„Als je burgemeester bent, dan heb je de mooiste baan in Nederland" 18 Wirti den Boer, Jan van Bommel en Jo Niemantsverdriet-Leenheer Ruim vijf jaar geleden vonden er in burgemeesterskringen op Schouwen-Duiveland nogal wat verschuivingen plaats. In drie van de zes gemeenten verscheen een nieuwe eerste burger. De diverse installaties, in zes weken tijd, betekenden voor alle drie hun debuut in de wereld van burgemeesters. Middenschouwen kreeg Wim den Boer, Duiveland Jan van Bommel en Westerschouwen mocht er prat op gaan de eerste vrouwelijke burgemeester in Zeeland in haar midden te hebben, Jo N iemantsverdriet- Leenheer. Eerst- en laatstgenoemde vervulden voor die tijd de funktie van wethouder in respektievelijk Zierikzee en Rozenburg en Van Bommel werkte als referendaris A op de afdeling financiën op het gemeentehuis in Dordrecht. ZIERIKZEE - Trots als een pauw loopt hij door het verböuwde deel van het gemeentehuis. De oude bureaus zijn vervangen door moderne, verstelbare werktafels met verrijdbare ladenkasten. Het beste van het beste, dat is duidelijk. Burgemeester Jan van Bommel (50) volgt de verbouwing op de voet. „Dat interesseert me enorm. Ik ben een bouwer van huis uit". In een vorige baan in Dordrecht hield hij zich bezig met woningbouw en stadsvernieuwing. Ook was hij tweede voorzitter van de Dordtse woningbouwvereniging Ons Huis. „Je stopt een werknemer tenslotte acht uur per dag in een hok, daar moet-ie 't wel naar zijn zin hebben". Zijn eigen werkkamer blijft onaangetast. „Nee, dat vind ik helemaal niet nodig, dat hierin wordt verbouwd", zegt hij resoluut, terwijl we vertoeven in het bescheiden zitje van zijn kamer. „Ik voel me hier prettig". In zijn werkruimte hangt inderdaad een rustige, warme sfeer. Misschien komt dat wel door de uitstraling, die Van Bommel heeft. Een sympathieke burgervader, die oog heeft voor „zijn" bewoners, gemoedelijk tracht de problemen op te lossen, maar, waarschuwt hij, beslist niet over zich laat lopen. „Ik populair? Dat zou ik niet weten. Dat moet je aan de mensen vragen", antwoordt hij bescheiden. Zijn enige vrouwelijke collega op Schouwen-Duiveland, Jo Niemantsverdriet-Leenheer (58) maakt een veel hardere indruk. Een dynamische tante, die er voor haar gemeente Westerschouwen uit wil halen wat erin zit. En dat kost kracht, moeite en veel tijd. Als ze tijdens een raadsvergadering meent dat ze het gelijk aan haar zijde heeft kan ze nog wel eens driftig reageren. Met enkele scherpe opmerkingen wijst ze de raadsleden terecht en gaat vervolgens over tot de orde van de dag. Dat levert meermalen wat gesputter op, met name van de fraktie van de Partij van de Arbeid, die het niet altijd eens is met het hanteren van de raadsreglementen. Als WD-vrouwe voelt zij echter geen politieke wrok tegen de oppositie. „Nee, dat zou ook niet kunnen, hè, ik ben er voor het algemeen belang, niet voor mijn eigen belang. Af en toe denk ik wel eens: Roos (fraktievoorzitter PvdA, SvZ), je hebt groot gelijk". De enige autochtone in het gezelschap is Wim den Boer (48). Middenschouwen was hem niet onbekend, vanwege zijn jarenlange ervaring in de raad van Zierikzee. Op 29-jarige leeftijd maakte hij zijn entree in de Zierikzeese raad, toen nog voor de Anti Revolutionairen, later opgegaan in het CDA. Na het fraktievoorzitterschap werd hij benoemd tot wethouder, een funktie, welke ook al door zijn vader en grootvader is bekleed. Kortom, de naam Den Boer klonk allang niet meer