een duik in het
landbouwverleden...
SIERIKZEESCHE NIEUWSBODE VrijiaB ai au8ustus im Nr. 23581
5
SCHOUWEN-DUIVELAND - Juist in deze tijd, nu de
landbouwers met groot machtsvertoon bezig zijn de
oogst van 1984 binnen te halen met steeds groter worden
de machines, is het misschien wei eens zinvol om een
blik in het landbouwverleden te werpen. De landbouw
van zo'n honderd jaar geleden. De Nieuwsbode werd
daartoe in staat gesteld via een op opmerkelijke wijze
bewaard gebleven boekhouding van de familie Koop
man, die een boederij bezat (nu nog trouwens) genaamd
„Bouwlust", Gouweveer in Nieuwerkerk. De eerste
Koopman begon in 1853 op „Bouwlust", gevolgd door
nog vier geslachten. Op zich niet zo bijzonder, ware het
niet dat een bijna volledige boekhouding uit die tijd be
waard bleef. En dat was voor die tijd een uitzondering.
Boeren hielden geen boeken bij, maar Jan Koopman
deed dat wèl. Job Koopman die nu in Burgh woont en de
voorlaatste generatie is die op „Bouwlust" het dagelijks
brood verdiende, had daar wel belangstelling voor en be
waarde de oude geschriften.
i Eind '52 begin '53 beschikte hij over een kub boekhouding van „Bouw-
just". Via relaties bestond daarvoor belangstelling van de zijde van de Land-
uw Hogeschool in Wageningen: een toenmalige professor zag er wel wat in
»m één van z'n studenten een scriptie te laten maken van de geschiedenis van
Bouwlust". Op 2 februari 1953 zou die student in de boeken komen neuzen en
ijken hoe hij de beschikbare informatie zou kunnen verwerken. Job Koop*
ïan zegde toe de boel eerst wat te ordenen en stelde uit de rijsterbrij papieren
en handzaam geschrift samen dat zou gaan dienen als „wegwijzer".
Maar inmiddels weet elke Neder-
inder wat er in de rampnacht ge-
eurde van 1 februari '53. Ook de
ub papieren van de Koopmannen
erdween in de golven en is nooit
eer teruggevonden. Het proef-
:hrift ging derhalve niet door. Het
[tvoerige uittreksel van Jop Koop-
ian verdween eveneens in het ver
pestende water, maar kon gelukkig
or de samensteller op tijd worden
I red. Na drogen en herschrijven is
II dit geschrift dat Koopman de re-
ktie ter hand stelde, nog aange-
\ld met herinneringen. Een blik in
h verleden, tegenover de voor-
t: irijdende mechanisatie van he-
di.
Voorspoed en crisis
let proefschrift dat dus nooit werd
g ;chreven zou een periode van hon-
c -d jaar moeten beslaan: van 1853
1953. Een periode waarin veel is
randerd en verbeterd, mogelijk
c k veel verloren is gegaan dat
p ard was om bewaard te blijven.
1 n periode waarin voorspoed en cri-
elkaar afwisselden. Van die alle-
r ?rste jaren is weinig bekend, maar
11 waren ongetwijfeld zeer goede ja-
2 i. Jan Koopman kwam bijna zon-
r kapitaal op de boerderij en zag
Een inventarislijst uit 1905 ver
meldt onder meer het volgende: 4
boerenwagens, 1 rolkar, 1 afinaak-
ploeg, 1 moorploeg, 2 3p.wielploegen
en 2 2p.wielploegen, 3 slepers, 1 ket-
tingegge, 1 zig-zag egge, 1 wiedma-
chine(halve maan), 1 3p. rosmolen, 1
hakselmachine, 1 moesmaker, 2 ze
ven, 1 halfmud, 1 maat 1/5 hl, 1 ba
scule met gewichten, 2 kiemmanden,
zakken, klein gereedschap, ruiters en
telhouten.
In het bouwboek van 1903 de vol
gende gegevens van zaaidata: bieten
op 14 april en op 4, 5, 6, 11, 12, 15 en 17
mei, terwijl op 18 mei het perceel van
14 april werd overgezaaid. Gerst op
14 maart, erwten op 17 maart, haver
op 15 april. In dit jaar is de opper
vlakte honderacht gemeten bouw
land en zesenveertig gemeten suiker
bieten. Opbrengst suikerbieten:
645.209 kg ten bedrage van 6.302,16.
Veestapel
Nog een paar cijfers, nu over de
veestapel van 1899. Er waren paar
den op het bedrijf met een gezamen
lijk boekwaarde van 2500,-, 9 koei
en 1450,-, 8 2j ossen 725,-, 9 1 j. os
sen 500,-, 8 kalveren 300,-, 9 mest-
beesten 1425,- en een kudde scha-
ve volgens kans om al zijn kinderen
op :en eigen boerderij te plaatsen. De
ja ?n 1853-1880 waren de beste jaren
vc»r de boerenstand.
lest was van beslissende beteke
nis, en er werd dan ook flinke veesta
pel gehouden. Behalve een stal melk
koeien werd er nog vee gemest en
was er een kudde schapen die ook
voor aanzienlijke hoeveelheid mest
worgden. Verder werd er stadsvuil ge-
iruikt en in grot mate heer.
