BASISSCHOOL iedereen is wel ergens goed in! Startsein distributie informatie basisschool ZIER1KZEESCHE NIEUWSBODE Donderdag 12 september 1985 Nr. 23793 ii school. Twee keer per week heeft ze een groepje van acht kinderen dat ze helpt met lezen. Een paar jaar geleden vroeg het schoolhoofd opeens of ze er zin in had. Ze bracht Mario toen elke dag naar school en bleef soms nog even koffie drinken. ,,Daar moet ik even over nadenken", had ze eerst wat afwijzend gereageerd. Ze voelde zich wat onzeker. Zomaar opeens, zonder ervaring met kinderen gaan werken, daar zag ze eigenlijk tegenop. Maar toen ze te horen had gekregen dat ze eerst degelijk door de leerkrachten zou worden voorbereid, had ze het toch gedaan. En nu vindt ze het erg leuk. Mario denkt er zo het zijne van. Hij vindt het aan de ene kant wel leuk, dat zijn moeder zo vaak op school is, maar aan de andere kant vindt hij die school zijn eigen domein. Daarom doet hij wel eens net of hij zijn moeder niet ziet als is en ik kan dat geval vaak met zijn moeder over wat er op school gebeurt. „Als ze maar niet gaat zitten vissen", zegt hij resoluut. Daar staat Mario niet alleen in. Ook Christiaan vindt het leuk om thuis over school te praten, maar hij moet er wel zelf over beginnen. „Als je ouders allerlei vragen gaan stellen, is het net of ze je willen controleren. Als ik pas uit school kom, heb ik meestal niet zoveel zin om te vertellen. Dan ga ik veel liever meteen spelen. Later praat ik er wel over". Mario en Christiaan zitten nu al twee jaar in een 'gemengde' groep. Dat wil zeggen, dat ze met kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zitten. „Eerst was ik de jongste in de groep, maar nu ben ik de oudste", legt Mario uit. Dat betekent, dat hij een heel andere plaats in de groep inneemt. „Het was ook wel leuk om de jongste te zijn, je mocht meer en je werd geholpen door de oudere kinderen. Nu vind ik het ook fijn, dat ik wel eens iets mag uitleggen. En dat ik de grootste ben. Als we gaan voetballen ben ik altijd aanvoerder". Voorlezen, spannende verhalen vertellen.... daar houden nog steeds alle kinderen van. Een meester of juf, die dat goed kan valt in de 'prijzen'. Christiaan: „De vorige meester, die we hadden kon goed voorlezen. Met allemaal verschillende stemmen. Juffrouw Carla leest ook vaak voor, maar die kan het toch niet zo goed. Het is bij haar wel heel gezelig in de kring. Soms vertellen we allemaal wat we beleefd hebben in het weekeinde, of wat we van een onderwerp, zoals de honger in Afrika, vinden". Mario en Christiaan zijn het over één ding roerend eens. Het maakt niet zoveel uit of de meester of juf streng of minder streng is. Als ze maar niet steeds anders reageren. „Ik had eens een meester, waarbij je de ene keer alles en de volgende keer opeens niets mocht. Dan kreeg je straf. Maar hij had je eerst wel zelf aan het lachen gemaakt", herinnert Christiaan zich. Leerkrachten met steeds een ander 'gezicht' staan er bij de meeste schoolkinderen net zo slecht op als leerkrachten die vooral 'populair' bij de kinderen willen zijn. „Die heb je zo door", weet Mario. „Ze maken altijd net de verkeerde grapjes, of ze hebben net de verkeerde kleren aan, terwijl ze denken, dat ze er juist flitsend bijlopen". Over de leerkrachten op hun eigen school zijn de beide jongens diktevreden. „Ze mogen blijven", grinnikt Christiaan, „als wij ook eens een dag thuis mogen blijven". Waarom? „Soms heb je gewoon een rotdag. Dan heb je geen zin om naar school te gaan. Maar ja, als je dan in bed blijft liggen Dan zegt mijn vader of moeder: Hup, naar school. Als je er eenmaal bent, vind je het wel weer leuk. En meestal is dat nog zo ook". ZIERIKZEE - Drs B. den Haan, directeur-generaal voor liet basison derwijs, gaf vanmorgen - donderdag 12 september - het startsein voor de distributie van 1,4 miljoen complete informatiesets over de basis school. Vrijwel alle leerlingen van het basisonderwijs krijgen deze set op maandag 16 september overhandigd. Drs Den Haan vertrok om half acht vanochtend per veerdienst van het Friese Holwerd naar het waddeneiland Ameland. Daar overhandigde hij de eerste pakketten aan de aanvragende scholen. Bij de distributie-actie, die door ongeveer 500 vrachtwagens via Van Gend Loos wordt uitgevoerd, wordt 400.000 