ntig jaar den voer de orboot nog Schouwen-Duiveland op de grens tussen eiland en schiereiland NIEUWSBODE Vrijdag 30 december 1983 Nr. 23448 29 't Is misschien best eens aardig om te weten: dit verhaal ontstond op de redaktie. „Gewoon" omdat ik tussen een stapeltje oude foto's deze opname vond van de veer boot „Koningin Emma", zoals er achterop stond. „De Spoorboot", zei fotograaf Jo- han Berrevoets onmiddellijk. Hij sloeg aan het vertellen en sportre- dakteur Joop de Wit vulde hem 't Moet voor deze krantepagina (helaas) veel korter, dus het blijft bij een beetje mijmeren over twintig jaar (en langer) geleden Hopelijk tóch lezenswaardig voor zowel degenen die deze tijd wèl als die hem niet of niet hier (zoals ik) meemaakten JOKE VAN DER KLOOSTER aan. Twee échte Schouwen-Duive- landers onder elkaar, want de rest van de redaktie is import of te jong voor dergelijke herinnerin gen. Veel mensen kunnen trouwens erg onderhoudend over die veer- pontentijd vertellen. Een paar ko men er aan het woord, maar al leen al hun verhalen zouden boe ken kunnen vullen. vUIVELAND - Het is bijna niet meer voor te stellen: Schouwen- naar twintig jaar geleden nog écht een eiland! Ponten voeren toen inten om reizigers te vervoerende enige en veel tijd in beslag ne- verbinding naar elders. dat isolement was echter in zicht, want er werd hard gewerkt aan ing van de Grevelingendam, de eerste vaste verbinding naar weer eree-Overflakkee, dat door middel van de Haringvlietburg een iding met Rotterdam zou krijgen. Ook de Zeelandbrug zou er Vijf uur varen voor een uit-wedstrijd Ook onze sportredakteur Joop de Wit weer er van mee te praten. „Wan neer wij naar Middelburg voeren om te voetballen, werd er altijd een buf- fetje aan boord ingericht", waarmee hij weer zo'n aspekt van het „eiland wezen" aansnijdt. Je moest wat over hebben voor je sport. Korfballen, vertelt hij, speelde zich meestal op Schouwen-Duiveland af, maar voor de KNVB-kompetitie moest er wor den overgevaren. et echter nog niet zo ver. Schouwen-Duiveland zat op de grens tus- hiereiland. Wèl waren er al veel meningen gevormd over die ont- oners, die daar zeer over te spreken waren. Zij zagen voor de toe- re ekonomie voor Schouwen-Duiveland weggelegd; op het rekrea- de handelsektor, want aan een ekonomische teruggang dacht nog ?n zeer huiverig. Zij vreesden dat Schouwen-Duiveland overspoeld >r toeristen en door „import-bewoners", die de gevestigde traditio- n volledig in de war zouden sturen. In Bruinisse waren de mossel- blij mei de Grevelingëndam, omdat hun mosselkuituur er door gen ze er een complete kermis van maken. Dat was mispunterig van die mannen, want ze gingen prutsen aan onze eigen aparte status. Dat wilden we wel; hoefden we im mers niet meer te wachten, maar er gens wilden we het niet Intussen voeren de veerboten rustig door; niet alleen om auto's en mensen naar de andere kant te brengen, blijkt uit het verhaal van onze foto graaf Joh. D. C. Berrevoets. Herinneringen wellen bij hem op, wanneer hij zich buigt over een oude foto van de veerboot Koningin Em ma die destijds - overigens altijd op tijd - tussen Zierikzee en Katseveer voer. „De spoorboot" werd ze ge noemd en wanneer die 's avonds rond half elf voor het laatst die dag aan het Luitje aanlegde, stond er altijd een groepje buurtbewoners te kijken wie er zo laat nog arriveerde. Iedere avond was hét vertier. T.v. was er nog niet „Love-boat?" Johan Berrevoets spreekt over de tijd dat hij een romantische jonge man moet zijn geweest. Want het ge beurde dikwijls dat een groepje jon gens en meisjes 's avonds een pont kaartje kocht, maar geenszins de be doeling had om in Katseveer aan wal te stappen. Ze konden zo namelijk op hetzelfde kaartje weer terug naar Zierikzee varen en begaven zich uit sluitend aan boord om zich in de eerste klas overdekte salon boven op het dek te verpozen, met uitzicht op de wijde zee. Romantische tochten waren dat", herinnert