Leentje Jonker en Jan Langenberg blikken terug op hun loopbaan Vleugje PTT-historie ZIERXKZEESCHE NIEUWSBODE Vrijdag n mei ms Nr. nm 9 ZIERIKZEE - Toen mejuffrouw Leentje Jonker drie weken geleden tijdens een recep tie in het voorsorteercentrum te Zierikzee afscheid nam van de PTT, maakte collega de heer Jan Langenberg van de gelegenheid gebruik haar persoonlijk toe te spreken. Hij had ten slotte ruim dertig jaar met haar samengewerkt op het postkantoor te Zie rikzee en dan beschik je uiteraard over heel wat gemeenschappelijke herinneringen. Langenberg zelf staat ook aan de finale van zijn PTT-carrière. Officieel gaat hij met ingang van 1 juli gebruik maken van de VUT. Evenals Leentje Jonker heeft hij dan de veertig postjaren volgemaakt. Veertig jaren bij de PTT: een periode met vijf oorlogsja ren, de watersnoodramp, de wederopbouw en de vlucht der automatisering. Leentje en Jan blikken desgevraagd tijdens een geanimeerd gesprek terug op hun loopbaan Jan, thans loonadministrateur en belast met aanverwante zaken, trad in september 1943 in dienst bij de PTT in Den Haag. Hij herinnert zich nog de dagelijks 'prak' uit de gaar keuken, die in deze periode werd ver strekt. Om aan de tewerksteling in Duitsland te ontkomen dook hij on der in 1944. Vervolgens koos hij voor vrijwillige militaire dienst. Daarna keerde Jan nog even terug bij de PTT in Den Haag en trad ten slotte in 1954 in dienst bij het postkantoor te Zie rikzee als loketbediende. Jan zegt zich heel duidelijk PTT-er te voelen, hij voelt zich betrokken bij de complexe omvang van dit staats bedrijf, maar vindt, evenals Leentje,.. dat je in de eerste plaats medewerker bent in de relatief kleinschalige orga nisatie van de PTT op Schouwen- Duiveland, die in totaal tachtig men sen telt. „De centrale directie zit im mers ontzettend ver weg. Wij zijn de uitvoerende dienst", aldus Jan. Extreme omstandigheden Toen Leentje Jonker als zestien ja rige deerne bij de PTT in dienst trad, was dat ook onder extreme omstan digheden ten gevolge van de oorlogs situatie. Ze begon in augustus 1942 in het kantoortje in de Westhoek, maar werd in 1943 overgeplaatst naar Zie rikzee, Er werden forse diensten ge draaid. Omdat het kantoor niet onbe zet mocht blijven kende men ook de zogenaamde 'slaapwaakdienst', maar omdat de Duitse bezetter er lol in had van tijd tot tijd telefonisch te contro leren of de diensthebbende persoon inderdaad aanwezig was, was het bij zo'n dienst meer waken dan slapen. Normaal ving de vroege dienst 's ochtends om vier uur aan; op maan dag echter al om drie uur. De late dienst liep tot 's avonds half twaalf. Op zaterdagavond was het postkan toor tot acht uur geopend en op zon dag kon het publiek er 's ochtends van acht tot half tien terecht voor te legrafische berichten en voor zegel verkoop. „Aan de loketten werden vroeger veel meer verschillende handelingen verricht dan thans", aldus Leentje. Samen met Jan komt zij tot een op somming van taken voor de afwikke ling waarvan de PTT voorheen borg stond. Van groot belang was het post- wisselverkeer en de verkoop van alle formulieren nodig voor de pakket- post. „Ze kostten een cent en je ver kocht ze per stuk" Couponboekjes Ten behoeve van de ziekenfondsver zekering kochtten werkgevers op het postkantoor zogenaamde coupon boekjes in verschillende prijzen af hankelijk van de werknemers: jeug dig, gehuwd al of niet met kinderen. Een andere taak betrof de verkoop van rentezegels variërend tussen een dubbeltje en zestig cent. Het ging om een vorm van 'oudedagsreserve'. Met de aankoop van rentezegels werd gespaard voor een uitkering van de Raad van Arbeid na het 65e jaar. Ook met die uitbetaling was de PTT be last. Aan de hand van