Werk Rijkswaterstaat en Bitumarin is klaar De Schelphoek, "proefkeuken" voor stormvloedkering in Oosterschelde wordt opgeruimd "Voordat je een constructie in de praktijk toepast moet je wel zeker weten dat het werkt" ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Vrijdag 28 december 1984 Nr. 23651 19 SEROOSKERKE - In de Schelphoekhaven bij Serooskerke heerst bijna een serene stilte. Het aantal werknemers van Rijkswaterstaat en Bitumarin bedraagt niet meer dan een handjevol. Vrachtwagens en graafmachines hebben nog de handen vol aan de grote opruiming van klein en groot materieel.Werkhaven de Schelphoek wordt afgestoten. Jarenlang is deze plaats gebruikt voor het uittesten van diverse werkmethoden ten behoeve van de Oosterscheldedam. Nu de stormvloedkering langzaam maar zeker haar voltooiing nadert hoeven Rijkswaterstaat en Bitumarin niet langer van de diensten van de werkhaven gebruik te maken. De zogenaamde "proefkeuken" van de Oosterscheldewerken wordt opgedoekt. Het Schelphoekgebied is ontstaan uit de watersnoodramp van 1953. Terwijl in het getroffen gebied de meeste dijkgaten weer waren geslo ten en men druk bezig was met de wederopbouw van Schouwen- Duiveland lag het eiland nog voor grote delen dagelijks onder het in- en uitstromende zeewater.Zowel bij Ouwerkerk als bij de Schelphoek hadden zich diepe en brede geulen gevormd, die diep het land insneden. Op deze plaatsen werd een harde strijd gestreden, die in de loop van de zomer, om precies te zijn op 27 augustus 1953, bij de Schelphoek tot een succesvol einde werd gebracht. Waardoor was het stroomgat bij de Schelphoek zo groot? In augustus was het 525m breed en hadden de erosiegeulen erachter dieptes van 20 tot 37m.De dijk was ter plaatse van het tijhaventje Schelphoek bezweken, van de zwakke plekken in de dijk van Schouwen. Erachter bevond zich geen inlaagdijk, maar het is de vraag of dat wat had uitgemaakt. Achter de Schelphoek lag een laag gebied zonder binnendijken van ongeveer 9000 ha. Per getij verplaatste zich door het gat in de dijk 130.000.000 m 3 water. Die vloedkom kon niet worden verkleind, omdat er geen binnendijken lagen. Dat is een van de redenen geweest waarom later de Delingsdijk is aangelegd.Om het gat zelf binnen de kortste keren te dichten bleek een te zware opgave, daarom werd besloten om de diepste geulen heen een ringdijk te maken, die een lengte zou krijgen van 4300m en waardoor 250 ha land werd buitengedijkt. Grote aantallen zinkstukken werden gefabriceerd en afgezonken, in die tijd practisch allemaal handwerk. Op Schouwen-Duiveland werd 650.000m 3 zinkstuk gemaakt. In de drie grote stroomgeulen, Gemene Geul, de Oude Geul en de Klompcgeul, werden met deze zinkstukken en grote hoeveelheden stortstccn en andere materialen drempels opgebouwd, waarop later caissons moesten worden geplaatst om de waterstromen te bedwingen.De kleine caissons werden speciaal voor dit doel gemaakt en zouden de basis vormen voor een groot deel van de ringdijk. Wanneer bleek dat een zinkstuk niet precies op de juiste plek lag moest er worden geimproviseerd. Op 27 augustus werd het stroomgat Schelphoek afgesloten. Het zand achter de caissons verdween niet meer en de dijk kon worden opgebouwd. Voor het einde van het jaar 1953 was het dijklichaam zover dat de winterstormen met een gerust hart konden worden tegemoet gezien. In de polder Schouwen kon aan het herstel worden begonnen. Modellen In die tijd bestond er geen gelegenheid om met fraaie modellen vooruit te berekenen hoe de stroom zich precies zou gedragen. Dat is heden ten dage wel het geval. Jarenlang is de Schelphoekhaven gebruikt voor allerlei waterbouwkundige testen, de laat ste tien jaar ten behoeve van de stormvloedkering. Sinds de watersnoodramp zijn de ontwikkelingen op dit gebied elkaar snel opgevolgd. Bij de bouw van de Oosterscheldedam zijn moderne technieken gebruikt, waarvan de waterbouw in de hele wereld kan profiteren. Nederland heeft veel kennis in huis en is in staat gebleken om deze kennis in dienst te stellen van een inmiddels wereldvermaard project. Op het terrein van de waterbouw hoef je Nederlanders niets meer te vertellen.Vlak bij huis, in de Schelphoekhaven, is jaren achtereen die hoge techniek beproefd en uitgetest. Er mag tenslotte geen enkel risico worden genomen/'Voordat je iets in de praktijk toepast, moet-je wel zeker weten dat het werkt," stelt de heer ing.K.A.G.Mouw, hoofd van de onderafdeling Ontwikkeling