Corridor had centrale funktie in behoud Schouwen-Duiveland DE AFSLUITING VAN ZEELAND Wat zeggen de foto's? ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Donderdag 30 december 1082 Nr. 23243 23 het grootste probleem van Rijkswa terstaat datgene op Schouwen- Duiveland te behouden, dat niet was overspoeld. Dit betrof een gebied van 1700 ha in West-Schouwen (met Burgh-Haamstede en Renesse) en de 2000 ha van de droge corridor (met Zonnemaire, Noordgouwe en Schud- debeurs). De resterende 14.000 ha stonden onder water met Brouwers haven, Bruinisse en Zierikzee als ge deeltelijk droge centra. De pogingen tot behoud slaagden. De dijken die de corridor links en rechts bescherm den (de Schouwse dijk en de binnen dijk van Dreischor) hielden stand. Ze werden versterkt met zandzakken en aangespoeld wrakhout. Zeven pom pen draaiden dag en nacht om het kwelwater uit het gebied te lozen.. En zo zwoegde de Zeeuw voort op weg naar herstel Verlies van de corridor zou immers een nieuwe ka- tastrofe betekenen. Want dan zou het water over de hele lengte van Schouwen-Duiveland met uitzonde ring van de Westhoek, vrij spel krij gen. Op 27 februari sprak de Zierik- zeesche Nieuwsbode van zeshonderd arbeiders, die zich op de „aanval" voorbereidden. Bedoeld werd de droogmaking van het eiland. De gi gantische strijd, waarbij 6000 tot 7000 arbeiders werden ingezet, con centreerde zich aanvankelijk op de vijf „bruggehoofden" bij: Burgh- sluis, de vogelbroedplaatsen ooste- NOORDGOUWE -..Reeds geruime tijd ligt het begin van de ramp achter ons. Tot het verleden behoort deze tijd nog lang niet; dat mag ook niet. Pas nu, bij het gedeelte lijk droogvallen van het ei land, vertoont de ver woesting zich in zijn volle, verschrikkelijke omvang. In de rustige grote steden her neemt het leven zijn rechten. Laat het om deze rechten zijn plichten aan een verwoest ei land niet vergeten. Hier moet nog steeds dag en nacht wor den gevochten om niet totaal een prooi te worden van de sleurende zee. Dat er nog steeds gevochten kan worden is te danken aan het zich vol ledig inzetten van de gehele bevolking, met name in de eerste rampdagen en nachten. Ontzettend groots en mooi werk is toen gedaan", schreef J. W. Ros kam enige tijd na de ramp nacht. De toen 27-jarige onderwijzer in Noordgouwe zette zijn herinneringen aan de eerste dagen van de waters noodramp op papier. De door emo ties geformeerde zinnen vormen nu, bijna dertig jaar later, een stille ge tuige van de gebeurtenissen in Noordgouwe, een plaats op Schou wen-Duiveland die droog bleef. De mensen uit de ondergelopen ge bieden dachten een veiliger oord te vinden in Noordgouwe. „Een treuri ge stoet. Mensen, vermoeid en koud. Dieren, verschrikt en opgejaagd. Zij vonden een voorlopig onderdak en konden even op verhaal komen, alvo rens verder te gaan. Zij mochten niet in Noordgouwe blijven, daar het ge vaar voor deze polder steeds groter werd", schreef Roskam. De voortdurende storm bedreigde vlak na de rampnacht de grensdijk tussen Noordgouwe en Dreischor. Het leggen van zandzakken was on voldoende. Het enige dat men kon proberen was stenen te storten. Stra- lijk van het gat bij de Schelphoek, Zierikzee (werkhaven de Val), Zijpe/Bruinisse en Brouwershaven (aan de noordkant van de corridor). Heel langzaam ging de situatie op Schouwen-Duiveland vooruit. Steeds meer herstelwerkzaamheden volgden en maandag 9 maart be schikte het westelijke deel van Schouwen weer over stroom. De noodagregaten in Renesse, Haamste