Andries Schraver: van volksjongen
tot hoofd-ingenieur bij waterstaat
Glansrijke karrière
begon eind 18e eeuw
6
BRUIN1SSE - Reeds in 1810 werden er plannen op
gesteld om tot een afdamming van de Oosterschelde
te komen. Andries Schraver, van oorsprong een een
voudige volksjongen in de wereld van de waterbouw
kunde. Zijn ontwerpen bood hij persoonlijk aan kei
zer Napoleon aan te Parijs. De inval in Rusland in
1812 en de voor Napoleon beslissende nederlaag in
oktober 1813 in de Slag bij Leipzig belemmerden de
voorgenomen uitvoering aan de Oosterschelde: de
plannen bleven in de lade liggen. Schraver werd door
Napoleon wel tot hoofdingenieur van het korps der
bruggen en wegen benoemd. Na de overbrenging van
Napoleon naar Sint-Helena in 1815 veranderde er
voor Schraver niet veel. Koning Willem 1 bevestigde
hem in zijn rang. In 1827 kreeg hij eervol ontslag.
Slechts enkele maanden later overleed hij.
Jaarlijks komen honderdduizenden bezoekers een
kijkje nemen bij het grootse schouwspeldat de bouw
van de stormvloedkering in de Oosterscheldemonding
biedt. De meest moderne werktuigen en technieken,
die nog niet eerder werden gebruikt of toegepast, wor
den ingezet bij de bouw van deze voorziening om on
der extreme omstandigheden een groot deel van Zee
land tegen het water te beveiligen. De Februari-ramp
van 1953 is er de rechtstreekse oorzaak van dat dit
werk, als onderdeel van de Deltawerken, wordt uitge
voerd. En toch, als de geschiedenis een andere loop
had genomen, als Napoleon in 1813 niet in de slag bij
Leipzig was verslagen, dan was diezelfde Oosterschel
de wellicht al lang afgedamd geweest. Het klinkt wel
licht wat ongeloofwaardig, maar dan was er nu geen
sprake geweest van de bouw van een storm vloedke
ring: een werk dat terecht het grootste waterbouw
kundige werk van de twintigste eeuw wordt genoemd.
fort met enkele stukken geschut tus-
sen-de Zoeters bout en de Zijpse bout,
twee nu nog bestaande punten in de
zeewering zuidelijk van de tramha
ven van Zijpe. Schraver begon ijve
rig met "het schrijven van rapporten.
In datzelfde jaar werd in de scherm-
hoofden op het schor Rumoirt paal-
vorm gekonstateerd. De aanleg van
deze paalhoofden werd in 1790
gestaakt.
Natuurlijk trok de kundige ambte
naar ook de aandacht van de politici
van de nieuwe Bataafse Republiek
(1795-1806). Schraver werd benoemd
tot Volksrepresentant. In de water
bouwkundige aantekeningen over de
Zeeuwse oeververdediging staat:
,,De toestand waarin de Bruinisser
en Stoofpolders verkeerden verbe
terde in het volgend tiental jaren
niet. Aan de kunstmatige verdedi
ging der dijken en de vooroevers
werd in het geheel niet of zeer ge-
brekking de hand gehouden". De
komst van de Bataafse Republiek
bracht dus in elk geval geen verbete
ring van de zeewering met zich mee.
In 1796 volgde opnieuw een benoe
ming: Schraver werd adjunkt com
mies bij de zeewerken van Schou
wen, maar dat was de slechts de in
leiding op een nader aantal te volgen
benoemingen. Onder de titel van ln-
spekteur en Commissaris Inspekteur
werd hij een belangrijk persoon bij
de Zeeuwse Waterstaat. In 1801
wordt hij onder meer .Commissaris
Inspekteur in het departement van
Schelde en Maas" genoemd.
