Bonte variatie
kalenders voor 1975
Vroeger (overigens) nam men
het niet zo nauw met de tijd
„MUZIEK IS EIGENLIJK
EEN GEK VAK"
akte'voor muziek" - het diploma
„Schoolmuziek", een middelbare ak
te en de onderwijsakte B voor piano
Ze volbracht haar muziekstudies aan
het Koninklijk Conservatorium te
Den Haag. De pianostudie gaf wei
nig problemen thuis: mevrouw Jen-
se stamt uit een zeer muzikale (Delft-
se) familie. „Mijn moeder is ook
piano-lerares en dat betekende thuis
dat ze niet veel anders gewend wa
ren".
Zeeuwse Muziekschool
De Zierilczeese Muziekschool ging
in 1955 over in do Stichting Muziek
school. De afdeling telt than 229
leerlingen, waarvan de meeste ver-
tr uwd raken met de muziek in hei
algemeen c j de a-deling muzikale
vuming. (AVMO of ook wel AMV
genoemd). Zes leerkrachten geven
.ersen piano, orgel, blokfluit, accor
deon. viool, cellc, klarinet en dwars-
uit Er „lcjsen" m de school ook
regelmatig enthousiaste leerlingen
van de muziekverenigingen van Zie
rikzee en Dreischor. Bovendien heeft
de scnool een eigen kinderkoortje en
orkestje, beide onder leiding van de
directrice. Erg trots is de afdeling
ook op de zeer geanimeerd werkende
accerdeongroep onder leiding van
de heer Ger Blom.
Trio Hutyra
Voor Ellengard Jense heeft de mu
ziek bepaald niet „alleen maar" een
bestemming gevonden in het lesge
ven. Zij treedt immers regelmatig
als pianiste naar voren in het niet
alleen in Zeeland, maar ook ver
daarbuiten bekende Trio Ferenc
Kutyra, dat reeds vele malen te be
luisteren viel tijdens succesvolle
concerten in o.a. Middelburg, Zie-
rikzee en .Haamsilede. Het trio begon
in 1972 en is een samenbundeling
van drie leerkrachten van de Zeeuw
se Muziekschool: de bekende fluitist
Hutyra, de cellist Marinus Hille-
brand en Ellengard Jense. De repe
tities vinden elke week plaats in de
Zlerikzeese muziekschool, waarbij
het trio zich thans toelegt op heden
daagse muziek met clavecymbel.
„We repeteren trouw, maar dut
moet ook wel".
„Doe maar leuk"
is niet genoeg
Ze heeft het bijzonder druk met
lesgeven, het directriceschap, regel
matig studeren aan de piano, de
trio-repetities en leiding van koortje
en orkestje - een heel scala van vak-
aktiviteiten dus - maar daar komt
nog bij haar lidmaatschap van de
sectie Creatlviteitsontwikkeling van
de Zeeuwse Culturele Raad. En spre
kend over het werk van deze sectie
komt Ellengard Jense tot enige dui
delijke uitspraken over muziek en
lesgeven. Dit in de eerste plaats
naar aanleiding van het feit dat te
genwoordig nogal wordt aangedron
gen op experimenten voor groeps
lessen. Het probleem is daarbij ech
ter dat de methodes daar
voor nodig, er nog niet zijn. „Al
wordt er dan van bepaalde zijde op
aangedrongen, vergeten wordt dat
er zonder techniek en vaardigheid
niets van terechtkomt. Ik vind het
„doe maar leuk" alléén wel wat erg
weinig"
Ze onderkent een groot gevaar: dat
de leerlingen in dat geval „blijven
kleuteren" In feite kan de sprong
naar de wezenlijke waarden van de
muziek dan ook niet meer worden
gemaakt. „Wil je bepaalde dingen
kunnen raken, dan moet je toch
eerst iets kunnen, anders blijf je
onherroepelijk steken" is de volle
overtuiging van Ellengard Jense
„Overigens kan wel degelijk het ge
vaar bestaan dat te veel de nadruk
op het notenspel wordt gelegd. Dat
dit een doel op zich zelf wordt. En
dat is ook de bedoeling weer niet".
Een groot voorstandster is zij van
de zogenaamde voorspeelavonden
van de leerlingen die in de school
gegeven worden en in de plaats zijn
gekomen van de „uitvoeringen". Een
voorspeelavond gaat er wat minder
formeel aan toe en brengt de leer
lingen, die op zo'n avond allemaal
aan de beurt komen, zeker ook min
der „in de zenuwen".
„Klatergoud"
De Zierikzeese muziekdirectrice
betreurt het uitermate dat er tegen
woordig wel erg „klakkeloos" naar
muziek geluisterd wordt en dal, een
groot deel van het publiek zich rond
uit laat „beduvelen" door wat „mu
ziek" genoemd wordt, maar in we
zen niets anders is dan „klatergoud"
„De mensen zouden toch heel wat
nuchterder moeten staan tegenover
een heleboel produkten van de mu
ziekwereld van deze tijd".
