Begraafplaats herinnert aan Israëlitische samenleving te Zierikzee LAATSTE AKTIE REDDINGSBOOT „PRINSES JULIANA" BURGHSLUIS Herinnering aan de oorlog ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag 30 december 1980 Nr. 22836 1980 - herdenkingsjaar Bevrijding ZIERIKZEE, december. Het vervlogen jaar was ook een jubileumjaar van herdenking van de Bevrijding. Dit feit voert de gedachten terug naar onze in de oorlog weg gevoerde Joodse stadgenoten en verder terug in de tijd zelfs. Zo herinnert de Israëlitische begraafplaats - wat achteraf aan de Grachtweg gelegen - aan de oorspronke lijke Joodse samenleving in deze stad, waaraan de oor log een zo abrupt einde maakte. Vrijwel geheel vergeten ligt dit stukje gewijde arde, op de genoemde plaats; de verzorging berust bij de Gemeentelijke Plantsoenendienst, onderdeel van de Dienst Gemeentewerken. Vooral tegen de achtergrond van de onherroepe- lijkheid, die de lotsbestemming van onze voormalige Joodse stadgenoten trof, is de geschiedenis van de Israëlitische begraafplaats een interessante. De begraafplaats werd in de loop der jaren slechts door weinig mensen betreden en de ligging achteraf, is daar wel mede oorzaak van. Alleen als in vroeger tijd, een over ledene van de Israëlitische gezindte ten grave werd gedragen, was er be langstelling, vooral ook door de overoude gebruiken, die daarbij in ere werden gehouden. Voor 40 jaar ZIERIKZEE. In verordeningsblad no 42 is opgenomen een besluit van den secretaris-generaal van het departement van Justitie betreffende wijziging van de rechterlijke indeeling. De gemeenten van het kanton Bergen op Zoom, gelegen in de Provincie Zeeland, gaan over naar het kanton Zierikzee. ADVERTENTIE. Extra aanbieding voor de feestdagen! 1 literpot boerenjon gens of-meisjes en 1 liter schillen samen voor f 1,60,1 liter kersen op sap en 1 liter cherry brandy samen f 1,85. ADVERTENTIE. Voor de komende feestdagen! Voor de liefhebbers van een fijne belegen bordeaux-wijn. Speciale aanbieding Chateaux Falfas a f 2,10 per flesch. Gezoete frambozen wijn en Wigano vermouth wijnen f 1,15 per flesch ZONNEMAIRE. De burgemeester in zijn hoedanigheid van plaatselijk direk- teur van Winterhulp Nederland ontving voor kinderen, die daarvoor in deze gemeente in aanmerking komen, waar debonnen tot een bedrag van f 100,-. Dezer dagen zullen die bonnen uitgereikt worden. ZIERIKZEE. Naar het ANP meldt zal de vleeschaanvoer voor de komende feestdagen in ieder geval voldoende zijn. Naar het ANP van bevoegde zijde mede deelt kan op een aanvoer van 10.000 stuks slachtvee worden gerekend, waar door de vleeschbehoefte voor de feestda gen in ieder geval zal zijn gedekt. ADVERTENTIE. Voor kerstmis en oudejaar! Kaascrackers 55 cent; ge mengde zoutjes 65 cent; zoute bollen 70 cent; toast 35 cent; kaasstaafjes 25 cent per bus; gezouten amandelen 40 cent; tafelamandelen 35 cent; blauwe rozijnen 35 cent; bakamandelen 30 cent per ons. ZIERIKZEE. Naar het voornemen bestaat zal op het uitgangsverbod na middernacht op 24 December en 31 December zooverre een uitzondering toe te laten, dat men zich tot 1 uur in den nacht op straat mag bevinden. ZIERKZEE. Bekendmaking! In den nacht van den 31 December en op 1 Januari is het ten strengste verboden het branden en afsteken van vuurwerk en pyrochemische artikelen enzoovoort, in het openbaar. Bij overtreding in boven genoemde bepalingen zal ten strengste worden opgetreden. ADVERTENTIE. Nieuwjaarwen- schen. Agenten en kantoorhouders gelie ve ons omgaand hun Nieuwjaarwen- schen te doen toekomen. Daar de courant tijdig ter perse moet, gelieve men ter voorkoming van teleurstelling niet tot het laatste oogenblik te wachten. De direk- teur. BRUINISSE. Teneinde een noodtoe stand