Vroegere
werkwijzen
werden
bekritiseerd
De ontwerper van dat stoutmoedi
ge plan was Andries Schraver, van
afkomst een eenvoudige volksjongen
uit Brouwershaven. Zijn levensloop
doet enigszins denken aan die van
Michiel Adriaanszoon de Ruyter, bei
den waren van zeer eenvoudige af
komst, beiden gingen in hun jeugd
naar zee, beiden stierven als geëerde
burgers van hun land in de hoogste
funktie welke zij konden bereiken.
En Schraver heeft waarschijnlijk de
zelfde liefde voor zijn vaderland be
zeten als De Ruyter. In haar boekje
,,Met Vlag en Wimpel" spreekt me
vrouw Reitsma d'Ancona over de re
volutionair Schraver; uiterst merk
waardig is overigens dat Schraver.
in dienst van Napoleon, na diens val
in 1813 niet achter prikkeldraad
werd gezet als landverrader, maar
door Koning Willem 1 in zijn ambt
bevestigd werd, waarin hij ,,met on
verzwakte ijver werkzaam bleef" tot
hij in 1827 op 73-jarige leeftijd over
leed. Dit laatste staat te lezen in Le
vensberichten van Zeeuwen" door F.
Nagtglas.
„In mijn
beroep ken
ik vrienden
noch vijanden'
De instelling van Schraver ten op
zichte van zijn werk, wordt waar
schijnlijk het beste getypeerd door
het antwoord dat hij Napoleon gaf
toen deze zag dat hij bij zijn werk ge
bruik maakte van een zilveren pas
ser met opschrift. Deze passer had
Schraver gekregen van een Engelse
ingenieur tijdens de expeditie van de
Engelsen op Walcheren. Keizer Napo
leon vroeg aan Schraver: ,,Zijn de
Engelsen u vrienden?". Schraver ant
woordde daarop als rondborstige
Zeeuw: ,,Sire, in mijn beroep ken ik
vrienden noch vijanden". De keizer
glimlachte en liet Schraver op één
der daarop volgende dagen een kost
baar gouden horloge bezorgen.
Andries Schraver werd op 27 febru
ari 1754 in Brouwershaven geboren;
zijn ouders behoorden tot wat men
noemde ,,de werkende stand". Op
jonge leeftijd overleed zijn moeder,
nadat het gezin naar Zonnemaire was
verhuisd. Zijn vader hertrouwde,
maar zijn tweede moeder moest maar
weinig van de jonge Andries hebben.
De onderwijzer Barend Hocke ont
fermde zich over de leergierige jon
gen, die reeds op zeer jeugdige leef
tijd blijk gaf van een buitengewoon
helder verstand. Hij had het thuis,
zoals gezegd, niet gemakkelijk; moe
deloos liep hij op veertienjarige leef
tijd van huis weg om, na enige om
zwervingen op het eiland, in Zierik-
zee op het koopvaardijschip ,,De
Blijkzigt" aan te monsteren als ka
juitsjongen.
Die nederige rang bekleedde hij
overigens niet zo erg lang, want snel
trok hij de aandacht van kapitein Ni-
colaas Lette, die in de gaten had dat
er meer stak in de jonge Schraver
dan in vele van zijn leeftijdsgenoten.
Lette beloonde de jonge matroos
door hem, op een reis naar de Middel
landse Zee, aan te bevelen bij vice-
admiraal Van Kinsbergen. Van Kins-
bergen was een Nederlander in Rus
sische vlootdienst gedurende de oor
log tussen Rusland en Turkije (1768-
1772).
Op één van de Russische oorlog
schepen werd hij kadet bij de Russi
sche marine; in die hoedanigheid on
derscheidde hij zich tijdens de
zeeslag bij Tschesmé, waarbij de ge
hele Turkse vloot werd vernietigd.
Deelgenoot van dit wapenfeit, en de
gedachte dat hij door dat soort zaken
in staat zou zijn hogerop te klimmen,
deden Schraver besluiten om de Rus
sische zeedienst vaarwel te zeggen.
