Marinus Doeleman terug-getreden als algemeen direkteur KONINKLIJKE ZEELANDIA SLUIT EEN PERIODE AF 4' ZIERIKZEE - Marinus Doeleman H.J.sn. (72) is afgetreden als algemeen direkteur van de Koninklijke Zeelandia. Twee-en-vijf lig jaren van zijn le ven wijdde hij aan dit bedrijf; sinds 23 juni 1948 - de dag waarop de grond legger van Zeelandia zijn vader H. J. Doelemen plotseling kwam te overlij den - rustte de volledige verantwoordelijkheid van het bedrijf op zijn schou ders. Marinus Doeleman geldt als de grote uitbouwer van het bedrijf in bakkerijgrondstoffen, dat zich zowel in binnen- als buitenland een belang rijke positie op deze markt heeft verworven. Marinus Doeleman werd in 1911 geboren als enige zoon van H. J. Doele man. Na de H.B.S. studeerde M. D. (een predikaat, dat hij in de loop der ja ren verwierf) Frans in Parijs, daarna volgde hij de bakkerijvakschool in Wageningen en vervolgens deed hij zijn intreden bij Zeelandia, waar hij een hecht duo zou gaan vormen met zijn schoolvriend Joh. Coumou. In 1948 toen de diep geploegde sporen van de oorlog nog niet geheel waren uitgewist, kreeg hij op 37-jarige leeftijd de algehele leiding van het bedrijf. Met medewerking van een hechte kern trouwe medewerkers van Zeelandia, bleek Marinus Doeleman in staat Zeelandia uit te bouwen tot het huidige ni veau: een begrip in de bakkerijwereld, waar ruim tweehonderdvijftig men sen met hun dagelijkse inzet borg voor staan; een modern geouttilleerd moederbedrijf in Zierikzee met diverse steunpunten elders in het land en met vestigingen ih de omringende E.E.G.-landen. Marinus Doeleman draagt zijn levenswerk over aan een gemotiveerd di rektieteam onder leiding van zijn zoon H. J. Doeleman Mzn. en zijn schoon zoon P. Schotte. Woensdag trad hij af als algemeen direkteur van Zeelan dia als algemeen adviseur zal hij aan het bedrijf verbonden blijven. Twee-en-vijftig- jaar is niet niks, dat vonden ook Doele- mans opvolgers en hoewel betrokkene zelf liefst „lekker informeel" afscheid had willen nemen, werd in dit ver band een kompromis gevonden met een bijeenkomst voor alle Zeelandia-medewerkers zowel in binnen- als buitendienst woensdagmiddag in de nieuwe opslagloods op het industrieterrein. Een bijeenkomst, die ruimte bood voor die informele kontakten, maar waar uiter aard ook werd teruggeblikt en waar vele waarderende woorden werden gesproken voor hetgeen Marinus Doele man in zijn leven tot stand wist te brengen. derhalve zijn besluit om thans terug te treden, een moeilijke stap moest betekenen. Anderzijds achtte de heer Schotte het ook een verstandige stap, omdat hij nu in goede gezondheid in staat zal zijn de dagen te vullen met de dingen, die hij wil. Ludieke binnenkomer voor deze afscheidsbijeenkomst bleek het idee alle medewerkers de vertrekkende direkteur een gele roos aan te bieden. Het was bloemist H. Felius volledig toevertrouwd tijdens het binnenko men der gasten deze gele rozenpracht /anaf één bloem uit te bouwen tot een gigantisch bloemstuk. Drs. Schotte konstateerde, dat zijn schoonvader in de loop der jaren met Zeelandia vergroeid is geraakt en dat Beeld Een beeld van de loopbaan van de vertrekkende direkteur werd ge schetst door diens zoon'H. J. Doele man. Aandacht kreeg in dit verband zowel het verbale als het visuele aspekt: deze terugblik werd name lijk gelardeerd met de vertoning van een serie dia's, die - tot verrassing van velen - zelfs het begin van deze afscheidsreceptie in beeld bracht. „Je bent niet 52 jaar, maar je hele leven met Zeelandia verbonden, want een familiebedrijf wordt je met de paplepel ingegeven", konstateer de de heer H. J. Doeleman. Hij me moreerde zijn vaders entrée in het bedrijf, een klein bedrijf met nog slechts vijf werknemers in de fa briek. Toch was Zeelandia, ondanks de nog simpele produktiemethode bekend bij elke Nederlandse bakker. De uitbouw van verkoop en propa ganda schreef spreker vooral toe aan zijn vader en Joh. Coumou. Hun inbreng leidde er toe dat Zee