Dageraad van een nieuw leven 5 ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Vrijdag 26 juli 1985 Nr. 23766 ZIERIKZEE - „O, het is ons in deze onvergetelijke stonde, als hoorden wij in het horten en stampen van het stoomros, dat U naar hier heeft gevoerd, het kloppen van een reuzenhart bestemd om nieuw en krachtig bloed te stuwen door de ijzeren aderen, die Ge hebt gelegd in de schier verdorde en toch nog zoo willige huid dezer gemeente, als was uwe komst op dezen lentedag ons een voorteeken, eene gelofte, dat het ook nog weer eenmaal lente zal worden voor deze gemeente, na den vertwijfelend langen winterslaap, waarin zij verzonken heeft gelegen." Deze woorden sprak burgemeester A. W. van Buuren, burgemeester van Brouwershaven, tijdens de feestelijke openingstocht van de tramlijn Brouwershaven-Zierikzee- Steenbergen op 27 april 1900. Deze lijn betekende het begin van de aanwezigheid van een tram op Schouwen-Duiveland, welke een lijndienst zou onderhouden tussen Burgh-Renesse-Brouwershaven- Zierikzee-Zijpe. Verarming Vlak voor de tweede wereldoorlog verdween ook al de mogelijkheid om Schouwen-Duiveland per vliegtuig te bereiken. De KLM- luchtlijn tussen Rotterdam en Haamstede werd opgeheven door de dreigende oorlog. In de vijftiger jaren kwam een einde aan de tramlijn. In dat licht bezien kan je stellen dat Schouwen-Duiveland op vervoersgebied een zekere verarming heeft ondergaan. Nu is daarvoor in de plaats wel een uitgebreid busnet gekomen, maar de charme, verbonden aan de vervoersmiddelen uit vroeger tijden, is toch wel verdwenen. Van Buuren hoopte dat Brouwershaven weer de drukke en nijvere havenplaats van weleer zou worden, „het geen ontegenzeggelijk ten goede zal komen aan de exploitatie der pas aangelegde lijn en daardoor het zijne bijdragen tot meerderen bloei der Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij, die dat zoo ten volle verdient, door het vele nut, dat haar groote ondernemingsgeest reeds in ons land heeft gesticht." Expansie De RTM, tegenwoordig ZWN, is opgericht in 1878. Rond de eeuwwisseling trokken vele landbouwers van Schouwen- Duiveland naar Rotterdam. Al voor de landbouwcrisis waren zij in een moeilijke positie geraakt door de teruggang van de meekrapcultuur. De nieuwe bewoners onderhielden wel de banden met de achtergebleven familieleden op Schouwen. Daarnaast kwam het omliggende platteland steeds meer onder invloed van Rotterdam, omdat er voor de verzorging van de groeiende bevolking steeds meer aanvoer van goederen nodig was. De RTM sprong goed op die ontwikkeling in. Ziel Op Schouwen-Duiveland werd een comité opgericht dat het initiatief nam om een betere en snellere verbinding met de vaste wal te verkrijgen. In 1900 stond het comité onder voorzitterschap van mr. J. A. Bolle, notaris te Renesse. Een jaar later werd die taak overgenomen door M. Bolle, burgemeester van Haamstede. „Bolle werd praeses en die is er de ziel van geworden. En welk een ziel! Eén en al durf en wil," schreef een reiziger uit Rotterdam, die zich bijzonder interesseerde voor het Schouwse land. De Zierikzeesche Nieuwsbode kreeg de beschikking over een geschreven herinnering aan de komst van de tram op Schouwen- Literatuur: De RTM op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden en de Zie rikzeesche Nieuwsbode. Foto's uit: Kroniek van het land van zee meermin (1979) en De RTM op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden. Tekst: Stella van Zanten Duiveland en de opening van het laatste stuk tramlijn tussen Burgh en Brouwershaven in 1915. Er werden subsidies gevraagd aan de gemeenten en de polders en Provin ciale Staten werd om medewerking verzocht. De Staten waren er voor, met dien verstande dat de geplande lijnen Burgh-Burghsluis en Kloosternol zouden vervallen. Het comité kon niet anders dan de havenverbindingen laten vallen, hoewel de heren zich al illusies hadden gekoesterd over het vervoer van beetwortelen en landbouwprodukten. Het ingediende ontwerp vond deson danks weinig bijval van de