Johan zich, terwijl hem bo vendien de heerlijke erwtensoep te binnen schiet die destijds aan boord te koop was. „Daar stond de boot om bekend". En 's zomers was er ijs. t.l.n.r. bemanningslieden Bram Stoutjesdijk (aan .meester'7 De Leij (woont in Roosendaal) en Zie- aller ogen gericht waren op het maken aan voor de Grevelingendam, was het mdelsvervoer nog steeds alleen mogelijk noeilijke, maar toch ook vaak z'n leuke leringen aan een nog maar kort voorbij ndman e kursiefjes van ïrleden hoofdre- Zierikzeesche de Vaate tekent hten op de pont hem zo rake wij- en konden nog n. Met hun mus- en een pond bus- hoofd. zijn ze komen. Maar la- r zonder boot. reen en wie nieuwsgierig was moest maar wachten om te komen kijken. Het was een gunst om hier te mo gen wonen, zo chauvinistisch dach ten we wel en opeens zijn toen de dammensen gekomen. Bouwers had den we al. gewone bouwers en ..bie tenbouwers", maar dambouwers nog niet. Ze sleepten van alles naar de Grevelingenkant, stenen en zand en bitumen en met hun kabelbaan gin- Het kwam destijds wel voor dat er vijf uren op een boot werden doorge bracht om een voetbalwedstrijd te spelen Het gebeurde vaak dat beurtschipper Duivendijk met zijn boot werd ingeschakeld om de reis met het elftal over water te maken. De vaaruren gingen kennelijk in opperbeste sfeer voorbij, want ook Joop de Wit kijkt met plezier terug op die vaartochten. Hoewel hij het toch prettig vindt dat de verbindin gen nu wat simpeler zijn. Op de fiets Tegenwoordig ben je per slot van rekening in een uurtje in Rotterdam, of je nu met de auto gaat of met de bus. Niet te geloven dat die reis enke le tientallen jaren geleden vijf tot zes uren in beslag nam. Er waren twee mogelijkheden. Twee keer per week kon je van Zierikzee uit met de „Stad Zierikzee" (onder andere via Dor drecht) naar Rotterdam en dagelijks was Rotterdam van Zijpe uit te berei ken, deels varend en deels met de tram. Op de fiets ging het zelfs vlugger, vertelt Joop, dan deed je er een uurtje of vier over. Met je karretje eerst het water over (Zijpe Steen bergen), dan van Dintelooi-d- Willemstad naar Numansdorp en via de Dordtse straatweg naar Rotter dam. Zo deden de sportieveiingen dat. „Bram van de boot Veel mensen denken trouwens met genoegen terug aan de tijd die aan boord werd doorgebracht. „Wat was het toen toch gezellig", zie onlangs nog iemand tegen Bram Stoutjes dijk, destijds - en ook nu nog - beter bekend als „Bram van de boot". Zijn naam is onverbrekelijk verbonden met de „Spoorboot". Tientallen jaren voer hij als stoker/dekknecht tussen Zierikzee en Katseveer, tot 15 december 1965 de Zeelandbrug werd geopend en het gedaan was met de boot-verbinding. Bram Stoutjesdijk werd deze maand 77 jaar, was pas geleden vijf tig jaar getrouwd en draagt nog dage lijks met gepaste trots de - on verslijt- bare - kleding van de Provinciale Stoomvaartdienst Zeeland, waar hij veertig jaar werkzaam was. Omgeven door paperassen en foto's van zijn werkzame periode, gehuld een schitterende donkerblauwe trui met geborduurde witte letters P.S.Z. en met een pilsje binnen handbereik, roept hij die tijd in zijn herinnering terug. En dat is niet moeilijk, hoewel mevrouw Stoutjesdijk af en toe moet assisteren als hem een datum niet te binnen wil schieten. De laatste boot waarop hij voer was dus de Koningin Emma. Hij ken de ongelofelijk veel mensen want er waren er nogal wat die dikwijls van de dienst gebruik maakten. Daarbij waren bijvoorbeeld veel specialisten die geregeld naar het toenmalige zie kenhuis in Noordgouwe kwamen. En niet te vergeten de zakenlieden, reizi gers, en degenen die familieleden of hun verkering op Schouwen-Duive land hadden wonnen. „Als de boot om vijf uur vertrok, kwamen ze om vier uur al bij mekaar in café De Ban- jaard", vertelt Bram, „om even ge zellig bij elkaar te zijn of een potje te kaarten". Aan boord werd, als Bram de auto's op de plaatsen had gediri