel uit van het drie personen tellende controle team van het districtskantoor Goes van de Amrobank. Dat district omvat de Bevelanden en Schouwen- Duiveland. Hij doet dit werk „sinds kort", zegt hij zelf, want een jaar of zes is maar een korte tijd als je over een periode van veertig jaar spreekt. Voordien had iedere kantoor van de Amrobank een intern controleur, maar men koos voor externe controle om onregelmatigheden en fraudes op te sporen. Districts-controleteams kijken de de administrie door, plus de „waarden en het waardebeheer" (geld en effecten). Het spreekt, dat daarbij een tacti sche opstelling nodig is. „Iemand controleren is niet prettig", zegt Ad Leijdekkers ervan, „Je moet het tac tisch en zo smakelijk mogelijk bren gen. Het ligt aan jezelf, hoe de contac ten verlopen. Ik ken daarbij geen problemen. Zelf heb ik nooit fraude ontdekt, daar ben ik gelukkig voor bewaard gebleven." Hoe word je controleur bij een bank, een degelijk en zeer secuur werk? Door het bankvak van haver tot gort te kennen. Zoals bijvoor beeld Ad Leijdekkers, die van onde raf aan begon. Hij leerde alle facetten in de praktijk. De Scheldebank Hij begon als jongste bediende bij de Scheldebank, met het diploma boekhouden op zak. Vlak na de oor log, op l november 1945, nadat hij als geboren Zierikzeeënaar was terugge keerd uit 's Hertogenbosch, zijn eva cuatieplaats. Hij bewaart goede her inneringen aan die stad, onderhoudt nog steeds contacten en is er pas nog geweest om het achthonderdjarig be staan mee te vieren. Terug in Zierikzee lagen de banen niet voor het opscheppen. Ad Leij dekkers kreeg vrij snel een werk kring. Een drukke ook, wegens de be faamde geldzuivering ingesteld door minister Lieftinck. Voor de banken een forse onderneming, hetgeen re sulteerde in veel overwerk, maanden lang iedere avond. De Scheldebank telde destijds on geveer tien personeelsleden, met als directeur Jan Wouter van den Doel, naar wie een lagere school in Zierik zee is genoemd. Teamwerk Behalve bankzalcen leerde Ad Leij dekkers toen al, hoe belangrijk wer ken in teamverband is. „Je hebt el kaar nodig, een individualist blijft alleen. Je weet dat je verplichtingen hebt tegenover de groep. Ook daar om," zegt hij, „kun je het veertig jaar aan. Het is op zich niet zo'n prestatie. Je kunt dat, vind ik, alleen volhou den als je uit een harmonisch gezin komt, de leidraad waarmee je het le ven wordt ingestuurd." Ad Leijdek kers praat met veel respect over zijn moeder, die deze basis grotendeels legde omdat zijn vader al jong was overleden. „Zij had twee lijfspreu ken. Met de hoed in de hand kom je door het ganse land, en Eerbied heb ben voor je medemens. Zo werd ik het leven ingestuurd." Watersnood De Scheldebank onderging een schoksgewijze ontwikkeling door de watersnoodramp in 1953. „De bank financierde, met gemeentegarantie, de zandzakkenwal rond Zierikzee om de stad te vrijwaren van onderlopen bij hoog water. Daarna werd de vlucht van de bank weer versneld, omdat zij aandeel had in de herverka veling en de herstelwerkzaamheden door plaatselijke aannemers. Tben Schouwen-Duiveland. dat als een maanlandschap uit het water te voor schijn was gekomen, was herrezen, gingen de aannemers elders werken." Over dat laatste gegeven vertelde Ad Leijdekkers een jaar of twee gele den in een radio-uitzending van de TROS met Herman Emmink. Ook hoe door de aanleg van de Grevelin- gendam en het gereedkomen van de Zeelandbrug Schouwen-Duiveland uit zijn isolement kwam. In 1968 overleed de heer Van den Doel, vrij plotseling. „Toen bleek", aldus Ad Leijdekkers, „dat de levens vatbaarheid van de kleine bank niet groot genoeg is om op zichzelf te blij ven voortbestaan." De Scheldebank bestond toen 52 jaar en Leijdekkers had er 23 jaar ervaring opgedaan. „Ik was van alle marktjes