MARKTMEESTER
daar komt de kolonel
4
Bij de foto's
Bovenaan de pagina links
Leen Wandel in volle glorie
met bijbehorende pet en rechts
genietend van een heerlijk
kopje koffie tijdens een rust
periode. Op de grote foto de
gaande en de komende markt
meester: Leen Wandel en Gert
Verboom. Onderop links Leen
Wandel temidden van een aan
tal mini-'zwartwerkers' en
rechts met het presentieboek
bij een van de handelaren.
jij ook niet aan de slag kunnen, dus
ben maar blij, dat ik zo nodig van
mijn rust wil gaan genieten", schet
tert Wandel er direkt overheen.
Nog terwijl de laatste hand gelegd
wordt aan het opruimen van de jaar
markt rijden de eerste vrachtwagens
alweer de Kromme Reke op. „Verdo
rie, wat zijn die vroeg", moppert
Wandel binnensmonds. „De kermis
begint maandag pas en dan zijn ze no
ta bene woensdagmiddag al hier,
maar ik kan het me wel indenken,
want ze willen allemaal het beste
plaatsje hebben om hun tijdelijke ba
sis op te slaan". Wandel stapt naar de
eersteling toe om hem naar zijn
plaats te sturen, want hoe vroeg ze
ook komen, de standplaats staat
reeds vooraf vast. Als een heuse ko
lonel dirigeert de marktmeester de
vrachtknots naar de plaats om even
later weer verder te gaan met de
laatste restanten van de markt. „Dat
worden lange dagen tot na de kermis.
Deze jongen moet er voor zorgen, dat
alles goed verloopt, maar daar draai
ik mijn hand niet voor om. Ik kan al
les nu ondertussen wel dromen en bo
vendien zijn de kermisklanten ver
schrikkelijk meegaand. Daar heb je
geen problemen mee. Waren alle
mensen maar zo gemakkelijk".
Aftellen
Pas zondagnacht komen de laatste
kermisexploitanten in Renesse aan.
„Die komen van Vlissingen vandaan,
want daar is sinds dit jaar voor het
eerst ook op zondag kermis, zodat ze
vreselijk moeten haasten met afbre
ken en opbouwen. „Dat is voor die
mannen geen enkel probleem, want
die hoef je niet te leren werken".
Bij de openstelling van de Renesser
kermis blijkt alles traditioneel weer
in kannen en kruiken te zijn. „Dat
hebben we weer geklaard. Nou nog
een paar markten en dan gaat deze
jongen op vakantie. Als ik terug kom
kan ik gaan aftellen, waarna het tijd
perk Wandel voorbij is. Ik zal het
misschien in het begin wel een beetje
missen, maar ze zullen me nog vaak
genoeg zien op de markt, ook al heb
ik dan dit pakje niet meer aan...",
besluit Wandel, terwijl hij een tevre
den blik werpt op de krioelende me
nigte.
Tekst: Peter Wijnen
Foto's: Joh. D. C. Berrevoets
Zwartwerkers
Reeds nu een uur na opening van de
jaarmarkt is het een drukte van je
welste. Parmantig stapt Leen Wan
del tussen de kramen door om nog
eens extra te kontroleren of er geen
zwartwerkers zijn.
„Dat valt wel mee, want over het
algemeen weten ze wel, dat er goed
op gelet wordt. Het is tenslotte lo
gisch, dat er volgens goede afspraken
gewerkt wordt. Je kunt er geen rom
meltje van maken, want dan is het
einde zoek". Leen Wandel kent zijn
Pappenheimers stuk voor stuk.
Overal wordt een gezellig praatje ge
maakt en natuurlijk heeft iedereen
wel even tijd om de markmeester,
kompleet met pak en pet, in te lich
ten over de stand van zaken in de
handel. „Daar komt de kolonel aan",
klinkt het van achter een kraam met
kippenpoten vandaan. „Het is goed,
dat je je even laat horen", reageert
Wandel, „want je moet nog even te
kenen. Waar was je nou vanochtend
vroeg. Je kon zeker je bed weer niet
laren. „Er waren er al heel wat
vroegtijdig uitverkocht", zegt Wan
del als de rust omstreeks vijf uur
weer is teruggekeerd. „Het was ook
werkelijk te gek, zo'n drukte. Er was
op een bepaald moment ook geen
doorkomen meer aan. In die periode
wordt er overigens niet veel ver
kocht. Dan is het vooral kijkersvolk
wat de markt bevolkt. Als die echter
weg zijn, dan worden er zaken ge
daan. De meesten waren dik kontent,
zeker die die met een lege wagen
naar huis kunnen".
Om een uur of drie keert de rust
weer en een uur later, twee uur voor
het eigenlijke slot van de markt zijn
al heel wat kramen ontruimt. „Het is
onzin om nog langer te blijven staan,
want als de toeloop eenmaal af
neemt, dan is het ook helemaal ge
beurd. Het lijkt wel of het afgespro
ken werk is", zegt Wandel terwijl hij
de restanten van een dagje jaarmarkt
bij elkaar veegt. Een eindje verderop
is Gert Verboom ook bezig. De vol
gende jaarmarkt zal hij het alleen
moeten doen. Dan geniet Leen Wan
del van zijn verdiende rust, na ruim
negentien jaar kernarbeiderschap.