Statenleden. Maar de Statenleden van Schouwen-Duiveland verdedigden het vurig en op 13 november 1903 werd het voorstel met een kleine meerderheid aangenomen. Schade Niet iedereen was even blij met de komst van de tram. Redacteur A. Frankel van de Zierikzeesche Nieuwsbode schreef enkele dagen voor de opening van de lijn Brouwershaven-Zierikzee- Steenbergen in een commentaar: 'Wij achten het niet noodig nogmaals op het groote nut van den nieuwen verkeersweg te wijzen. In een vroeger hoofdartikel hebben wij de voordeelen in het licht ge steld, die de tram voor Schouwen- Duiveland in het algemeen en voor Zierikzee in 't bijzonder zal afwerpen. In weerwil hiervan is bij sommige winkeliers en neringdoenden de vrees nog niet geweken, dat uit de tram voor hen in meerdere of mindere mate schade zal voortspruiten, omdat, nu men op denzelfden dag naar Rotterdam heen en van Rotterdam terug kan, vele ingezetenen zullen verlokt worden hunne inkoopen in de tweede koopstad van ons vaderland te doen. Wij achten die vrees denkbeeldig. Het zal in de werkelijkheid blijken, dat het getal van hen, die gewoon zijn hun stadgenooten voorbij te gaan, en van buitenaf hun benoodigdheden te betrekken, op den duur eer kleiner dan grooter zal worden. Aanvankelijk mogen sommigen om een geschikt motief te hebben voor een plezierreisje met tram en boot naar Rotterdam, elders inslaan, wat zij even goed en billijk hier kunnen verkrijgen, maar zoo gauw als het nieuwtje van zulk een tocht er van af is, en vooral, wanneer zij in hun beurs op merkbare wijze bespeuren, dat zulk een reis om verschillende redenen nog al kostbaar is, dan zal men dat spoedig nalaten. Daarbij komt, dat de winkeliers, nu zij sneller en beter te bereiken zijn, voortaan nog meer door reizigers bezocht zullen worden, dan tot dusverre het geval was, zoodat zij volkomen op de hoogte gehouden van hetgeen smaak en mode is, in geen enkel opzicht onder hoeven doen voor hun concurrenten in de groote steden, integendeel om hun mindere uitgaven in staat zijn zelfs goedkoper dan deze te leveren. Dientengevolge zal het getal van hen. die de onloofelijke gewoonte hebben van elders hun waren te betrekken, eer inkrimpen dan zich uitbreiden. Ten volle overtuigd van de groote voordelen, die uit de tram zullen voortspruiten, ja, daarvan zelfs veel verwachtend voor de ontwikkeling van landbouw, handel en nijverheid, noodigen wij de bevolking van Schouwen-Duiveland uit om aanstaanden Vrijdag onze geliefkoosde nationale driekleur uit de woningen te doen wapperen, als een zichtbaar teeken van onze vreugde over het nieuwe tijdperk, dat wij tengevolge van de verbinding met den vasten wal thans intreden.' En zo trachtte redacteur Frankel de middenstand wat moed in te praten. Frankel, die allang in de gaten had dat de komst van de tram een enorme maatschappelijke verbetering zou betekenen, confronteerde de lezers veelvuldig met (positieve) berichtgeving omtrent de stand van zaken. In het verslag van de openingstocht op 27 april schreef hij bijvoorbeeld: 'Lezers en lezeressen, als gij dit verslag zult lezen, behoort de heugelijke, gewichtige lentedag, waarop Schouwen- Duiveland zoowel met het Zuiden als met het Noorden van ons vaderland door middel van de tram in rechtstreeksch verkeer kwam, en daardoor uit den toestand van isolement geraakte, tot het verleden. Met de opheffing van onze afzondering, die als de verklaarbare oorzaak van onzen stilstand en achteruitgang, van ons gebrek aan veerkracht en ondernemingsgeest te beschouwen is, treden wij een nieuwe periode in. Bezield met deze verwachting wenschen wij de bewoners van Schouwen-Duiveland geluk met de opening van den nieuwen verkeersweg.' Openingstocht De opening van de tramlijn Brouwershaven-Zierikzee- Steenbergen was voor Frankel aanleiding om meer dan één pagina te wijden aan deze feestelijke gebeurtenis. Voor de Nieuwsbode uit die tijd was dat een hoge uitzondering. Het gezelschap genodigden arriveerde per boot bij Zijpe. ,Daar stond dan waarlijk voor ons aller oog