Opmerkelijke historie van een eeuwenoud hotel te Haamstede Sinds 1870 „Hotel Bom" In l!)l)l mnalcte A. P. Bolle deze foto van hel imposante hoekhuis wat toen al Hotel Bom heette. Nu voor velen een onherkenbanr straatbeeld. Jan Bom (1838-11)20) met zwarte zijden pet en verrekijker. Graag leidde hij zijn hotelgasten door het Haamsteedse duingebied rond waar ze hem in 1912 vereeuwigde». De Glopper, met twee dochtertjes, nam hun taak over. Ze waren af komstig van Brouwershaven, hoe wel zijn vrouw Maatje de Glopper in 1811 te Burgh was geboren. Ze bleven niet lang in het Haam- steedse. Met vijf kinderen, waarvan de jongste nog maar één jaar was, verirok het gezfn Lcpcjtak-De Glop per op 20 augustus 1848 paar Noord - Amerika. In die jaren stonden commiezen der rijksbelastingen als medebewo ners ingeschreven. Het inwonend vrouwelijk personeel wisselde bijna elk jaar. Behalve eerder genoemde evenementén en wat zomerse bezoe kers uit Zierikzee, die tijdens het ,spelerieën" stopten voor een verfris sing, zal het niet erg druk geweest zijn in de gelagkamer. Na 1830 werd geen bier meer geproduceerd in de brouwerij aan de Weststraat en ook werd er minder gedronken door de opkomst van thee en koffie. In 1853 verkocht de ambachtsvrou we Anna Maria Muilman haar bezit tingen. Of daar de herberg bij was inbegrepen, of dat het reeds in ei gendom van de gemeente was, is niet bekend. Armoedig Samengevat kan men vaststellen dat het midden vorige eeuw maar een armoedige boel was in de Westhoek en dat de herbergiers ze ker niet rijk waren. In 1857 schreef Nieuwhof over dat hoekhuis: „Het is slechts een middelmatig gebouw dat hoofdzakelijk uit twee delen bestaat, de regtkamer en de gelagkamer. De Leeuw, als wapenbord, hangt uit op de hoek". Dit laatste bleef zo tot het voorjaar van 1904, toen er een ver dieping werd opgebouwd en het ge bouw een lotaal ander aanzicht kreeg. Maar alvorens in 1870 de familie Bom ten tonele verscheen, woonde er nog een bonte rij van kasteleins. Zo was daar schoenmaker-herbergier Adriaan Stccnland, die er nauwe lijks een jaar verbleef. Na zijn ontruiming in 1847 werd zijn opvolger, Cornelis Boot Bz. Hij was gehuwd met Adriana Meganck, een herbergiersdochter van Renesse. Op 1 mei 1848 vertrokken ze reeds naar Burgh. Dan verscheen er een Zicrikzeeënaar, wiens beroep uit zijn naam viel af te lezen, nl. C. Kaste- lijn. Hij had een vrouw, afkomstig van St. Annaland, waar ook twee van hun kinderen werden geboren. Ze bleven negen jaar. Vervolgens arri veerde in 1857 Cornelis Oudcsluijs uit Oud Vossemcer met zijn vrouw Ida Bach. Ook Janna Willemse, de vroedvrouw afkomstig uit Tholen, „logeerde" bij hen. Tussen 1862 en 1866 verbleven Jan Bal en Adriana van Popcring, beiden van Bru, hier. Er woonden achter eenvolgens verschillende commiezen der belastingen en even zo vele dienstmeisjes bij hen. Het echtpaar Bal-Van Popcring vertrek h 1866 naar Hansvcort. in 1870 betrokken Jan Bom en z'jn vrouw Picternclla van der Klooster wat nu met recht, maar zeer be scheiden, Hotel Bcm kan worden ge noemd. Hij was in 1838 te Ouwerkerk ge boren en zij in 1845 te Burgh. Bóm had 18 jaar als landbouwersknecht bij .C. van de Vate (nu garage Noord- hoek) gewerkt. Voor f 6.000,- Ze kochten het gebouw in 1904 voor f 6.000,van de gemeente Haamstede. Naast het caféwerk bleef hij ook huisslachtingen verzorgen. Op de „achteromme" werden de var kens gebrand en geslacht. Het echt paar Bom-van der Klooster, dat vier kinderen kreeg, maakte de dageraad van het toerisme mee. Een aanzet van een veranderde Westhoek, waarvan'zij met hun tijd genoten nog -geen flauw idee had den welke vormen dit na hen zou aannemen. Naast het dagelijks beeld van paard en wagen en 's zomers koeien- wachters met koeien in de Noord straat, zagen ze de eerste fiets, stoomfiels, auto en tram voorbij ko men. Fietsklubs van de A.N.W.B. werden populair, De wielrijders keken in het voorjaar naar de bloeiende bollen velden. Daarbij was Hotel Bom het punt om koffie te drinken. Een muur bord vertelde: „A.N.W.B. voetpomp". „Pietje Bom" was bekend om haar kookkunst. Reizigers en Zierikzeesc zakenlieden wisten dat en na een hele dag met ellegoed en andere koopwaar door de Westhoek te heb ben gezworven, vonden