Waardevolle stof in „Ooltgensplaat in oude ansichten
Meer betrokkenheid op sociale
en politieke werkelijkheid
'r hotel Jacobi Vr
Kerk in beweging
ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE
December 1974
WAARIN OPGENOMEN
DE ZIERIKZEESCHE COURANT
I 797-1889
Uitgave: B.V. Drukkerij v/h Lakenman Ochtman,
Jannewekken 11, Zierikzee. Postbus 1
V
Middclharnis
Op beide kerstdagen keuze uit
twee zeer verzorgde kerstdiners
van 47,50 en 52,50.
En een speciaal arrangement
voor één of twee nachten
'°0ies-
tÊ voor één of twee nachten logies, i
■VL«V_"L>2el-: (01870) 2004 en 2704
'mVkWmwTm - - - .V.ViW.
Flakkees „toen"-boekje
OOLTGENSPLAAT - december. Duidelijk is er ook
nog geen einde aan de boekjesserie „hl oude ansich
ten", want deze maand verscheen bij de Europese Bi
bliotheek te Zaltbommel het voortreffelijk uitgevoer
de boek: „Ooltgensplaat in oude ansichten".
Fotokeuze en begeleidende teksten zijn van de heer Th. de Waal, gepen
sioneerd hoofdredakteur van „Eilanden-Nieuws". Zoals in een vorig werkje,
heeft de schrijver „Ooltgensplaat" voorzien van een voortreffelijke inleiding,
waarin hij diep ingaat op de historie van deze gemeente, over de naamsoor-
sprong waarvan men in het duister tast. Mogelijk is de naam een vernoeming
naar een zekere schipper „Oeltken".
„Kaaizicht met gemeentehuis" in het
vroegere Ooltgensplaat.
Ooltgensplaat was ooit als fortifika-
tie zeer belangrijk. Het was een ver
dedigingswerk, „gelegen in vesten,
voorzien van palissaden en poorten
en opgericht in de „Spaanse tijd".
Merkwaardig historisch puntje van
weinig bekendheid, is het feit dat de
watergeuzen reeds in 1571 - dus vóór
de inneming van Den Briel - te Oolt
gensplaat een inval deden en.de
klokken uit de toren haalden en
meenamen. Vestigingsstad par excel
lence blijkbaar, want nog in 1813
werden er drie redoutes (schansen)
aangelegd.
Ooltgensplaat behoort na de her
indeling der gemeenten per 1 janu
ari 1966, met Oude Tonge en Den
Bommel, tot de gemeente Oost-Flak-
kee. Een aantekening plaatst de
schrijver bij de 420 ha beschermde
gorzen, met een mogelijk in het ver
schiet liggende bedijking van de Hel
legatsplaten, de z.g.n. „driehoek" bij
Ooltgensplaat.
Goede plaats
Ooltgensplaat is altijd een goede
plaats geweest, blijkens een ets uit
1798 met het aandoenlijk rijmpje:
„Elk die het buiten leeven mint, Die
in Natuur zijn wellust vindt, Smaakt
in dit Dorp en zijne dreeven. Al 't
zoet van een Eenvoudig leeven". Veel
van dat „eenvoudige leeven" komt
visueel aan de orde in een uitgebrei
de fotokeus uit grootmoederstijd of
nog daarvoor, waarbij de typisch his
torische overblijfselen een extra ac
cent krijgen, zoals het uit 1616 stam
mende raadhuis en de Waag, met een
fraaie van een inscriptie voorziene
gevelsteen.
De kerk
Ooltgensplaat hield zijn oude (uit
1555 daterende) kerk tot 1845, toen
het pronkstuk wegens bouwvallig
heid werd afgebroken, een apart
staaltje van 19e eeuwse zorgeloos
heid. Wel in de kerk zijn nog aan
wezig de rijk gesneden preekstoel en
het doophek uit 1728.
Ook de andere kerken - Flakkec is
(ook) kerkeland bij uitnemendheid -
krggen een beurt en uiteraard de
sierlijke klederdrachten.
Verder allerlei hoekjes en straten,
als: Kerkring, Molendijk, het Wees
pad en het fort „De Galathee". Een
bijzonderheid was een bezoek van
H.M. de koningin midden in de mo
bilisatietijd van Wereldoorlog I. Daar
zijn nog hoogst kurieuze opnamen
van.
Natuurlijk ook in dit boekje „den
tram" en „de steiger met tramboot";
de RTM-veerboot onderhield de
veerdienst Zijpe-Ooltgensplaat-Nu-
mansdorp. In de rij van foto's ook
(uiteraard) een „Kaaizicht".