de en Burghsluis werden buiten ge bruik gesteld. Makkelijk was het tot stand brengen van de verbinding met het hoogspanningsnet beslist niet. De stroomtoevoer moest immers over eindeloze watervlakten. Bij de werkzaamheden boden militaire au toriteiten hulp. Enkele dagen daarvoor vond de aanbesteding van de verbindingsweg Renesse-Scharendijke plaats. Deze weg, die op 20 april klaar moest zijn, diende voor het vervoer van mate rieel en arbeiders en was van het grootste belang voor de herstelwerk zaamheden aan de dijken. Slechte omstandigheden Ondanks de vooruitgang waren de omstandigheden van de bevolking nog heel slecht. Schouwen- Duiveland was natuurlijk nog steeds verdronken land. Duizenden ha goe de kultuurgrond werden nog dage lijks door het zeewater bedorven en duizenden woningen stonden nog in het water, met alle (funeste) gevol gen van dien. De bewoners van Nieuwerkerk, Oosterland en Ouwerkerk worstel den tegen de elementen om nog wat van hun bezittingen te redden. De tocht naar de huizen werd met primi tieve bootjes gemaakt. De mensen keerden drijfnat terug, nadat zij en kele uren in hun onder de modder besmeurde woningen ronmdsjouw- den. In de tweede week van maart stuwde een stormwind opnieuw de dorpen in. De zwoegende arbeiders vluchtten naar het centrum van het dorp, waar zij bijeen de vernielende daden van het water zwijgend ga desloegen ten werden opengebroken, de stenen werden op wagens geladen en naar de bedreigde plaats gevoerd. „Op de ze plaats is het geweest dat de broers C. en S. Vis, Jasper van Almenkerk en vele en vele anderen met levensge vaar hun werk hebben gedaan", al dus Roskam in zijn epistel. Rustig, maar zeer scherp uitkijkend reed Vis met zijn wagen tot aan de rand van de steeds verder afbrokkelende oe ver. In volkomen duisternis stortte hij de stenen in het gat. Van Almen kerk volgde hem met ontstoken ko plampen op een personenwagen. „Zo hebben zij 36 uur lang gezwoegd, zij het met behulp van velen, om Noord- gouwe-Schuddebeurs te behouden. Dit terwijl de storm woedde en het zeewater over hen heen sloeg. Tijd om natte kleding te drogen was er niet. Doorgaan en volhouden, anders nam de zee bezit van het moeizaam veroverde. Met dit gebrekkige materiaal, „In die zee ploeteren mensen om te voorkomen dat het niet erger wordt en ploeteren anderen om nog wat te redden. Vele cadavers drijven nog rond of liggen stom en log tegen de dijkstukken aan te klotsen. Zelfs de menselijke prooi heeft de zee nog niet helemaal teruggegeven en daar om is ieder woord van onbedacht zaam optimisme teveel en feitelijk onverdraaglijk schreef de Zie- rikzeesche Nieuwsbode van vrijdag 13 maart. Eind maart was Bruinisse droog. Op het ondergelopen Schouwen- Duiveland betekende dat het groot ste geluk dat de gemeenschap kon meemaken In de radiorubriek „Verklaring en toelichting" werd half april een uit eenzetting gegeven van de door de overheid getroffen regelingen ter voorziening in het levensonderhoud van de slachtoffers van de waters noodramp. Iedereen ontving een per centage van zijn normaal inkomen, hoewel afhankelijk van de grootte van het gezin. De regeling gold alleen voor diegenen, die de eigen huishou ding bleven doen. Mensen, die bij an deren hun intrek namen kwamen voor een bedrag van f 2,50 per dag in aanmerking. Groots waterstaatkundig werk Eind april gaf ir. J. F. R. van der Wall, de toenmalige hoofdingenieur- direkteur van de Zuiderzeewerken, een uiteenzetting over de droogma king van