geerd, onderweg vaak nog doorge- Eerste bestek Grevelingendam Vijfentwintig jaar geleden, in 1958, kreeg ing. Bécu als „Rijkswatersta ter" het eerste bestek van de afslui ting Grevelingen bij Bruinisse ter in zage, waarmee dan de cirkel van het begin van deze terugblik rond is. Ook hij zet de toenmalige veerver- bindingen op een rijtje. Behalve Zierikzee/Katseveer en de nog in de vaart zijnde pont Bruinisse/Anna Ja- coba, noemt hij die van Hoek naar St. Jacoba (Goeree-Overflakkee) en tot slot die van Zierikzee- Colijnsplaat. Over die laatste: Dit De kabelbaan in aanbouw voor de aanleg van de Grevelingendavi. Precies twintig jaar geleden radio- en TV-nieuws omdat de kabel knapte, met een knal als het doorbreken van de geluidsbarrière door een straaljager kaart en de kop lekkere soep ging er ook best in. „De lol er er a/" „Bram, de lol is er af", zei zopas nog iemand, „je ziet mekaar niet meer nu iedereen over de Zeeland brug vliegt". Na de opening van de brug voer Bram nog vijf jaar in Kruiningen, maar hij bleef in Zierikzee wonen. Hij liftte altijd van en naar zijn werk, over de Zeelandbrug, en kwam altijd op tijd, net zo stipt als de spoorboot toendertijd voer „De verre lange reis naar Schouwen Vergelijkingen tussen vroeger en nu ook uit de mond van ing. Leen Bécu, die een half jaar geleden met pensioen ging na een diensttijd bij Rijkswaterstaat die voor de oorlog al begon. Als kind woonde hij aan de haven van Cadzand in Zeeuws- Vlaanderen; zijn moeder kwam van Schouwen-Duiveland, waar zijn grootouders dus woonden. Hij herin-, nert zich de „verre en lange reis naar Schouwen", nu een afstand van an derhalf uur. Toendertijd deed je er een hele lange dag over: eerst met een „gerij" van een boer naar de tram, die de familie naar de boot in Bres- kens bracht. De boottocht naar Vlis- singen en per trein naar Goes. Per bus naar Katseveer en dan de reis per „spoorboot" naar Zierikzee. Dwars door Zierikzee, van het Luitje met koffers, op de tram naar de plaats van bestemming. „Met donker weg en met donker aangekomen". Zo ging dat vroeger. pontje voer altijd, goed of slecht weer. Iedereen was misselijk bij storm, zelfs de poes aan boord moest dan overgeven Leen Bécu ging in Bruinisse wo nen, werd en bleef Schouwen-Duive- lander. Hoewel de Bruse bevolking met de komende afsluiting absoluut niet gelukkig was in verband met de mosselkultuur, werd de Waterstaats mensen nooit een strobreed in de weg gelegd, vertelt hij. Kabelbaan In 1961 komen de gespreken over het gebruik van een kabelbaan bij de sluiting van de Grevelingen. Het was eigenlijk meer een opperen van een idee. Maar twee jaar later, ruim twintig jaar geleden, wordt de eerste dikke staalkabel over de pylonen getrok ken, zaten de „dambouwers" volop in de werkelijkheid. De harde werke lijkheid, want - zes weken later - tij dens het strak trekken, breekt de ka bel met een enorme knal. „Net het geluid van een straaljager, alle span ning die er in zat (250.000 kg.) kwam los", aldus de beschrijving van Bécu. Het gebeurde op de oever van Flak- kee en het werd radio en TV-nieuws. Nieuws van precies twintig jaar gele den, dat - zoals we nu weten - een happy-end kreeg. In februari 1964 komt de nieuwe ka bel en in juni van dat jaar worden de eerste overtochten met een gondel ge maakt - terwijl de veerponten nog steeds voor de overtochten van en naar Schouwen-Duiveland zor gen ieper en eeuwen i-Duiveland be st, omdat het een o maar voor Jan te bereiken. Be- t'n heisa was op een hele heisa en want carrières nsen failliet ge- i'stort, omdat we ten. Wachten aan de overkant, heel 2. Het was voer ukkenschrijvers. 'kte wouden en gespendeerd aan e veer, dat altijd le anderen" nd waren we nok aals een kind dat et was de uitzon- het 'em deed. We massificeerd. nog ?ld, nog niet op riet alles en iede- De Spoorboot aan de overkant, bij Katseveer.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1983 | | pagina 29