boekjes met twaalf kwitanties werden de uitbeta lingen verricht. Per wijkindeling meldden de rechthebbenden zich één keer per maand voor die uitkering van de Raad van Arbeid. Een voorloper van de huidige AOW-voorziening vormde de zoge naamde Noodwet van Drees, ook met de uitvoering daarvan werd de PTT belast. De W.W./uitkeringen van de be drijfsverenigingen verliepen even eens via het loket, evenals het invul len van de ongevalsformulieren in het kader van de ongevallenwet en ziektewet. Zegels „Een uitvinding van de moffen", is de omschrijving, die Jan gebruikt voor de verkoop van de zogenaamde radiozegels: de omroepbijdrage. Ra- diobezitters hadden een kaart en dienden daar per maand een zegel ad 1,— op te plakken. Verder ging men naar het postkan toor voor de zogenaamde plakzegels, die voorgeschreven waren op kwitan ties boven de f 10;op nota's en op vele officiële stukken. Ook de belastingbetaling verliep via het postkantoor. Er moesten for mulieren in drievoud voor worden in gevuld. „En in die tijd hadden we nog geen nietjes. Alles werd aan el kaar bevestigd met stijfsel en dat moesten we zelf maken", grapt Jan. Heel belangrijk in die tijd was ook het telegrafisch verkeer via het morse-systeem. „Alle telegrammen werden via Zierikzee verzonden en ontvangen", vertelt Leentje en vol gens haar gegevens waren dat er ge middeld honderd per dag voor een ta rief van 0,25 per tien woorden. Iter vergelijking: thans betaalt men voor een telegram een vast bedrag van 9,— plus 0,45 per woord. De bloeiperiode der telegraaf is echter voorbij; andere voorzieningen kwamen er voor in de plaats; tele foon, telex en tegenwoordig ook Fax- post. Schaap geslacht Een merkwaardig voorval, dat Plaatje uit het begin der vijftiger jaren. Links aan de tafel Leentje Jonker en naast haar de heer Leen Deij. Jan Langenberg en Leentje Jonker blikken nog eens terug op hun PTT-loopbaan. Leentje zich nog herinnert uit die be ginjaren betrof de vlucht van enkele Duitse soldaten uit de Westhoek. Ze namen tijdens het weekend hun toe vlucht in het postkantoor te Zierik zee. Ze sliepen er en slachtten tussen tijds in de kleedkamer een schaap, 's Maandagsochtends waren ze weer vertrokken, de kleedkamer hadden ze vol bloed op de muren achter gela ten en de bedrijfshorloges waren ont vreemd. Tijdens die oorlogsjaren kon het ook voorkomen dat de wachtkamer van het postkantoor als kapsalon werd gebruikt. „Kapper Phernam- buque knipte en schoor er de Arme niërs omdat hij er elders geen plaats voor had", aldus Leentje. Tijdens de evacuatie in het najaar van 1944 bleef Leentje op Schouwen- Duiyeland Op het postkantoor waar nog slechts de telefonistes en vier overige personeelsleden werkten, ging in die tijd niet veel om. Ook de Wehrmacht had in de gaten, dat de dames op het postkantoor het niet zo druk hadden en gelaste hen zich in de middaguren bij haar te melden voor het verrichten van administratieve werkzaamheden. Te voet Leentje kon ten gevolge van de in- nundatie slechts te voet via de hoogst gelegen delen op het eiland in de Westhoek komen. Zij nam tijdens die tochten de summier aanwezige post voor dit gedeelte van Schouwen- Duiveland mee, maar moest daarvoor dan wel een bewijs van toestemming bij de Ortskommandant halen. Vrij snel na de bevrijding zag de PTT zich plaatst voor de uitvoe ring van een grootscheepse operatie: de geldzuivering, volgens het plan minister Liefting. Rijkdom tengevol ge van zwarte handel tijdens de oor logsjaren diende ongedaan te worden gemaakt en op last van het rijk dien de iedereen zijn geld in te leveren bij de postkantoren. Rechtmatig bezit werd na afronding van het onderzoek uiteraard geretourneerd. Veel geld ging er in de vijftiger