,,Zeehondenjacht in Oosterschelde was spannend en legaal" Willem van Zalm: ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Donderdag 30 december 1982 Nr. 23243 21 controle ui te oefenen. Als ze een af geschoten zeehond zonder loodje zou den zien, dan waren we onze vergun ning misschien wel kwijt geweest. We zorgden er voor dat het er juist aan toe ging aan boord". Vader en zoon Van Zalm vingen de zeehonden met een net of schoten ze af. Er moest nauwkeurig gericht worden. Een schot in de rug werd vermeden, omdat de huid dan niets meer waard zou zijn. De jonge zee hondjes brachten het meeste geld op. Het bont van de kleine dieren is na melijk een stuk mooier dan van de vader of de moeder. Baby-hondjes waren een makkelij ke prooi. De volwassen dieren zijn bijzonder schuw en vluchten in het water zodra een boot nadert. De ba by's bleven soms op de plaat achter en konden zo worden meegenomen. Traan De zeehondjes waren niet alleen goed voor het bont, maar ook lever den ze traan op. Thuis gekomen werd eerst het bont los gesneden en daarna werd de dikke laag spek onder de huid in blokjes gehakt en gekookt. Dat gebeurde buiten in een wasketel, want het stonk enorm. Het eindresul taat was traan, dat verkocht werd aan het zeepfabriekje ,,'t Blekertje". Volgens Van Zalm werd deze traan in de oorlog - bij gebrek aan beter - ook gebruikt om vis in te bakken. Het klinkt allemaal zeer gruwelijk, maar Willem praat er zeer nuchter over. „Het was ons brood". We presteerden het om met dat kleine bootje, de HS 3, in één dag het eiland rond te varen. Soms vertrok ken we om half vier 's ochtends. We kenden de Oosterschelde op ons duimpje en wisten precies waar de zeehonden zich ophielden. Buit Bij laag water hadden we de meeste kansen en ik kan me goed de dag herinneren dat we met 24 zeehon den thuis kwamen. Dat was een fan tastische buit, want er waren ook da gen dat we met niets in de haven te rug keerden". Voor de jonge Willem van Zalm heeft de jacht op zeehonden niet lang geduurd. Na een paar jaar werd het aantal minder en minder. Er moch ten er zodoende ook steeds minder worden afgeschoten. „In die beginjaren kwamen we op het water geen boot tegen. Misschien een enkele mosselvisser. Na de ramp begon de sportvisserij heel voorzich tig. Ook de pleziervaart nam heel langzaam maar zeker toe. De zeehon den hebben rust nodig, stilte en nog eens stilte. Maar daar kwam spoedig een einde aan. De beesten zijn waar schijnlijk gevlucht naar betere oor- Eén zeehondenvelletje leverde algauw f 35,— op. Dat was veel in een tijd dat men gemiddeld f 65,— per week verdiende. In de maanden juli, augustus en sep tember kon men hem dagelijks zien gaan. In een klein bootje trok hij er op uit, gewapend met een geweer, op zoek naar zeehondjes. Er waren er tenslotte hon derden. Willem van Zalm jr. slacht zeehondjes terwijl toeristen toekijken. jaar. De publieke opinie over de zee- hondenjacht is dermate veranderd, dat je bij wijze van spreken niet eens meer naar een zeehond mag wijzen. Maar in die jaren was het een norma le gang van zaken. Niemand keek er vreemd van op als ik 's avonds door Haamstede reed op de transportfiets met voorop een paar zeehondjes. Het was een normaal beeld in het dorp. Geaksepteerd en legaal." Bedreiging De zeehonden vormden veertig jaar geleden een grote bedreiging voor de vissers. Een volwassen zee hond eet per dag namelijk vijf kilo schol, tong, bot en garnalen. Om de visstand op peil te houden moesten er volgens het ministerie van visserij jaarlijks enkele