öRie LetteRS uit het veRleöen Ons binne md boertjes 26 m.c.ö. De vier kernleden van in een decor van Joh. Coumou. V.l.n.r.: Chris Unger, Marinus Doeleman (met as sistentie), Johan Brouwer en Leo Canters. ZIER1KZEE - Oudejaarsdag is vanouds een dag om even stil te staan bij het ver leden. Een oudejaars-krant is dan ook bij uitstek de plaats om een plekje in te rui men vóór dat verleden. De oudere generatie zegt dan: „die goeie ouwe tijd". Na tuurlijk was die tijd niet altijd even goed. Wat overblijft zijn de prettige herinne ringen aan wat was, maar nooit meer terug komt. Gewoon, omdat de tijden ver anderen en ook de mensen die gestalte geven aan die tijd. Het snelle levensritme is een van de kenmerken van déze generatie, het rustige, weloverwogen ritme was er een van vroeger. „Toen gingen we nog wat ondernemen en zaten we niet de hele avond naar dat stomme ding te kijken", zegt de heer Johan Th. Brouwer uit Zie- rikzee (Nieuwe Haven), met wie we een gesprek hadden over één aspekt uit vervlo gen tijd: de „M.C.D.". Drie letters slechts, ruim voldoende om het verleden weer voor de (al wat ouder wordende) geest te halen en er gloedvol over te vertellen. Fragmentarisch weliswaar en niet altijd de juiste datum bij de juiste gebeurtenis, maar zeer interessant om nog eens boven water te halen: de „M.C.D.-revue", op getekend uit de mond van één van de kernleden: Johan Th. Brouwer. dergelijke dingen meer. De band werd uitgebereid met violisten en een saxofoon. Een stuk of zeven man, en dat ging aardig". Het komische duo in aktie: links Leo Canters, rechts de naamgever van de re vue: ..M.C.D. nou, ik zal je vertellen. Dan moet ik misschien wel een hele tijd terug: d'r was toen een troepje jon gens die op de H.B.S. gingen. Dat was Marinus Doeleman, Chris Unger en ondergetekende. Wij met z'n drieën dus. Ja, er gingen er wel meer op natuurlijk, maar wij zijn toen be gonnen met, ja dat groeit zo, met mu siceren. We hebben toen een jazz band in elkaar getimmerd. De Ame rican jazzband". Zijn ega verbetert: ,,Nee hoor, de Syncopeters". Brouwer gaat verder: ..De American Syncopeters" dus. Je kent dat wel hè, een beetje stoer we zen. Dat was eigenlijk het oorspron kelijke begin van de M.C.D." Maar over welke tijd heeft u het nu? ,,Jadat weet ik niet meer precies". ,,Ik heb vanochtend nog gevraagd aan Koos van der Schee: weet jie wanneer de eerste revue geweest is", neemt mevrouw Brouwer het even over. ,,Ze zeit ik dinke van bie de ge boorte van Beatrix. Daer had z'nt over". Carnavals ,,Ja, daar kom ik straks nog op te rug". gaat Brouwer verder. ,,Maar eh, die jazzband. Het was in elk geval dik vóór de oorlog. Begin dertiger ja ren, eind twintiger jaren. We gingen toen ook carnavals organiseren en Welk instrument speelde u zelf? „Banjo. Dat was het ritme van de muziek toen hè. Dat was in de tijd van de Sleeswijk revue's. Ja, we gin gen ook wel eens weg Toen zei den we: wat bliksem! Wat die mensen kunnen, kunnen wij toch ook wel een beetje! Is 't geen waar. We leefden in een tijd, zoals ik zei, dat je wat ging ondernemen he. Net als bridgen. Wij hebben het georganiseerde bridgen op Schouwen-Duiveland gebracht. Zo is op den duur die revue gedachten gekomen. En weet je wat het is? Het kon makkelijk. Want je zat 's avonds nog niet thuis naar de t.v. te kijken In het begin noemde u drie namen, maar er waren er toch vier? „Ja. Dat komt zo: op zekere dag kwam er een