landia meer werd dan een producent van beschuitgelei en hij noemde in dit verband ook de introduktie van de emulsietechniek en het lanceren van de merken Carlo (olie-emulsie) en ZEA (broodverbeteraar op emul siebasis). Het was voor M. D. een tijd van pionieren zonder nog de volledi ge verantwoordelijkheid te behoe ven te dragen. De oorlog maakte een abrupt einde aan de turbulente dertiger jaren. Tengevolge van de innundatie moest het geliefde eiland in 1944 worden verlaten. Zeelandia werd in drie de len opgesplitst. Desalniettemin wer den reeds in de oorlog plannen ge maakt voor de solide grondslag van het huidige Zeelandia. Direkt na de oorlog kreeg de wederopbouw gestal te. Een hoogtepunt voor M. D. vormde het vijftigjarig bedrijfsjubileum in 1950 toen de titel „Koninklijk" aan de bedrijfsnaam werd toegevoegd. De ramp Een tragedie in het leven van vrij wel alle werknemers en een uiterst moeilijke periode voor het bedrijf waren het gevolg van de waters noodramp in 1953. „Je hebt Zeelan dia ook door deze krisis heen weten te leiden", aldus H. J. Doeleman. Na 1953 brak een lange periode van bouwen aan: het oorspronkelijke kantoor aan de Fonteine, de eerste loods op het industrieterrein in 1958, de spijsfabriek, poederfabriek I, de (minder fortuinlijke) ballonhallen, vestigingen in het buitenland, de per manente expeditiehal, poederfa briek II en een nieuw distributiecen trum in Woerden. „Achter je eerste buro zul je nog niet gedroomd hebben zoveel zaken te kunnen realiseren", aldus de spreker tot zijn vader. Hij vervolgde met de konstate- reing, dat bouwen veel denken voor af vergt en een slopend leven tot ge volg kan hebben. Om gezondheidsre- nen was M. Doeleman in 1968 genood zaakt een eerste stapje terug te doen. Hij benoemde de heren J. Coumou en W. W. A. Tynagel naast zich en werd zelf algemeen direkteur. M. D. was genoodzaakt wat minder aktief deel te nemen aan de vertegenwoordigers- vergaderingen en moest ook wat minder buitenlandse reizen gaan ma ken. Acte de presence gaf hij wel altijd bij bezoeken aan Zeelandia door rela ties, vakgenoten en hoogwaardig heidsbekleders. Naar buiten toe be kleedde hij ook talrijke funkties be treffende de vakorganisaties. Spre ker noemde met name zijn vaders in breng in de Fedima, de Europese or ganisatie van bakkerijgrondstof producenten. Verder werden geme moreerd zijn gloedvolle toespraken tot de vele jubilarissen die het be drijf telt en de wijze waarop hij met zijn charme de mensen voor zich wist in te nemen. Een gegeven, waar ook de dia's duidelijk van getuigden. „Het zal vreemd voor je zijn om op maandag de direktievergaderingen niet meer bij te wonen. Ik hoop dat je je reeds zo lang vertrouwde kantoor nog vaak zult betreden, want de band tussen jou en het bedrijf mag niet verloren gaan", aldus H. J. Doe leman. Dank en felicitatie Hij besloot zijn toespraak met twee elementen nader te belichten: dank en een felicitatie. Dank voor het leggen van de basis voor Zeelan dia van nu en in de toekomst door al tijd fundamentele cruciale beslissin gen te nemen ten aanzien van de emulsietechniek, het verkoopappa raat, techniek, produktie en het over nemen van bloeiende dochteronder nemingen. Spreker betrok in zijn dankwoord ook zijn moeder, die er in de opvoeding van de vier kinderen vaak alleen voor stond, en haar man toch altijd had gesteund. Zijn felici tatie gold het feit dat de algemeen di rekteur nu op 72-jarige leeftijd in goede gezondheid een bedrijf kan verlaten, dat groeit en bloeit, zich. omringd wetend door mensen, die door inzet Zeelandia suksesvol maakten. Hij besloot met een blik in de toe komst en de belofte dat het opvol gend direktieteam ernst zal maken met die toekomst van Zeeland onder het motto, dat dit jaar werd gekozen voor de grote bakkerij-tentoon stelling: „Let op de Leeuw", „Eén leeuw gaat vertrekken, maar we heb ben nog twee-honderdvijftig leeu wen over om dat grote gele Zeelandia beest als nooit te voren te doen brul len", aldus