WILLEM VAN DEN BOS zestig jaar in de muziek BROUWERSHAVEN - „Zolang ik adem heb en het gaat nog, blijf ik blazen" zegt de 74-jarige Willem van den Bos uit Brou wershaven. Willem werd zaterdagavond, tijdens de uitvoering waarop de muziek vereniging Apollo haar negentigjarig be staan herdacht, onderscheiden met een bronzen legpenning met inscriptie omdat hij zestig jaar lang onafgebroken lid was (en is) van de vereniging. Een eer die hem te beurt viel samen met acht andere muzi kanten die reeds vijftig, veertig of vijfen twintig jaar lid zijn van de Brouwse brass en drumband. „Eigenlijk zou je er als kadootje bij moeten kunnen krijgen dat je veertig jaar in leeftijd terug ging" zegt hij peinzend. Want hoewel deze bejaarde heer, vooral als hij over zijn grote hobby muziek praat, nog een jeugdig enthousiasme uitstraalt, gaat het blazen hem toch minder gemakkelijk af dan vroeger. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag 15 januari 1985 Nr. 23660 5 Deltawerken, maar missen deed je het" zegt hij over die jaren toen zijn instrument was ingele verd en de instrumenten zolang bij hem op de vliering hingen. De.bejaarde muzikant heeft dan ook alle lof voor de gebroe ders Piet en Henk Everwijn, de zoons van eerdergenoemde diri gent, die in 1980 het initiatief namen om de drumband en en kele maanden daarna ook de brassband weer nieuw leven in te blazen. Cor Struyk uit Zie- rikzee werd bereid gevonden de drumband te begeleiden, terwijl Henk Everwijn dirigent werd van de brass-band. Daar kwam echter heel wat voor kijken want van de oude instrumenten, die allen de inmiddels veroude- rede hoge toonzetting hadden, bleken er nog slechts vier a Vijf geschikt te zijn om via ombouw te gebruiken. Via een startsub sidie van de gemeente, een bij drage van het Anjerfonds en vooral de inspanningen van de gebroeders Everwijn die in Rot terdam een aantal tweedehands instrumenten op de kop wisten te tikken kwam het korps weer van de grond. Er werd gestart met zestien muzikanten, een aantal dat inmiddels uitgroeide tot 27 bij de brassband en veer tien bij de drumband. Toch vindt Van den Bos, die in 1983 tot ere-voorzitter werd benoemd, dat er wat meer jonge leden zouden moeten komen. „De aanwas gaat wat moei zaam" vindt de vroegere voor zitter. ,,De jeugd trekt weg uit Brouw als ze wat ouder wor den". Over het muzikale niveau van het huidige Apollo is hij wel te spreken. „De kwaliteit van de muziek is goed" vindt Willem die overigens in de soort muziek weinig overeenkomsten meer ziet met zoals die in zijn begintijd werd gespeeld. „We zijn nu geen fanfare meer, maar een brassband" licht hij toe. „We spelen dus veel Engelse muziek want dat is nu eenmaal het topland wat brassbandmu- ziek betreft. Ook is hij erg te spreken over de nieuwe unifor men van de drumband, die voor die tijd de meer dan vijftig jaar oude uniformen van de vroegere fanfare droegen. „En dat was werkelijk geen gezicht" aldus Willem. De aanschaf van enkele nieuwe instrumenten, waarvoor onlangs een subsidietoezegging van het Anjerfonds binnen kwam, acht hij eveneens geen overbodige luxe. „Ik hoop wel dat we het benodigde geld bij een krijgen" zegt hij. „Want de subsidie van het Anjerfonds is dertig procent van het bedrag dat we eerst zelf moeten betalen en muziekinstrumenten zijn een dure liefhebberij. Aan de inzet van Willem van den Bos zal het niet ontbreken. Hij blijft „zijn" muziekkorps trouw zolang hij kan. ging van 1974 tot 1982. „Con coursen sloegen we nooit over, al moesten we lopen" zegt hij. „Er was echter geen geld ge noeg voor busvervoer om con certen op allerlei plaatsen op het eiland te geven. Jaap de Vlieger stelde dan gratis zijn vrachtwagen ter beschikking en daar zetten we dan banken in". Het herinnert zich de reis naar een concours in Dinteloord die per schip vanuit Brouwers haven werd gemaakt. Een zware storm onderweg maakte de mu zikanten zo bang dat ze gedeel telijk over het land terug kwa men. En het jubileum van de burgemeester van Briepe (Brij- dorpe, -red) in 1936. „Daar gin gen we op de fiets naar toe" vertelt Willem. „Er werd daar echter nogal gul geschonken zo dat verschillende muzikanten met een nat pak thuiskwamen omdat ze op de terugweg de sloot inreden". Apollo in mijn grootste hob by. Ik ben er mee vergroeid" vertelt de 74-jarige muzikant. Een feit dat door zijn vrouw Bets van den Bos-de Jonge vol mondig wordt beaamd. „Er moest heel wat gebeuren wilde hij niet naar de muziek gaan" zegt ze.