„JE LIJKT WEL GEK, NAAR DAT APENLAND" 5 Dominee Bas Oosterbroek ontmoette oud-inwoners van Haamstede in Brazilië Mevrouw Boot met twee van haar dochters: links Annie en rechts Matti. HAAMSTEDE - Na vier en een half jaar werkzaam geweest te zijn als predikant van de christelijke gerefor meerde kerk van Haamstede vertrok do minee Bas Oosterbroek in het voorjaar van 1982 naar Brasilië. Ds. Oosterbroek is destijds een van de initi atiefnemers geweest tot de bouw van het nieuwe kerkgebouw voor zijn gemeente in Haamstede. Hij heeft de aanzet mede gegeven, maar de vol tooiing daarvan niet in de praktijk meege maakt, omdat hij toen al was geëmigreerd. Een dezer dagen ont vingen wij een brief van ds. Oosterbroek, waarin hij een verslag geeft van de ontmoeting met een Haamsteedse familie, die al in 1950 emigreer den naar Brazilië. Hij schrijft: „In één van de Hollandse kolo nies in Brazilië ontmoet te ik een dame, af komstig uit Haamstede. Vóór mijn vertrek naar Brazilië hadden ver schillende mensen mij gevraagd, haar de groe ten over te brengen. Naar wetenswaardighe den over haar wordt echt wel uitgekeken." Wij geloven ds. Ooster broek graag en publice ren hierbij dan ook van harte zijn relaas. Carambé dan ook het eerste plekje dat Annie, toen zij een keer terugkwam in Haamstede, ging bezoeken. Een emigrant kan een nieuw vader land gevonden hebben. Dierbaar blijft steeds de plek die hij verliet. „De Brazilianen" Door de achtergebleven familiele den en vrienden wordt de emigran tenfamilie nu ,,de Brazilianen" ge noemd. Het wekte verwondering, dat - tegen de verwachting in - de fa milie geen zwartgebrande gezichten had en dat de man van Annie, een Braziliaan, geen zwarte was met een snor. Hoe kun je je in Haamstede ook iets voorstellen van Brasil? Toen de Bootjes in 1950 emigreer den, zijn ze stevig gewaarschuwd voor Brasil. De schoonvader van me vrouw Boot zei: ,,Je lieke wel gek, naar dat apenland!!!" Brasil Voor de familie Boot is Brazilië ze ker niet het apenland. Wat steeds op valt en waar ze erg van genieten is de grote gastvrijheid. Je hoeft geen af spraak te maken om op bezoek te ko men, je bent altijd welkom. Het is een land waar de jeugd nog toekomst heeft. Wie wat aanpakt, kan slagen. Er wordt grote inzet ge vraagd, maar er zijn mogelijkheden om vooruit te komen. Brazilië is ook het land van de grote kontrasten: arm en rijk. Er is een armoede die zo ontstellend is, dat het zijn weerga niet kent. En er is een rijkdom, waar bij vergeleken de rijken in Holland kleine jongens zijn. Dankdag Op de middag dat we het gesprek hadden, zocht mevrouw Boot de mu ziekstukken uit voor de repetitie van het koor. Het koor zou gaan zingen in de dankdienst voor „gewas en ar beid" die in de komende week gehou den zou gaan worden. „Dit jaar, zo vertelt de dirigente, zingen we Psalm 126". De woorden van dit lied vertol ken wat wij meegemaakt hebben: zij die met tranen zaaien, zullen met ge juich oogsten. Door alle ontbering en lijden heen, zien zij de hand van God die hen leid de. Belijdenis Dit jaar legde mevrouw Boot, op hoge leeftijd, in het openbaar belij denis af van haar geloof in Jezus Christus. Het heeft lang geduurd, vertelt zij. Door invloed van het koor is het zover gekomen. Dat je liederen zingt, die je aanspreken. De woorden werden een getuigenis in jezelf. Het koor zong eens het volgende lied: „Toen de Geest Gods op mij viel kwam er blijdschap in mijn ziel". Toen vroeg iemand: Is dat bij u ook zo? Dat was het moment om na te denken en te beslissen. En tot op van daag heb ik er geen spijt van! De Nieuwsbode Gedurende enige tijd heeft de fami lie Boot hier in Brasil de Nieuwsbode kunnen lezen. Dat heeft ze geweldig gewaardeerd. Nu begint ze aardig achter te lopen wat betreft de nieuwtjes van Schouwen-Duiveland. Wellicht komt door dit artikel een le zer op een ideetje verslaggever/opsteller: ds. B. Oosterbroek Colonia Holandesa Arapoti Ds. Oosterbroek op het terrein, waar aan nu de Kraaijesteinweg de christelijk gereformeerde kerk is gebouwd. Ds. Oosterbroek heeft daarvoor destijds de eerste paal geslagen. Men was doodziek van de diarrhé; er deed zich een geval van typhus voor. En - naar Braziliaanse gewoonte - je moet zelf op een dokter uit. Je krijgt een recept in handen en moet probe ren de medicijnen in huis te krijgen. Vreemde ontdekkingen „De maan staat hier andersom", vertelde vader Boot aan de kinderen. „Waar zijn we hier terecht