Jaap en Wim Schot
visten in 35 jaar
Leids museum vol
met fossiele vondsten
De Schotten
en de media
4
De Leidse universiteit is zuinig
op deze onderscheiding: al weer
zeven jaar geleden werd deze voor
het laatst uitgereikt, in brons. Voor
zover bekend is de gouden penning
nog niet uitgereikt.
,,Ik hoop, dat u nog velen jaren in
goede gezondheid zal terug denken
aan deze dag, met de penning als
blijvend getuigenis van onze
dankbaarheid voor wat u voor onze
universiteit heeft gedaan", waren de
begeleidende woorden van Mr. K. J.
Cath bij het overhandigde van de
hoge onderscheiding voor Jaap en
Wim Schot.
Haaientanden
Drs. Kortenbout van der Sluis,
vaste gast aan boord van de Z.Z.-8,
vertelde hierna iets over het
ontstaan van de botvisserij van de
gebroeders Schot. Het begon tijdens
het vissen op de Westerschelde, toen
Jaap en Wim in de netten van hun
vaders schip een paar haaientanden
vonden.
ZIERIKZEE - Het be
lang- van de Universi
teitspenning kan ook
worden afgemeten uit de
belangstelling van de
media voor de beide
broers Schot. Na het eer
ste artikel in de Zlerik-
zeescüe Nieuwsbode (op
29 november 1984),
„stortte" ook de lande
lijke dagbladen zich op
Jaap en Wim Schot en
publiceerde diverse arti
kelen over hun universi-
teitswerk.
Op de vooravond van de officië
le plechtigheid wist Ivo Niehe de
Schotten in zijn NOS-programma
,,Met het oog op morgen" te krij
gen en gisteravond deed Karei van
de Graaf het nog eens dunnetjes
over in zijn gelijknamig Avro-pro-
gramma. Hoewel burgemeester
De Meester met de broers naar de
studio was afgereisd, bleef deze
eerste buiten beeld. De Schotten
vertelden hun verhaal en toonden
onder meer de hyena-keutel, die in
bijgaand artikel ook aan de orde
komt. Karei had zijn huiswerk
niet zo bijster goed gedaan, want
hij had het eerst over de uitrei
king die dinsdag zou plaatsvin
den. Dat moest uiteraard maan
dag zijn. Verder had Karei het
over dertig jaar dat de Schotten op
botten vissen en dat is vijfender
tig jaar zoals men weet. Maar ver
der was het wel eens leuk dat Zie-
rikzee en de Schotten zoveel
aandacht kregen met hun unieke
project.
Later op de bijeenkomst haakte
burgemeester De Meester hierop in,
door fijntjes op te merken dat het
juist de Leidse universiteit was, die
het stichten van de Zierikzeese
heeft tegengewerkt (met succes),
ondanks dat voor dit doel een
legaat besehikbaar was. Het heeft
de vroede vaderen van Zierikzee
lang gefrustreerd, maar die
frustratie ging De Meester niet
zover dat hij nu zijn eigen zoon niet
naar Leiden zou sturen voor een
studie. ,,Wat mij betreft is zeker na
wat hier vandaag gebeurd is, alles
vergeven en vergeten...".
Dat er iets van de universitaire
geest in Zierikzee is blijven hangen,
was tevens de aanleiding van het
feestelijk gebeuren.
Onbaatzuchtig:
Mr. Cath: „Aanvankelijk uw
vader, en later u beiden heren
Schot, hebt op royale en
onbaatzuchtige wijze geholpen onze
kennis over de oudste geschiedenis
van Nederland te vergroten.
Dankzij uw medewerking zijn onze
onderzoekers in staat geweest op
een originele en gedurfde manier
die bovendien niet vrij was van
risico voor u en uw schip, op
bottenvangst te gaan. Toen het be
stuur van deze unversiteit zich
bewust werd van de lange periode
en van het succes, rees bij ons de
behoefte u een blijvend blijk van
waardering aan te bieden in de
vorm van onze
Universiteitspenning. Deze penning
werd jaren geleden ingesteld om
personen, die zich bijzonder ver
dienstelijk hebben gemaakt voor de
universiteit en niet in dienst zijn
van die universiteit, te eren".
gaan. Zowel Kortenbout van der
Sluis als burgemeester De Meester
roemde de sfeer aan boord van het
mosselvaartuig, waar de dames al
vroeg op het dek verschijnen met
gekookte mosselen.
