MOLEN „DEN HAAS" Grondige restauratie Zierikzees monument ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag S maart 1985 Nr. 23688 5 ZIERIKZEE - De restau ratie van de korenmolen „Den Haas" te Zierikzee moet volgens raming begin augustus zijn voltooid. Al thans, het uiterlijk van de molen aan het Bolwerk moet dan weer het karak ter tonen dat het voor het verval ook kende. Het bin nenwerk zal rond die tijd nog niet helemaal klaar zijn, zodat „Den Haas" dan nog niet maalvaardig is. Gisteren (maandag) was de officiële eerste dag van de maanden durende res tauratie. De regen gooide roet in het eten. Het molenmakersbedrijf M. Bos uit Almkerk heeft van de gemeente Zie rikzee opdracht gekregen de molen op te knappen. Dit bedrijf zal zich voornamelijk op de molentèchnische zaken richten. Aannemersbedrijf Fierens-Kloet-v.d.Weele uit Zierikzee verzorgt de restauratie van het casco. In totaal bedragen de kosten 465.000Dat bedrag valt keurig binnen de begroting van de gemeente, die voor de restauratie van „Den Haas" hetzelfde bedrag beschikbaar heeft gesteld. Windkracht Omstreeks 1600 is aan het Bolwerk een molen gebouwd, die in 1723 met toestemming van het stadsbestuur is gesloopt omdat de exploitatie niet meer lonend was. In 1726 verzochten de eigenaren van de houten molen „De Flesse", staande op de wal bij de Karnemelksvaart, hun molen te mo gen slopen en op de plaats van de in 1723 gesloopte molen aan het Bol werk een nieuwe stenen molen te bouwen. De bouw van deze molen, de huidige molen „Den Haas", vond plaats in 1727. Tot 1953 is er op wind kracht gemalen, zij het dat er een elektrische hulpaandrijving was voor windstille tijden. In 1966 is de molen gekocht door de heer W. Dek ker te Nijmegen, die hem als weekeinde- en zomerverblijf ge bruikte. Op 7 juli 1983 vond door de slechte toestand waarin het bouw werk verkeerde onttakeling plaats door het verwijderen van de staart en het wiekenkruis. In 1984 is de molen aangekocht door de gemeente Zierik zee met het doel het bouwwerk te restaureren. „Ik ben er erg blij mee," vertelt H. Goedegebure, werkzaam op de afde ling Monumenten van de dienst ge meentewerken van Zierikzee. Als enige werknemer bij deze afdeling is hij zeer nauw betrokken bij de restauraties van alle grote monu menten in Zierikzee. „Medio zeventi ger jaren ben ik hier komen werken en sindsdien is er al veel gebeurd op dat gebied." Hij noemt onder meer de Grote kerk, de Sint Lievens monstertoren en het Gravensteen. Momenteel is hij ook bezig met de re novatie van de oude Bakkersschool aan het Kerkhof NZ. „Eén brok ellende" noemt hij de huidige situatie waarin „Den Haas" verkeert. „De molen is gezichtsbepa lend voor Zierikzee. Je kan hem bij de Zeelandbrug al zien. De gemeente vond gelukkig ook dat er iets aan de toestand van de molen diende te ge beuren en heeft vorig jaar de molen aangekocht. Want hoe langer er ge wacht werd met restauratie hoe slech ter de molen werd. Zeker voor een stad als Zierikzee, die zoveel doet aan restauratie van monumenten is het belangrijk dat „Den Haas" weer het a&nzien waard wordt," aldus Goede gebure. Restauratie Zoals al uit de hoeveelheid tijd blijkt, die de restaurateurs in de mo len steken, is de renovatie een ingrij pende klus. Met uitzondering van het maalmechanisme moet bijna alles vernieuwd en of vervangen worden. De kap is er nog het slechtst aan toe: 95% moet worden vernieuwd. Molen- bedrijf Bos verricht alle herstelwerk zaamheden in de werkplaats in Alm kerk, waar alles met de hand gebeurt. Uit de huidige kap kunnen slechts enkele constructiedelen wor den gebruikt voor de nieuwe kap. De ze zal worden bedekt met schaliën (houten delen). „Ja, het uiterlijk van de kap wordt iets anders dan hij nu is. Maar dat is het enige. De rest van de molen wordt zoveel mogelijk te ruggebracht in de oude vorm, ook het aanzien van de molen blijft gelijk," voegt Goedegebure eraan toe. Wan neer de kap klaar is vervoert het mo lenmakersbedrijf deze in stukken naar Zierikzee, alwaar hij aan de voet van de molen in elkaar