te voorkomen is aan de mossel kweekers die momenteel niet over hun vaartuig beschikken, een voorschot op de huur verleend ad f 150,- welk bedrag Zaterdag jl is uitgekeerd. ADVERTENTIE. Kerstlopers 150 C.m. lang 10 cent, kersttafellakens voqr4 personen met 10 servetten 19 cent, kerst guirlandes 12+ cent, crêpe papier, rood en wit 5 cent, kerstklokken vanaf 5 cent, feeënhaar 7 cent. SCHOUWEN DUIVELAND. De Winterhulp Nederland deelt mede: Wij maken de winkeliers er nogmaals op attent, dat de waardebonnen der Win terhulp Nederland reeds nu als betaal middel zijn aan te nemen: de verzilvering van de bonnen kan terstond bij iedere bank plaatwinden en men behoeft niet te wachten tot na de Winterhulpcam pagne. Mannen met namen van families die reeds in de vorige eeuw Burghsluis bekend hadden gemaakt bij de grote scheepvaart. Door de ve le moedige reddingen van schipbreu kelingen die er aan verbonden wa ren. In de tijd toen die scheepvaart nog dicht langs de gevaarlijke zand banken voor de Schouwse kust voer. „Er op af De mannen dachten even aan een zelfde beschieting, nog niet zo lang geleden van hun reddingbootAngst? Misschien wel, maar er waren daar op de Oosterschelde mensen in nood en dan overheerst de drang tot red den alle andere gevoelens Zij dachten nog slechts aan Öat ene: de reddingboot uit de loods halen en er op af! Nog even voerde de schip per, die tenslotte verantwoordelijk was, aan: „om uit te varen hebben we de toestemming nodig van de com mandant van de Duitse marine!" Die commandant zetelde echter ver weg, bij Westenschouwen en de doorzet tende Jaap Dijkgraaf, alle bezwaren van de hand wijzend, riep uit: „als we daar op moeten wachten zijn die mensen al lang verdronken!" Zelfs de tijd om de overige beman ningsleden van de reddingboot - wie weet waar verspreid aan het werk - op te zoeken, kon er niet meer af. Vlugger kon men Jan Fondse, de Burghsluise palingvisser, die toeval lig vlak bij de loods aan het werk was, vragen om mee te gaan. Natuur lijk stemde deze dadelijk toe. Zo vlug als het kon werd de boot te water ge laten en ging men met z'n vieren op volle snelheid naar het ongelukkige vissersvaartuig. Aan boord werd een pak stro aan gebracht als bescherming tegen even tuele beschietingen. Door daarachter weg te schuilen hebben de mannen hun leven kunnen redden. Als ze dat pak stro niet haden gehad waren ze beslist alle vier doodgeschoten. We hebben hen aan boord genomen en zijn toen vlug naar Burghsluis te ruggekeerd. Op dat moment kwam ook de politieboot uit Zierikzee nog even naar de plaats van de ramp, maar die hoefde niets meer te doen. Eén van de mannen had een diepe vleeswond aan de schouder. Hij was er erg aantoe en op de terugweg heb ik steeds geprobeerd de wond dicht te houden. Maar bij de redding zei hij nog: ,,red eerst die oude man maar!" Een ander had nog al brandwonden opgelopen doordat het stro tengevol ge van het schieten was gaan bran den. Toen we te Burghsluis aankwa men hebben de Duitsers de gewon den direct per auto naar het zieken huis gebracht. De twee anderen kre gen voor de nacht onderdak bij Piet Noordhoek. Later heb ik van die mensen nog een heel aardige brief ge kregen. Die bewaar ik nog altijd." Tot zover de heer Fondse. Dagboek De volgende voormiddag, 16 maart, werden de twee niet-gewonde vissers op het gemeentehuis te Haamstede ontvangen. Uit een dag boek kan daarover worden geciteerd: „Zij geven een aangrijpend relaas van hun angstige belevenissen toen hun schip net zo lang door vier Engel se jagers werd beschoten tot het in brand ging en zonk. Een schuilhut van pakken stro had hun leven gered maar niet kunnen voorkomen dat twee mede-opvarenden ernstig wer den gewond. Veel dankbaarheid en lof