- „Al zaten we garnalen te pellen en zelfs al was er ie mand jarig, donderdagavond om half acht ging hij naar de repetitie. Hij kwam er wel met de bus voor terug als we een paar dagen bij familie buiten Brouwershaven waren". Bets leeft overigens al lange tijd met plezier mee met de hobby van haar man. Bij alle uitvoeringen en concoursen ook die buiten Bi*ouw was zij van de partij Willem van den Bos die een geboren Brouwenaar is, kocht op twaalfjarige leeftijd, naai-, voorbeeld van zijn oudere broer Jan, zijn eerste muziekinstru ment. Een mondharmonica. Jan leerde hem er op spelen en als dertienjarige kwam hij bij de Brouwse mondharmonicavereni ging. Zijn broer die tam boer/hoornblazer was in het le ger leerde hem ook trommelen. Een kunst die de aanleiding werd waardoor hij in 1925 als concert-tamboer bij Apollo kwam om de plaats in te nemen van de Brouwse smid A. van den Hoek. De toenmalige diri gent Jaap Everwijn zag echter al snel een bugelblazer in Wil lem en dat is hij gebleven tot zijn lipspieren hem noodzaak ten over te gaan op de alt. „Ook het bugelspelen heb ik voor een groot gedeelte van mijn broer Jan geleerd" verteld Van den Bos die daarnaast ook lessen kreeg van dirigent Everwijn. Samen met de andere, onge veer 25 muzikanten, die de fan fare indertijd telde, repeteerde hij verder wekelijks in de open bare lagere school naast de Sint-Nicolaaskerk. „Dirigent Jaap Everwijn was een tactisch mens die heel goed met de mu zikanten om kon gaan" vertelt Willem. „Hij was heel serieus bezig en dirigent met hart en ziel. Het waren trouwens alle maal liefhebbers". We gingen naar concoursen en festiviteiten door heel Zeeland en beschouw den dat als een uitje. We hebben toendertijd zelfs nog in de afde ling „uitmuntend", de hoogste klasse die er is, geblazen. Ieder een vond het heel gewoon om twee keer per week te repeteren en zondagsmorgens na de kerk nam de dirigent nog een groepje of één persoon apart onderhan den". Van den Bos kwam dus bij Apollo toen de vereniging een van zijn glorietijden beleef de. Als dieptepunt ervoer hij de jaren toen het muziekkorps niet meer functioneerde. „Gelukkig had ik toen veel werk bij de „Dat ligt aan je lipspieren" legt hij uit. „Als je ouder wordt kun je daar minder goed kracht mee zetten, hoewel dat bij ie dereen verschillend is hoor. Het heeft ook veel met aanleg te maken". Dit verhindert Willem echter niet om nog vrijwel da gelijks een uur te oefenen op zijn instrument dat vroeger een bugel was maar nu vanwege zijn verminderde blaasvermo- gen een alt. „Want dat gaat wel prima" vertelt hij. Ook werd de bejaarde heer onlangs lid van het Seniorenorkest. Een wens die hij al enige tijd koesterde. „Maar voor het vervoer had ik alleen een oude fiets en een kruiwagen en dat is nogal moei lijk om wekelijks mee naar de repetitieavond in Kapelle- Biezelinge te gaan" zegt hij laconiek. Zijn medemuzikant Jacob van Dijke die ook al vijftig jaar zijn toontje meeblaast bij Apollo bracht de oplossing. Met Van Dijke's auto gaan ze, sinds november 1984, wekelijks samen naar de repetities van dit bejaardenorkest. „En die oude heren kun je nog niet bij het vuile goed gooien hoor", waarschuwt Willem op zijn Zeeuws. „Het is een hoog niveau dat daar wordt gespeeld. Tot op het hoogste niveau speelde ook de muziekvereni ging Apollo tijdens de negentig jaar van haar bestaan. Ook speelde zij in lagere klassen en van 1970 tot 1980 lag^de vereni ging zelfs helemaal stil omdat de animo onder de leden zo af zakte dat er slechts een stuk of tien ouderen overbleven. „Het ging naar beneden én naar bo ven in de loop van de tijd" zegt Van den Bos, terwijl hij ter ver duidelijking met beide handen een weegschaal uitbeeldt. „Vroe ger waren de uitvoeringen drukker bezocht dan tegenwoor dig. In het zaaltje boven bij Ja cob Cats zat dan soms driehon derd man. Dat was eigenlijk veel te veel voor die ruimte" herinnert hij zich lachend. „Het allermooiste was een concours in Bruinisse in 1952" weet hij nog. „Daar haalden we als korps het hoogste aantal punten en bovendien kreeg Piet Ever wijn de dirigentenprijs omdat hij de hoogste cijfers op dat ge bied kreeg van de jury. „Toen ging Apollo weer een klasse ho ger spelen" vertelt hij glunde rend. Willem van den Bos was voorzitter van de muziekvereni-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1985 | | pagina 5