Kwantitatief en kwalitatief tekort aan sporttechnisch kader sportverenigingen probleem bij Pantalon Gedeputeerde staten Zeeland willen aanmoedigingsprijs voor jong Zeeuws sporttalent deurloo mode „Ouders zijn zich niet bewust van gevaren van crossfiets" 79.- 98.- Arbeidsplaatsenplannen kunnen mogelijk uitkomst bieden ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Vrijdag 30 maart 1984 Nr. 23500 13 ZIERIKZEE - Vastgesteld mag worden, dat de sport in de huidige tijd is en wordt geaksepteerd als een geïnte greerd onderdeel van het totale welzijnsbeleid, mede ge tuige het feit dat de overheid, zowel op rijksnivo als op provinciaal en gemeentelijk nivo, in toenemende mate voorwaarden heeft geschapen om sportbeoefening in al haar verschijningsvormen mogelijk te maken. De enor me groei van het aantal sportbeoefenaren - zowel in geor ganiseerd als ongeorganiseerd verband - is aan die grote re overheidsaandacht uiteraard niet vreemd. Juist ook deze groei is er immers de oorzaak van, dat zich binnen de sport een skala van problemen is gaan voordoen, waarvan de oplossing de mogelijkheden van het partiku- lier initiatief verre te boven ging. In dit opzicht behoeft slechts gedacht te worden aan de aan die groei gerela teerde behoefte aan sportakkommodaties, aan de taak verzwaring voor het bijna geheel uit vrijwilligers bestaande sportkader, zowel op bestuurlijk als sport technisch en administratief organisatorisch terrein. De groei van het aantal sportbeoe fenaren bij de vijftien grootste orga nisaties, aangesloten bij de Zeeuwse Sportraad vertoont sedert 1983 een daling na een jarenlange, soms explo sieve groei. Bij deze vijftien organi saties waren in 1976 47.569 sportbeoe fenaren aangesloten. In 1977 was dit aantal slechts met een procent geste gen, maar via 55.081 in 1978 en 59.192 in 1979 kwam dit aantal in 1980 reeds bijna aan de 63.000. De groei zette zich ook het daaropvolgende jaar nog flink door tot 66.931, hetgeen toen een toename van 41 procent ten op zichte van vijf jaar eerder impliceer de. In 1982 steeg het aantal nog enigs zins, maar reeds toen kondigde zich een stagnatie aan, die in 1983 werd omgezet in een kleine daling. Na de absolute top van 68.404 georgansieer- de sportbeoefenaren bij de vijftien grootste sportorganisties van Zee land in 1982 daalde dit aantal een jaar later met 1200. Deze tendens zal zich waarschijnlijk nog even voor tzetten. Recessie Hiervoor zijn enkele faktoren aan te wijzen. Een van de voornaamste faktoren is de teruggang in het aan tal jeugdigen in de leeftijd van vier tot negentien jaar ten opzichte van het verleden, waardoor het poten tieel aan sportbeoefenaren in deze leeftijdskategorie eveneens vermin dert. Vanzelfsprekend is de als gevolg van de ekonomische recessie dalende koopkracht ook een remmende fak- tor. Ten gevolge hiervan kiezen veel sportbeoefenaren voor één tak van sport in plaats van voor meerdere. Tenslotte vindt er een verschuiving plaats van georganiseerde sport naar ongeorganiseerde sport. Een en an der wil niet zeggen, dat het totaal aantal sportbeoefenaren ook inder daad terugloopt, omdat het aantal ongeorganiseerde sporters volgens een recentelijk onderzoek nog steeds stijgt, maar niet eksakt is te peilen. Uiteraard is niet alleen de explo sieve groei in de achterliggende peri ode een belangrijke faktor geweest voor de ontwikkeling van de sport. Verschillende andere omstandighe den spelen voor die ontwikkeling een uitdrukkelijke rol, zowel in positie ve als in negatieve zin. Zo is er de groeiende behoefte aan sportbeoefe- ningsmogelijkheden voor rekreatie- ve sporters en voor specifieke doel groepen, zoals gehandikapten, be