direkteur H. J. Doele man. Met uiteraard een tussenpoze voor een drankje en een hapje, als van ouds rijkelijk verezorgd door restau rant „Mondragon", was de volgende in de rij sprekers de heer J. H. Blom, voorzitter van de personeelsvereni ging. Hij sprak dankwoorden tot de heer Doeleman namens het voltallig personeel. De heer Blom noemde in dit verband vooral diens inzet voor de pensioenregeling, die op 18 juni 1970 tot stand kwam. Ook noemde spreker het feit, dat de algemeen di rekteur altijd open stond voor de me ning van anderen, mits die zinvol en niet te opdringerig was. Verder me moreerde hij de warme belangstel ling, die M. D. altijd voor zijn mede werkers had getoond. Beseffend dat de scheidende direkteur deze middag zich liever met een glas in de hand persoonlijk met die medewerkers on derhield, beperkte de heer Blom zijn toespraak en eindigde met de wens van veel voorspoed en gezondheid in de komende jaren. Drie fasen President-kommissaris de heer A. H. H. Tolhuisen onderscheidde drie fasen: de pioniersfase onder leiding van de grondlegger H. J. Doeleman, de opbloei onder leiding van de thans vertrekkende direkteur en het ver trouwen op een verdere groei onder leiding van het nieuwe direktieteam. Namens de drie kommissarissen dankte de heer Tolhuisen de heer Doeleman voor de prettige wijze van samenwerking. Verder toonde spre ker zich verheugd over het feit, dat betrokkene nu nog als algemeen ad viseur aan het bedrijf verbonden Zal blijven. „M.-D. gaat de grote voor deur uit, maar via een klein achter deurtje komt hij weer binnen", grap te de president-kommissaris in dit verband. Als zwager van de vertrek kende direkteur sprak de heer Tol huisen ook een woord van dank voor de persoonlijke vriendschap, die hij en zijn vrouw altijd van Adri en Booi Doeleman mogen ontvangen. Hij wenste hen nog heel veel gelukkige jaren toe. De naam van de heer Joh. Coumou was al diverse malen gevallen deze middag. Puttend uit een rijke erva ring van meer dan zestig jaar blikte hij ook zelf terug op zijn vriendschap en nauwe samenwerking met M. D. De heer Coumou onderstreepte het belang van vooruitblikken, maar vond een gelegenheid als deze bij uit stek geschikt even in de historie te kijken, temeer daar huidige situaties pas werkelijk begrepen kunnen wor den als men de geschiedenis kent. Hij sprak over zijin nostalgische herinneringen aan de H.B.S.-tijd sa men met zijn klasgenoot. Verder ging de heer Coumou in op zijn beginperi ode bij Zeelandia in de roerige derti ger jaren. In dit verband schetste hij M. D. tegenover zijn vader H. J. Doe leman. Laatstgenoemde liet zich overtuigen van de noodzaak meer techniek in te voeren evenals van het belang een nieuwe stoomvoorziening te realiseren. Over de schoorsteen van 25 m lengte had Doeleman sr. zijn twijfels, maar ook op dat punt wist M. D. zijn vader te overtuigen. Verder werd door de jonge Doeleman een lans gebroken voor de aanschaf van schrijfmachines en uitbreiding van het wagenpark. „Investeringen maken de zaak duur" was vaak het motto van vader Doeleman". Zijn pessimisme kwam grotendeels uit na het uitbreken van de oorlog. H. J. D. zag zijn levenswerk aangetast. In de periode '45-'48 werd Zeelandia weer op het paard geholpen, „maar" konstateerde de heer Coumou, „de grondlegger heeft daar het werkelij ke resultaat niet meer van mogen meemaken". De grote lijn In zijn funktie als algemeen direk teur schetste spreker zijn vriend als een man, die zich niet bezighoudt met details, maar die duidelijk de lijn ziet, waarin de weg vervolgd moet worden. De heer Coumou memoreer de verder dat bij zijn eigen vertrek bij Zeelandia, alweer enkele jaren geleden, twintig bedrijven onder de paraplu van het moederbedrijf ope reerden. Hij konstateerde derhalve, dat M. D. de startmogelijkheden, die zijn vader hem bood, volledig had be nut. „Je zult in de geschiedenis van het bedrijf niet gauw worden vergeten en ook in de harten van je medewer kers zul je veel