onbekend in Zierikzee. Hij zegt het burgemeesterschap niet bewust te hebben nagestreefd. „Nee, het wethouder zijn ging leuk en ik dacht, ach, ik ga het proberen. Besturen is altijd mijn hobby geweest, ik vond dat ik van mijn hobby mijn werk moest maken. En ik moet zeggen, ik heb er nog geen dag spijt van gehad. De gok was alleen een beetje dat ik uit een naburige gemeente kwam. De mensen in Middeschouwen kenden me, ik was toch die en die...." Bij Jan van Bommel lag dat heel anders. Pas één jaar voor zijn installatie tot burgemeester van Duiveland kwam hij voor het eerst in Zeeland. „Nee, deze provincie was voor mijn vrouw en mij nog nooit „im frage" geweest. In 1978 hebben we de vakantie in Zeeland doorgebracht en dat is iets geweldigs geweest, vooral het kontakt met de Zeeuwen. Dus toen ik hoorde dat Duiveland vacant zou worden heb ik het geprobeerd". Zelfs tot aan de dag van zijn benoeming had Van Bommel geen stap binnen de gemeente Duiveland gezet. „Pas daarna zijn mijn vrouw en ik hier voor het eerst geweest. Ik weet nog dat we met de wethouders in de auto rondreden om terrein te verkennen. Tben we thuiskwamen waren we nog niet veel verder. We reden maar van de ene kern in de ander en staken steeds de rijksweg over, ik begreep er niets van". Hij kan er nu om lachen. Jo Niemantsverdriet houdt van de natuur. Sinds de ontsluiting van de Brouwersdam kwam het gezin Niemantsverdriet (man, vrouw en één kind) vrij veel op Schou wen-Duiveland. „Dan gingen we een dagje naar het strand, we vonden het hier verschrikkelijk mooi". Ze komt nog steeds graag buiten, om van de fraaie omgeving in „haar" gemeente te genieten. Voordat we ons terugtrekken in haar ruime werkkamer met meer dan tien stoelen („die gebruik ik allemaal") heeft ze een uurtje gewandeld, met de hond. „Het was lekker weer en ik had er zin in. Ik wandel graag. Dat is gezond. Ik moet ook in conditie blijven. Ik heb een zittend beroep". Voor Den Boer betekende zijn benoeming tot burgemeester dat hij zijn agrarische bedrijf volledig moest laten vallen. Tijdens zijn wethouderschap zag hij zijn bedrijf hoe langer hoe meer achteruit gaan. Zijn lidmaatschap van het kollege slokte veel tijd op, tegen een minimale vergoeding. „Dat ging ten koste van mijn bedrijf. Als je er niet bent zie je het bedrijf achteruit hollen. Daarnaast vroeg mijn gezin ook veel aandacht. Het echtpaar Den Boer heeft vijf dochters en één zoon. „Sinds ik burgemeester ben, heb ik met mijn buurman een regeling getroffen voor het bedrijf. Het blijft wel mijn eigendom. Als mijn zoon, of eventueel een schoonzoon, straks in het bedrijf wil, dan kan dat. Ik vind dat ik die mogelijkheid voor hem open moet houden. Ik ben zelf nooit boer in hart en nieren geweest. Door familieomstandigheden ben ik in het bedrijf gerold". Hij bekent dat je als eerste burger van een gemeente wel het thuisfront moe moet hebben. Ik hol van het een naar het ander, het is een soort tweede natuur geworden. Ik probeer twee avonden per week thuis te zijn en dat lukt me tegenwoordig vrij aardig. Het is een druk bestaan ja. Het is de agenda achternalopen, hè", vertelt hij, terwijl hij onophoudelijk met zijn sigaar in de asbak speelt. Tijdens het gesprek laat hij zijn sigaar ook verscheidene malen uitgaan, om hem telkens weer aan te steken. Een verstokte sigarenroker dus. Boven zijn collegae had hij duidelijk het voordeel van Schou wen-Duiveland te komen. Den Boer: „Als wethouder had ik ook al