uitten zij aan het adres van de mannen van de reddingboot. Dit was hun derde schip dat ze door de oorlog verloren. De vorige twee waren door de Duitsers gevorderd. Eén van de vissers, wiens klompen geheel waren versplinterd, wordt van een paar nieuwe voorzien". Einde citaat. (Opmerking: klompen waren in die tijd al even moeilijk te krijgen als al le andere artikelen. Vele bespijker den de onderkant met stukken van oude fiets- of autobanden tegen slij tage!). Het kenmerk van het vaartuig, als ook de namen der bemanning, waren in de ter beschikking staande oude gegevens niet meer te vinden. Via een aantal mede-geïnteresseerden, te veel om hier op te noemen, maar aan allen hartelijk dank, kon echter thans, na ruim zesendertig jaren, nog eens kontakt worden verkregen met de toenmalige eigenaar van het vaar tuig (dit bleek de P.I. 45), de heer Ju- lien Barbé, thans te Yerseke, doch destijds te Philippine. Deze herinner de zich alles tot in details („zoiets vergeet je nooit meer!"). Zelfs de nieuwe klompen te Haamstede was hij niet vergeten. Als mede-opvaren den van toen noemde hij: schipper E. Nuijtinck (de man met de brandwon den); G. Begijn (deze had de diepe schouderwond) en J. van Wijnsber- ghe. „Laatste reis" Wijlen H. v. d. Est, toen stuurman van de reddingboot, schreef, hoewel hij deze redding niet meemaakte, er een verslag van in zijn dagboek, dat aldus eindigt: „Dit was de laatste reis. De boot is in de loods gedraaid en van die tijd af mochten we daar van de Duitsers niet meer komen. Wat op zich zelf niet zo erg was, want wat er nog voer van Hollandse zijde werd beschoten, dus viel de vaart geheel uit. De Duit sers hebben toen heel de loods in 't prikkeldraad gezet en er landmijnen rond gelegd, want ze waren toch bang dat we er mee zouden wegva ren. In het begin van 1945 hebben ze heel de loods met boot en al vernie tigd, geheel versplinterd, zodat er niets van overschoot dan puin en wrakhout!" Een onwaardig einde van een red dingboot waaraan zovelen hun leven hadden te danken! Het dient nog ver meld te worden dat J. Fondse kort na de oorlog voor zijn vrijwillige en moedige deelname aan deze redding werd onderscheiden. Het Leprozenhuis was een midde leeuwse stichting en genoemde muur was opgetrokken uit oude, Zeeuwse moppen. Het huis stamde uit 1472 en was bestemd voor behuizing van me laatsen; lepralijders die vroeger in vrijwel alle steden van ons land wer den aangetroffen. De (besmettelijke) ziekemnoesten hun leven in afzonde ring doorbrengen en meestal - zo ook te Zierikzee - werden ze verwezen naar een gebouw buiten de wallen. Stilaan echter verminderde in de tijd het aantal der leprozenpatiënten en het Leprozenhuis kreeg een ande re bestemming. Volgens archivaris P. D. de Vos .werd het huis met de meubelen ge schonken aan de hervormde gemeen te en kort nadien stelden de Thesau- rieren der stad het aan de Grachtweg gelegen huis ter beschikking van on- vermogenden. Het huis werd in 1800 getroffen door een zware storm; het werd daardoor praktisch vernield. Kort nadien werden de restanten voor de luttele som van 240,- ver kocht. Palend aan dit Leprozenhuis werd eerder al de Israëlitische begraaf plaats aangelegd. Deze kwam tot stand op verzoek van enkele stadge noten. Op 17 april 1799 reageerde het stadsbestuur gunstig op dit verzoek. De kosten waren een pond Vlaams per jaar en de gebruikelijke kerk rechten. De laatste „cijns" werd be taald in 1839; toen vond het stads bestuur dat het niet aanging een be graafplaats met een dergelijke be lasting te bezwaren. Jaar 1848 Op het oorspronkelijke ijzeren hek, dat de toegang afsloot stond in het Hebreeuws een opschrift met het jaartal 5609 (1848). Vóór 1799 werden de Joodse overle denen wel in