belichaamd in de tram het denkbeeld der rechtstreeksehe verbinding van ons eiland met den vasten wal. Heerlijk oogenblik van zelfvoldoening, zoowel voor hen, die het plan daartoe ontworpen, als voor hen, die het uitgevoerd hebben!' Via Oos- terland en Nieuwerkerk bereikte het gezelschap in de tram Zierikzee. Voordat de reis werd voortgezet 'werden wij nog door den heer S. Klimmeïboom, den directeur van Kunst en Eer, verrast met een door hem gecomponeerden tramgalop, die in aller smaak viel.' Frankel: ,Het scheen ons toe dat hoe dieper wij Schouwen inkwamen, des te grooter de geestdrift werd bij de verschijning van de tram. Maar in Brouwershaven kwam zij ons voor haar hoogste toppunt bereikt te hebben. Bij aankomst in deze gemeente kwam aan de geestdriftvolle toejuichingen der bewoners bijkans geen einde. Drankduivel Toch bleven de negatieve reacties op de komst van de tram niet uit. Een inwoner van Oosterland had vrees voor de drankduivel. Bij de ingezonden stukken schreef hij het volgende: De vorige week van Zijpe naar Zierikzee rijdende, kwam ik tot de wetenschap, dat voor de gemeente Oosterland een tramhalte zal komen hij ,,Even Buiten". Wijl daar geen wachthuisje is aangebracht, onderzocht ik de zaak eens nader en vernam tot mijn groote verbazing, dat het reizend publiek van Oosterland genoodzaakt zal zijn in een herberg op de tram te wachten. Is men dan wat te vroeg, hetgeen dikwijls zal gebeuren, of heeft de tram onderweg oponthoud, dan zullen vaak velen, alleen omdat ze zich in een herberg bevinden, of omdat ze meenen, dit verplicht te zijn tegenover den kastelein, die zoo welwillend zijn lokaal tot wachten beschikbaar stelt, aan den drankduivel gaan offeren. Met mij hopen en gelooven mitsdien velen, dat de RTM, die alles zoo naar de eischen des tijds inricht, in 't algemeen belang ern stig zal overwegen, om in geen drankhuis, doch, evenals op 't gehucht Kapelle, in een door haar te plaatsen huisje gelegenheid tot wachten te geven. Zij zal dan onge twijfeld een grooten dienst bewijzen aan de inwoners van Oos terland. Burgh Al spoedig na de opening van de lijn Zijpe-Brouwershaven heeft zich in de Westhoek een comité gevormd om een verbinding per lokaalspoor naar Brouwershaven te krijgen. Dat was 22 augustus 190f Vijftien jaar later zou het laatste o^l van de tramlijn op Schouwen-Duiveland, Brouwershaven-Burgh, volgen. De reiziger schreef: ,En als morgen, 1 april 1915, de tram rijden zal, zijn zeven gemeenten van het westelijk deel van Schouwen verbonden met de marktplaats Zierikzee en met de stad van alle goeds, Rotterdam. De bewoners van Westerschouwen zullen hun kinderen naar de HBS cn Ambachtsschool te Zierikzee kunnen zenden en ze toch in eigen huis houden. Tbt op heden moesten de ouders hun jeugd al te vroeg geheel aan het leven afstaan, vele rijke landbouwers zonden hun dochters naar Zwitserland op kostscholen. En, de weelde is haast niet te begrijpen. Zij zullen nu in één dag heen en terug naar Rotterdam kunnen gaan en daarvan half elf tot zes uur toeven, zeven en een half uur, denk daar eens aan! Zelfs naar Amsterdam zullen zij kunnen reizen en dan van 1.10 tot 4.15 uur daar rond wandelen. Is het niet bijna ongelooflijk voor wie zóó verlaten waren. In welke mate bereisd zij 's nachts in hun dorp weerkeren doet minder ter zake, het kan en dat is al iets verrukkelijks.' Dat de route van de tram niet altijd even makkelijk af te leggen was blijkt uit het citaat: Bij Brijdorpe begint de klei. We zagen een kleiweg van enkel diepe vette gaten, door de akkers heen kronkelend; zoo waren de wegen vroeger overal. De wagens zakten er tot in de assen in en zogen er ellendig vast. Voetgangers ploeterden met hooge laarzen voorzichtig langs de kanten, maar het verkeer bleef bezwaarlijk en men kwam dus liever niet van huis.' Ook de reiziger liet zich zeer positief uit over de tram. ,Voor genoegen en vakantiegasten heeft de RTM een nieuw oord bereikbaar gemaakt doch vooral heeft zij de Westerschouwenaars nu voorgoed nader tot de overige