zitting in diverse funkties, ik kende dus al vele instellingen en instanties. Veel regionaal werk, dat heeft die beginperiode wel vereenvoudigd ja. Ik ben gelijk in de stukken gedoken, je begint met je te oriënteren. Maar de materie is in wezen hetzelfde, je zit alleen op een andere stoel". Mevrouw Niemantsverdriet zegt een half jaar nodig te hebben gehad voordat ze goed was ingewerkt. „Je moet je oriënteren, waar zitten precies de problemen? Voor mij was dat ruimtelijke ordening. In al zijn facetten. Dat is het hele probleem waar we in deze gemeente mee zitten. Daarnaast kent Westerschouwen nog een heel andere problematiek: het toerisme. Hierdoor typeert zij Westerschouwen als geen normale gemeente. „Met 5100 inwoners zou je zeggen: je kan rustig indutten als burgemeester. Maar zo is het niet en trouwens, daar ben ik veel te dynamisch voor. De problematiek van het toerisme loopt het hele jaar door. het betreft niet alleen die zomermaanden. Ook in de winter moet er van alles worden geregeld voor dat hele drukke seizoen. Je moet er bijna voortdurend mee bezig zijn. Do werkdruk is daardoor veel groter dan bij een niot- toeristische gemeente met een vergelijkbaar inwonertal. Ik denk dat het dynamische er van me toch wel heeft aangetrokken. Je moet er voor je gemeente uithalen wat erin zit. Wc streven naar een verbetering van de kwaliteit van het produkt toerisme. We willen geen uitbreiding van het aantal bezoekers, wel een verlenging van het seizoen. We zijn wel toe aan een aantal voorzieningen in dit opzicht, zoals bijvoorbeeld slecht-weer- akkommodaties. O, ik realiseer me wel, dat er inwoners zijn, die vinden dat er al veel te lang veel te veel toeristen zijn en die helemaal niet staan te trappelen voor een verlenging van het seizoen, maar daar zullen we een oplossing voor moeten zoeken", aldus Jo Niemantsverdriet. Alle drie de burgemeesters voeren een gemeente aan met verscheidene kernen. Wat het besturen betreft maakt het Jan van Bommel niets uit. Hij vindt alleen dat het zo ontstellend veel geld kost. Zijn gemeente telt vier dorpshuizen en drie sportkomplexen. Gegevens, waarmee ook Niemantsverdriet en Den Boer te maken hebben. Van Bommel: „Maar goed, dat probleem ligt er nu eenmaal. Haat en nijd is er niet tussen de verschillende kernen, maar het blijven aparte dorpen. In elke kern is de sfeer heel anders. Je vraagt je weieens af: hoe komt dat? Belangrijkste is dat je als kollege ervoor zorgt dat de voorzieningen zo optimaal mogelijk zijn. Sinds de samenvoeging van de gemeenten heeft Duiveland veel gedaan aan het voorzieningenpeil. Al onze scholen zijn klaar voor het basisonderwijs, ook bouwkundig. Alleen Nieuwcrkcrk is niet helemaal gelukt. Grote problemen? Nee, die hebben we eigenlijk niet", zegt hij bedachtzaam na een kort moment van stilte. „Ik ben een zeer tevreden mens. De openbare voorzieningen zijn goed, alleen zou ik nog graag een PTT gebouwtje willen in Sirjansland. Maar dat krijg ik met geen mogelijkheid voor elkaar. Dat zit me dwars. We gaan het nu maar hogerop zoeken", lacht hij. Kontakt met de bevolking staat hoog in zijn vaandel geschreven. Dat vindt hij heel belangrijk. Hij zoekt het ook op, zegt hij. Zijn werkkamer ligt aan de straatzijde. Dat wil hij zo houden. „Dat vind ik prettig. Vanachter mijn bureau zwaai ik dan naar de mensen die voorbijkomen". Van Bommel staat bekend als een vrolijk persoon. „Dat is een familietrek. Vrolijkheid en blijdschap is belangrijk. Niet