wordt gezet en via een hijskraan op de molen wordt getakeld. De kap is te groot voor transport: de hoogte is circa vier me ter en de doorsnee is ongeveer zeven meter. „Dat is veel te gevaarlijk om dat in één stuk te vervoeren." Het wiekenkruis en de staart van de mo len zullen op dezelfde dag naar boven worden getakeld, zodat slechts één keer de hijskraan eraan te pas hoeft te komen. Wanneer dit ongetwijfeld spectaculaire gebeuren gaat plaats vinden kan Goedegebure niet zeggen. Hij vermoedt dat dit voor de zomer vakantie het geval zal zijn, maar durft geen datum te prikken. Binnenwerk Hij toont zich gelukkig met de toe stand van het binnenwerk van de mo len. „Dat is gelukkig nog vrij com pleet. Er moeten hier en daar wel wat onderdelen worden vervangen, maar dat is niet zoveel. Het maalmecha nisme bijvoorbeeld, het zogenaamde gaande werk (onder meer het boven- wiel, de koningsspil en de luitafel) is nagenoeg compleet. Een nadeel is al leen dat het sterk is aangetast door houtworm. Het mechanisme is name lijk van iepenhout vervaardigd en dat maakt een goede kans op hout worm. Tbch worden de nieuwe delen weer van iepenhout gemaakt, omdat dit hout nu eenmaal uitstekend ge schikt is Voor het gaande werk. Het werkt namelijk niet, het trekt niet krom. Dan moet je eens bij eiken kij ken, dat trekt wel krom en dat kun nen we natuurlijk niet hebben. Als de molen in werking is bestaat er trou wens geen kans op de komst van houtworm. Wel als een molen stilstaat, dan gaat het mis. Maar ik heb begrepen dat het wel de bedoe ling is dat er een molenaar in komt, die de „Den Haas" in gebruik gaat nemen. Dat zou heel goed zijn." De betonvloer op de bodem wordt waarschijnlijk in zijn geheel vervan gen. Alle houten tussenvloeren moe ten worden vernieuwd, dat zijn er vijf in totaal. Hiervoor wordt ge bruik gemaakt van het originele gre nen hout. Verscheidene balken wor den van nieuwe balkkoppen voorzien of moeten vervangen worden. Ale ra men en deuren zijn aan vernieuwing toe en de houten stelling, aan de bui tenzijde van de molen, wordt nieuw gemaakt. De oude is vorige week ver wijderd, zodat Fierens-Kloet-v.d.Wee- Ie met het metselwerk aan de romp kan beginnen. I Met name de achterzijde van „Den Haas" ziet er slecht uit. Goedegebu re heeft foto's laten maken, waarop duidelijk is te zien dat het metsel werk wel een opknapbeurt kan ge bruiken. Ruim een kwart van het metselwerk moet volgens hem aan die zijde, de regenzijde, worden ver vangen. „Om nu te voorkomen dat er over enkele jaren opnieuw aan het metselwerk moet worden gerepa reerd, is het de bedoeling dat deze kant een behandeling met wateraf stotende middelen ondergaat." De gemeente Zierikzee gaat er voorlopig vanuit dat de kosten, ruim vier ton, door de gemeente moeten worden betaald. Zij rekent nog niet op een subsidie van Monumenten zorg. Goedegebure vertelt dat de ge meente wel een subsidie (achteraf) heeft ontvangen voor de restauratie van molen „De Hoop". Zelf heeft hij er wel hoop op dat Monumentenzorg ook ditmaal in de kosten zal delen. Ook van de zijde van de provincie Zeeland rekent hij op financiële steun. Het is gebruikelijk dat de pro vincie 25% betaalt. Het verzoek bij de provincie is inmiddels wel inge diend, maar de uitslag is nog niet be kend. Goedegebure verwacht dat de ze gelijktijdig met het bericht van Monumentenzorg binnenkomt. Dat kan dus nog wel even duren. Bruidsgeschenk In de Zierikzeesche Nieuwsbode van 23 februari 1960 schreef de toen malige stadsarchivaris P. van Beve- ren een artikel, getiteld „Van molens en molenaars te Zierikzee". Op 25 fe bruari van dat jaar volgde het slot. Hij vermeldde dat de oudste Zie- rikzeese molen waarvan de archieven melding maken zonder twijfel de gra felijke korenmolen is. Naar deze mo len is nog altjd genoemd de straat Wa termolen. Graaf Willem I gaf in 1220 ter gelegenheid van zijn tweede hu welijk met Maria van Brabant, de molen aan haar als bruidsgeschenk. Gelet op de plaats en de naam kun nen we volgens Van Beveren aanne men dat deze molen een „ebmolen" is geweest, welke werd gevoed door het zeewater dat via de Oude en de Schuithaven bij vloed werd verza meld in een groot reservoir, de „pit". Bij eb bracht het water de korenmo len in beweging, waarna het water langs dezelfde weg weer een uitweg zocht naar de „Gouwe". Deze molen werd omstreeks 1527 en 1528 geheel vernieuwd. Gelukkig is ook van het gildear- chief nog wat bewaard gebleven én Van Beveren vond het interessant om eens te kijken in het Sint Victors- of molenaarsgilde. Het oudste stuk is een Schepenbrief van 5 april 1479, waarin wordt vermeld dat de priester Jan Jan Leinszoon een erfelijke rente aan dit gilde verpachtte. Verboden In het Zeeuws Magazine van janua ri 1978 schrijft J. Schot B. W. z. uit Zierikzee dat in de keurboeken van Zierikzee, in de jaren 1429, 1466 en 1485, het een en ander over molens en molenaars staat vermeld. In alle drie vindt men het verbod dat molenaars of hun vrouwen niet meer koren op de markt mogen kopen dan voor hun gezin nodig is. Ook was verplicht ge steld dat molenaars, met uitzonde ring van de watermolenaar, poorter moesten zijn. In het keurboek van 1485 wordt verboden dat karren van molenaars op zaterdag (marktdag) zullen staan van „de Sint Janstrate tot den hoogen hoek van Sint Ja- cobsslop" en wordt voorgeschreven dat iedere molenaar op zijn koren molen een schaal moet hebben om het koren te wegen voor het gemalen wordt, als iemand dat wil, en het meel weer te wegen als het afgele verd werd. Artikel 11 van de gildebrief van 20 mei 1506 vermeldt: „Ook mogen ze (molenaars, noch hun vrouwen, knechts of meiden) op woensdag geen karren zetten binnen vijftig huizen naar de korenmarkt." Artikel 13: „Alle meesters van het gilde moeten op St.Victorsdag en -avond (het mole naarsgilde had tot patroon of be schermheilige Sint Victor, wiens ge denkdag op 10 oktober viel) met kaarsen ter kerke gaan naar de plaats waar het gilde dan vergadert, op ver beurde van een half pond was." Arti kel 14: „De meesters van het gilde zullen om de dienst Gods dagelijks aan hun altaar te doen houden, per week een zekere bijdrage moeten storten Steen Molen „Den Haas" werd in 1727 door metselaars van buiten Zierikzee gebouwd, waartegen het Metselaars- of St. Ontcommersgilde tevergeefs bij de raad protesteerde. Aan dc bouw van deze molen herin nert een ingemetselde steen, waarop een haas is afgebeeld en dc volgende tekst: „Den Haas, Kornelia Blom en Jakomina de Kok met haar Tweeën, lcyden den eerste en tweeden steen den 20 Maertc als men 1727 schreven. Willem van Schelven en Gijsbregl Blom." „Zierikzee was ongetwijfeld rijk aan molens en een voorzichtige schat ting van vijftien stuks in en om de stad omstreeks de zeventiende eeuw, is zeker aan de lage kant, want er wa ren niet alleen koren- en boekweit molens, maar ook pel-, zaag- en olie molens," schrijft P. van Beveren in dc Zierikzeesche Nieuwsbode. De meeste molens zijn verdwenen in de achttiende eeuw en vast staat dat er in 1814 nog slechts vijf waren. „Ongetwijfeld heeft de stad dus vroe ger wel een zeer levendig silhouet ge had. maar de vooruitgang van de tijd heeft ook hier zeer veel verandering in teweeg gebracht," aldus stadsar chivaris Van Beveren. üui en roede ZIERIKZEE - Van 1727 tot 1839 waren vier opeenvolgende generaties Van Schelven molenaar van Den Haas", namelijk Willem (overleden 1763), Izak (overleden 1804). Johannes (overleden 1827) en Izak (overleden 1844). In 1838 werd naast de molen een woonhuis gebouwd, daarvoor woonden de molenaars in Hoofdpoort- of Ravestraat. In 1839 kocht F. J. van Schelverbeke de molen, daar na waren Pieter Aalbregtse 1855-82 en diens zoon P. Aalbregtse Jr. 1882-98 er molenaar. Leendert van Oeveren 1898-1902 verkocht in 1902 de molen aan Hendrik van Dijke, die tot 1898 de molen ,,De Bloeme" bezat. Hij was afstammeling uit een oud molenaarsgeslacht. De volgende H. van Dijke was de laatste molenaar. Tot 1953 was „Den Haasnog geregeld in bedrijf. üui en roede 1 ft

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1985 | | pagina 5