Middelburg begraven, maar de eerste begrafenis hier vond plaats op 15 april 1799. Naar traditie werden de doden met een draagbaar ten grave gedragen. Soms leverde dat moeilijkheden op, omdat er niet voldoende dragers wa ren van de Israëlitische gezindte. Eerst in mei 1837 verzocht de Jood se gemeente het stadsbestuur van de lijkwagen gebruik te mogen maken. Het stadsbestuur willigde het ver zoek in. Gebruik mocht worden ge maakt van één van de twee tot het Burgerweeshuis behorende rouw koetsen, tegen betaling van 6,—. Betrof het een arme, dan werd de prijs gehalveerd. Hebreeuwse opschriften De stenen op de begraafplaats dra gen Hebreeuwse opschriften, maar sommige dragen namen en data in Latijns opschrift. De voorzijde van de stenen is naar het zuiden gekeerd, met uitzondering van één steen, die naar het westen is gewend. Het be treft waarschijnlijk de rustplaats van een voorganger van de Israëli sche gemeente. Het aantal Joodse be gravingen is niet groot geweest; on geveer 100 overledenen vonden hier hun laatste rustplaats. Zij onder scheiden zich echter van de miljoe nen rasgenoten, die door het grote lij den heen moesten, stierven en hun rustplaatsen zijn verstrooid of onbe kend. Het kerkhof was destijds omgeven door een muur, de stenen waarvan afkomstig waren van het Leprozen huis, dat ooit te zierikzee heeft gestaan. Middeleeuwse stichting De voormalige Israëlitische begraafplaats aan de Grachtweg. (Foto: Zierikzeesche Nieuwsbode) SCHOUWEN-DUIVELAND, december. Varen op de wateren in het zuidwesten van ons land was in de oor logsjaren 1940-'45 een riskante onderneming. Veer diensten, visserij en vrachtvaart moesten steeds op hun hoede zijn voor binnendrijvende, uit hun buitengaatse „velden" losgeslagen, mijnen. Kon men deze, althans bij daglicht, nog vrij gemakkelijk ontdekken, veel gevaarlijker nog waren de magnetische mijnen, die onder water lagen en soms des nachts door Engelse vliegtuigen in het vaarwater werden gedropt. Zij waren van het schip af niet te zien. Menig vaartuig is er door ondergegaan. Menige opvarende werd er door gedood of gewond. Vooral in de tweede helft van de oorlog kreeg men bovendien te ma ken met luchtaanvallen door Engelse jachtvliegtuigen. En het leek er veel op of deze vliegers bevel kregen op èlles te schieten wat zich op het wa ter bevond, of het nou vriend was of vijand. Vissersvaartuigen, die door de voorgeschreven witte letters en nummers vanuit de vliegtuigen toch wel kenbaar moeten zijn geweest, hebben dit nog al eens ondervonden. Engelse jagers Zo scheerden ook op 15 maart 1944 weer enkele Engelse jagers over de Oosterschelde, zoekend naar een prooi. Tot in Burgh en Haamstede was hun motorgeronk te horen. Men was daar echter al aan kewoon. On gewoon was opeens het Ivoren van het geratel der boordwapens. Wie vanaf een hoge standplaats over de zeedijk heen kon kijken, zag dat bij de Rog- genplaat een vaartuig werd aange vallen dat daar blijkbaar op de mos selpercelen aan het werk was. Bij de haven te Burghsluis volgde men in angstige spanning het stukje oorlog dat zich in de verte op het wa ter afspeelde. Men zag hoe hopeloos de toestand van het weerloze vaar tuig in deze ongelijke strijd werd. Uiteindelijk duidden rookwolken er- •op dat het in brand stond. Drie mannen op de dijk staken de hoofden bij elkaar. Het waren Jaap van de Klooster, schipper van de red dingboot „Prinses Juliana", de opstapper Jaap Dijkgraaf en diens broer Piet. Een kijkje van de Burghsluise haven, ver voordat oorlogsrumoer ook hier werd vernomen. Een plaatje uit 1910 van de toenmalige reddingsboot „Prinses Wilhelmina" (Uit; i(Schouwens Westhoek, zoals het was

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1980 | | pagina 25