thuis", stelt hij, toen de Amrobank zich aandien de om de Scheldebank in zijn totali teit over te nemen. Anderhalf jaar werkte Ad Leijdekkers samen met de Amrobank Goes (J. Germing) om de zaken rond de Scheldebank af te wik kelen. Niet alleen administratief, op zich al een behoorlijke overgang door een ander boekhoudsysteem. Een van de hoofdmotieven bij het opgaan in een landelijk bankbedrijf was echter het vertrouwen van het publiek te winnen: „Uit laten komen dat de Am robank even goed is als de hun zo ver trouwde Scheldebank". Het personeel van de Scheldebank bracht bij die overgangs-operatie veel goodwill mee voor de Amrobank. Zij genoten bekendheid en vertrouwen in het kleinschalige Schouwen-Dui veland. „Zo spoelde de Scheldebank aan op het grote Amro-strand", zegt Ad Leij dekkers poëtisch. En terugkijkend op die periode: „In het begin had ik wel eens een soort gevoel van dat ik mee aan mocht zitten. Maar dat was gauw over. Al het personeel werd gastvrij opgenomen en in zijn waarde gela ten." Ook de pensioenrechten werden mee overgenomen, vandaar bij jubi lea tot in de tijd van de bank aan de Poststraat wordt teruggegaan. In 1970 was het zover dat de eertijd- se Scheldebank volledig als Amro bank (thans zetelend aan het Haven park) functioneerde. Een jaar of wat later, nadat Ad Leijdekkers dertien jaar Amrobank-zaken had behartigd en ook daar weer alle facetten tot in de puntjes had ervaren, meende de directie dat hij paste in de interne controle. Hij vindt het prettig dat ook dat werk door een team wordt ver richt. Samenwerken en ervaringen uitwisselen zijn voor hem belang rijke gegevens in zijn werk. Zijn werk heeft ook invloed gehad op zijn artistieke hobby's. Niet op het schrijven, dat deed hij al langer, maar op muzikaal gebied. In de.be- ginperiode op de Scheldebank kreeg hij namelijk van het personeel een ukelele als verjaarscadeautje, waar hij „een beetje op ging tokkelen". Dat kleine instrument is echter de aan loop geweest tot zijn geliefde hobby: gitaarspelen. Hij speelde in orkestjes en hij bege leidde zichzelf bij veelal zelfgemaak te liedjes. Speelde na de oorlog mee in de M.C.D.-revue (genoemd naar M. C. Doeleman) die voor 1940 volle Con certzalen trok. „Na de oorlog had de revue niet meer die grootte", vertelt Ad Leijdekkers, „het werd voorna melijk cabaret." Maar dat paste wel in zijn straatje. Hij werkte mee aan het schrijven van de sketches (samen met de „zielen" Doeleman, Kanters en.Unger van de revue), maar ook de teksten van zijn eigengemaakte lied jes maken zijn betrokkenheid met het Schouwen-Duivelandse kenbaar, zowel op poëtische als humoristische wijze. Ballades zong hij destijds ook, en Franse chansons. „La Mer en zo," glimlacht hij bij die herinnering. Radio Met veel genoegen denkt hij terug aan die keer, toen hij vlak na de ramp (in de „Beurzen open, dijken dicht" periode) voor de AVRO-radio optrad, op zondagmiddag. In een klankbeeld over Zeeland. Ad Leijdekkers had toen, zoals hij het uitdrukt, het voor recht een zelfgeschreven Zeeuwse ode aan Schouwen te brengen, met eigen gitaarbegeleiding. Hij tekent de sfeer: „Op de achtergrond carillon- klanken en krijsende meeuwen. Zeeuwen uit Holland hingen daarna huilend aan de telefoon..." Een andere bijeenkomst schiet hem te binnen. Hij citeert, en zijn echtge note valt hem bij: „Voor 't werk, door hc<-l ons volk verricht, Is nu de zilte dood gezwicht. Na donk're nacht gloort nicuiv licht. De dijk is dicht!'' Een Concertzaal met vijfhonderd genodigden, allen dijkwerkers ge reed met hun zwaar karwei, hoorde die dichtregels aan. En zangeres Auk- je Karsemoijer-de Jong zong met hem samen. Ander hoogtepunt in zijn vrije tijd was het schrijven van een poppenspel (in de vijftiger jaren) op grond van de Legende van Westenschouwen van