Schouwen-Duiveland. „Naast het probleem van de zwakke binnendijken vormt de dichting van de zeven stroomgaten in de buitenste zeeweringen een opgave van om vang, zoals nog nooit in Nederland is voorgekomen", zei Van der Wall in het Huis van Nassau. Hij was van mening dat de werkzaamheden alles zouden overtreffen wat op wa terstaatkundig gebied tot dan toe was uitgevoerd maar ook met deze mannenmoed is Noordgouwe-Schuddebeurs behou den gebleven. Toen enige dagen later de storm afnam en draaide naar het zuidwesten was het gevaar aan de noordzijde geweken," staat in het verhaal van onderwijzer Roskam. Burgemeester Cornells kon de toestand niet meer aan en dominee Barendrecht werd door de kommis- saris van de Koningin, jhr. mr. De Casembroot, beëdigd om zijn plaats over te nemen. In de nacht van 3 op 4 februari kwam dokter De Koek, de evacuatie-arts van Schouwen-Duive land, naar het gemeentehuis om te vertellen dat alle bewoners van Noordgouwe moesten evacueren. Slechts 15 a 20 mocht achterblij ven. Op 5 februari begaf de dijk bij Noordgouwe het. Een grote hoeveel heid water kwam de polder in. De kern van het dorp was afgesloten van de rest van de gemeente. Onder de geevacueerden bevonden zich ook de slagers, de bakkers en de kruide niers, waardoor de achtergebleven bewoners niet meer aan de nodige le vensmiddelen konden komen. Roskam nam de leiding over een distributiesysteem. Er viel 10 kg sui ker, 5 kg koffie, 1 kg thee en 25 doos jes sigaretten te verdelen. Iedereen, die toestemming had om in Noord gouwe te blijven moest een verblijfs vergunning aanschaffen. Om nachte lijke escapades van minder betrouw bare personen te voorkomen werd de avondklok ingesteld. Tussen 19.00 en 07.00 uur mochten de mensen niet op straat. Ondertussen zwoegden de mannen nog steeds aan de dijk. De aanvoer van materiaal via de normale wegen was onmogelijk geworden door het binnengestroomde water. Lopend werden zandzakken, palen en ander materiaal naar de bedreigde plaatsen gebracht. Ook werden via een vlotje enkele zandzakken tegelijkertijd vervoerd. Wanneer er echter een har de wind stond, dan konden de men sen niet meer het vlotje besturen. De eerste zondag na de rampnacht, 8 februari, legde ds. Barendrecht, hoewel erg vermoeid, een uur zijn taak als waarnemend burgemeester neer om de overgebleven Noord- gouwse bevolking voor te gaan in een geïmproviseerde kerkdienst. Tijdens de dienst hoorden de mensen het ge- kraai van de hanen en het gekakel van de kippen, die een tijdelijk on derdak hadden gevonden in het deel van de kerk, dat werd gerestaureerd. Het schot van hardboard bleek niet voldoende om het geluid van het pluimvee tegen te houden. Toen de voedselvoorziening dreig de spaak te lopen werd besloten om in het ziekenhuis te Noordgouwe warme maaltijden te verstrekken aan de bewoners tegen betaling van één gulden per maaltijd. De slager Quist en de schilder Kort werkten als kok. Tot 11 februari had de bevolking alleen van gedropt brood geleefd. Toen het eerste verse brood in de Pastorie werd uitgedeeld, beschouw de iedereen dat als een traktatie. „We hebben de eerste sneetjes veror berd als taartjes", schreef Roskam. Hij zorgde ervoor dat er dagelijks vers brood te krijgen was, maar moest daar af en toe wel zeer „natte" tochten voor maken met de auto naar Zonnemaire. De weg van Noordgou we naar Zonnemaire stond namelijk voor een gedeelte van 300 m onder water. Alleen bij rustig weer kon de auto er doorheen komen. De achter kamer van de Pastorie