kilo informatiemateriaal gelijktijdig in Nederland afgezet. Ongeveer 93 procent van de scholen heeft de pakketten aangevraagd. Voor de gele koffertjes, waarin het in formatiemateriaal kan worden opgeborgen, werd 1288 kilometer draag band gebruikt. De koffers zouden (geheel opgevouwen) een stapel ople veren van 980 meter hoog, hetgeen drie keer de hoogte van de Eiffeltoren is. De koffers en het informatiemateriaal, stickei's en posters worden in honderdduizend pakketten in één dag bij de scholen bezorgd. ZIERIKZEE - Schooi neemt in het leren van kinderen een be langrijke plaats in. Mario is altijd blij als hij na de vakantie weer naar school kan. Het zusje van Christiaan vindt het fijn om te gymenmaar ook om sommen te maken. Een aantal kinaeren verteltwaarom zij de basisschool heel gewoon vinden. zelf graag leren. Op onderzoek uit, de wereld om hen heen ontdekken, uitvinden waartoe je allemaal in staat bent Het zijn de kenmerken van de schoolleeftijd. En op school ontmoet je andere kinderen, sluit je vriendschappen, heb je plezier met elkaar en soms ook verdriet, deel je geheimen, ravot je erop los.... „Ik ben altijd blij als ik weer naar school kan", zegt Mario, een vriendje van Christiaan. „Ik vind vakantie ook wel leuk, vooral als we naar de camping gaan. Maar na een paar Weken dan heb ik gewoon weer zin om naar school te gaan. Dan zie ik mijn vriendjes weer". Onderwijsvernieuwingen mei ken kinderen meestal niet bewust op. Een nieuwe rekenmethode, een ander rapport, een prachtig documentatiecentrum. het zijn niet de belangrijkste factoren, die bepalen of een kind gelukkig is op De informatie-avond voor de ouders van de kinderen uit de bovenbouw loopt zo'n beetje ten einde. De nieuwe rapporten, die bijna een jaar geleden werden ingevoerd, zijn het onderwerp van gesprek geweest, en nu praten sommige ouders nog wat na. De moeder van Christiaan helpt de leerkracht nog even met het afwassen van de koffiespullen. Na de pauze, toen de ouders vragen konden stellen, had zij naar de anderen geluisterd. Ze houdt er niet zo van om in zo'n grote groep ook iets te zeggen. Dat blijkt wel als ze opeens tegen juffrouw Carla zegt: „Je herkent tegenwoordig zo weinig meer op school uit je eigen jeugd. Er is de laatste jaren zoveel veranderd. Soms" snap ik er helemaal niets meer van. Het ziet er allemal wel veel leuker uit dan vroeger. Ik ben wel eens jaloers, dat ik niet op zo'n school heb gezeten, want ik vond het helemaal niet zo leuk om naar school te gaan". Het is een opmerking, die juffrouw Carla vaker heeft gehoord. Ook vanavond bleek het bijvoorbeeld weer niet zo eenvoudig uit te leggen waarom de rapporten er tegenwoordig zo anders uitzien. Wekenlang is er door de leerkrachten vergaderd om met elkaar een nieuwe manier te vinden om iets over de vorderingen van de kinderen te vertellen. Een rapport waarop heel uitvoerig staat beschreven wat de mogelijkheden van de kinderen zijn, hoe ze hebben gewerkt, wat voor fouten ze nog maken, hoe ze met de andere kinderen omgaan.... Maar er waren vanavond genoeg ouders, die zeiden: „Heel mooi zo'n verhaal, maar als ik zoiets lees, betekent het dan, dat mijn kind een zeven heeft of een acht?". Eigenlijk vindt de moeder van Christiaan het nieuwe rapport ook een stuk moeilijker dan het vertrouwde lijstje met cijfers, en hoogstens nog eens een paar opmerkingen in de trant van 'Netter werken' of 'Goed zof'. Ze merkt wel, dat juffrouw Carla zich iets anders van de informatie-avond had voor gesteld en een beetje teleurgesteld is door de reacties. „Nu geef je de ouders een kans om veel meer over hun kinderen te weten te komen, en dan krijg je dit soort opmerkingen. Als je eens wist hoeveel tijd er in dit soort beoordelingen ging zitten". Het klinkt wat moedeloos. De moeder van Christiaan begrijpt die reactie wel. Daarom zegt ze: „Jullie zijn ook altijd bezig, en dat wordt heus wel gewaardeerd. Maar al die vernieuwingen zijn door veel ouders moeilijk bij te benen. Wat hebben jullie de laatste jaren niet allemaal voor nieuws ondernomen? De kinderen zitten nu in gemengde groepen bij elkaar. Ze kunnen niet meer blijven zitten. Dan werkt de hele school opeens aan een project. Jullie gebruiken heel andere boekjes voor rekenen en taal. Maar als ouder ga je toch