honderden zeehon den worden doodgeschoten. De ja gers kregen hiervoor een premie. Na de oorlog kreeg men ongeveer vijf gulden voor een zeehond: f 2,50 pre mie en de andere helft voor de huid, het bontje. Volgens Van der Zalm veranderde dit systeem na de ramp. „Ik kan me herinneren, dat mijn va der na '53 hiervoor geen premie meer kreeg, maar daar stond tegenover dat de waarde van het bont steeg. In die tijd kreeg mijn vader een af schotvergunning voor 200 zeehond jes. Dat is te vergelijken met een ver gunning om herten te schieten. Daar zijn er momenteel ook te veel van in de Westhoek. Er moeten jaarlijks een aantal worden afgeschoten om het natuurlijk evenwicht te handhaven. Dit verhaal ging toen ook op voor de zeehonden. Alleen ervaren jagers kregen een vergunning". Daarom werden de zeehonden in de Zeeuwse wateren jaarlijks geteld. Dit deed men vanuit een sportvlieg tuigje. Willem van Zalm kan zich nog exact herinneren hoeveel er op be paalde zandbanken lagen. De honden hadden blijkbaar zo hun vaste stek jes om te rusten. Ze lagen bijna nooit op het strand, omdat ze dan niet on- Duiveland zwommen, dan maakte het ministerie van visserij de balans op en deelde dan onder anderen aan Willem van Zalm mee hoeveel er dat seizoen afgeschoten moesten worden. „Toen ik als jongen met mijn vader meeging, moesten we er 200 vangen. Er waren er toen drieduizend. Van het ministerie kregen we dan het juiste aantal loodjes die we - zodra we een hond hadden gevangen - op het dier moesten bevestigen. De lood jes waren genummerd. Dit was om gesjoemel met die dieren te voorko men. Loodjes Een bontfabriek bijvoorbeeld nam geen huid aan waar geen loodje op bevestigd zat. Zouden onbevoegden op deze zeehondjes schieten, dan had den ze de huid niet kunnen verkopen aan erkende handelaren. Verder kwam de RP 18, rijkspolitie, regel matig langs als we op zee waren om Willem van Zalm sr. met een baby zeehondje. den. Onde de kust van Zuid- Engeland moeten er nog duizenden zitten. Het is hetzelfde soort als destijds in Grevelingen en Ooster schelde. Wie weet hebben hun voor ouders in de Zeeuwse wateren ge zwommen". Rust Er worden nog steeds zeehondjes gesignaleerd in deze omgeving. Het zijn er echter geen honderden meer. Zo maar een paar, misschien wel ver dwaalde beesten. Hoe kan het ook anders, want juist in de zomermaan den als de jongen worden geboren en moeder op zoek is naar een rustige zandplaat, viert de rekreatievaart hoogtij. Verder zijn er op de platen Noordland en de Roggeplaat, waarer destijds honderden zaten, grote wa terbouwkundige werken aan de gang. De stilte is ver te zoeken. Verontrein iging Volgens de instanties die zich inzet ten voor het behoud van de zeehon den is de verontreiniging van het zee water de belangrijkste oorzaak van het verdwijnen van deze dieren. Het staat er dertig jaar na de ervaringen van Willem van Zalm dus slecht voor met de zeehonden. INEZ VAN OORD HAAMSTEDE - Hij verdiende zijn brood in de na tuur, poelier Willem van Zalm uit Haamstede. Zocht hij niet naar eieren van zilvermeeuwen dan zat hij wel in de duinen om konijnen te schieten. Maar de grootste klap kon hij in de zomermaanden slaan. Dan lagen er honderden zeehondjes op de zandbanken in de Oosterschelde en de Grevelingen. Te veel volgens het ministerie van Visserij, dat afschotvergunningen uitgaf. middellijk konden vluchten. De pla ten waren uitstekend geschikt om even te pauzeren, want de zandban ken lopen steil af en de dieren kon den zodoende snel onder water ver dwijnen. Grappig „Als een plaat nog maar net droog kwam te liggen, nestelden de dieren zich in het zand. Het was grappig om te zien hoe zij zich aanpasten aan het vallende water. Als het water zakte en dus een groter gedeelte van de zandbank zichtbaar werd, schoven de dieren langzaam naar de water lijn. Ze bleven op hun hoede, dicht bij het water om snel te kunnen ont snappen." Maar nog even terug naar de tellin gen. Als bekend werd hoeveel zee hondjes er ongeveer rond Schouwen- Naast hem in de boot zat meestal zijn zoon. Ook al een Willem, van nog maar tien jaar. Kommando's van vader werden nauwkeurig opgevolgd. Het was ruig. gevaarlijk en vooral spannend, zeker voor een jongen van 10. Hij zou een ervaren zeehondenjager worden. „Want later, als ik groot ben Willem van Zalm, de jongen van tien. is inmiddels 47 jaar. Groot is hij zeker geworden (ik schat twee meter), een beroemd zeehondenjager gelukkig niet In de huiskamer van zijn woning in Haamstede bladert hij rustig het oude plakboek door. Hij wijst naar de foto van zijn vader die 6 jaar geleden overleed Het is bijna niet te geloven maar de foto's bewij zen Hat er rond Schouwen-Duiveland honderden, ja zelfs duizenden zee hondjes hebben gezwommen Dat was echter in een periode vlak na de oorlog. Daarna werd het aantal al leen maar minder en minder In 1962 kwam er een verbod tot jacht op zee honden Willem van zalm vertelt 37 jaar later over de voor huidige be grippen gruwelijke jacht op zeehon den in Zeeuwse wateren. Moeilijk „Het is voor mij best moeilijk om er over te praten, omdat de kans bestaat dat ik straks aan alle kanten door dierenvrienden en milieumen sen wordt aangevallen. Maar er is veel gebeurd de afgelopen dertig Het staat er slecht voor met de zeehonden in de Neder landse kustwateren. Daarom zijn er enkele organisaties in het leven geroepen, die zich inzetten voor het behoud van deze dieren. De meest bekende, naast Greenpeace en het Wereld Natuurfonds, is wel de zeehondencreche te Pietersburen. Daar probeert de familie 't Hart zeehon den in leven te houden om ze weer terug te kunnen geven aan de zee. Het begon de eerste jaren na de start in 1971 met de opvang van al leen de jonge zeehonden die ook wel de dwalers of huilers worden ge noemd. Maar inmiddels is het cen trum dermate gegroeid, dat het gehe le jaar door zeehonden in de crèche worden opgevangen. Het zijn vooral de zeehonden die in de Waddenzee worden gevonden en die wegens ziek te opgevangen moeten worden. „Nu het totaal aantal zeehonden in de Waddenzee zo schrikbarend is terug gelopen, is elke geredde zeehond des te belangrijker voor de instandhou ding van de soort" vertelt Lenie 't Hart van het opvangcentrum. „Onze belangrijkste taak is de zeehonden weer in konditie te brengen zodat ze het later weer in hun eentje kunnen redden. Gemiddeld krijgen we 25 zee honden per jaar. Daarvan blijft onge veer 70 procent in leven". De revalidatie van de dieren duurt gemiddeld een half jaar. Daarna kun nen ze zich weer voldoende redden in de Waddenzee. „De ervaring heeft ge leerd dat de zeehonden die in de crè che zijn groot gebracht, uitstekende overlevingskansen hebben. Als er eentje dood teruggevonden werd, bleek de doodsoorzaak niet met de opvoeding in de crèche te maken te hebben" aldus Lenie 't Hart, „maar het blijft natuurlijk symptoom bestrijding zolang het natuurlijk mi lieu zo bedreigend is voor de zeehon den. Ekonomic en politiek zijn beslissend voor hun toekomst".

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1982 | | pagina 21