dat je alles met een mop hoeft af te doen, maar tochAls je van nature de zaak van de zonzijde ziet, dan helpt je dat wat. Bij bepaalde problemen moet je wel eens hopen dat je een beetje geluk hebt. Onze raadsvergadering is niet altijd een ernstige zaak. Je moet af en toe een grapje kunnen maken. Wij hebben een heel fijn team, de persoonlijke verhoudingen zijn goed. We vertrouwen elkaar. Er heerst binnen de raad nooit wantrouwen ten opzichte van het kollege. We zijn het wel eens niet met elkaar eens, maar dat is wat anders. Wij vormen als kollege min of meer een vriendenklub. We komen bij elkaar over de vloer en we tutoyeren elkaar ook. Dat is iets, dat ik vrij vlug heb ingesteld. Ik ben vrij makkelijk in de omgang met mensen. In Dordrecht hadden we vaak gevechten met het mes op tafel. Dat komt hier niet voor, maar je moet niet vergeten, de problemen lagen daar anders". Wim den Boer houdt bewust geen vast spreekuur voor de inwoners van Middenschouwen. „De mensen, die me willen spreken kunnen een afspraak maken en dan moet ik er ook zijn. Het is voor de mensen- vaak al prettig als ze hun verhaal kwijt kunnen, ik geloof niet dat ze verwachten dat je direkt met oplossingen aankomt. Mevrouw Niemantsverdriet vindt de kontakten met de bevolking in Westerschouwen een pluspunt in haar werk. In Rozenburg, waar ze twee perioden wethouder is geweest, was dat veel minder. „Hoeveel uur ik per week maak? Dat weet ik niet", zegt ze na een korte stilte. „Dan zou ik eens even in mijn agenda moeten kijken. Dat soort dingen hou ik niet zo bij". Ook haar collega's hebben er geen idee van. Na rijp beraad kwamen we erachter dat ze samen ruim tweehonderd uur per week maken. Is dat niet te zwaar? Den Boer meent van niet. Van Bommel vindt dat zijn dienende funktie soms wel erg ver gaat. „Er blijft weinig tijd voor jezelf over. Je hebt vaak mensen, die overdag niet kunnen". Zoveel beslaglegging op zijn tijd vindt hij geen bezwaar. Luchtigjes merkt hij op: „Je moet niet dramatisch doen. Ik ben het gewend. Je hebt het toch zelf gekozen? Het is helemaal niet meer de erebaan, dié het vroeger was. Je moet nu gewoon werken". Niemantsverdriet ten slotte: „Ik doe mijn werk met plezier, ik vind het niet te zwaar. Ik zie er toch nog goed uit", grapt ze. Jo Niemantsverdriet wist waar ze aan begon. „Na twee perioden wethou der zijn komt er een tijd dat je voor jezelf kiest. Of ermee stoppen of wat anders uitzoeken. Ik kom uit de scheepvaart wereld en was lid van de WD. Ik zou in de raad van Rozenburg komen. De voorzitter van de WD vroeg me of ik geen wethouder wilde worden. Ik had een dag om erover na te denken. Dat is erg weinig. Ik zei: ik weet helemaal niet wat het inhoudt. De voorzitter antwoordde: daar kom je vanzelf achter. Ik was niet bang om onderuit te gaan, misschien scheelde dat. Het is ook niet gebeurd. Het wethouderschap kon ik best regelen met het gezinsleven, het heeft geen moeilijkheden opgeleverd. Een huisvrouw moet ook organiseren. Wie niet organiseert maakt er een janboel van. Ik ben ook huisvrouw en moeder geweest, hoor". Sinds begin dit jaar is haar man gepensioneerd. Dat maakt het huishouden wel lichter. De kleine boodschapjes door de week worden meestal door hem gedaan. Zaterdags winkelen ze samen. „Meestel koken we met z'n tweeën. Als ik laat ben heeft hij het eten al klaar, dat is enorm", komplimenteert ze haar man. Den Boer staat aan het hoofd van de kleinste gemeente op Schou wen-Duiveland. De