jaarden en buitenlandse werkne mers. Verder is van belang, dat de binnensporten ten opzichte van de buitensporten flink terrein hebben gewonnen. Daarnaast is ook de ter mijn, dat aan sport wordt gedaan flink vergroot, omdat men op jeugdi ger leeftijd gaat beginnen en boven dien veelal op oudere leeftijd gaat deelnemen aan sportbeoefening. Overbelasting Op verzoek van de Zeeuwse Sport raad heeft de afdeling onderzoek van het Provinciaal Opbouworgaan Stichting Zeeland een onderzoek in gesteld naar de problemen rondom het sporttechnisch kader, waarbij het tekort aan kader, het verloop on der het kader en de opleidingsmoge lijkheden onder de loep worden ge nomen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn niet bepaald bemoedigend en vervullen het bestuur van de raad dan ook met grote zorg. Niet minder dan 55 procent van de verenigigen geeft aan een tekort aan voldoende sporttechnisch kader te hebben, ter wijl 65 procent van de verenigingen een tekort meldt aan voldoende op geleid sporttechnisch kader. De meest kwalijke gevolgen van dit te kort zijn een chronische overbe lasting van de beschikbare - vrijwil lige - sporttechnische kaderleden, het minder deskundig uitvoeren van bestaande aktiviteiten en het laten liggen van nieuwe gewenste of nood zakelijke taken en aktiviteiten. De problematiek rond het sport technische kader is bepaald geen spe cifiek Zeeuwse aangelegenheid, inte gendeel. Wetenschappelijk onder zoek heeft uitgewezen, dat de sport in Nederland vele tienduizenden ka derleden tekort heeft. Voor de pro vincie Zeeland wordt het tekort vol gens het Zeeuwse onderzoek ge raamd op zeven- a achthonderd sporttechnische kaderleden. Bij het zoeken naar mogelijkheden om deze problematiek op te lossen dient voor op te staan, dat gestreefd zal moeten worden naar handhaving of liever nog uitbreiding van de inbreng van vrijwillig kader, ervan uitgaande, dat de sport binnen het totale welzijn een vrijwilligerswerk bij uitstek is en ook dient te blijven. In dit licht bezien zal de rol van het beroepska der in de sport dan ook in be langrijke mate moeten liggen in on dersteunende werkzaamheden ter verkrijging van een kwantitatief èn kwalitatief goed vrijwilligersleger. Ondersteunend Als belangrijke oorzaken voor het tekort aan kader gelden onder meer de financiële en fiskale problematiek rond het werken in de sport en de on doorzichtige situatie op de sport ar beidsmarkt. Als één van de mogelij ke oplossingen voor de sporttech nisch kaderproblematiek wordt ge dacht aan de aanstelling van een be perkte kern van professioneel kader met ondersteunende taken ten behoe ve van het vrijwillig kader. Vanaf 1970 zijn door de rijksover heid via de zogenaamde ar beidsplaatsenplannen 227 gesubsi dieerde arbeidsplaatsen in de sport gerealiseerd, waarvoor het rijk struktureel subsidieert tot zestig procent van de salariskosten. Uit evaluatiegegevens blijkt dat het op deze manier ingezette beroepskader een goede bijdrage kan leveren aan het funktioneren van het vrijwillige kader in de sport. Ook in de provincie zou gestreefd moeten worden naar een beperkte kern van beroeps-sporttechnisch ka der, zowel op provinciaal regionaal als op lokaal nivo, om op deze wijze een bijdrage te leveren aan de oplos sing van de kaderproblematiek. In vulling daarvan zal de financiële draagkracht van de sport echter ver re te boven gaan. Binnen het beleid van de provinciale overheid zou dan ook de aanstelling van provinciaal regionaal ondersteunend kader mo gelijk gemaakt moeten worden, ter wijl op lokaal nivo die aanstel lingsmogelijkheid in het gemeente lijk sportbeleid zou moeten worden ingepast. Ook hier zou de