J. M. Sinninghe. Tekst op het lijf ge schreven van de poppen van papier- mnché, gemaakt door het bevriende echtpaar I. P. A. Vlinkervlcugel. Tweeendertig keer uitgevoerd op en buiten het eiland. Tien keer gezien" door commissaris der koningin jhr. Den Casembroot en zelfs eenmaal bij gewoond door Koningin Juliana tij dens een werkbezoek. De koningin kreeg de tekst, voor die gelegenheid passend op oud-Hollands geschept papier gezet, overhandigd door me vrouw Leijdekkers-Van de Vate. Veel gastoptredens heeft Ad Leij dekkers verzorgd. Vroeger bij het Ca baretgezelschap Westhoek, waar de vaste kampeerders van Bonafide een eigen toneelgroepje hadden. Ook ge regeld elders in den lande voor Zeeu wen die zich in do vereniging Zeelan- dia hadden verenigd. Tegenwoordig doet hij wel voordrachten voor hier vertoevende gezelschappen, die te kennen hebben gegeven een streekge- richt optreden op prijs te stellen. In dialect, allicht. Allicht? Zingen, voordragen, daar bij altijd al. Bij het schrijven kwam dat pas naderhand. „Ik heb ontdekt, dat ik me gevoelsmatig beter kan uit drukken in dialect dan in ABN. Ik merkte dat ook, wanneer ik iets aan het vertellen was. Onder vrienden spreek ik altijd dialect. Dat klinkt smeuiger en grappiger. Als je datzelf de in het Nederlands vertelt, dan komt het wat opgeklopt over." Zijn interesse voor de streektaal wordt be klemtoond door zijn lidmaatschap van de Zeeuwse Vereniging voor Dia- lectenonderzoek, waar hij kort gele den het bekende MCD-lied „Ons bin- ne ma boertjes" met succes liet klinken op een bijeenkomst in Goes. In Goes zetelt ook de Stichting Ac commodaties lichamelijk Gehandi capten (met pensiontehuis en aktivi- teitencentrum De Schans), waarvan Ad Leijdekkers al vijftien jaar be stuurslid is. Zijn diepe betrokken heid daarbij komt door zoon Hans, die werkzaam is bij de buitendienst van de sociale werkplaats De Zuid hoek. De tweede zoon van de familie Leij dekkers, Leon, bewijst zijn muzikali teit door zijn studie klassiek gitaar aan het Conservatorium in Rotter dam. Arjoan Ad Leijdekkers houdt zich thans meer bezig met schrijven dan met gi taarspelen. Zijn filosofische inslag noopte hem altijd al op gezette lijden zijn gedachten op papier te zetten, nu gebeurt dat regelmatig door zijn bij dragen aan onze krant. In Zierikzees dialect, waarvan hij zich de klanken via leestekens eigen maakte. De on derwerpen krijgt hij nog steeds via het dagelijks leven toegespeeld. Soms is het moeilijk, maar ineens ge beurt er weer iets waarover hij het schrijven de moeite waard vindt. „Ik heb er inmiddels zeventig gemaakt. Veel over vroeger, dat wordt me wel eens verweten." Maar goed, die herin neringen liggen er nu eenmaal. Aan het kamperen vroeger, toen iedereen je nog voor gek versleet om in een tentje in de toen nog ongerepte West hoek te gaan zitten. Hij denkt terug aan de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Hij is niet zo'n planten- en vogelkenner, maar houdt tot op de dag van vandaag van de ro mantische kant van de natuur, van de totaliteit. Herinneringen komen op aan Den Bosch, waarnaar hij uit een zekere nostalgie ieder jaar een „pel grimstocht" maakt op do 27ste okto ber. de dag van de bevrijding daar. Geen VUT-ganger De tegenwoordige tijd interesseert hem echter evenzeer, getuige zijn be langstelling contemporaine geschie denis, zeg van de dertiger jaren tot heden. En hij zegt: „Ik ben geen VUT- ganger Ik vind dat ik een rijk leven heb. Iedere dag kom ik op de bank in contact met jonge mensen. Die inspi reren je. Daarbij heb ik mijn werk en mijn privéleven altijd goed gescheiden kunnen houden. Eigenlijk ben ik een gespleten persoonlijkheid..." Tbkst: Joke van der Klooster. Foto: Joh. D. C. Berrevoets.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1985 | | pagina 11