Dat er resten van een
sabeltandtijger werden gevonden
sprak de burgervader wel aan: een
tijger ooit in de streken rond
Zierikzee deed hem wel wat. Het
meest bijgebleven van zo'n
botvistocht was het feit dat de
wetenschappers „buiten zichzelf"
waren bij de vondst van een hyena
keutel, hetwelk bewees dat in onze
omstreken hyena's geleefd moeten
hebben.
Bemanning
Tot slot roemde De Meester ook
de bemanningsleden, die in de
senaatskamer ook aanwezig waren,
voor het vele werk op hun vrije
zaterdag verricht, woorden waar Mr.
Cath zich van harte bij aansloot.
Een foutje in de regie verhinderde
dat de burgemeester namens het
tochten dacht hij Bout (Drs.
Kortenbout van der Sluis) tuk te
kunnen nemen en gooide een
afgekloven carbonade tussen de
vondsten op dek. Enfin: alles van
dek werd bekeken en
geïnventariseerd, tot op het moment
dat alleen het bot van Dies er nog
lag. Bout keek er niet naar tot
groot verdriet van onze kok, die
hem er later toch maar op attent
maakte dat er nóg een bot lag op
dek. „Dan had je het vlees er niet
moeten afhalen..." wat het gevatte
antwoord van de wetenschapper, die
hiermee het bewijs leverde aan Dies
toch écht wel wat van botten af te
weten!
In deze sfeer maakte het
gezelschap nog een korte
rondleiding door het
universiteitsgebouw, alvorens op de
receptie het glas te heffen op deze
bijzondere Zierikzeeënaars: Jaap en
Wim Schot. Ze staan in een goed
blaadje van de universiteit, dat
staat vast, maar dat kan ook niet
anders want hun werk is van
onschatbare waarde, die niet in
geld is uit te drukken.
„Andere vissers gooien zoiets
overboord, maar Jaap en Wim
Schot niet: zij wilden weten wat
het was. Deels uit
v nieuwsgierigheid, maar daar
spreekt de ware universitaire geest
juist uit. Toen ook hebben zij hun
vader gevraagd om met het schip
één dag speciaal op fossielen te
gaan vissen. Voor zover ik weet is
dat een uniek feit: je schip gratis
beschikbaar te stellen voor de
wetenschap. Er worden wel schepen
verhuurd voor wetenschappelijk
doel, maar zoiets als de familie
Schot doet is mij van nergens
bekend", zo stak de museum
conservator een pluim op de Schot-
hoed.
De bot-visserij heeft er voor
gezorgd dat de wetenschap een
(veel) beter inzicht heeft gekregen
in de voorhistorie en er zijn unieke
bijzonderheden boven water
gehaald.
Zeker ook met het oog op de
afsluiting van de Oosterschelde
(deels) en het daarop volgend
tijverschil, toonde drs. Kortenbout-
van der Sluis zich dankbaar voor
het botvissen. Juist de diepe kuilen
in de bodem zullen dan verdwijnen
en voordat het zover is is met het
Schot-schip al veel werk gedaan. „U
zult begrijpen dat ik altijd tégen
het afsluiten van de Oosterschelde
ben geweest", zo voegde de
conservator er eigenlijk overbodig
aan toe.
„Kor en Bot"
In zijn kwaliteiten als voorzitter
van het genootschap „Kor en Bot"
en voorzitter van de Zierikzeese
gemeenteraad sprak burgmeester
Th. H. de Meester gelukwensen uit
aan de gebroeders Schot. Hij vond
het een groot voorrecht dat
Zierikzee zulke burgers binnen de
stadsmuren heeft. „Kor en bot" is
een genootschap zonder béstuur,
alleen met een voorzitter: de
burgemeester: die dat eigenlijk wel
zo prettig vond. „Dat zou in de
gemeentepolitiek ook wel
makkelijk zijn", voegde hij er
schalks aan toe.
Van het genootschap maken
wetenschappers deel uit, die
jaarlijks met de Z.Z.-8 op botvangst
genootschap bloemen kon
overhandigen aan de beide dames,
maar dat werd later goed gemaakt
tijdens de receptie die op het
officiële deel van de plechtigheid
volgde.
De meester vertelde nog, dat het
werk van de broers Schot een
uitstraling heeft, want onlangs
kwam er een schipper op het
stadhuis met een stuk bot,
gekoppeld aan de vraag „is dat
soms ook wat?" Navraag op de
universiteit maandag (De Meester
had het bot meegenomen) leerde
dat het niet zoveel waarde heeft,
maar toch: de botvisserij lééft
onder de schippers en dat is óók
een verdienste van Jaap en Wim
Schot..
Traditie blijft
De plechtigheid werd door Jaap
Schot afgerond met namens zijn
broer een kort dankwoord voor de
zeer gewaardeerde onderscheiding.