ja ren op het postkantoor om tijdens de bietencampagne op Schouwen- Duiveland. De boeren werden via de PTT in contant geld uitbetaald voor hun bietenleveranties. De postbode ging zodoende soms met duizenden guldens in zijn tas op de fiets de pol der in. „Van diefstal hoorde je eigen lijk nooit", aldus Leentje. Klanten Sommige opmerkelijke klanten zullen haar en Jan altijd in de herin nering blijven. Zij noemt Miena van Peer van de Scheepstimmerdijk, die op d'r verjaardag altijd naar de postambtenaren toog met een doos gebak en een fles drank om hen te tracteren. Ook was daar Johanna Sa- man, die trouw elke maand haar 'rijksdaalder voor de hure' door het loket schoof. Natuurlijk diende daar het een en ander voor ingevuld te worden, maar dat vond Johanna te moeilijk en de PTT verleende haar graag de service. Jan herinnert zich die vrouw, die zich afvroeg of zij nou echt moest aangeven, dat ze een radio had. Het was maar een kleintje en ze luisterde alleen naar de persberichten en dan nog heel zachtjes. Jan liet haar we ten, dat ze de radio dan toch moest aangeven, maar of ze het werkelijk heeft gedaan??? „Je moet komen", kreeg Leentje van directeur Quant te horen op die maandagochtend na die erbarmelijke watersnoodramp. Maap..Leent je zag echt geen mogelijkheid om vanuit de Westhoek door het rampgebied naar het kantoor in Zierikzee te komen. Ze maakte zich gedurende twee weken nuttig op het postkantoortje van de heer Kosten in Haamstede. Geld Het geld aanwezig op de buitenkan toortjes werd zo veel mogelijk naar de Westhoek overgebracht en toen Leentje de kans kreeg met een Ameri kaanse Duck op weg naar Dordrecht mee te varen, toog ze met een aan zienlijke som geld naar Zierikzee. De Duck zette haar bij het havenhoofd over op de Provinciale Stoomboot. De aanblik bij entrée van het kan toor te Zierikzee heeft ze nog scherp in de herinnering. Overal werd geld gespoeld, dat door modder en zand was vervuild en het papier geld werd op de centrale verwarming te drogen gelegd. Leentje begrijpt nog niet, dat admi nistratief gezien alles goed is terecht gekomen terwijl alle girostortingen op de buitenkantoren verloren waren gegaan. De postvoorziening werd zo moge lijk met bootjes verzorgd. Technici deden hun intrede in het postkantoor te Zierikzee voor het leggen van extra verbindingen tussen dit deel van het rampgebied en de rest van Neder land. Met de 'Flandria' een grote boot uit Antwerpen, die tussen Zierikzee en Burghsluis voer, ging Leentje in het weekend naar huis, uiteraard ook met een tas vol post. Het genoemde schip achtte zij bepaald niet geschikt voor dit soort personenvervoer. Jan brengt de toeloop van dijkwer kers ter sprake. Ook dat bracht een tijdelijke extra taak voor het post kantoor te weeg. De vrouwen van de dijkwerkers dienden immers het huishoudgeld te ontvangen en dat werd derhalve per postwissel overge maakt. Ontwikkelingen Er is sinds die tijd ook bij de PTT heel wat veranderd. Eén en ander had uiteraard sterk te maken met de maatschappelijke welvaart. Natuur lijk ging het geleidelijk, maar als saillant voorbeeld van het feit, dat zich economisch gezien betere tijden lieten aankondigen, noemt Jan het besluit van ministerlbxopeus om een loonsverhoging van tien procent door te voeren, terwijl de bonden slechts 3% vroegen. Een sprekend voorbeeld heeft hij ook voor de maatschappelijke veran deringen: het langzaam verdwijnen van de stofjas op bet postkantoor. Het had even tijd nodig, maar toen vlekken met stempelinkt tot het ver leden gingen behoren en de bescher ming van de kleding niet echt meer nodig was, legden steeds meer men sen de stofjas af. Hoewel ook Jan op een respectabe le loopbaan kan terugzien, geeft hij