Naast boer was Job Koopman ook
eehandelaar en verkocht tevens eie-
en in Rotterdam. Het land was nog
iet gedraineerd: de polder lag nog
ol met kreken en sloten zoals dat in
628 was uitgegeven. „Bouwlust"
ad toen veertig HA bouwland in ge-
ruik.
Primitief
Na 1880 volgden de slechte jaren,
aarin weinig verbeteringen werden
ingebracht in het boerenbedrijf. In
193 kwam na Cornelis Koopman
885-1893 op „Bouwlust") zoon Cor-
elis de derde Koopman de leiding
vernemen van het bedrijf, na een
roegtijdig overlijden van zijn va-
sr. Cornelis was 19-jaar jong en be-
jn met weinig kapitaal en een pri-
litieve inspan. In die tijd werd met
is boeren van elk ruim honderd ge-
leten één zaaimachine gebruikt^
etzelfde gebeurde met één maaima-
nine.
pen van 2100,-. Samen vertegen
woordigde de veestapel toen een
waarde van 9.000,-. Ter vergelij
king de veestapel in 1950: 2 paarden
1728,-), 2 koeien 1600,-) en 12 kal
veren en jong vee 4930,-). Samen
8.258,-. De schapen zijn verdwenen
zoals men v/el merkt!
Dorschkast
In 1911 deed de zelfbinder zijn en
tree op het bedrijf. Een zware Engel
se „dorschkast met locomobiel en
zelfbinder" hield het vijftien jaar vol
en deed ook loonwerk bij ander»» bot*
ren in de omgeving. In 1915 werd een
wentelploeg aangeschaft maar di
werd direkt weer ingeruild voor een
wielploeg omdat het personeel er
niet mee wilde werken...
Het duurde tot 1.924 voor er weer
wentelploegen in gebruik kwamen
en toen wèl werden geakseptcerd
door het personeel. Vanaf 1910 werd
een aardappelrooier geleend en pas
in 1924 zelf aangeschaft. In de eerste
jaren werd het apparaat alleen onder
zeer gunstige weersomstandigheden
gebruikt, na 1921 werd er echter niet
meer met de hand gerooid.
Met praktisch geen aankoop meer
na 1922 werd uit eigen fok een geheel
volbloed en T.B.C.-vrije veestapel
opgezet, met een hoge molkproduk
tic en matig tot laag vetgehaltt De
melk werd bijna geheel voor kon-
sumptie via een slijter in Zierikzee
verkocht, ongeveer 100.000 liter per
jaar.
Opbrengsten
De inundatie van '44 maakte het
noodzakelijk dat er veel graan werd
verbouwd met als gevolg de aan
schaaf van een combine en tractor
binder. Koeien werden na 1945 niet
meer gekocht. In 1948 werden de
schapen afgeschaft en de dijken ver
pacht. Nog.wat opbrengsten rond de
eeuwwisseling: 1898 92 hl winter-
gerst - 409.-, 74 hl erwten - 555,-, 23
gem. suikerbieten 3444.36. 1899: 2lh
gem vlas verhuurd 237,50, 7 gem.
erwten - 693,20, 36 gem. 182 r sui
kerbieten 7133,15 en 3 gem. 255
r.wintergerst 416,-. In de jaren 1913
en 1914 werden de volgende prijzen
gemaakt: vlas pergemet 125,-, win-
tergerst per kg 91ct, gelezen schok
kers per kg 18'. ct. tarwe per 75 kg
8,50, erwten per hl 10,-, haver per
hl 4.50. eigenheimers per hl 1,05,
suikerbieten per ton 13,75, biggen
per sun.-14,-, vette varkens per
pond 28 ctwol per kg 75 ct en zwarte
bessen per kg 25 ct.
De post arbeidsloon is ook wel om
die tegenover 19-nu af te zetten. Een
paar voorbeelden: 1895 (alles totaal
per jaar) 3580, 1900 3877,94 1910
4615,03, 1921 13.507,-, 1930
10.473,64, 1950 33.383,13, nu aan
gevuld met sociale lasten. Daarvóór
werden geen lasten betaald, althans
dit is niet terug te vinden in de boe
ken.
Rekening Smit in 1901 210,65, de
wagenmaker verdiende op dit be
drijf 128,59, de veearts 42,85 en
voor maaien met bediening werd
18,75 betaald in dat jaar. De scha
pen leverden met z'n 111 stuks 1308
pond wol in 1898. De kippen legden
in dat jaar totaal 10.528 eieren.
Wolproduktie
Na het jaar 1920 werd op „Bouw
lust" doelbewust begonnen met de
fbk van Tesselaars (schapen). De wol
kwaliteit ging met sprongen vooruit,
maar men had te kampen met de
zwoegerziekte. In het begin bleef de
wolproduktie op peil, maar na vijf
tien jaar daalde de opbrengst aan
zienlijk. De grootse fout die men
maakte was. dat bij de veredeling
van de kudde steeds minder aan bij
voeding in de winter werd gedaan.