Het college van bestuur van dc
universiteit nodigde hij over het
hoofd van dc voorzitter van „Kor en
bot" uit om de volgende botvisserij
mee te maken, welke uitnodiging in
dank werd aanvaard. De roem van
zulke tochten en de sfeer aan boord
waren de broers Schot al vooruit
gedaan...
Voordat Jaap Schot besloot met
een annccdotc, zegde hij de
wetenschappers toe dat de relatie
zal voortbestaan, ook onder beheer
van dc na hen komende generatie.
Carbonade...
Jaap Schot: „We hadden een
Vlaamse kok aan boord. Dies
Blijenbergh. die geloofde niet zo erg
in die botten. Tijdens een van de
Bij de foto's
Linjfs-boven: Burgemeester De
Meester feliciteert Jaap Schot met
zijn eervolle onderscheiding. Links-
onder een beeld van de receptie na
het officiële gedeelte van deze
gedenkwaardige dag. Hierboven:
Wim Schot (midden) en Jaap Schot
met hun zojuist verworven
erkenning van hun weten
schappelijk werk. Foto onder: Jaap
Schot poserend met zijn zilveren
penning.
Foto's: Johan D. C. Berrevoets.
Tekst: Harry de Waard.
Mosselvissers in Leiden gehuldigd met
zilveren penning van Rijksuniversiteit
LEIDEN/ZIERIKZEE - Maandag 21 januari sal de broers Jaap en Wim Schot
lang in het geheugen blijven: in de historische senaatskamer van de
Rijksuniversiteit aan het Rapenburg te Leiden ontvingen se uit handen van de
voorzitter van liet College van Bestuur van de universiteit Mr. K. J. Cath de
Lhiiversiteitspenning in zilver. Een erkenning op wetenschappelijk niveau voor
hun jarenlange visserij op fossiele botten, waarvoor ze nu vijfendertig jaar
lang traditiegetrouw één dag in het jaar hun kotter, de Z.Z.-8 voor de Leidse
wetenschappers beschikbaar stellen. Het resultaat is niet alleen een zilveren
penning voor Jaap en Wim Schot, maar ook -en daar sprak maandagochtend
vooral de conservator van het Ijeidse museum, drs. G. Kortenbout van der
Sluis zijn grote bewondering voor uit- een collectie van tienduizend
voorhistorische beenderen in het Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie.
Dankzij u hebben wij die verzameling die van groot belang is voor de
wetenschap. V hebt deze penning dan ook honderd maal verdiendaldus de
waarderende woorden van drs. Kortenbout van der Sluis.
De plechtige uitreiking van de
zilveren penningen aan de
Zierikzeese mosselvissers in de
senaatskamer, waar illustere
wetenschappers geportretteerd dc
wanden sieren, begon met een
verwelkoming door de College
voorzitter, rnr. K. J. Cath. Hij sprak
zijn vreugde uit over het feit dat
zovelen uit Zierikzee de barre tocht
naar Leiden hadden ondernomen
om van dit heuglijke feit getuige te
kunnen zijn. Met Jaap en Wim
Schot waren (uiteraard) hun
vrouwen meegekomen, maar ook
bemanningsleden, afgevaardigden
van „Stad en Lande", burgemeester
Th. II. de Meester en oud-
burgemeester van Zierikzee de heer
Dijckmcestcr.
„Er bestaan oude relaties tussen
Zierikzee en de Leidse universiteit",
zo begon Mr. Cath zijn toespraak,
„en deze worden vandaag wel op
bijzondere wijze nauwer
aangehaald. Er is een tijd geweest,
dat Zierikzee en Leiden eikaars
rivalen waren. Het is nog niet
zolang geleden dat in ditzelfde
gebouw werd herdacht, dat
vierhonderd jaar geleden de eerste
zoon van het geslacht De Jonge uit
Zierikzee naar Leiden kwam
studeren en dat sedertien zonder
onderbreken tot op heden leden van
die Zierikzeese familie De Jonge
hier hebben gestudeerd".
Universiteit in Zierikzee
„Bij die gelegenheid is door
professor Van Haerstoltc in
herinnering gebracht, dat
aanvankelijk de bedoeling is
geweest, dat de Leidse universiteit
door Prins Willem van Oranje zou
worden gesticht voor Holland én
Zeeland. De Staten van Zeeland
hebben echter lange tijd de wens
gehad een eigen universiteit in
Zierikzee te stichten. Daar is
uiteindelijk niets van gekomen,
maar het scheelde niet veel, of
Zierikzee was universiteitsstad
geworden", zo luidde het lesje
geschiedenis van Mr. Cath.