Ooit woonde aan dc kaai een win
kelier, die dc schippers bediende on
der het volgende motto. „Ik woon
hier op de hoek; wat kan men meer
der wensen. Dan zegen van de
Heer en nering van de mensen".
Volop schoolfoto's verder en deze
geven de „kick" van de herkenning,
want er staan heel wat meiskes en
„lieverdjes" van toen op. Iets ge
weest is het 40-jai'ig jubileum van
notaris A. J. C. van Weel in 1912,
waaraan zelfs een allegorische op
tocht door het dorp vastzat.
Na de „muziek" (U.D.I. in de twin
tiger jaren) en de zangvereniging
„Van Ongenoegen Vrij", oude am
bachten en allerlei mensen van
„toen", o.m. voor het pakhuis van
zaadhandel A. D. Hobbel aan de Mo
lendijk.
Andere zaken
„De Brak is er met een mooie
prent, evenals de Brandewijnstraat,
de Stoofstraat en de Achterweg. Veel
van de soberheid en eenvoud spreekt
uit een (60-jarige) huwelijksfoto van
het echtpaar Snaauw-Overbeeke.
Een oud schooltje was de christe
lijke school aan de Pieter Bigge-
straat. De 18e eeuwer Pieter Bigge
liet een vermogen na aan de armen
en instellingen.
Vaak bij foto's (Kerstenweegje,
Langeweg) de opmerking „de sloten
zijn gedempt, de bruggetjes zijn
weg" en daarmee is natuurlijk heel
wat moois naar de filistijnen gehol
pen. Zo ging dat. Aandacht tenslotte
voor een R.K.-buurt in Achthuizen,
dat in 1847 een eigen kerkje kreeg.
Ter plekke is ook het St. Josephge-
sticht en de molen „Windlust". En
kele (trieste) platen uit oorlogs- en
ramptijd voltooien het alweer hoogst
waardevolle en merkwaardige boek,
dat wezenlijk bijdraagt tot de kennis
van een brok streekhistorie.
H.II. ADVERTEERDERS
Door de voortdurende kostenstijging zien wij ons helaas genoodzaakt
onze advertentietarieven per 1 januari 1975 aan te passen.
De verhoging is ingevolge de prijsbeschikking, bij de minister van
Economische Zaken gemeld en door deze goedgekeurd.
Wij zullen gaarne op aanvraag een overzicht van de nieuwe tarieven
toezenden.
DE DIRECTIE
geestelijken voorop) opgestaan, dat
zich sterk sociaal en politiek geënga
geerd weet, ook ten aanzien van de
wereldproblemen.
In ons land hebben bijvoorbeeld
verschillende kerken hun mening
uitgesproken over het vraagstuk van
dc kernwapens, over dc rassendis-
kriminatie, die elders in dc wereld
nog steeds met de by bel in de hand
(Zuid-Afrika) wordt verdedigd, over
dc oorlog, honger in de Sahcl-landcn
en dc oorlog in het Nabyc-Oostcn.
Hel christelijk geloof stoelt op een gefundeerde theo
logie. Maar het theologiseren kan ook een vlucht uit
de wereld worden, een krampachtig zoeken naar dog
matische zekerheden, waarbij men zijn ogen sluit voor
de geestelijke en materiële noden die er in de wereld
zijn.
Het is nog niet zo heel lang geleden, dat dc kerken zich niet inlieten met
wereldproblemen zoals het kernvraagstuk, ontwikkelingshulp en rassendis-
kriminatie, en zich evenmin verantwoordelijk voelden voor het oplossen van
sociale vraagstukken.
Deze „neutraliteit" inzake politieke en maatschappelijke kwesties heeft dc
kerk geen goed gedaan en de toenemende onkerkelijkheid was er mede een
gevolg van. Maar de laatste jaren zijn de kerken in beweging. Men probeert
zowel in het katholieke als het protestantse kamp tot een kcrk-nicuwc-styl
te komen, die beweeglijker en dynamischer gaat opereren.
In de vorige eeuw werd armoede
ook door kerkelijke leiders gezien
als een onvermijdelijk kwaad, een
sociaal euvel, waaraan niets te ver
helpen was. Hoogstens kon men door
middel van liefdadigheidsinstellingen
proberen de ergste nood te lenigen.
En de armen (en dat was toen de
meerderheid der bevolking) pro
beerde men te troosten met de bood
schap van het Evangelie. Ook zij
zouden eenmaal hot Koninkrijk der
Hemelen binnengaan en daarmee
verlost zijn van alle aardse beproe
vingen.