gekomen?" Bij wassende maan in Holland kan je van die figuur een „p" maken; bij afgaande maan een „q". In Brasil staat de boel op zijn kop. Het gezin moest de maaltijden nut tigen zonder de vertrouwde aard appels. Het menu gaf aan: rijst en bo nen. Toen de pappenheimers voor de bonen bedanktën, naam vader Boot zijn maatregelen: „je begint met ene boon, morgen twee en overmorgen drie In de al spoedig aangelegde moestuin achter het huis, maakten de kersverse Hollanders kennis met de oneindige rijen mierenfamilies, die van een lekker hapje hielden en een kaalgevreten vlakte achterlie ten. Verhuizen Regelmatig laadde de familie de bezittingen op een vrachtautp .en ging op zoek naar een nieuwe werkk ring. Het tweede-bedrijf - ook een melkveebedrijf - bezat tevens een bo- terfabriekje. Daar stond een ouder wetse stoomketel, waar soms geen zuchtje stoom uit te krijgen was, maar die een andere keer weer dreig de te ontploffen. Verhuizen deed men zelf: een vol geladen vrachtautootje, Joost achter het stuur. In de stromende regen moest men een keer halt houden voor een rivier. Het brugje was weggeval len. Er werden een paar bomen ge kapt en een brugje geïmproviseerd. Het was gas geven en doorrijdenHet was met recht „met de hakken over de sloot", want na de last van de wie len gedragen te hebben, zakte het zaakje in elkaar. Thuis werd de kletsnatte verhuisboel te drogen ge legd. En, voordat die degelijke Hol landse kapokdekens droog zijn Alvorens een nieuw woonhuis te betrekken, werd alles met de Hol landse properheid eerst grondig ge reinigd. Met soda zou dat gebeuren, volgens Hollands recept. Er was soda te koop, de reinigingskracht voor treffelijk. Het reinigde niet slechts de oppervlaktehuid van de schoon maaksters, maar brandde diepe ga ten in het vlees. En dan gebruik je ge woon soda!, zij het dan Braziliaanse Watersnood 1953 De familie was al drie jaar in Bra sil toen in Zeeland de watersnood plaatsvond. Men woonde toen ergens in het zuiden. In tijden al had men geen post uit Holland meer ontvan gen. Toen gebeurde het dat Job, in gesprek met wat Braziliaanse vrien den, opeens het oog liet vallen op een paar vetgedrukte woorden op een ou de vergeelde krantenkop: De woor den „Holanda" trokken zijn aan dacht. Er stond een foto bij afge drukt van Zierikzee, een huilende vrouw op de voorgrond. Via die krant van een paar weken oud kwam men achter het vreselijke nieuws. Het was een periode van grote span ning. Men had familie in het rampge bied. Later stroomden de berichten binnen en gelukkig goed nieuws over de eigen familie. Het verhaal van de emigratie is lang en spannend. Ook schokkend. Mevrouw Boot verloor haar man en is weduwe. Ook de jongste zoon Jan leeft niet meer. Het zijn diepingrij pende dingen die hun sporen nalaten. Dolgelukkig is mevrouw Boot met de andere kinderen, zo dicht in de buurt en de schat aan kleinkinderen: 21 en 4 achterkleinkinderen. Dirigente van het koor Mevrouw is nog steeds geweldig aktief in het Carambiaanse kolonie leven. Wekelijks leidt zij de repeti ties van het kerkkoor. Wie een uit voering van haar koor meemaakt, raakt onder de indruk van de bezie ling die zij op de koorleden weet over te brengen. Door de discipline en or de die ze weet aan te brengen, haalt ze de volle 100 procent uit het aanwe zige stemmenmateriaal. Muziek en zang zijn haar leven. Ook in Castrolanda, een nabijgele gen Hollandse kolonie zwaaide zij de scepter op het koor. Dat is al weer ja ren geleden. Voor de twee uurtjes re peteren van half acht tot half tien, vertrok ze 's middags met de melk- auto langs de tientallen boerderijen, om pas de volgende morgen met die zelfde vrachtauto terug te keren. Haamsteeds Zangkoor De ouderen in Haamstede zullen nog wel op de hoogte zijn van de mu zikale talenten van mevrouw. Vanaf 1929 was zij dirigente van het Haamsteedse Zangkoor. Met trots vertelt zij, hoe zij met haar koor wist door te dringen tot de ere-af deling op het jaarlijkse zangconcours van de Zeeuwse Zangersbond. Alleen inwo ners van Haamstede zongen mee en deelden in de eer. Voor burgers van Burgh was nog geen plaats. Zij wa ren konkurrent en op de concoursen steeds verliezers. Foto's kijken Mevrouw Boot haalt een grote foto- lijst uit de slaapkamer waarop het zangkoor staat afgebeeld. De foto was het afscheidsgeschenk bij de emigratie. De ex-dirigente weet zich praktisch alle koorleden te herinne ren. We bladeren een oud fotoboek