was als een pakhuis ingericht, terwijl de voorka mer als winkel dienst deed. De win kel was van vijf uur 's middags tot zeven uur 's avonds geopend. „Al het voedsel werd gratis verstrekt, omdat de mensen geen inkomsten hadden. Deze situatie duurde tot en met 26 fe bruari. Na die datum konden de be woners weer aan het werk bij de aan nemers, die het werk aan de dijk had den overgenomen of bij de boeren", aldus de heer Roskam. Aan de dijk werd gestadig doorge werkt. Het mooie weer had de werk zaamheden aan de Schouwse dijk vereenvoudigd, maar de mensen dienden er rekening mee te houden dat het weer binnen enkele uren tijd kon omslaan in een voorjaarsstorm met stortbuien. De „burgemeester" Barendrecht kreeg vele verzoeken van evacué's om terug te mogen keren, maar hoe meer mensen er terugkwamen des te moeilijker het zou worden om hen al len van voedsel te voorzien. De was bezorgde de mannen een groot strui kelblok. In eerste instantie ontferm den de wijkverpleegster met nog en kele vrouwen zich over de was. De barak bij het ziekenhuis werd inge richt als noodwasserij. Vrijdag 6 maart werd besloten de vrouwen van de achtergebleven mannen terug te laten keren naar Noordgouwe om de mannen te verzorgen. Ook de echtge noot van Roskam keerde terug. De vrouwen schrokken van de situatie. Dat het zo erg was hadden ze niet ge dacht. Op Palm-zondag stak er een storm op, zoals na 1 februari nog niet was voorgekomen. Een deel van de men sen, die bij de aannemers werkten, was met weekeinde-verlof. Rijkswa terstaat kon daardoor onvoldoende maatregelen treffen. De hulp van mi litairen moest worden ingeroepen. Zij hadden 16 februari Noordgouwe verlaten, omdat de aannemers de zaak in de hand hadden. Dc storm werd zo hevig dat men niet meer wist waar te beginnen. Overal worstelden mannen met de wind en het water. Sommigen gingen helemaal het water in om dc zand zakken zo goed mogelijk op zijn plaats te krijgen. Vergeefse moeite Binnen afzienbare tijd werden de zakken weggesleurd. Op verschillende plaatsen nam de zee opnieuw bezit van het land. Ondanks het verlies van stukken dijk en over- moeidheid gingen de mannen door. Zodra de inspanning maar even zou verslappen was immers alles verlo ren. Toen de vloed het hoogste punt zou bereiken besloot Barendrecht in overleg met dijkgraaf Vis dat de werkmensen de dijk moesten verla ten, omdat hun aanwezigheid niet langer verantwoord was. De mannen voelden daar echter niets voor. We kenlang hadden ze voor hun bestaan en leven gevochten en ze wilden ten koste van alles voorkomen dat het land en de huizen alsnog zouden on derlopen. Ook wist men wat de droge corridor voor heel Schouwen-Duive- land en de opbouw daarvan beteken de. De meeste mannen verlieten toch de dijk. Enkelen bleven achter op plaatsen waar zij makkelijk van daan konden. De hulp van honderden militairen was ingeroepen. Zij wer den ondergebracht in de school, het ziekenhuis, op hofstede „Kort Be raad" en op het buitengoed van me vrouw Citters. Half twaalf 's avonds vertelde de wacht dat hij de situatie aan de dijk niet vertrouwde. De burgemeester was te vermoeid om hem te woord te staan. De dijkgraaf werd gewaar schuwd en de heer Roskam liet vijf tig soldaten naar de dijk gaan. Na een bevestiging van de burgemeester werden er honderdvijftig soldaten naar de dijk gestuurd. Via jeeps. WAP-carriers en G.M.C.'s werden de zandzakken naar de bedreigde plaat sen vervoerd. Tussen de soldaten stelden de mannen van Noordgouwe en Schuddebeurs