MIJN VADER WAS EEN HELD! WAS MIJN VADER EEN HELD? 5 ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag: 11 december 1984 Nr. 23642 Stilstaan bij de gebeurtenissen van precies veertig jaar geleden. Kransen werden gelegd namens de provincie Zee land, de gemeenten WesterschouwenZierikzee en Brouwershaven, namens de Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland, namens de Oranjevereniging Juliana" te Renesse en door de Engelsen Bernard Black en Philip Hudson, twee inzittenden van de hang-gliders die in september 1944 een noodlanding maakten op Schou- wen-Duiv eland. RENESSE - Mario Jonker werd geboren op 11 januari 1945 in Haamstede. Ruim een maand nadat zijn vader, Leendert Marie Jonker, door de Duitse bezetters samen met negen andere mannen uit het het verzet in de Slot- laan van het kasteel Moermond werd opgehangen. Dat verhaal is bekend. Maar wat niet zo bekend is, is de strijd, die Mario heeft gevoerd met en tegen het feit dat hij door die barbaarse handeling op 10 december 1944 nooit zijn vader heeft gekend. Tijdens de herdenkingsdienst op maandag 10 decem ber 1984 in de Nederlands Hervormde Kerk van Renesse, hield Mario een toespraak tot de aanwezigen, waarin hij iets probeerde over te brengen van zijn strijd; een beetje begrip te kweken voor en een beetje inzicht in die enor me problemen, waarmee veel „mensen van de tweede ge neratie" als nakomeling van in die oorlogsdagen omge komen ouder(s) nog steeds te kampen hebben. Om aan de inhoud van zijn verhaal niets te kort te doen volgt hier onder zijn toespraak, onverkort. 't Is een zeer bijzondere belevenis om hier te staan: hier in mijn geboortestreek, in deze kerk, met mijn moeder, broers, zus, andere familie, vrouw, vrienden.... en ook oud-dorpsgenoten, Zeeuwen, anderen.... om te gedenken.... Hier sta ik dan, Mario Jonker, zoon van Leendert Marie Jonker, één van „de tien van Renesse"..... precies 40 jaar geleden was ik nog ongeboren... precies 40 jaar geleden vond een gebeurtenis plaats die we nu gedenken... die ons allen geschokt heeft... die mij tot op de huidige dag zodanig beïnvloed heeft, dat ik geworden ben wie ik nu ben... Vorig jaar, om precies te zijn 11 november '83, werd mijn vader - posthuum - het verzetsherdenkingskruis uitgereikt. Wat dat in mij losmaakte wil ik hier opnieuw vertellen; aan het slot heb ik een stukje toegevoegd, omdat we per slot van rekening alweer een jaar verder zijn... het leven gaat verder! Ik ben nu 39 jaar, een maand voordat ik werd geboren, werd mijn vader om het leven gebracht; ik ben er dus één van de tweede generatie; er wordt gezegd ,,jij hebt de oorlog niet meegemaakt, daar was je nog te jong voor"... Ik denk dat iemand die dat zegt, niet goed beseft wat ie zegt; ik begrijp het wel, feitelijk klopt die uitspraak ook wel, maar ze is in de kern onwaar... Ik wil dat proberen uit te leggen. De aanleiding voor mij was een gesprek met iemand die naar aanleiding van de uitreiking van de verzetsherdenkingskruizen vragen aan de orde stelde als „Is dat nu nog nodig? Wat doen ze nabestaanden aan? Doen die mensen van het comité dat niet voor de eigen eer?" Ik merkte toen dat ik met dezelfde vragen worstelde... maar door die vragen heen golfde een sterke emotie als antwoord, een antwoord na 39 jaar... Namens de Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland legden de heren C. Kloet en L. A. Verdoom een krans bij het monument. Zij behoorden destijds bij de verzetsgroep van de tien omgekomen verzetsstrij ders. Deze uiteenzetting is dus in de eerste plaats een antwoord aan mezelf, maar het is me veel waard die ook hier te geven... als het ergens begrepen kan worden is het hier en nü... Uitreiking van het verzetskruis aan mijn vader is voor mij de bevestiging door anderen van wat hij was en is, óók voor mij, en ook is ze voor mij de afsluiting van een fase van zoeken naar mijn eigen identiteit: dat zoeken was nodig omdat ik me niet kon identificeren met een vader, er was alleen leegte... Mijn leven - en dat van mijn moeder, broers en zus, maar ik spreek over mezelf, omdat ik alleen over eigen ervaringen beschik - mijn leven is bepaald door de dood van mijn vader. Zoals ik als kind heel duidelijk de aanwezigheid van mijn moeder voelde, zo voelde ik ook vager maar onmiskenbaar de afwezigheid van mijn vader. Er werd niet of nauwelijks over hem en zijn dood gesproken, terwijl ik leefde in een familie waar het gebeuren als een wond, en in een omgeving waar het als een schokkende slag bekend was; er werd op een bepaalde manier gekeken, en als erover gesproken werd, viel er een stilte... praten erover was een taboe, je zou iemand pijn kunnen doen. Alleen rond z'n verjaardag, rond zijn sterfdag 10 december en rond 5 mei werd er in het begin iets, en later meer verteld... Zo groeide uit die verhalen mijn vader in mij: mijn vader was een held, net als bij kinderen die wél een vader hebben... en ik identificeerde me met die held, net als andere kinderen met vaders doen... maar dan anders... ik droeg