menschheid gebracht. Het is een gelukkige dag voor hen allen om in den stijl der Schouwensche romantiek te blijven: de dageraad van een nieuw leven!' Opinie Hoewel de RTM in de jaren dertig de geboden vervoergelegenheid in bepaalde opzichten heeft kunnen verbeteren zijn de gebruikers van de tram daar niet van onder de indruk gekomen. De verbeteringen scholen vooral in de dienstregelingen, doch daarmee werd de reisgelegenheid niet wezenlijk veranderd. Sneller rijden en meer ritten per dag waren niet voldoende om het publiek te doen geloven dat de RTM het maximum wilde geven. Men ging haar zelfs zien als een hindernis voor het verkrijgen van een bevredigende vervoervoorziening. Daarbij waren drie factoren van speciaal belang: 1) het vasthouden van de RTM aan de tramwegexploitatie; 2) de afhankelijkheid van het autoverkeer van de door de RTM geëxploiteerde veerdiensten en 3) de slechte pers die de RTM kreeg door de financiële moeilijkheden en de gevolgen daarvan. De ontwikkeling van de vervoertechniek bleef in het eilandengebied, hoe besloten het ook was, niet onopgemerkt. De auto had er grote belangstelling. De KLM-luchtdienst tussen Rotterdam en Haamstede heeft de RTM niet erg veel passagiers gekost, maar vormde wel een duidelijk contrast met de als ouderwets beschouwde RTM-verbindingen. Het oordeel dat de stoomtram verouderd was, werd gesteund door de talrijke ongevallen waarbij de tram betrokken was. Naarmate het verkeer op de gewone wegen toenam steeg het aantal aanrijdingen met auto's. Oorlog De tweede wereldoorlog bracht de RTM een herstel van bedrijfsdrukte en inkomsten dat in normale omstandigheden ondenkbaar zou zijn geweest. De schaarste aan olie en benzine zorgde ervoor dat het autoverkeer reeds in 1940 beperkt diende te worden. Waar tramwegen bestonden kwam de auto niet langer in aanmerking. In februari maart 1944 werd de bevolking van Schouwen-Duiveland door de bezetters gedwongen haar woonplaatsen te verlaten. Daarmee kwam een eind aan de RTM- diensten in deze gebieden. De opbouw van het lijnennet was nog maar net opgevat of de tweede ramp overspoelde Schouwen- Duiveland, letterlijk: de waters noodramp van 1953. Ook daarna moest de RTM de verbindingen zo snel mogelijk zien te herstellen. De trambaan op Schouwen-Duiveland was begin 1954 tussen Brouwershaven en Burgh weer in orde gebracht. Eind april werd op verzoek van de regering echter be sloten de herstelwerkzaamheden af te breken en de tijdelijke autobus- en vrachtautodiensten te continueren. Deze beslissing werd gemotiveerd door de belangen van de landbouw, die om herverkaveling van de grond vroegen. Daarvoor was het belangrijk dat zo veel mogelijk vaste elementen in het terrein waren uitgeschakeld. Hoewel er allang stemmen waren opgegaan dat de tram op het eiland best gemist kon worden, stond de RTM tot 1954 niet geheel alleen met haar mening dat de tram beter gehandhaafd kon worden. Het Economisch-Tbchnologisch Instituut voor Zeeland was bijvoorbeeld in 1950 tot de slotsom gekomen dat de tram een geschikt vervoermiddel was voor de hoofdlijn op het eiland. In 1954 achtte dit instituut het op grond van de herverkaveling echter ook wenselijk dat de tram zou verdwijnen. De wijziging werd door de bevolking van Schouwen- Duiveland in het algemeen met instemming aanvaard. De antipathie jegens de tram was niet verdwenen. Op 1 april 1915 is het groot feest in de Westhoek. Op de foto het instap pen van de autoriteiten: burgemeester M. Bolle Lz. (met bolhoed), ge meenteraadsleden en RTM-officials voor hotel Bom te Haamstede. Het tramstation te Zierikzee in 1908. De tram uit Duiveland stoomt juist binnen. De stopplaats Weelzicht te Schuddebeurs in 1903 voor het vroegere café Schuddebeurs. In 1914 werd na de tracéwijziging de halte verplaatst naar de Moolenburgsweg. De halte Blauwe Keet te Oosterland in 1948. Op vele stations werden landbouwprodukten aan- en afgevoerd, zoals suikerbieten en bieten- pulp. 1 t J

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1985 | | pagina 5