zich op. Zij gaven de militairen aan hoe de zakken te leggen. De ploegen losten elkaar af, zodat er dag en nacht doorgewerkt kon worden. De zaterdag voor Pasen werden de militairen teruggeroepen. De corricor bleef behouden en Schouwen-Duiveland kon vanaf die plaats weer worden opgebouwd tot een droog eiland. „Voor hen die weg geweest zijn is het een beroerde tijd geweest. Voor hen, die achtergeble ven zijn was het ook een moeilijke tijd. Zij moesten dagelijks vechten tegen dc eeuwige vijand: het water. In die tijd hebben de mensen leren onderscheiden en hebben ze zoveel mensen leren kennen. Ondanks alle ergernis, al het verdriet heeft deze periode karakters gevormd of gebro ken", besluit J. W. Roskam zijn ver haal. Linkerpagina: Linksboven: De wegwijzer bij Nieuwerkerk verdween bijna in het water. Rechtsboven: 't Vrijpoortje in Zie rikzee veranderde in een rutne. MiddenDe troosteloze aanblik van Oosterland (Foto: Het Vrije Volk). Onder: Van dit huis bleef alleen het dak staan. Rechterpagina Links: Het oude ZWN-station te Zierikzee met daarvoor de bijna on der water verdwenen Caubmp. Rechts: De cvacuf's in Brouwers haven werden naar de opvangcentra gebracht. Onder Een tekening van de toe komstige pijlerdam in de Ooster- schelde. (Foto: Rijkswaterstaat) Samenstelling: STELLA VAN ZANTEN Het gehele Nederlandse volk en de regering waren van mening dat een der gelijke ramp ons land nooit meer mocht treffen. Op 5 november 1957 nam de Tweede Kamer de ontwerp-Deltawet aan en een half jaar later volgde zonder hoofdelijke stemming dc aanname door de Eerste Kamer. Zeeland moest vei lig worden? Vanaf dc vijftiger jaren tot op heden zijn er vele en vele guldens gespen deerd aan de veiligheid van de Zeeuwen. Over een aantal jaren Is ,.de provin cie van het water" eindelijk gevrijwaard van een herhaling van 1953. Dc Oosterscheldedam zal over enkele jaren de Oosterschelde belemmeren huiten haar oevers te treden". Via grote schuiven kan bij gevaarlijk hoog water de zeearm als het ware worden afgesneden van dc Noordzee. Pas dan zullen de bewoners van Schouwen-Duiveland, die de verschrikkingen van 1953 hebben meegemaakt, met een gerust hart gaan slapen De verdrinkingsdood van 1835 mensen, het leven van duizenden koelen en paarden en de overstroming van 150 000 ha vruchtbaar land waren er voor nodig om de uitvoering van studies naar de afsluiting van de zeearmen In zuid-west Nederland te vennellen. Drie weken na de ramp installeerde mr J. Algera, minister van verkeer en waterstaat, de Deltakommissie De keuze bestond uit óf een dijklengte van meer dan duizend kilo meter met één meter of meer te verhogen, óf enkele zeegaten af te sluiten op zodanige wij ze dat de kustlijn aanzienlijk wordt bekort De kommissie gaf het advies, dat de uitvoering van het deltaplan bevatte en dat in 1957 als de Deltawet werd aangenomen Zeeland moest veilig worden en vlug ook In i960 werd de Zandkreekdam afgesloten, in 1961 ging het Veersc Gat dicht, in 1965 volgde de afsluiting van de Grevelingendam en in 1972 de afsluiting van de Brouwers- dam Het laatste werk. het grootste waterbouwkundige werk dat ooit werd uitgevoerd, de Oostersrheldedam. is in volle gang Dichtte men bij de ramp in 1953 nog met zandzak ken. nu dertig jaar later, heeft de techniek zoveel vooruitgang geboekt dat de wereld in bewondering opkijkt naar de waterbouwkundige werken in Nederland, die het zeewater moeten temmen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1982 | | pagina 23