zelfs zijn namen, maar dan omgekeerd Marie Leendert... net als sommige andere zonen van vaders... maar anders... ik droeg zijn namen, maar 'k wist toen nog niet wat daarvan de betekenis, de lading was... mijn vader was een held, en iets van die held straalde op mij af... ik was bijzonder... ik was anders. Een tweede fase - ik was nu in de puberteit/adolescentie - bestond uit twijfel: was mijn vader wel zo'n held? waar was het eigenlijk allemaal voor nodig geweest...? de wereld was nog vol vcan oorlog... wat is de zin van oorlog? waarom ging m'n vader eigenlijk in het verzet? wat betekent het om aan een kant te staan? Al met al had hij ons, mij, in de steek gelaten...! Maar ja, hij móest wel held zijn, iedereen zei het immers en dan is zo'n verwijt toch lasterlijk?!... en dus de pest eraan hebben, dat hij er niet was, mocht niet! En ik dan? ...ik zag hoe de meeste jongens waar ik mee speelde of mee optrok wel een vader hadden, en daar van alles mee deden: voetballen, aanwijzingen krijgen, bekvechten, grote mond geven... En ik dan?... Och, ik wist toch niet wat ik miste?! en ik dacht erover na... profileerde mezelf rond mijn twijfel, en rond de leegte... worstelde met de aanwezigheid van de afwezigheid van mijn vader... zag vaak het nadeel ook van een vader te hebben! als een vriend een pa*k op de broek kreeg of zo... en ik voelde me als andere zonen in de puberteit of adolescentie, maar dan anders. Een derde fase, 33 jaar was ik... mijn leven liep kapot, mijn darmen gingen er aan... de dokter: ,,ja dit syndroom... je moeder heeft je zeker teveel verwend, of was ze dominant?" ,,nou nee, tja, kijk, ze moest wel weet u..., zó en zó" - en ik vertelde hoe de vork in de steel zat - „juist ja, zo-zo, hm, hm"... Ik kon er niet omheen: het gat moest opgevuld... als vader was ik zelf inmiddels ook mislukt in mijn eerste huwelijk, althans dat was mijn gevoel. Ik ben op zoek gegaan naar mijn vader, heb me in eerste instantie een beeld gevormd middels interviews op de cassette-recorder met familieleden, vrienden van hem, mijn moeder. Zo kreeg ik een waarachtiger beeld van hem: een mens die het moeilijk had met zichzelf, een mens gedreven door gerechtigheid, een diepvoelend mens een mens die voor de keus kwam te staan: gezin of verzet... en hij koos... hij had geen keus... hij zag hoe de zaken op zijn weg kwamen en hij ging ze niet uit de weg, hij dééd... het heeft hem veel strijd gekost... èn het heeft hem zijn leven gekost en hij wist het... die moeite, die strijd, die diepgang herken ik, ken ik van mezelf. Daarin ontmoette ik mijn vader, ik kon met hem in gesprek komen... - hoe gek dat misschien ook klinkt - ik heb het met hem uitgevochten, ik heb mijn verwijt gegeven „je hebt me in de steek gelaten" en zijn antwoord was „wat heb jij met je eigen kinderen gedaan door bij hen weg te gaan?" en ik begreep ik begreep dat een mens zijn weg moet gaan... en ik heb sindsdien nog een levendig contact mot mijn vader. mijn vader als vriend... net zoals een óndore zoon mot zijn vader, maar dan «anders. Hoe gek het ook klinkt: ik dank mijn leven, m'n drang naar gerechtigheid, mijn diepgang, mijn namen aan hém... zijn afwezigheid heeft me mijn ontdekkingstocht opgeleverd, mijn historie en mijn ontwikkeling... ik dank je vader... ik dank je dat ik je fakkel mag verder dragen... ik heb vaak wèl het gevoel dat daarmee ren enorme lading, een zware verantwoordelijkheid op m'n schouders gelegd is, maar goed. ik heb er zo'n De belangstelling voorde herdenkingsdienst was enorm. De Nederlands Her vormde Kerk te Renesse was tot de laatste plaats bezet. Namens de gemeente Westerschouwen werd een krans gelegd door burge meester J. L. Niemantsverdriet-Leenheer. kleine 40 jaar over mogen doen om die verantwoordelijkheid in te zien en om die volledig te leren dragen... Bovendien ben ik niet alleen: er is een hele tweede generatie kinderen van in en na de oorlog die nu volwassen is en de verantwoordelijkheid heeft de levenstaak voort te zetten, ieder op zijn of haar manier. De verantwoordelijkheid van de tweede generatie is niet voorbij hun verleden te gaan, ook al is dat verleden nog zo pijnlijk... als je een onvoltooid verleden mee moet zeulen ben je niet vrij... We hebben geen keus dan door de pijn heen te gaan als die pijn van tóen nog steeds de pijn van nu is... Daarom zeg ik: ik dank je en ik wil jou herdenken vader en in jou die anderen, allemaal... ik wens WEL dat het leven hier verder gaat, dat het leven doorgaat via de aarde waarop ik leef..., en m'n kinderen... en hoe meer mensen dat willen hoe meer dal ook zeker zal gebeuren. Dat is Jezus, Ghandi en Martin Luthur King, cn noem ze allemaal maar op. alle voorgangers voor vrede, maar ook mijn vader, niet tevergeefs gestorven... en dan heeft elk méns niet tevergeefs geleefd... kijk. cn dan kan ik me los maken en afscheid nemen van je vader cn is er bevrijding voor mij. al is dat 40 jaar na de oorlog... MARIO

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1984 | | pagina 5