Hij nam opnieuw dienst bij de koop
vaardij onder zijn oude kapitein Let
te. In de funktie van stuurmansleei'-
ling, en later als stuurman, maakte
Schraver verschillende reizen naar
de Levant en één naar Archangel.
Zijn levensbestemming leek dus be
paald, totdat een schipbreuk op de
Engelse kust daaraan een einde
maakte. Hij brak zijn borstbeen en
bleef daar erg lang mee sukkelen.
Dat betekende voor Schraver het ein
de van zijn loopbaan als varensgezel.
Bouwkunde
werd zijn
beroep en hobby
zijn nieuwe loopbaan, in dienst van
de Zierikzeese aannemer Cornells
Lookman. Maar ook nu zat hij niet
stil. De bouwkunde werd niet alleen
zijn beroep, maar ook zijn nieuwe
hobby; zijn vorderingen op dat ge
bied trokken evenzeer de aandacht
als destijds het geval was tijdens zijn
carrière op de vloot. Op 22-jarigë
leeftijd werd hij door de Ambachts
heer Nicolaas Steengracht van
Oosterland aangesteld tot metselaar
en bouwkundige in diens Heerlijk
heid Oosterland.
Op Oosterland raakte hij bevriend
met de landbouwer Huibregtse van
de Stolpe. Deze laatste bezat een
voor die tijd grote mate van geoe
fendheid in het inaken van allerlei
berekeningen. Schraver maakte
daarvan gebruik door zichzelf, met
behulp van zijn vriend, deze kennis
toe te eigenen. Vervolgens legde hij
zich toe op de kennis en de konstruk-
tie van sluizen en uitwateringen.
Er gebeurde in zijn omgeving nogal
wat op waterbouwkundig gebied,
met name met betrekking tot de dij
ken van de polder Bruinisse, die dooi
de stroom in het Zijpe werden be
dreigt. De Bruintjeskreek verzand
de, het Zijpe (in het begin van de 18e
eeuw nog op verschillende plaatsen
doorwaadbaar) werd breder en die
per en er traden dijk- en oevervallen
op aan de Stoofpolder en aan andere
dijken langs Zijpe en Mastgat.
Schraver wordt
opzichter over
Admiraliteitsgebouwen
wen aan het Zijpe. Deze benoeming
geschiedde op voordracht van 's
lands architekt Kaijser door het Kol-
legie der Admiraliteit te Middelburg.
Deze gebouwen behelst en een klem
In een uitvoerig rapport, dagteke
ning 29 april 1802, gaf hij een uitvoe
rig verslag van een inspektie bij
Bruinisse. Hij bekritiseerde de werk
wijze van vroeger, het leggen van een
blinde dam en het maken van
schermhoofden en vond dat men had
kunnen berekenen dat het oude Zijpe
Als eenvoudig metselaar begon hij
Schraver zag hoe verschillende
maatz-egelen, die werden genomen
om de stroomrichting te veranderen,
verkeerd uitpakten en soms de aan
val van de stroom op de Bruinisser
polder juist versterkten. Tot laat in
de nacht (aldus zijn dorpsgenoten)
zat de metselaar van de Ambachts
heer in de boeken te neuzen om uit te
zoeken welke maatregelen nu eigen
lijk fout en welke goed zouden zijn.
Hij stelde een missive op over het
dijkwezen, die de aandacht trok van
de pensionaris en rentmeester van de
stad Veere. In 1788 werd Schraver op
zichter over de Admiraliteitsgebou-
moest verzanden en dat het nieuwe
kanaal de Zijpe zich langs de Stoof-
en de Bruinisser polder moest vor
men.
Hij sprak van onberedeneerd
grote sommen geld", die waren geïn
vesteerd. In 1802 en 1803 maakte hij
nog diverse rapporten over dijkval-
len in de Stoof- en Bruinisser dijken.
Op 5 oktober 1803 viel het doek. De
zeedijk brak door op verschillende
plaatsen en de hele in 1770 gelegde in
laag inundeerde. Ook nu nog, anno
1983, treft men op deze plaats een van
de diepste delen van het Zijpe aan.