financie ring gebaseerd kunnen zijn op het door de rijksoverheid gehanteerde model, derhalve zestig procent ten laste van provincie respektievelijk gemeenten en veertig procent ten lasten van de sport. Bijscholing Op het punt van het kwalitatieve kadertekort is het provinciaal beleid op het gebied van de opleiding en bij scholing vooral gericht op het schep pen van voorwaarden, waardoor de sport in staat wordt gesteld te be schikken over voldoende adekwaat opgeleid kader, zowel op bestuurlijk als op sporttechnisch, administratief en organisatorisch gebied. Het beleid richt zich met name op de uitoefening van de steunfunktie- opleiding en bijscholing van vrijwil lig kader, inhoudende het aanbod van begeleiding, informatie, bemid deling, dienstverlening, ondersteu ning, advies en koördinatie ten be hoeve van alle belanghebbende orga nisaties en personen in de provincie Zeeland. Verder richt het beleid zich op het bevorderen van - in financieel en geografisch opzicht bereikbare - opleidings- en bijscholingsmogelijk heden bij de in de provincie Zeeland werkzame provinciale en regionale geledingen van de landelijke sport bonden. Kwalitatief kader is van het grootste belang. Bij gymnastiekvereni ging Delta Sport keerde daarom Ria Kosters weer terug om te assiste ren bij de training. Hier is zij bezig met Cincy Buijs. Diskussienota provinciaal sportbeleid ZIERIKZEE - Dezer dagen verschijnt een diskussienota van gedeputeerde staten van Zeeland, waarin het provinciale sportbeleid voor de komende ja ren uit de doeken wordt gedaan. Belangrijke onderwerpen in de „Diskussie nota provinciaal beleid" zijn het sportservicecentrum, de gehandicap tensport, de subsidiëring, van de sportorganisaties en de Zeeuwse sportprijs. Uit de geformuleerde doelstellingen en uitgangspunten kan worden afgeleid dat de provincie het vooral als haar taak ziet een ondersteunende funktie te vervullen. Dit betekent, dat de nadruk vaak wordt gelegd op zaken als vor ming en leidinggeving, mogelijkheden tot sportbeoefening door kansarme groepen, het stand brengen van overleg, het aanbieden van bepaalde facilitei ten en het stimuleren van aktiviteiten op gemeentelijk nivo. aalbeheer en vele andere. Uit een on derzoek van de sportraad is geble ken, dat er in Zeeland 700 tot 800 mensen bijhouden moeten komen om de zaken beter te laten lopen. De raad heeft gepleit voor het aantrek ken van een beperkt aantal beroeps krachten, die ondersteunend werk ten behoeve van het „vrijwilligersle ger" zouden moeten doen. Gedepu teerde staten zijn het hier in principe mee eens, maar zij zien geen moge lijkheid om op dit moment de zaak fi- nancieel rond te krijgen. Grootste struikelblok is de onze kerheid van een bijdrage uit de nati onale sporttotalisator. De toto- en lottogelden lopen op het ogenblik na melijk flink terug. Ook belangrijk voor het totale sportgebeuren is de mogelijkheid voor het volgen van kursussen. Er valt op dit punt een te kort te konstateren. Gedeputeerde staten willen het - reeds bestaande - centrum voor sportopleidingen in Zeeland 5000.- meer subsidie per jaar geven. Naar verwachting zal de sportnota worden behandeld in de vergadering van provinciale staten van 15 juni 1984. Op de diskussienota „Provinci aal Sportbeleid" kan worden gerea geerd door organisaties en individue le personen. Bij de Zeeuwse sport- ■raad aangesloten organisaties kun nen bij deze raad reageren, die op 17 april 1984 vergadert. Daadwerkelijke uitvoerende akti viteiten wil de provincie slechts ont wikkelen op enkele terreinen, bijT voorbeeld als het gaat om zaken, die alleen levensvatbaar zijn als de pro vincie zich ervoor inzet, bijvoorbeeld omdat