vier kernen samen hebben bijna 2500 inwoners. „Het is overzichtelijk. De raad verdiept zich toch behoorlijk in de zaken. De raadsleden maken er veel werk van. Toen ik hier pas kwam werd er te globaal over bepaalde zaken heengegaan. Ik laat de raad nu wel de ruimte om te praten, soms tot in derde instantie toe. Tben ik hier pas was, ging dat wel anders". Ook Van Bommel (CDA) vindt het belangrijk dat de raadsleden kunnen zeggen wat ze op het hart hebben. „Alleen als ze door elkaar heen gaan praten, dan hamer ik af, want daar kan ik absoluut niet tegen". Jan van Bommel vindt dat hij een schitterende baan heeft. „In mijn vorige banen heb ik het burgemeesterschap van nabij meegemaakt. Na vijf jaar kan ik wel zeggen dat het helemaal is geworden wat ik ervan had verwacht. Wat ik er dan van verwacht had? O, dat is moeilijk, heel moeilijk," stelt hij zuchtend vast. Na een stilte: „Ik denk een stukje van de dorpsgemeenschap zijn en ook, leiding geven aan het apparaat. De mensen proberen aan mijn kant te krijgen. Met goede argumenten aankomen en trachten anderen te overtuigen, van mijn mening. Dan geniet ik. Als het niet lukt, zoals ik wil, dan heb ik er even de smoor in, maar niet lang. Als ik thuiskom praat ik het uit met mijn vrouw en dat is het zo over, maar ze moet wel heel wat aanhoren". Achter het bureau van Wim den Boer hangt een plaat van een kalender. De foto toont de raadszaal van Zierikzee, waarin hij zelf vele jaren heeft doorgebracht. „Sentiment? Nee hoor, absoluut niet. Ik vind het gewoon een mooie foto. Ach ja, daar ben ik begonnen", zegt hij na een grondige besturing van de foto toch een tikje weemoedig, of lijkt dat maar zo. Ferm voegt hij eraan toe: „De mensen in Zierikzee vragen me wel eens of ik er geen spijt van heb dat ik uit Zierikzee ben vertrokken, Dan zeg ik: nee hoor", en hij lacht breed. „Ik heb er nog geen dag spijt van gehad". Dat geldt ook voor mevrouw Niemantsverdriet. „Ik heb altijd in een mannenwereld gezeten. Dat ik de eerste vrouwelijke burgemeester was in Zeeland heeft geen speciale indruk op mij gemaakt. Op de mannen ook niet? Nou dat geloof ik niet. Sommigen hebben er wel aan moeten wennen, maar er zijn nooit problemen geweest. Ik heb er ook niet van geprofiteerd. Je moet je vrouw - zijn niet uitbuiten. Zeker niet als we gelijkwaardig willen zijn aan de man en dat willen we toch?" Even kijkt ze alsof ze een bevestiging verwacht, maar haar begeleidende gebaren wuiven die indruk vlot weg. „Het is mooi en fijn hier. Wat zal ik nog meer willen? Ik ben echt een natuurmens. Eén dag per jaar gaan we naar de stad, maar ik ben altijd blij als we weer terug zijn". Van Bommel ziet er altijd keurig verzorgd uit. Hij vindt het leuk dat te horen. „Ja, dat is een karaktertrek, ik heb tijdens mijn werk nog nooit een spijkerbroek aan gehad. Maar je moet mijn kleding zien als ik op een zaterdag aan onze motorboot werk", lacht hij voluit. „De burgemeester is de representant van de gemeente, dan hoor je er netjes uit te zien. En zeker als je de mooiste baan van Nederland vervult". Tfekst: Stella van Zanten Foto: Johan D.C. Berrevoets Wim den Boer, Jo Niemantsverdriet-Leenheer en Jan van Bommel poseren in de tuin van het gemeentehuis van Westerschouwen voor de fotograaf. Maakt mij niet uit waar", had Van Bommel gezegd, „als ik maar niet onder het gemeentewapen van Westerschouwen hoef", grapte hij.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1984 | | pagina 18