er blijk van de blik nog steeds gericht te hebben op heden en toekomst. Het 'populariseren van de girorekening deed het gebruik van de postwissels vrijwel verdwijnen. Traditionele ta ken van de PTT verdwenen of namen in betekenis af zoals het spaarbank boekje bij de rijkspostspaarbank. Andere taken echter kwamen er voor in de plaats: Zoals gezegd het girover- keer en niet zonder enige trots laat Jan weten, dat Nederland inmiddels vijf miljoen girorekeninghouders telt. Zaken waarvoor men thans ver der op het postkantoor terecht kan zijn onder meer: verkoop viszegels, verkoop postpakketten, cassetepost, de Faxpost, buitenlands geld, verze keringen en - voor de liefhebbers - de paardelotto. Commerciëler en soepeler De PTT is in vergelijking met vroe ger naar Jans mening commerciëler en soepeler geworden. Vroeger stelde de PTT zich passief op, tegenwoordig opereert de PTT actief op de commer ciële markt. Hij ziet in de toekomst nog wel mogelijkheden voor uitbrei ding van het takenpakket. „Heel veel taken zijn door de PTT te behappen", zegt Jan met overtuiging. De postvoorziening bleef tot nu toe in dezé terugblik vrijwel onbespro ken. Sinds enige tijd heeft zich een totale scheiding voltrokken tussen de besteldienst en het lokettenbe- drijf. Na de bouw van het voorsor teercentrum aan het Haringvliet- plein ontstond immers de verdeling over twee locaties. Vroeger was dat echter niet zo. Met veel spontaniteit vertellen Leentje en Jan nog over de tijd, dat de post aan het einde van de middag om streeks half zes werd aangevoerd. „We hebben bij het sorteren weieens staan zweten" .bekent Jan. Er moest gesorteerd worden op treinen en alle pakketten moesten voor zeven uur ge reed zijn voor het vervoer via de tram en het bootje naar Roosendaal. Verder was het 's avonds wachten tot de tram aankwam met de laatste postaanvoer. Het kon soms weieens laat worden, want ook de tram werd natuurlijk weieens opgehouden. Leentje en Jan betreuren de schei ding met de besteldienst wel een beetje. Het betekent in de praktijk, dat je niet meer betrokken bent bij het directe werkveld van de post bestelling. Vroeger was dat dus wel zo en Leentje heeft uit die periode nog een aardige anekdote in petto. Een aan komend postbode werd door een doorgewinterde collega ingewijd in de kunst van het postbestellen. Over de Meelstraat hoefde de goeie man zich geen zorgen te maken, want vol gens de instructies van die doorge winterde collage, kon hij al zijn post bij ds. Van der Klif door de brieven bus gooien, want de predikant zou el ke avond zelf de post in de Meelstraat verdelen. Luttele uren later stond ds. Van der Klif op de stoep met klachten over de PTT. 'Een vreemde' Het persoonlijke tintje van vroeger is verdwenen, vinden zowel Leentje als Jan. De tijd dat het je opviel als er eens 'een vreemde voor het loket stond ligt achter hen. Uit veilig heidsoverwegingen zitten de loket medewerkers achter een beschermen de glaswand; noodzakelijk maar onpersoonlijk. Het postkantoor te Zierikzee werd in de loop der jaren enkele malen verbouwd en gemoderniseerd. Nog dit jaar hoopt men wederom met een verbouwing te starten. Er zal dan on der meer een derde loket gecreëerd dienen te worden, zo heeft de erva ring met twee loketen inmiddels uit gewezen. Leentje en Jan zullen daar niet meer direct bij betrokken zijn. Leent je werd reeds uitgewuifd door haar collega's en bij Jan gaat dat gebeuren op vrijdagavond 7 juni in het voorsor teercentrum aan het Haringvliet- plein van 19.00 tot 21.00 uur. Beiden nemen een rijke hoeveelheid PTT- herinneringen met zich mee Foto: Joh. D. C. Berrevoets Tekst: Ali Pankow

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1985 | | pagina 9