Zo kon formeerden de kerken zich
aan de bestaande maatschappelijke
orde, ccn begrip als „sociale recht
vaardigheid" schenen zij niet te
kennen. Pas op het laatst van de
vorige eeuw veranderde er iets. In
1891 publiceerde paus Leo XIII zijn
befaamde encycliek „Rerum nova
rum" („Van de nieuwe dingen"),
waarin gesproken werd over een
veranderende sociale orde. Hoewel de
revolutie als middel tot grotere soci
ale rechtvaardigheid van de hand
werd gewezen, bevatte de encycliek
voldoende uitspraken om duidelijk te
maken dat Rome zich zou bezinnen
over het sociale vraagstuk. Spoedig
kwamen ook uit hel protestantse
kamp sociaal-kritische geluiden.
Toch kwam deze vernieuwing niet
spontaan van binnenuit. De veran
derde houding van de kerken kan
men niet los zien van het socialisme,
dat in deze jaren mei steun van een
verruimd kiesrecht sterk opdrong en
ook onder de christelijke arbeiders
een sterke zuigkracht uitoefende.
BcIioikIcimI
Omstreeks de eeuwwisseling begon
de kerk zich het lot van de sociaal
zwakkeren dus steeds meer aan te
trekken. De kerken in Nederland
hebben mede de sociale wetgeving
gestimuleerd en een belangrijk aan
deel gehad in de opkomst van het
maatschappelijk werk. Maar toch
b'ieef de oppositie van kerk en geloof
die de geldende machtspolitiek niet
raakte, die zich konformeerde aan de
bestaande maatschappelijke orde en
die zich niet durfde te wagen aanv
sociale akitie.
Dit was mede een gevolg van hel
feit dat de kerk in Nederland een
duidelijk „middenstandskarakter"
draagt. Onder de intellektuelen en
de arbeiders is de onkerkelijkheid
het grootst en dus werden de sleu
telposities in de kerkbesturen vaak
bezet door vertegenwoordigers van
de middengroepen, die in velerlei
opzicht een behoudende koers willen
varen.
Men kan daarom rustig zeggen
dat vóór 1945 het kerks-zijn de maat
schappelijke struktuur niet of nau
welijks heeft beïnvloed. De kerken
hielden zich afzijdig van alle we
reldproblemen en gekomplicecrde
maatschappelijke vraagstukken en
pas in de jaren 1940-1945 won de
gedachte veld, dat de kerken zich in
politieke en maatschappelijke kwes
ties niet neutraal mochten houden.
Geëngageerd
Het kerkelijk leven van vandaag
draagt reeds dc sporen van deze
nieuwe gedachte; or is minder angst
valligheid en exklusiviteit, meer be
langstelling en solidariteit, minder
historisch besef, méér gevoel voor
alles wat zich in de wereld van he
den aandient.
Er is een nieuw slag christenen
(protestantse en rooms-katholieko
Omgekeerd staat de kerk nu ook
meer open voor kritiek van buiten
af. De gedachte wint veld, dat de
kerk weliswaar de wereld moet be
keren, maar dat anderzijds dc wereld
de kerk eveneens zal moeten beke
ren.
In de strijd tussen gehoorzaamheid
aan het kerkelijk gezag en de per
soonlijke gewetensbeslissing wint de
laatste hand over hand. De reakties
op de pauselijke encycliek „Humanae
vitae", juist in de r.k. kring, bevesti
gen dit. Maar ook in protestantse
kringen wordt de aandrang groter
om vernieuwingen door te voeren,
ook in de eigen struktuur van de
gezagsoefening.
Proces
Dat deze nieuwe ontwikkeling zeer
positieve aspeksten vertoont, behoeft
nauwelijks betoog. Een van de gun
stige gevolgen van deze heroriënta
tie is, dat men gekomen is tot een
nederiger dus christelijker houding
tot de a"ndere kerken. Door het aan
vaarden van nieuwe taken kwamen
de kerken meer met elkaar in kontakt
en het resultaat van deze ontmoeting
was een grote onbevangenheid om
ook datgene wat buiten het traditio
nele leersysteem valt op zijn bijbelse
waarde te toetsen. Er leeft thans
sterker het besef van dienst dan het
besef van tegenstelling.
Niet alle kerkgangers zullen deze
ontwikkeling toejuichen. Bijna ieder
kerkgenootschap kent zijn „veront
rusten", d.w.z. degenen die kost wat
kost vast willen houden aan de oude
tradities, maar zij vormen ontegen
zeggelijk een minderheidsgroep.
In min of meer snel tempo maken
de kerken nu een proces door dat
noodzakelijk is om hun vereenzelvi
ging met de béstaande orde te door
breken. Er is sprake van een loute
ring om van de gezelligheidskerk tot
een meer bewuste kerk-nieuwe-stijl
te komen.
i