het plaatselijk draagvlak te klein is. Gedeputeerde staten èn de Zeeuwse sportraad, die hiertoe heeft geadviseerd, zijn voorstander van een provinciaal sportservicecen trum. In dit centrum worden onder andere opleidingen ondergebracht, het werk voor de sportieve rekreatie en vergaderruimten voor de sport. BONN - Henry Kissinger, de voor malige Amerikaanse minister van bui tenlandse zaken, meent dat de NAVO, terwille van haar voortbestaan, een strategie moet ontwerpen die niet lan ger uitgaat van het als eerste gebrui ken van kernwapens. Voorts moet Europa een grotere rol spelen in de NAVO. Advertentie Terl./wol wasbaar slank model stretch NIET GOED? GELD TERUG! Mol 5-7, Zlertkzc« Ook kan de Zeeuwse sportraad er worden gevestigd. Gedeputeerde staten zijn van me ning, dat getracht moet worden het centrum in een bestaand gebouw on der te brengen (de sportraad was voor nieuwbouw - red.) en dat er wel licht ook andere organisaties op sociaal-kultureel gebied kunnen worden geplaatst. De provincie wil een beleid voeren om de moeilijkheden, die gehandi- kapte sportbeoefenaren ondervinden te verminderen of weg te nemen. De sportraad heeft een aantal wenselijk heden geformuleerd, zoals meer voorlichting, het inschakelen van de georganiseerde sport voor het op po ten zetten van aktiviteiten, het openstellen van verenigingen voor gehandikapten, goed vervoer en goe de bereikbaarheid van akkommoda- ties en opleidingen voor begeleiding van gehandicapten. Gedeputeerde staten willen een speciale konsulent voor de gehandi captensport benoemen. Deze zal wor den ondergebracht bij de Zeeuwse sportraad. Het plan is om in het vervolg aan de Zeeuwse sportorganisaties 1.25 per lid per aangesloten (bij de sport raad) organisatie per jaar aan subsi die te geven met een minimum van 500,- en een maximum van zestig procent van de kosten van de organi satie. Tot zover is deze regeling gelijk aan de bestaande. De mogelijkheid voor het verkrijgen van vijftien pro cent subsidie in de kosten van kwali teitsverbetering van de leiding en be tere propaganda vervalt echter. Daar staat tegenover, dat de sportbonden nu hun subsidie praktisch naar eigen inzicht mogen besteden en dat de besparing, die geraamd wordt op on geveer 28.000,- door de provincie voor andere sportdoeleinden wordt gebruikt. Gedacht wordt hierbij aan de algemene opleidingen. Met als voorbeeld de aanmoedi gingsprijs voor jong Zeeuws talent op het terrein van kunst en kuituur, willen gedeputeerde staten een aan moedigingsprijs voor jong Zeeuws talent op het gebied van de ama teursport instellen. Dc jaarlijkse kosten hiervan worden geschat op 5.000,-. Volgens de Zeeuwse sportraad is de sport binnen het totale welzijnswerk „een vrijwilligersveld bij uitstek"- Voor tal van zaken zijn mensen no dig: administratie, financiën, trai ning, verzorging, spelleiding, materi- Woordvoerder Veilig Verkeer ZIERIKZEE - Nu de avonden weer langer worden en de temperaturen binnen niet al te lange tijd weer naar behagelijker waarden gaan stijgen, kan men de crossfiets weer meer het gebeuren op straat zien gaan beheersen. De rage, die vooral het vorig jaar flink ophef maakte, lijkt nog lang niet over te zijn. Voor de handel is dit misschien uiterst prettig, toch verdient het aanbeveling de gevaren, die een crossfiets vooral op de openbare weg met zich meebrengt Onlangs kwamen kort na elkaar drie kin deren om het leven, omdat ze met hun speledingetjes buiten de speciaal voor de crossfiets aangelegde ter- reintjes bleven doorcrossen en uiteindelijk werden ge schept door auto's. Diverse verkeersverenigingen in Nederland zijn uitermate bezorgd over de in fors tempo groeiende problemen