Nieuwe Werkmethoden dan ook terecht.Natte waterbouw is de afgelopen 25 jaar een heel ander vak geworden. Eeuwenoude tradities zijn radicaal vernieuwd.De materialen zijn vervangen, dat is onder meer mogelijk geweest door de snelle ontwikkeling van kunststoffen, de technieken zijn veranderd.Dat moest, omdat arbeid schreeuwend duur werd, schrijft een brochure van ONW.De Deltawerken hebben bij die vernieuwing een voortrekkersrol vervuld. Met minder gecompliceerde werken begonnen, groeide dit project elk jaar naar meer omvangrijke en moeilijke taken toe. Nu staat de voltooiing van de stormvloedkering voor de deur. Vernieuwingen De problemen van de natte waterbouw zijn complex geworden en ze vragen om snelle en economisch haalbare oplossingen. Daarvoor is de afdeling Ontwikkeling Nieuwe Werkmethoden onmisbaar gebleken. Vanaf de oprichting in 1956, in hetzelfde jaar als de Deltadienst van Rijkswaterstaat, maakt deze afdeling deel uit van de Deltadienst.In 1976 werd ONW toegevoegd aan het team dat belast is met het ontwerp en de bouw van de Oosterscheldedam.Sindsdien zijn de taken en faciliteiten van de ONW enorm gegroeid. Technische adviezen worden verstrekt en een van de hoofdtaken is het uittesten van materialen. In haar bestaan heeft ONW meegewerkt aan talloze nieuwe ontwikkelingen en het initiatief genomen tot vele vernieuwingen, zowel op het gebied van materiaalonderzoek en materiaaltoepassing als uitvoeringstechniek. Bij het ontwerp van de Oosterscheldedam heeft ONW aan vrijwel alle onderdelen meegewerkt. Ook is de afdeling betrokken geweest bij het ontwerp van de oeververdedigingswerken voor de damvakken op de werkeilanden. Aanleg Schelphoek Om al die proeven uit te kunnen voeren moest er natuurlijk ook een geschikte lokatie komen. Deze werd gevonden in de Schelphoek.Op 14 januari 1967 werd het maken van een werkhaven in de Schelphoek- kom op Schouwen-Duiveland voor f 4.296.000,- opgedragen aan het Aannemingsbedrijf Oosterwijk NV te Rotterdam.In de loop van de maand april werd het eerste baggermaterieel aangevoerd, waarna werd begonnen met het baggeren van de grondverbeteringen en enige verdere voorbereidende werkzaamheden werden uitgevoerd. Begin 1968 waren de werkzaamheden aan de werkhaven nagenoeg voltooid. Voor het baggerwerk werden twee baggermolens aangevoerd, de Holland VII en de Kil. Tbr plaatse werd een groot proeventerrein gesitueerd, waar zowel op het land als te water en onder water proeven en waarnemingen konden worden verricht onder getij omstandigheden. Er was een bassin aanwezig van 4m diep, 105 x 18m groot, waarin met een drainagesysteem een gelijkmatige ontwatering in een gewenst tempo kon worden bereikt. In die faciliteit konden op grote schaal testen worden uitgevoerd op geheel of gedeeltelijk zich onder water bevindende constructies.In de Schelphoek waren ook twee trekbanken: een met een maximale trekkracht van lOOOkN en een van 100 kN.Hierop werden kunststofweefsels beproefd op hun waterbouwkundige toepasbaarheid. ONW had voor de proeven ook een hulpafdeling.In Lith.in Noord- Brabant, is in.een voormalige vistrap naast een stuw in de Maas een stroomgoot ingebouwd van zestig meter lang en twee meter breed.De normale waterdiepte bedraagt 2.5m. De heer Mouw vertelt dat in deze stroomgoot tal van proeven zijn gedaan,-zoals de steenasfaltmatten en de blokkenmatten, de drempel, de grindzakken rond de pijlers, de grindwiepmat, de totale negatieve overlap en het zandafvalsysteem van de pijlers is èr bekeken.Een dergelijke stroomgoot zou natuurlijk veel beter dicht in de buurt van de Oosterscheldewerken kunnen liggen, maar dat is onmogelijk omdat hoogteverschil van water nodig Is.'Mouw: "Bij Lith zitten we naast een stuwdam en dat hebben we hier niet." Zinkstukken ONW startte met het klassieke zinkstuk.De vrees bestond dat de klassieke wijze, rijshout en mankracht, op den duur niet toereikend zou zijn voor het maken en afzinken van de traditionele zinkstukken.Mouw vertelt dat de oude methode arbeidsintensief was en daar kwam bij dat er onvoldoende rijshout was voor de aanleg van de Deltadammen.Het afzinken gebeurde in die tijd heel provosorisch: een klein leger werknemers gooide net zolang stenen op het zinkstuk totdat het naar beneden zonk. "We moesten naar andere mogelijkheden gaan zoeken.Bij de Veerse dam kon volop worden geëxperimenteerd met bodemscherming. Het zooistuk is veel toegepast, dat is trouwens nog steeds niet verouderd. Daaruit