ze er 's avonds een lekker maal eten. Ze bleven er ook slapen, kregen pan toffels en een brandende kaars en verdwenen via een open trap naar de zolder, waar ze in bedsteden slie pen. Logies en onlbijt kostte f 1,90. Dit was de situatie omstreeks 1900. Ook de Belgische jachtklub o.l.v. Thienpond logeerde er graag en ,had er eetpartijen evenals later de jacht klub van Van Schaick en Cons. „flajikebord" Secretaris Boot maakte er destijds een gewoonte van om na de kerk dienst het „plakkebord" voor te le zen. Staande op de stoep van de regtkamer deelde hij de laatste nieuwtjes mee, die dan op „het hoek je bij Bom" verder werden bespro ken! Tot voor kort bleef dit trouwens het „pr'aatpunt" va'n het derp. De zoon, Cornelis Bom, gehuwd met Kaatje de Feiter (later met Al- fons Blomme) had een hogere koks opleiding gehad. Speciaal de fijne keuken. Hij zou het bedrijf voortge zet hebben, maar hij overleed op 40- jarige leeftijd, bijna gelijk met zijn vader in 'februari 1920. Zijn jongere broer Jacob Cornelis Bom, had al voor 1900 Haamstede verlaten. Hij had zelfs twee. jaar in de U.S.A. ge werkt. De opvolging werd moeilijk, want ook de oudste dochter Cornelia, gehuwd met G. J. Fijn. verbleef el ders. De jongste dochter Appolonia, ge boren in 1882, had intussen met zwier veel werk, samen met haar moeder en schoonzuster, in de her berg verzet. Zij huwde de R.T.M.- funktionaris A. H. Liebert. Momen teel is zij één van de oudste inwo ners van de Westhoek. Een kombinatie van gemeente en vooraanstaande Haamstedenaren, o.l.v. notaris Jespers en W. G. Boot, kochten het hotel van de erfgenamen Bom. Maar met zaakwaarnemers G. J. Snel en daarna H. Brandenburg lukte het nieterg. De kombinatie vond de in Leerdam wonende boven genoemde J. C. Bom bereid om het hotel te kopen. In mei 1925 haalde schipper Lan- degent met zijn beurtschip de familie Bom-Kuijpers' af. Ze kochten, in de dertiger jaren „de kokerie" van L. Bolle. Het werd verenigingsgebouw „Tavenu". Behalve voor uitvoerin gen en feestpartijen diende het jaren als bioscoop. Dit deed W. J. Bom,"die sinds 1940 hel bedrijf van zijn vader had overgenomen. Na de oorlog kwam het hotelwezen tot volle bloei. Hotel Bom maakte naam door zijn goede keuken en gezellige sfeer. In 1954 werd er een tweede verdieping opgebouwd. Na overlijden in 1966 van W. J. Bom, beëindigde zijn vrouw, J. Bom-van der Weel, in 1974 haar veelomvattende werk. Zij verzorgde 34 jaar lang de maal tijden. Omdat haar drie kinderen niet in het hotelwezen bleven, werd het verkocht aan F. Tecuw, die het twee jaar later verkocht aan de Haam- stcdenaar P. Evcrtsc. Hopelijk - en het iykt er op - krijgen ze 's zomers Hotel Bom weer bomvol. W. P. DE VRIEZE. Zo zag Hotel Bom er na de grote verbouwing van 1904 uit. Na de oorlog werd er door W. J. Bom een derde verdieping opgebouwd. Niet het strand maar de bollenvelden waren de trekpleisters voor een ontwakend toerisme in de Westhoek. Het Ir onduidelijk wat er toen ge beurde met dit pand, dat intussen sterk verwaarloosd was. \Vnnt pas Hotel Boni zoals het thans prijkt in het centrum run Haamstede. (Fo1o: Zierikzeesche Nieuwsbode) HAAMSTEDE, december - De regio mag zich geluk- kig prijzen «lal in bel voorbije jaar, om precies le zijn op 1» februari, bel vanouds bekende Hotel Bom te Haamstede zijn deuren weer officieel opende. Tijdens deze feestelijke gelegenheid sprak burgemeester Everwijn er zijn genoegen over uit dat de hoek Noordstraat-Ring niet langer meer een dode plek in de dorpsrjng is. Hjj zei dat uil naam van zeer velen. Dit alles kon gebeuren, nadat »n oktober 1976 de familie P. Evertse-Fiscber de nieuwe en enthousiaste eigenaar was geworden. Direkt daarna werd met een grondige modernisering begonnen. De belangrijkste gebouwen van Haamstede in 1857. Tussen kerk en kasteel „het oude rechthuis" het latere Hotel Bom. Vele Eeuwen was hier op deze plek een herberg annex uitspanning (paar- denstalling). Men reisde vroeger im mers met paarden. Het was een „stra tegische" plaats aan de Kerkring, op een straathoek en tegenover het slot- hek. In de Middeleeuwen was de lig ging tegenover een kasteel zeker van essentieel belang. Oorspronkelijk was de ambachtsheer van Haamstede de eigenaar. Hij