fietsenzaak in de Poststraat. Dat gebouw staat er nu nog, het voormalige Elektro. En daar kwam een jongeman in, later hoorde ik dat hij in Helmond geboren was, geen Zierikzeeënaar dus, die kwam daar wonen. En dat was nogal een vlot type. En toen waren we met z'n vieren". De naam heeft u nog niet genoemd. „Dat was Leo Canters. Ach, ze zijn alledrie al overleden. In een tijd van drie jaar waren ze weg, alledrie. Ik ben eigenlijk de laatste der mohika nen „De grote stoot tot de revue heeft een of ander Oranje-gebeuren gege ven. Ik weet het niet meer precies, 't is al meer dan veertig jaar geleden. Wanneer is koningin Beatrix gebo ren?" (direkte vraag aan de verslag gever, die dit niet direkt kan zeggen) „Ja toen. Dat was de aanleiding". „Want toen moest er gefeest wor den. En om de verbondenheid met het Huis van Oranje te benadrukken kwam er een feestavond: „Zierick en Oranje". Dat was voor de pauze historisch, verzorgd door de gym nastiekvereniging „Rust Roest" en na de pauze was de toekomst, de mo derne tijd. En dèt was in revue-stijl". Waar werd die avond gehouden? „In de Concertzaal. Altijd in de Concertzaal, soms wel drie- vier avonden achter elkaar. Er is een re vue geweest die we zes avonden speelden. Dat sloeg aan! Nou moet ik is even denken hoor, ik kan het niet meer zo nagaan. Dan kwamen ze op draven met bloemen en kadootjes en zo. Jadat sloeg aan! Dat was leuk Heette het toen al M.C.D.-revue, en waar staan die afkortingen voor? M.C.D. „Nee, nee, nee, toen nog niet. M.C.D. was Marinus Cornelis Doele man. En nou ga ik misschien iets zeg gen dat ik nooit kan bewijzen, maar M.C.D. was een handelsmannetje". Dé Doeleman van Zeelandia? „Nee, zijn neef. Die deed in ja waar deed hij in?" Aanvullende vrouw: „Grossierde- rij, in wijn en snoep, van alles". Brouwer weer: „Die zag daar wel een handelmerk in. Later is hij ook M.C.D.-brandewijn gaan verkopen". Hij was dus geldschieter? „Nou nee, we deden het onder me kaar hè. Het ging toen in die dagen alles pro deo". Mevrouw Brouwer: „Ze zaten vier avonden vol in de Concertzaal. Twee duizend man. Moet je nu eens om ko men Ome Johan „Wat die financiering betreft, er moest toch worden voorgeschoten. Dat ging voor een deel op rekening, via de bank met garantie. Want weet je wat ook een voordeel was? De Con certzaal was van ome Johan, die de grondlegger van Zeelandia was. H. J. Doeleman dus. Dus dat zat wel goed. Niet dat we het kado kregen hoor Weet u nog een intree-prijs uit die da gen? „Nee, dat weet ik bij god niet meer. Want zoals ik zeg: er gebeurde veel pro deo. Het orkest bijvoorbeeld. Dat waren plaatstelijke musici, die vonden dat leuk. En de dansmeisjes, de GIRLS, die werden geoefend door verscheidene mensen (Die waren goed hoor De meisjes van ,,Rust Roest"? „Ja, en van Olympia, maar ze wa ren niet verenigingsgebonden hoor. Meisjes die aardig waren en een goed figuur hadden want ja, het oog wil ook wat! Het waren er een stuk of twintig. Hier heb ik nog een foto van ze. Hè, nu ben ik van m'n apropos af U was bij de meisjes „O ja. En dan hadden we nog een zeer artistieke decorschilder. Dat was die Mol, die woont nog in de Wandeling. Zijn zaak had ie in de nieuwe Boogerdstraat. En die vent kon verdomd aardig schilderen. Hij leeft nog. En dan de kostuums. Die haalden we in Rotterdam, bij Schip pers. Erg bekend in die tijd. En dat is zo verschillende keren, jaren zo ge daan. Totdat de oorlog