Duidelijk gelooft Ellengard Jense
in de waarde van individuele mu
zieklessen. „Deze les is immers het
enige moment in - zeg maar - een
hele week dat iemand uitgesproken
met het kind - de leerling - zèlf
bezig Ls. „En dat is in een tijd war-
in zo veel passieve afleiding (televi
sie) aanwezig is toch van onschat
bare waarde. Bij het bespelen van
een instrument en onder de les is de
leerling met zich zelf bezig en kan
zicli uiten van binnen uit.- En in wel
ke vorm van onderwijs vinden we
dat nog?"
Een leerlingengroep in aküe tijdens
de les algemene muzikale vorming.
(Foto's: Zierikzeesche Nieuwsbode)
Voor het nieuwe jaar
Zo druk heeft liet nu ook weer niet „gelopen", met de
nieuwe kalenders voor 1975, maar uiteraard bereiken
ook niet alle ons redaktiekantoor. In ieder geval is bij
de gestuurde exemplaren wel het een en ander de
moeite waard 0111 een jaar lang in huis te hebben.
De SPAARKALENDER 1975 brengt
zeegezichten; zes aspekten van de
zee als vriend en vijand. We zien
o.m. de reddingsboot „Javazee", een
broedkolonie van de Grote Stern, de
zee (met strand als rekreatieterrein)
mosselzaadiveers op de Waddenzee
een woeste zee bij IJmuiden en een
vuurtoren eveneens bij IJmuiden.
Bij elkaar prachtig om te hebben.
Op hoog niveau beweegt zich ook
de VAN KEULEN'S GRAVURE
KALENDER, een tweemaandelijkse
kalender, met gravures van Rotter
dam, 's Gravenhage, Zierikzee (Poor
tencomplex), Leeuwarden, Utrecht
en Amsterdam. Op de titelbladen
komen ook - in klein formaat- his
torische figuren voor, als de werk
meid, de duivenmelker, de, boei*, de
omroeper, de straatjongen en de
schaatsenrijder. Van Keulen B.V.
&af ook een kalender uit, met het
motto: SCHILDERSGLORIE, een
bureaukalender met fraaie repro's
van: Velsquez, Hals, Toulouse Lau-
trec, Rubens. Constable, Rembrandt,
Renoit, Van Gogh, Canaletto, Ver
meer en Bosch.
Een in-elkaar-zet-kalender is de
LEIDSE ONDERWIJSINSTELLIN
GEN, altijd bezig het volk te leren
blijkbaar. Een handige .verder pre
tentieloze viermaandelijkse kalender
Uiteraard is PRO JUVENTUTE aan
wezig met de jaarlijkse Oranjeka
lender, met opnamen van de Kon.
familie in heel ,wat „uitvoeringen",
w.o. de complete familie met alle
kinderen en kleinkinderen. Naast
het fraai staatsieportret van het ko
ninklijk paar, verder veel foto aan
dacht voor de jonge prinsjes.
SAAB-SCANIA paralellen gevon
den itussen de vliegtuigfabrieken en
vogels in de vrije natuur. Voorbeel
den: Saab Safari/Buizerd, Viggen/
Zwartkopmeeuw, Saab 37/Canadese
gans aardig gevonden tegenstelling
en overeenkomst.
Weer eens iets anders is de STRIP-
SCHAPSKALENDER, waaraan voor
aanstaande Nederlandse en Belgi
sche strip-tekenaars medewerkten,
als: Maarten Toonder, Wim Boost,
Peter van Straaten, Francous Walt-
hérie e.a.
Evenals verleden jaar gaat ook
MOTORCRAFT (Ford) weer op de
orginele toer, met een tweemaande
lijkse kalender, waarvan het eerste
blad een levensgrote clownfiguur
toont. Verder een lichtstudie op zee,
een clochard-achtig type, kameel-
ruiters, een apesnoet en een vlieg
tuig bij de inzet van de landing.
Heel aparte en kunstzinnige foto
grafie in kleur. Vooral het (grote)
formaat van deze kalender spreekt
aan.
Historie van de heilwens
Er is een tijd geweest dat men liet met het meten van
de tijd niet zo nauw nam. Er was immers genoeg. Men
had alle tijd en wal deed het er toe of men een „water
uurwerk" vergat te vullen. Zo noemde men in de
grijze oudheid een kom met een gaatje er in, waardoor
een bepaalde hoeveelheid water in een min of meer
zuiver vastgestelde tijd wegliep.
Dat kon trouwens ook gebeuren b(j
de olielampjes. Hier gaf een schaal
verdeling op een glazen bolletje aan
hoeveel olie was verbrand en men
wist dan hoeveel tfjd was verstre
ken.
Nee, dan waren zonnewijzers en
zandlopers al heel wat nauwkeuri
ger. Het was wel een kwestie van
keren, meestal één keer per half uur.
De zandloper is al eeuwen lang het
symbool bij de jaarwisseling.
Nieuwjaarswensen zijn al heel oud:
de nieuwjaarskaart was al in de vijf
tiende eeuw bekend. Maar de wens
mocht nog zo'n meesterstukje van
vormgeving zijn, de eerste wens had
volgens de overlevering do moeste
overtuigingskracht.