„De twintig jaar kon ik net niet meer
halen", stelt hij lachend. „Natuur
lijk kon dat wel, maar je wilde zono
dig in de VUT", konstateert Ver
boom echter. „Nou het is mooi ge
weest hoor. Als ik niet opstapte zou
bazingwekkend hoe ze hun waren
met een vlotte babbel aan de man
brengen", stelt hij. „Neem nou die
Frans Aarts met zijn dweilen. Dat is
een komplete spraakwaterval. Je
kunt er bijna niet onderuit om niet te
kopen. Moet je maar eens luisteren".
„Kom eens een beetje dichterbij",
maant Aarts het voorbijschuifelende
kopersvolkje aan. „Anders krijg ik
problemen met mijn tegenoverbuur
man, de groenteboer. Dit moet je ge
zien hebben". Frans Aarts laat zien
hoe fabuleus zijn dweilen en zemen
wel werken. ,,U ook zo'n portie",
zegt hij even later tegen een goedo
gende dame. „Ze hebben nota bene
ook een voortreffelijke funktie om
een huwelijk in stand te houden. Ik
werk er op het ogenblik twee jaar
mee in Zuid-Nederland en het aantal
echtscheidingen is met vijftig pro
cent teruggelopen. Kun je nagaan".
Alsof die laatste konstatering alles
bepalend is stormen diverse vrou
wen op Frans Aarts af om de
„portie" zeem en dweil af te nemen.
„Een tientje graag, en... drie zemen
gratis. Zo goedkoop is Fransje".
Rond het middaguur, vele uren voor
dat de markt weer wordt verwijderd
brengt Aarts de laatste dweilen aan
de man. „Wat je met een vlotte bab
bel al niet kunt bereiken, hè'\ onder
kent Leen Wandel.
De jaarmarkt 1984 wordt een gou
den jaarmarkt voor de meeste hande-
RENESSE AAN ZEE - Nederlands tweede badplaats Renesse aan Zee beleeft mo
menteel hoogtijdagen. Vele duizenden toeristen bevolken de Westerschouwse kern.
Vooral tijdens de avonduren betekent dit een gekrioel van jewelste, maar er zijn ook
momenten overdag, dat het nagenoeg onbegonnen werk is om je anders dan lopend
een weg te banen door Renesse. Op de woensdagen is het bloeddruk vanwege de
markt, maar momenteel is het nog gekker dan gek door de jaarlijkse kermis, die op de
Lange en Kromme Reke staat opgesteld. Deze dagen betekenen voor marktmeester
Leen Wandel extra drukte. Van de vroege ochtend tot laat in de avond zorgt hij ervoor,
dat alles op rolletjes loopt. Het is voor hem dit jaar evenwel een drukte met een extra
dimensie, want 1984 wordt voor hem het afscheid als marktmeester. Sinds negentien
jaar is Leen Wandel werkzaam als kernarbeider van Renesse aan Zee. Dertien jaar ge
leden kreeg hij er als extraatje het marktmeesterschap bij, toen de wekelijkse seizoen-
markt in het leven werd geroepen. De seizoenmarkt werd speciaal georganiseerd voor
de toeristen en wordt derhalve alleen gehouden van half mei tot begin september.
Over enige maanden wordt Leen Wandel 61 jaar oud en dat betekent VUT-leeftijd voor
de goedlachse kernarbeider. Inmiddels trad zijn opvolger Gert Verboom in dienst, zo
dat Renesse aan Zee zich dit jaar kan beroemen op twee marktmeesters. Gezamenlijk
leiden ze de markt- en kermisaktiviteiten in goede banen.
De dagelijkse werkdag begint voor
Leen Wandel om half zeven 's mor
gens. „Het eerste wat ik doe is de
scholen langs lopen om te kijken of
er niks is gebeurd. Het zou de eerste
keer niet zijn, dat ik slapende bad
gasten in de schoolgebouwen aan
tref, want ze deinzen werkelijk ner
gens voor terug", vertelt Leen Wan
del. „Ze tikken doodleuk een ruitje
in en vleien zich dan neer, alsof het
de gewoonste zaak van de wereld is".
Vervolgens begeeft Wandel zich op
de woensdagen naar de markt om de
standhouders hun handtekening te
laten zetten op de presentielijst.
„Het is een voortreffelijk kontrole-
middel. Zo weet ik precies of er geen
vreemde eenden in de bijt zijn. Al
leen tijdens de jaarmarkt, die een
aantal uren langer duurt, dan de an
dere marktdagen, komen er wat ex
tra standhouders naar Renesse, maar
dat zijn er niet zo veel. Normaal zie je
de vertrouwde gezichten van iedere
woensdag. Ik geloof zelfs, dat er nu
maar een vreemdeling is. Een hande
laar in ballonnen of zo iets derge
lijks. Er zijn er wel, die 's ochtends
op de bonnefooi naar Renesse komen
en dan hopen dat ze alsnog een
plaatsje krijgen. Ze moeten dan ech
ter wel handel hebben, die niet erg
konkurrerend is met die van de vaste
standhouders. Tenslotte moet iede
reen een beetje een belegde boterham
kunnen verdienen".
uit?". Een eindje verderop staat een
kraam van de Renesser vrouwenve
reniging. „Die mogen gratis hun han
deltje aan de man brengen. De jaar
markt geeft enkele plaatselijke
klubs de gelegenheid om wat van
hun eigen kunnen naar buiten te
brengen. Als extra service mogen ze
hun kraam gratis gebruiken".
Leen Wandel geniet na al de jaren,
dat hij als marktmeester zeer nauw
betrokken is bij de Renesser mark
ten van de standwerkers. „Het is ver-