sympathie hebben, omdat je altijd een open oog hebt ge had voor hun welzijn", aldus de heer Coumou. „Het doet je wat van binnen. Dat is natuurlijk geen wonder, als je 52 jaar bij Zeelandia hebt rondgelopen", be gon Marinus Doeleman zijn af scheidsspeech. Hij konstateerde inderdaad vrij wel van zijn vroegste herinneringen af met het bedrijf te zijn gekonfron- teerd. „Het is me niet alleen met de paplepel maar zelfs met de moeder melk ingegeven". Verder memoreer de hij zijn herinneringen als kleuter tijdens de bezoekjes aan het bedrijf. Veel van het waarderend licht, dat deze middag op hem werd gericht, liet de heer Doeleman in zijn toespraak verder schijnen op de men sen, op wie hij in zijn lange loopbaan altijd had kunnen bouwen en van wiens inzet hij zich altijd verzekerd wist. Namen van de heren Lege- maate, De Hooge, Timmer en C. Kloet passeerden in dit verband de revue. Grote waardering toonde de ver trekkend direkteur ook voor de pio niers van het bedrijf en verder noem de hij de namen van de mensen, die reeds veertig jaar hun krachten en in zet aan Zeelandia gaven. Een homage wijdde hij verder aan zijn vriend Coumou, wiens inzicht en stijl destijds als baanbrekend voor de wijze van reklamevoering voor Zeelandia golden. Overigens beperkte M. D. zich niet tot een blik in het verleden, maar maakte hij van de gelegenheid ge bruik ook in de toekomst te kijken. „Waar staan we nu?", stelde hij zich in dit verband de vraag. Direkt daar op antwoord gevend, zei hij: „Ik ge loof, dat we er goed voor staan". Ver wijzend naar ieders funktioneren binnen het bedrijf en gezien de resul taten van de afgelopen jaren, kon spreker met de hand op zijn hart me dedelen, dat Zeelandia niet tot de noodlijdende bedrijven behoort. Een uiterst positief geluid anno 1984. „Maar", hief hij de waarschuwende vinger, „zooets kan binnen een half jaar wel het geval zijn". Vergelijking De huidige ekonomische situatie te vergelijken met de krisistijd van de jaren dertig achtte spreker niet zin nig. Hij memoreerde dat Zierikzee op zesduizend inwoners in die tijd vier honderd werklozen telde. Na de oor log ontstond een volkomen nieuwe wereld, waar Zeelandia zich bij wist aan te passen. „Zelfs in hopeloze si tuaties moet immers naar oplossin gen worden gezocht", vond de heer Doeleman. In de jaren zestig dacht iedereen, dat het niet op kon, maar toen bleek - herinnerde de spreker - dat het wel op kon. Hij toonde zich overtuigd dat de periode 1965-1970 met komplete arbeidsmogelijkheden niet meer zal terugkeren. „Er zullen volkomen nieuwe dingen moeten ko men", aldus Doeleman en hij bepleit te in dit verband een aktievere hou ding van de Nederlandse en Europese bevolking. Hij wees erop, dat de koopman door de eeuwen heen vooruit heeft gekeken. „Nu in het komputertijd- perk denkt Nederland soms dat ze het nog met een telraam afkan. Ik heb weieens het idee, dat de Europea nen op een wonder zitten te wachten, maar ze zullen het zelf moeten doen", aldus de heer Doeleman. In dit ver band spoorde hij zijn gehoor aan op 14 juni toch in elk geval naar de stem bus te gaan voor de Europese verkie zingen. Doeleman beschouwde zichzelf als een bevoorrecht mens, zich altijd om ringd wetend door aardige mensen. Na velen van hen persoonlijk te heb ben genoemd, richtte hij zich tot slot tot zijn echtgenote. Hij dankte haar voor de steun, die hij altijd van haar mocht ondervinden, hij dankte voor het feit dat zij als vrouw „altijd 't schuurtje bij 't huusje had gehouden", voor het feit dat zij hun vier kinderen een fantastische jeugd had gegeven en goede mensen van hen had gemaakt. „Ik ben dan ook het meeste dankbaar, dat jij altijd naast me hebt gestaan", aldus de heer Doeleman. Op de valreep nog een wijze raad van M. D. (foto boven). Een handdruk, een gele roos en een persoonlijke wens van elke mede werker voor Marinus Doeleman en zijn echtgenote ADoeleman-van der Valk (onder).

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1984 | | pagina 4