door, dat steeds is mee getrokken op alle zwerftochten door weer en wind. Een foto geeft een indruk van een zanguitvoering in Curitiba, de hoofd stad van de staat Parané, toen het koor van Carambei een stuk uitvoer de in Hollandse klederdracht. Me vrouw Boot was gekleed in Walcher- se dracht. Heimwee Praten over 33 jaar Brasil brengt ook het heimwee naar Holland met zich mee. Herinneringen komen bo ven. Matti, één van de tweelingdoch ters, ligt soms nog te dromen van de lichtbundel van de vuurtoren. Ze had op „Gardara" een slaapkamertje, waar de lichtbundels steeds naar bin nen vielen. Ze weet precies hoe het ging: „driemaal licht - even stop, één keer en dan weer drie keer". In ge dachten loopt ze, samen met Annie en Job, die ook bij het gesprek aan wezig zin, de weg naar de oude hoeve - het stukje strand tussen de vuurto ren en Renesse. Ze beschrijven de route vanaf Gardara over de duinpol der naar het strand. Ergens in een muur op „Gardara" staan in het cement nog de namen ge schreven an Annie en Job. Dat was De hoofdweg door Carambei met uitzicht op de Hollandse kerk en school. In 1956 verhuisde de familie Boot van de staat Rio Grande naar Para- nó, meer naar het noorden. Na zes jaar armoede en gesjouw eindelijk uitzicht op een betere toekomst. Men werd opgenomen in de Hollandse ge meenschap die daar al een groot aan tal jaren woonde. Het leven was er nog erg primitief: geen elektriciteit, geen asfalt. Allengs werd een eigen zelfstandig bedrijf opgebouwd, met groenteteelt. Mevrouw Boot herin nert zich nog het blijde moment, dat de eerste kist met sla aan de man ge bracht werd. De jongste zoon Jan volgde nog een schoolopleiding. Drie kinderen uit het gezin, Annie, Matti en Job trouw den in een en hetzelfde jaar. De jeugd vloog uit. De jongens vonden werk bij de grote landbouw- en zuivelcoö- peraties van de gezamenlijke drie Hollandse kolonies. Na het geploeter in het zuiden werd nu voor allen een redelijk bestaan verworven. „Emigreren is ontberen! Je verlaat je geboortegrond, je familie en vrienden. Je komt in een vreemd land. Een andere taal, andere cultuur. In je zit een onuitblusbare pioniersgeest. Je gaat een nieuwe toekomst tegemoet. Maar wat het worden zal? Je weet van niets Aan het woord is Maatje Josina Boot-Rotte. Afkomstig van Schouwen, geboren in Kerkwerve, emigreerde zij 33 jaar geleden naar Brazilië. Zij vertelt van het avontuur, de tegenslagen. Zij vertelt van de fijne herinneringen aan Schouwen. Iedere emigrant heeft iets van heimwee. Zij vertelt van het huidige leven, een goed leven samen met kinderen en kleinkinderen, in Carambei, één van de Hollandse kolonies in Parana, een zuidelijke staat van Brazilië. Mevrouw Maatje Boot-Rotte voor haar woning. Op 17 februari 1950, op een koude winterdag, vertrok de familie Boot, vader en moeder en 6 kinderen. Een aanlokkelijke advertentie zorgde er voor, dat de familie het pachtboerde- rijtje onder het licht van de vuurto ren - „Gardara" geheten - voorgoed vaarwel ging zeggen. Alle schoolkin deren stonden voor de school, aan de Noordstraat, opgesteld om, onder lei ding van meester Spanjaard, de emi granten uit te zwaaien. In een bus op weg naar Antwerpen en toen zes we ken op zee. De gezinswas aan boord werd gedaan in een afgedankte erw tensoeppan en alles werd op het ach terdek vrolijk te drogen gehangen. De boot, eigenlijk een vrachtboot, deed langs de kust bijna alle havens en haventjes aan, terwijl de reis ook door talloze stakingen vertraagd werd. Toen het gezin eindelijk voet aan wal zette in Porto Alegre, een volgen de grote tegenvaller: de verhuiskist moest een week in de havenloods blijven staan. Het gezin reisde door naar de plaats van bestemming, waar ze noodgedwongen in een hotel letje hun intrek moesten nemen: vreemde mensen, vreemde luchtjes, vreemde woorden en dingen. De start De eerste standplaats werd zo Gui- ba, in Rio Grande, vlakbij de oceaan. Het gezin zou in de komende zes jaar nog eens elf keer gaan verhuizen: steeds op zoek naar een beter bestaan, een betere plaats om te wer ken. Eerst kreeg men werk op een melkveebedrijf. De drie jongste kin deren naar school en de rest moest aanpakken: half vier uit bed en mel ken! Er moest door verschillende zure appels worden heen gebeten. Ver schillende familieleden belandden in de ziekenboeg. Men maakte kennis met de afschuwelijke clima-zweren.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1984 | | pagina 5