en vinden dan ook terecht, dat de cross fiets uit het verkeer geweerd zou moe ten worden. „Er kleven heel wat be zwaren aan een crossfiets", meent de heer B. J. Woudenberg van Veilig Ver keer Nederland (WN). „Diverse es? sentiële onderdelen, die normaliter op een fiets moeten zitten, vind je aan een crossfiets al bij voorbaat niet Een bel zit er meestal niet op en ook een wit achterspatbord hoefje niet te zoeken om nog maar te zwijgen van verlichting voor als de dagen wat donkerder zijn". Resumerend mag met een gerust hard gesteld worden, dat een crossfiets een speelgoedding is, dat niet geschikt is om mee naar school of naar vriendjes te gaan. Rekenschap Er zit nog wel degelijk een ander gevaar aan de crossfietsrage. Kinde ren, die op speciaal daartoe aangeleg de crossterreintjes hun gang gaan ne men dit gedrag ook mee naar de open bare weg Veelal geven de ouders zich niet voldoende rekenschap van de geva ren van de crossfiets. „De crossfiets is niet bepaald het middel om kinde ren vertrouwd te maken met het ver keer. Er kan niet voldoende gewezen worden op de gevaren. De zaak is al met heel wat politicmensen bespro ken. Het kernpunt is en blijft echten Hoe bereik je de ouders. Dat zullen de media moeten doen. Het WN zal daarbij het voortouw moeten nemen". Veilig Verkeer maakt zich dan ook grote zorgen over de popularisering van de crossfiets. „Erst gebeurde het crossen nog alleen maar in vereni gingsverband", meent Woudenberg. „Daarbij werden strenge eisen gesteld. Met name op de veiligheidskleding werd streng gelet Nu wordt het cros sen al veel meer in individueel ver- Fietscrossen: gevaarlijk.. band gedaan, vooral bij de jeugdigen". De rage bestaat in Nederland sinds 1978. Ze kwam overwaaien uit de Ver^ enigde Staten. De speelfilm „On Any Sunday" uit 1970 was de grote aanlei ding. „Het gaat echt van kwaad tot erger", aldus Woudenberg „We heb ben hierover kontakt gehad met kin derartsen, die de slachtoffertjes vlak na ongelukken hebben gezien en die ongelukken gebeurden echt niet al leen op de grote weg, maar ook op de speelterreinen". Verwondingen Vaak wordt er door de crossertjes te veel risiko genomen, waardoor de macht over het stuur wordt verloren. Kinderartsen moesten het meest kin deren behandlen, die het stuur in de buik kregen. Dit levert ernstige verwondingen op, want organen, zoals milt, alvlees klier en lever kunnen niet, zoals bij voorbeeld darmen, van hun plaats zonder dat er veel schade wordt aan gericht WN liet in diverse plaatsen in Nederland kontroles houden on der jeugdige wielrijders. Hieruit kwamen hier en daar verbijsterende resultaten. Op heel wat plaatsen ging een kwart van de lagere schooljeugd met de crossfiets naar school en Goes spande de kroon met veertig procent „Het is zinvol, dat de ouders en de leerkrachten worden gewezen op de gevarea We kunnen er gewoon niet genoeg tegen waarschuwen", vervolgt Woudenberg „Er is ook bij de ouders vaak onwetendheid Pas als ze de ge volgen zien, gaan ze zich wat afstan delijker opstellen en wordt er snel wat ondernomea Ik zou tegen de ouders willen zeggen: zo'n fietsje kost toch al gauw tweehonderd, driehonderd of nog meer guldens. Denk er nog eens diep over na, als er met Sinterklaas, verjaardag of een andere hoogtij kado's gekocht moeten wordea Misschien wil je kind wel dolgraag zo'n fiets. Wijs hem of haar eerst eens op de enorme gevaren, die er kunnen ontstaan en durf dan eens te weigeren. Misschien maak je je als ouder niet direkt po pulair, maar denk dan eerst maar eens aan de verant woordelijkheid, die je als ouder voor je kind hebt".

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1984 | | pagina 13