zijn ook de blokkenmatten voortgekomen. Deze zijn speciaal voor de Oosterscheldedam gemaakt.In het zooistuk zat namelijk rijshout verwerkt, maar in het begin van de jaren zeventig woedde in de Oosterschelde een ware explosie van paalworm. Die beesten aten het rijshout op, dat op de zinkstukken zat bevestigd.De stenen werden vastgehouden door het rijshout en die stenen moesten wel vast blijven zitten aan het doek.Dus moesten we iets anders bedenken,"herinnert Mouw zich.In 1972 startte in de Sophia-haven te Noord-Beveland de productie van blokkenmatten.Deze blokkenmatten en de steenasfaltmatten, vervaardigd op de Jan Heijmans,waren in eerste instantie bedoeld voor de toentertijd nog dichte Oosterscheldedam.Tben de regering het besluit nam om er een stormvloedkering van te maken lag er in de monding van de Oosterschelde al 700.000m 2 steenasfaltmat en l.OOO.OOOm 2 blokkenmat.Na dat besluit werd de productie van de steenasfaltmatten stop gezet. "Een deel van wat er al lag moest worden verwijderd, omdat deze vorm van bodembescherming niet de juiste was voor de stormvloedkering.Dat was een heel karwei, waarbij het zogenaamde knipanker werd ingeschakeld. Dat is een, zeg maar,grote schaar, waarmee de delen uit de matten werden geknipt .Op die plaatsen werden uiteindelijk de filtermatten gelegd.Trouwens, in de Oosterschelde is later nog vier miljoen m 2 blokkenmat gelegd.De filtermat is een voortvloeisel uit de voorgaande matten .Tijdens het uittesten werden vele verbeteringen aangebracht. In eerste beginsel lijkt het nergens op. Je moet ontzettend kritisch zijn öpfje" ëigen werk.Je praat met deskundigen, je evalueert en je doet nieuwe ideeën op.Zoiets groeit en dan ineens, begint het erop te lijken.Daar gaat natuurlijk wel een goede samenwerking met de ontwerpers aan vooraf," aldus Mouw van ONW.In de druk bezette jaren werkte ongeveer vijftig man aan het uittesten van diverse methodes. Die mensen hebben ander werk gevonden of zijn ontslagen.Met name voor de werknemers van Bitumarin hielden niet alleen de testen op, maar betekende een en ander tevens dat er voor hen geen werk meer was. Dat geldt niet voor uitvoerder J.M.Melaard van het aannemingsbedrijf dat in opdracht van Rijkswaterstaat werkt.Hij heeft er ruim elf jaar in de Schelphoek opzitten.Per 1 maart wordt het contract dat Bitumarin met Rijkswaterstaat heeft verbroken.Voor die tijd is Melaard al weg. Na 1 januari wordt de Schelphoek nog slechts door één man bewoond, een werknemer van Bitumarin.Hij zal zich bezighouden met het opruimen van de laatste restjes.In die elf jaar heeft Melaard zich in samenwerking met ONW intensief beziggehouden met de verschillende proeven.Ook was hij betrokken bij de bouw van de mattenfabriek, een karwei dat enkele jaren in beslag nam.Zijn laatste proef voor de stormvloedkering betrof de asfaltzak, gebruikt aan de voet van de pijler ter bescherming van het stortsteen. "Ik vind het wel spijtig dat ik terugga naar de firma (Bitumarin.SvZ). Maar ik heb gelukkig ander werk en dat geldt niet voor iedereen. Ik ben al een dagje wezen kijken. Medio januari ga ik me bezighouden met het leggen van strekdammen in Hellevoetsluis. En zo beginnen we maar weer aan iets anders.Ik heb in de Schelphoek een heel fijne tijd gehad, ondanks de moeilijkheden, die er toch wel waren.Ik beschik lang niet over zoveel theoretische kennis als sommigen van mijn collega's, maar ik ben wel een man van de praktijk. Ik heb hier veel geleerd, ik kwam tenslotte met tal van zaken in aanraking, die nog nooit eerder in de waterbouw aan de orde waren geweest.Heel interessant.In 1963 kwam ik voor een klusje van twee weken naar de Schelphoek en ik ben al die tijd gebleven. Het doet me wel eens pijn als ik eraan denk dat ik hier weg moet.Maar ja, het is niet anders," verzucht Melaard. Profiteren Mouw:"Zodra we geen werk meer hebben voor de Oosterscheldewerken zal ON^V.deel, gaan uitmaken van de waterbouwkundige studie- en advieseenheid bij de wegbouwkundige dienst in Delft.In totaal zal die volledige overgang twee jaar in beslag nemen.We kunnen enorm profiteren van de opgedane ervaring; de kennis moet behouden blijven." Stella van Zanten In de praktisch verlaten Schelphoek-haven werkt nog slechts een handjevol mensen. Uitvoerder J. M. Melaard vertrekt medio januari naar een ander werk. Echter niet iedereen heeft een andere haan kunnen vinden.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1984 | | pagina 19