De prijzen van schapen daalde dan
ook aanzienlijk in die jaren. De oor:
log bracht daar verbetering in. Als
liefhebberij werd op het bedrijf veel
gedaan aan de kippenfokkerij. Ook
waren er steeds eenden, ganzen, pau
wen en andere vogels gehouden,
maar die brachten niet veel in het
laatje. Ook de opbrengst van tulpen,
narcissen en gladiolen was niet om
over naar huis te schrijven en de teelt
werd derhalve gestaakt, evenals de
teelt van aardbeien, witlof en wijn
peen.
Koopdag
Buiten ol de (Interessante) cijfers
wordt in he' geschrift ook vermeld
hoe de familie Koopman op „Bouw
lust" kwam. Jan Koopman was een
kleine landbouwer te St. Maartens
dijk. had een paard nodig en bezocht
dc koopdog bij C v.d. Bout op de
boerderij in het Gouweveer in 1853.
Of er al dan niet een paard werd ge-
wel dat het slecht weer was en Jan
Koopman niet naar huis kon 's
avonds.
In een hotel in Zierikzee raakte hij
in gesprek met een rentmeester uit
Antwerpen, die zou trachten om de
boerderij te kopen, die de volgende
dag onder de hamer kwam. Koop
man bood zijn diensten aan en kocht
in opdracht van dc rentmeester
„Bouwlust" en kreeg dc kans die te
pachten, niet financiële hulp van een
familielid. De pachtprijs was 12,-
per gemet, de hofstede groot 60 ha, 49
are en 50 ca. Na 1916 wordt er geen
pacht meer in de boeken verant
woord.
Omstreeks deze tijd werd de boer
derij te koop aangeboden, maar de
verkoopopdracht werd weer onge
daan gemaakt. De rentmeester zelf
bleek er niet van af te weten. In 1921
(twee jaar nadat de eigenaar was
overleden) werd de familie Koopman
in de gelegenheid gesteld de boerde
rij te kopen, tegen 200,- per ha. Job
Koopman, geboren in 1898, kwam in
1923 op de boerderij, huwde in dat
jaar ook met P. C. Dalebout, kreeg
vijf kinderen van wie de jongste (Jan
Willem) nu het beheer over „Bouw
lust" heeft.
Advocaat met
pannekoeken
Er viel ook nog weieens wat te la
chen in die tijd, nu als „Goede ouwe
tijd" bestempeld. Jan Koopman, Van
Euren en Bevelander kwamen een
keer van een vergadering met een
„napraatje" in de namiddag thuis.
Er was een stevig glaasje gedronken
en Van Euren was er slecht aan toen
hij werd door zijn buren netjes thuis
afgeleverd. Eenmaal binnen leek
hem het beste om maar meteen ach
ter de bedstede-gordijntjes te ver
dwijnen. De vrouw des huizes was el
ders aan het werk, dus dat kon onge
zien. Maar vrouw Van Euren had zo
juist een mand met eieren in de beste
de gezet, gereed voor de eier-ophaler.
De mand werd Van Euren noodlottig:
hij belandde in de eieroogst van een
hele week. Koopman en Bevelander
hadden nog stiekum door het raam
gelceken om te zien hoe het met buur
man en zijn vrouw afliep en waren
derhalve getuige van het eierstruif-
bad. De volgende dag moest er na
tuurlijk een bezoek gebracht wor
den: „We dachten kom, we gaan eens
buurten, want we verwachten wel
dat het hier goed is vandaag. We
lusten wel een advokaatje met pan-
nekoek..." en dat klopte dan ook: er
was van beiden meer dan genoeg!
Vrijpartij
Eén van de Koopmannen (Marien)
was eertijds kanthooi aan het wen
den aan welk werk ook een paar
meisjes mee deden. Een vrijerijtje
lag der derhalve voor de hand, op de
hoek in een greppel. Hij werd hierbij
betrapt door het tweede meisje en
was vervolgens bang dat dit zou wor
den doorverteld. Een vrijpartij in het
hooi was wel aanlokkelijk, maar on
geoorloofd. Marien wist hier wel
raad op door te zorgen dat hij aan het
einde van de volgende greppel tege
lijk was met het tweede meisje dat
hem betrapt had, en....herhaalde zijn
vrijage gewoon. Kans op uitlekken
was hierbij uitgesloten!
Grote foto boven: Bouwlustaan
het Gouweveer, waar nu de vijfde
generatie Koopman het
boerenbedrijf uitoefent. Foto links:
Job Kooman in zijn weelderige tuin
in Burgh, vóór zijn bloemenkas.
Déze Koopman wist de geschiedenis
voor het nageslacht te bewaren. De
drie foto's midden: Ganzen van een
kinderboerderij, die Job Koopman
in Burgh gehad heeft na zijn
werkzaam boerenleven. In het
midden een herinnering aan die erg
natte-nazomer toen de oogst met de
hand gerooid moest worden. Onder
en hierboven nog twee foto's van de
kinderboerderij in Burgh