Het is een plaats die voortdurende
aandacht vergt van het polder
bestuur. Schraver berekende dat de
diverse misslagen 300.000,- hadden
gekost, een enorme som geld voor die
tijd.
Schraver was even kundig als on
verschrokken. Bij de dijkvallen
raakten de dijkwerkers onderling
verwikkeld in een vechtpartij. In een
rapport van Schraver staat: ,,Het
vletwerk verliep naar wens, maar de
voorbeeidloze menigte zieken, die
dagelijks uit de pioeg valt en sterft
belemmert de vooruitgang. Daar ik
mij net zo min naar dreigen als naar
vleien schik, moet het volk zich naar
mijn eisen schikken". Zijn belevenis
sen op de Russische vloot, onder Van
Kinsbergen, kwamen hem waar
schijnlijk goed van pas. Ook het di-
rekte ingrijpen Jag hem na aan het
hart. Tegen de aannemers zei hij dat
voor zonsopkomst het gat in de dijk
moest zijn hersteld. En dat gebeurde
ook. Dergelijke optredens tekenden
Schraver ten voeten uit.
Naast bij bemoeienissen met de
zeedijken schreef hij ook verhande
lingen voor het algemeen nut. Twee
van zijn uiteenzettingen werden be-
krood door het Zeeuwsch Genoot
schap der wetenschappen. In 1799
was dat „Over het bestand maken
van kram- en matwerken tegen de
slag van het water en in 1804 over
„De situatie van Walcheren".
Opdracht voor
afdamming
Oosterschelde
l-tekening van Andries Schraver, overgenomen uit de Zeeumsche
nanak voor 1840.
In 1808 (de Bataafse Republiek was
inmiddels veranderd in het konink
rijk Holland) verleende hij na de
stormvloed van 12 januari dergelijke
belangrijke diensten dat koning Lo-
dewijk Napoleon (een broer van Na
poleon) hem een belangrijke gratifi-
katie schonk. In augustus 1810 moest
Schraver bij graaf Henri G. Ber-
trand, Frans generaal en een trouw
aanhanger van Napoleon, komen, die
hem opdroeg de nodige ontwerpen te
maken voor de afdamming van de
Oosterschelde en het Sloe. Binnen
vier maanden voldeed Schraver aan
deze opdracht. Hij werd naar Parijs
ontboden, waar hij de plannen nader
uitwerkte. Op 28 januari 1811 bood
hij zijn ontwerp persoonlijk aan Na
poleon aan. De keizer benoemde
Schraver direkt na dit onderhoud tot
hoofdingenieur bij het korps brug
gen en wegen. Na twee maanden
keerde hij naar Zeeland terug en pak
te zijn dagelijkse werk weer op. In
juli van het volgende jaar viel Napo
leon Rusland binnen, welke een
rampzalige afloop kende voor de
troepen van de keizer. Het plan voor
de afdamming van de Oosterschelde
kwam vermoedelijk in een lade te
recht op één van de Franse departe
menten. De werkzaamheden van
Schraver veranderden door alle ge
beurtenissen niet. Koning Willem I
(1814/1815-1840) bevestigde Schraver
in zijn rang. In 1827 kreeg hij eervol
ontslag en werd hem een buitenge
woon pensioen toegekend. Daarvan
kan hij nog slechts enkele maanden
genieten, omdat hij op 17 juni 1827
overleed.
Schraver heeft zich altijd fel verzet
tegen de mening dat de lage landen
van Europa maar niet tegen de zee
moeten worden beschermd, omdat
dergelijk maatregelen in het belang
van de veiligheid van de bewoners te
veel geld kosten. Allen de (pastiële)
afsluiting van de Oosterschelde heeft
hij nooit mee mogen maken. Het zou
nog ruim anderhalve eeuw duren
voordat serieuze plannen voor dit
projekt uiteindelijk zouden worden
uitgevoerd.