nog steeds uit van hoe je vroeger zelf op school werkte. Maar ik merk gelukkig, dat Christiaan met heel veel plezier naar school gaat". Christiaan zelf begrijpt soms niet waarom zijn moeder thuis zo vaak vraagt wat 'ie allemaal op school heeft gedaan'. „Oh, gerekend. Verder aan mijn weektaak gewerkt, en nog een heleboel andere dingen. Ik ga buiten spelen, daaag....". En weg is'ie. Naar zijn vriendjes. Voor'Christiaan en al die andere kinderen die op de basisschool zitten is wat ze op school doen heel vanzelfsprekend en helemaal niets nieuws. Die vergelijking met vroeger, die ouders maken als ze de school van hun kinderen bekijken, kunnen zij eenvoudig niet maken. Zij hebben geen herinneringen aan die lange gangen, met aan weerskanten rijen jassen. Aan het klassikaal opdreunen van tafels. Zijn moeder is 'leesmoeder' op school of niet. Dat hangt nog steeds voor het grootste deel af van de man of vrouw, die voor de klas staat. Prestaties die kinderen leveren spelen een belangrijke rol bij het plezier, dat ze op school beleven. Maar hoe er met die prestaties wordt omgesprongen, hoe ze worden beoordeeld, is veel be langrijker. En vooral ook, hoe je wordt geholpen om het beter te doen. Mario, net als Christiaan elf jaar, is bepaald geen 'ster' in taal, en hoewel hij dat best weet. zit hij er toch niet zo mee. Juffrouw Carla helpt hem niet alleen extra, Mario mag van haar weer andere kinderen helpen met rekenen. Want daar is hij nou net een kei in. „Zo is ieder een wel ergens goed en minder goed in", zegt hij zelf Dat zelfvertrouwen heeft juffrouw Carla hem gegeven. Mario voelt zich veilig op school en weet. dat hij gewaardeerd wordt zoals hij is. Aan de rijen plaatsnamen en jaartallen.... En aan 'meesters' en 'juffen' waar je huizenhoog tegenop keek. De groep, waarvoor al die veranderingen in het onderwijs bedoeld zijn, de leerlingen, haalt dus zelf wat onverschillig de schouders op over die grootse onderwijsoperatie. De 'nieuwe' basisschool vinden zij heel gewoon. Goed, er is een nieuw bord boven de deur van de school gekomen en er is een leuk schoolfeest geweest, toen de kleuter- en lagere school één werden, maar verder is er voor de meeste kinderen per 1 augustus niets of nauwelijks iets veranderd. Onderwijsvernieuwingen voltrekken zich dan ook niet van de' een op de andere dag. Alleen de leerlingen in de hoogste klassen hebben meestal bewust een aantal veranderingen meegemaakt. Christiaan zelf weet zich nog te herinneren, dat de kleuterschool twee jaar geleden bij de lagere school 'introk'. „Toen kregen we opeens een andere tijd voor het speelkwartier. We mochten niet samen met de kleuters op het plein. Die zouden dan omver gelopen worden. Nu hebben de oudere kinderen een eigen hoek en de kleuters ook". De voorbereidingen van die verhuizing, het aan elkaar leren wennen van de kleuterleidsters en de leerkrachten van de lagere school, dat is allemaal aan Christiaan voorbij gegaan. Net als al die vergaderingen om het programma van de 'onderbouw', zoals de kleuterklassen nu heten, en dat van de eerste klas in elkaar te schuiven. Christiaan vond het wel leuk, dat hij zijn 'kleuterjuffen' nu weer elke dag zag, en dat hij ze trots kon vertellen wat hij nu allemaal al kon. Ook is hij er al lang aan gewend, dat er voor sommige vakken een andere leerkracht de klas binnenkomt en dat juffrouw Carla dan de kinderen, die in de andere groepen wat problemen met lezen en rekenen hebben, gaat helpen. „Dat vind ik leuk", zegt hij er zelf over. „En ook wel een makkelijk als juf een boze bui heeft. Als ze een uur later weer terugkomt, is ze die meestal weer kwijt". Christiaans zusje van zes gaat 's morgens ook met plezier naar school. Waarom ze het leuk vindt bij juffrouw Thea...? „Nou, we mogen gymen. En je mag kiezen. Spelen met de blokken, of de poppenhoek. Of de zwarte kast, of met de treinen". En cjan vult ze aan: „Maar we leren ook veel. Rekenen, schrijven, tekenen.... Sommen maken 6 en 6.... en 4 en 4....". Ze zucht ervan, en schudt dan haar hoofd, zodat haar blonde haar 'heen en weer zwiert. Uit gesprekken met kinderen blijkt elke keer weer opnieuw, dat de school een centrale plaats in hun leven inneemt. Meestal willen ze

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1985 | | pagina 11