kwam". Eén revue per jaar dus? „Nee, het was er naar, of er een aanleiding was. Net als met het elf honderd jaar bestaan van Zierikzee. Dan kwam er een revue". Dus niet bij elk Oranjefeest? „Neent. De kern waren wij vieren. En dan zochten we meer mensen er bij, en men deed dat graag. De lei ding van de dansmeisjes, ze deed dat twee jaar, deed de vrouw van de bur gemeester. Mevrouw Fokker, voluit mevrouw Fokker van Kraayestein tot Rengerskerke. Die dus". „En die Krijger van Dreister, die heit 't toch oak wê 's gedae?" vraagt mevrouw Brouwer. Aan huis „Nee, da's geen waar. Maar zoals ik al zei: het gebeurde allemaal pro deo. Alleen als we voor de muziek de zaal moesten hebben, om te repete ren, dan moesten we die betalen. De kerngroep repeteerde aan huis". Wie schreef de teksten en de liedjes? „In hoofdzaak schreef M.C.D. die. Ja, hij „leende" ook wel eens wat. Want indertijd heeft Louis Davids nog eens een soort handboek uitgege ven voor revue's en cabarets, en daar werd ook wel uit gebruikt. Maar goed, dat geeft niet. En dat hele zaakje werd meestal geregiseerd, (en dan kom ik op de Nieuwsbode, dat is misschien wel leuk voor jullie) door de vroegere president kommissaris van de Zie- rikzeesche Nieuwsbode, mijnheer Ochtman. Sam dus. Hij woont nu ergens in Noord-Holland. De decors werden gebouwd door de huidige president kommissaris, mijnheer Coumou. Hier, op deze foto staan we allevier, in een decor van Coumou". Een echte mee-zingerwas het lied van Bolijn. Alle medewerkers van de revue, na 1945. Met de hogezijeverteller unn dit verhaal, de heer Johan Th. BrouiDer. Uiterst rechts de regisseur van de revue: de heer Sam Ochtman Ik zienge un liedje Allean ma vo hier Want zieng je in 'Olland Verstae ze gin zier. Die kun nie begriepe Dat wullie 't zoa doe Die praete van „mooi sag" Van „mieters", - nou moe. Refrein: Ons bin .nu ma boertjes Bie ons eat elke vrouw Kee in Griet Ons ebbe'een kaaie Die weg kan waaie Bie ons ist oalles waeter wa je ziet Als je kan zwemme, verzuup je bie ons in Zeeland zo maar niet. Maek je soms een reisje Over de Moerdiek. Zi je dan in Olland Dan lach je je ziek. Dan zie'k al die snurfters Mi kleren van pluus 't Is boter nae bute Ma Bleu Band in uus. Zeg kom jie uut Zealand Vreage ze je dan. Ja, hun zegge 't anders Verpikt da'k et kan. Bin jie komme zwemme Of bin jie gegea Die lui most us wete Dat ons Diesels ai. Ze dienke dat wullie Zo achterlijk bin. Nu Marschal der is Ei ons land niet vee zin. Ze wiste nie beter Of Zealand was doad. Toch vroag' al die lui Eie soms paelin broad. Die Marschal is eus Voa die lui, wa je noemt. Die is dea in Olland Nog even beroemd. Want vuuf jaer gelee Was dai ongezond Toen waeren ze blie Dat een Zealand bestond. Laatste refrein: Ons bin ne ma boertjes Ons ete stroo-vet mit een klipje spek. Een stukje omme, een moatje paeling Een sneetje tervebroad, zo van de mek. 't is aollaes schroaltjes Toch 1st bie ons in Zealand nie zo gek. ^p^eruimd slaat netjes Wij zijn thans weer vrij. We<) met N.S.Bers Weg met slavernij. Leve 't huis Oranje Dot hield nu weer stand ^cht mee voor de vrijheid Van ons Nederland. Wonï...Bolijn van.H'teuwerkerk Had een vracht ml goed in buis Jaor kleeddeZierikzee zich van ge^S.B/in clüiS met.,.een bootfe naar de zaak toe ?tééds maar voren heen en weer tn ieder in ons stadje yan aten tijd af, meneer.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1982 | | pagina 26