En nóg haasten we ons de eerste
te zijn, iemand die ons na aan het
hart ligt, veel heil en zegen te wen
sen, wanneer, zoals Constnntijn Huy-
gens het in oen gedicht zegt....
Het oude jaar is omm':
Wat vleyen sich de menschen
.met mallen overvloedt
'van onverstandigh wensen
Wenscht boven allen wensch
Te leven int nieuw jaer
Of elcken dagh Uw eerst
En elck' uw' leste waer'.
Met de laatste dag van het jaar
komen de heilwensen los, niet altijd
gedrukt, maar ook in natura, gezon
gen door kinderen, die van huis tot
huis, van erf tot erf trokken, en als
beloning voor hun goede wens een
lekkernij verwachten. Dat blijkt wel
uit het volgende versje:
Geluksalig Nijjaar!
'n Keukske veur mi'j klaar
'n Slokske der bie,
Das goed veur mi.
Hoe dan ook, de tijd schrijdt voort.
Afgezien van die gebeurtenissen,
waarbij de tijd schijnt stil tc staan,
„vlood weer een jaarkring heen, met
al zijn blijde dogen, met al zijn leed
en druk, met al zijn heil en vreugd".
Vondel beschreef het in een van
zijn gedichten weer anders:
Laet het kostelijcks van al
U niet roeckeloos ontslippen
Dat is de tijd, die snel gaat glippen
Zonder dat hij keren zal.
Veel oude nieuwjaarswensen her
inneren aan het samenvallen met de
kerkelijke jaarwisseling, die duurt
van Kerstmis tot en met Drie Konin
gen In zeer oude nieuwjaarsliedjes
en -wensen werd vaak gesproken
over Christus' lijden en op een nieuw
jaarskoekijzer beeldde men de Drie
Koningenstoet af. Uit het wel of niet
rijzen van het deeg van de nieuw
jaarskoek kon men aflezen of het
een goed jaar zou worden of niet.
Veel wensen hadden een godsdien
stig karakter:
Die het jaar begint
met lust en is gezint
om zich tot God te wenden
Dan zal het in vrede enden.
Maar ook voor-christelijke symbo
liek is met de nieuwjaarswens ver
weven. Alle slechte invloeden moeten
verdwijnen, vervliegen, vervluchti
gen met de klanken van klok en
hoorn, maar ook zonneraderen en le
vensbomen kwamen in de afbeeldin
gen voor.
Een ander aspect van de nieuw
jaarswens Was die van de bijver
dienste, vooral in de zeventiende
eeuw zeer in zwang. Ook toen al
waren de feestdagen dure dagen en
stegen de prijzen. Aan de wensen
was wel zeer veel zorg besteed; het
waren prachtige houtsneden of gra
vures.
Ieder jaar, als met de laatste slag
van twaalf het jaar voorgoed de ver
leden tijd was ingebcicrd, geldt weer:
Komt burgers, komt allen terstond.
Hinieuwjaar is ingetrede.
Ik wens U op decz vaste grond
Veel heil, geluk en zege.
Ellengard Jense: „Niet laten
beduvelen door klatergoud
ZIERIKZEE, december - „Muziek is eigenlijk een gek oirektricei pianiste mevrouw Ellen-
J gard Jense aan de vleugel.
vak: het is hohhv en broodwinning tegelijk. Het komt
er immers óók hij het lesgeven op aan, van de muziek geheel schouwen-Diiiveiand: Eiien-
v.. v i i Ti -„li 1 gard Jense, dïrektrice der afdeling
als vak te kunnen (blijven) houden. Ik vind dan ook Zicril[zce van de Zeeuwse Muliek.
dat je beter maar amateur kunt blijven wanneer je schooi, in 19-0 begonnen voor nic-
i«*i vrouw Jense te Zierikzee de .eerste
HtliCCIl .lllcicli* zcli ipusicccrt» il.6t WOl1ClCl*lljke is lessen op twee dagen in de week. In
nu dat bij de opleiding aan het conservatorium het het voorjaar van 1973 volgde zij de
J 1 heer Jac. M. Luijkenaar op, als di-
hoofdvak toch nog altijd „spelen" is. Ik kan dan ook rectriee van de plaatselijke muziek-
hegrijpen dat vélen later hij het lesgeven in de prak- iC,1°o1-
tijk 111111 of meer „afknappen": zij hebben bepaald het Ellengard Jense is bepaald mei
J x x „onvoorbereid" naar Zierikzee geko-
vak als broodwinning onderschat". men. Zti heeft een stndieüjd van bij
elkaar zo'n, acht jaar achter de rug,
die werd afgesloten met drie diplo-
Djt zegt een „vrouw van jaar elke dag lesgeeft aan. piano- en ma's: het diploma A.M.V. (Algemene
van het vak", die nu al weer vier blokfluitlèerlingen afkomstig van Muzikale Vorming) - een soort „lo-