verpachtte de herberg vcor een bepaald aantal jaren aan een gegadigde. Plaetsenhuis Onder hetzelfde dak huisde in de „regtkamer" het gemeentelijk appa raat. Het gebouw als geheel werd aangeduid met het plaetsenhuis of regthuis. De naam doet ook recht spraak vermoeden. Vóór de Napo leontische tijd, toen men nog van schout en schepenen sprak, hield de vierschaar inderdaad rechtszitting. De hoge banken in de gelagkamer, die tot 1904 bleven bestaan, herin nerden hieraan. In dat jaar verhuisde het sekretarie naar het drie huizen verder aan de Ring gelegen pand van de overleden dokter Ferleman. Tot dat jaar was dus het sekretarie ook dicht bij een drankje. Hoewel de pro blemen minder groot waren, kon men een hartversterkinkje ook vroe ger goed gebruiken. Stiekum binnendoor gaan vanuit de regtkamer naar gelagkamer, was onmogelijk. Men moest buitenom. De deuren naast elkaar aan de kerk zede zijn op de foto's te zien. Toen één der dochters Bom huwde, stapte het bruidspaar de ene deur uit en de andere weer in. Teruggaand in de geschiedenis meet in de Middeleeuwen de her berg een belangrijke rol hebben ge speeld, tijdens de wekelijkse markt dagen op maandag en donderdag. De korenmarkt, tegen de slotmuur en de beestenmarkt, waar de waterpomp stond, lagen immers voor de deur. Jaarmarkten, zoals de paardenmarkt annex kermis met St. Jan (vandaar „de mart") en de koeienmarkt (eerste dinsdag in oktober „pilettendag") en natuurlijk straö, zullen ook extra ak- tiviteit in het café hebben gegeven. In latere tijden hielden boeren er 's zaterdagsmorgens sociëteit (koffie huis). Ook uitvoeringen van diverse verenigingen waren druk bezocht. Een tijdelijk getimmerd toneel en het biljart met touwen en katrollen aan de zolder gehesen, waren de bijzon derheden. Regtkamer Izaak Tirion schreef in 1745 „dat er een schoon Plaalsenhuis is, in 't welk de Regtkamer van Plaamstede en Westenschouwen gehouden wordt". Op een schilderij uit die tijd is een andere dakkonstruktie te zien dan oo de oudste hier afgebeelde foto. Er was in de 18e eeuw een tweede herberg: „De Fortuin", waar .nii de de winkel van Jonker, „De Spiegel!", is. Daar ging het in 1746, sinds de komst van militaire ruiters, zo aan stotelijk toe, dat de kastelein, Jacob Overbeke, het avondmaal werd ont zegd. In 1778 klaagde men over vi oolspelen en danserijeri in beide her bergen. In 1780 bestond „De Fortuin" niet meer. In de Franse tijd sprak men van een „Engelsch Koffijhuis" aan het „Zuidhek". In 1787 waren er - zoals bekend - oproeren en rellen door de scherpe tegenstellingen tussen patriotten en prinsgezinden. Ook in Haamstede waren enkele patriotten-aanhangers. Op 28 september 1787 moesten alle mannelijke .inwoners boven de 16 jaar, inklusief de gemeenteraadsle den en de predikant ds. Pieterman, de eed van trouw aan de ambachts heer :en aan stadhouder Wil'lem dé V afleggen. Dit gebeurde volgens de geschiedschrijver „onder de blote he mel voor het plaatsenhuis, terwijl de ambachtsheer op de stoep van de regtkamer stond". Hoewel dominee Pieterman daarna van alle blaam was gezuiverd, werd hij een maand later door drie gemaskerde mannen in de pastorie aan de Weststraat, met oranje linten gekneveld en gegeseld. Dit was zó hardhandig gebeurd, dat hij de andere morgen ('s zondags) met de grootste moeite en onder dwang kon preken. Na deze dienst moest de eerwaarde zelfs adergela ten worden en andere geneeskundige middelen werden toegepast. Bevolkingsregister In die tijd wordt een Van Opdorp als kastelein genoemd. Van eerdere bewoners is weinig met zekerheid te zeggen. In (het eerste bevolkingsregis ter uit 1826, worden Joh. van ter Vere met zijn vrouw Klara Beek, als café-bewoners genoemd. Herbergier Van ter Vere (in 1787 alhier gebo ren), was een kleinzoon van de Haamsteedse notabel Jacob van ter Vere, in 1722 ouderling en in 1731, 1735 en 1740 als assessor (wethouder) genoemd. Behalve zijn twee dochters had hij ook nog drie pleegkinderen Van Sluijs en het dienstmeisje Pie- ternella Grocnleer in huis. Van ter Vere verhuisde in 1841 naar de over kant van de Noordstraat, waar hij wellicht ging rentenieren. Het echtpaar Cornelis Lepeltak-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1977 | | pagina 26