De Zeeuwsche Volksalmanak
was te wetenschappelijk
fcllV V 3 (UL&
HK.'-ALlimi'.
GELUKKIG NIEUWJAAR
Nieuwjaar
32
„BOEKJE" HIELD HET MAAR 10 JAAR VOL
ZIERIKZEE, december - In sommige boekenkasten
vindt men ze nog: de handzame kleine Zeeuwse
Volksalmanakken, welke gedurende een tiental
jaren van 1836 tot 1847 verschenen bij de Zierik-
zeese boekdrukker en boekverkoper J. van de
Velde-Olivier. Het was een zeer interessant boekje
dat voor de prijs van 75 cent werd verkocht. Het
eerste nummer verscheen in 1836. De redactie be
rustte bij de jurist Mr. J. Berman (1793-1855) te
Zierikzee en de predikant H. M. C. van Oosterzee
(1806-1877) te Eikerzee.
Tot in 1847, het jaar waarin de almanak ophield te bestaan, hebben beide
heren de redactie gevoerd. Geleidelik wisten zij zich te omringen met een
ploeg medewerkers, waarin weer eens de predikanten en de juristen goed
vertegenwoordigd waren. Predikant waren: H. M. C. van Oosterzee, E. B.
Swalue (1806-1865), J. Was (1810-1852), J. Ab. Utrecht Dresselhuis (1789-1861)
en jurist de redacteur mr. J. Berman en A. Moens van Bloois (1791-1854).
Ket is een moeilijke zaak het ontstaan van de „Zeeuwsche Almanak" af
doende te begrijpen zonder rekening te houden met het klimaat van roman
tisch nationalisme, dat in het begin van de negentiende eeuw Europa over
heerste. Dit klimaat werd voor een deel bepaald door het feit dat zovelen
onder het Franse bewind het verlies van de eigen aard hadden betreurd.
xr.rr j a,*»
In het tweede kwart van de negen
tiende eeuw 'ging Nederland echter
verder de weg van een moderne
eenheidsstaat op. Zo dreigden b.v.
heel wat eigenaardigheden op ge
bied van volksrecht, volkstaal en
volksgebruiken voor goed te ver
dwijnen. Deze nuttige maar nivelle
rende eenheidsstreving werd gelck-
kig overal gevolgd door een begrij
pelijke tegenstroom: een sterke be
langstelling voor wat vanouds het
gewestelijk bijzondere der afzonder
lijke provincies en landsdhappen,
had uitgemaakt.
Deze belangstelling voor nationale
waarden is, hoe kon het ook anders,
het eerst ontw. akt in Friesland.
Vooral de leerlingen van de hoge
school te Franeker toonden zich be
drijvig. Zij stelden belang in alles
voorzover het hun geboortegrond
betrof.
Men wilde een volksalmanak in
het leven roepen om tegemoet te
komen aan een bestaande belang
stelling voor alles wat de „geboorte
grond", dus het volkseigene betreft,
met de hoop die belangstelling even
tueel te laten aangroeien.
Niet in Friesland
De verdienste de eerste provipciale
volksalmanak uitgegeven te hebben
komt edhter de Friezen niet toe. Als
we de bibliografie nazien treft ons
direkt het feit, dat Gelderland en
Overijssel nog vóór Friesland hun
volksalmanak hadden. (Arnhem 1835
- Deventer 1835). AI deze provincia
le almanakken beginnen kort na
1835 te verschijnen. (Gelderland en
Overijssel in 1835, Utrecht, Zeeland,
Friesland in 1836, Drente en Gronin
gen in 1837).
Al deze almanakken vertonen de
kenmerken van dezelfde romantische
reactie t&g-n de nieuwe tijdgeest, die
Uitgave van
Zierikzeese
boekdrukker en
boekverkoper
ver: gewestelijks liet verdwijnen.
Men schijnt bovendien ook overal in
Nederland goed cp de hoogte te zijn
geweest van wat er in de naburige
provincies op dit gebied leefde, want
gewoonlijk wordt in de inleiding
1 wezen r.aar het werk ven. voor-
grngers uit naburige provincies....
Veel
lokale geschiedenis
De keuze der bijdragen in al deze
volksalmanakken is in sterke mate
gelijklopend: veel over de lokale ge
schiedenis en over beroemde eigen
personen en veel over eigen gebou
wen. Een paar provincies wagen
zich aan een soort woordenboekje
van het eigen dialect.
Een groot aantal volksgebruiken
werd ieder jaar genoteerd, terwijl
elke almanak (althans aanvankelijk)
veor de doorsnee-gebruiker nog een
paar tranerige romantische verhalen
lelvert.
Het volkskundig belang van deze
„Zeeuwse Volksalmanak" hoeft niet
te hoog te worden aangeslagen. Wan
neer men dié bijdragen grondig gaal
onderzoeken, zal spoedig blijken dat
de belangstelling van de redacteuren
hcctdzakelijk is uitgegaan naar
plaatselijke geschiedenis, na~r mo
raliserende artikelen en naar be
spreking van historische gebouwen.
Ter ziele gegaan
In 1847 verscheen het laatste num
mer. Naar de reden hiervoor kunnen
wé slechts gissen. Hot kan iets-'te
maken, hebben gehad mei de ver
plaatsing in 1'844 v?n H. M. C. van
Gosterzee van Efkerzee na'\r Cfr-1
schot in Noord-E-rabant. In de alma
nak van 1845 verscheen namielijk
een „voorberigt" waarin 'geklaagd
wordt over: „De Bezigheden en de
afleidingen (ook toen al!!) aan zijn
verplaatsing verbonden, hebben den
tweeden onzer verhinderd in het op
stellen van het beloofde vervolg.
Het hart blijft warm voor zijne
Zeeuwse vrienden kloppen, en hij
stelt er de hoogste prijs op, bij hen
in vriendschappelijk aandenken te
blijven, Ook door dit jaarboekje
blijft een band tussen Zeeland en
hem bestaan. Dec. 1844".
In het „voorberigt" voor de alma
nak van 1847 (de laatste) veront
schuldigen de samenstellers zich
over de gebrekkige samenstelling",
de slechte uitvoering en hef. laattij
dig uitkomen van de jaargang. Zij
wijten dit alles hoofdzakelijk aan
het overlijden van de drukker J. van
c'e Velde-Olivier te Zierikzee. Beide
£ac oren zouden een rol kunnen
hebben gespeeld. Is er na het ver
plaatsen van H. M. C. Oosterzee te
vens onenigheid in de redactie ont
staan? Het valt moeilijk na te gaan.
In elk gevel schrijft Van Oosterzee
twee jaar later raadselachtig en
misschien bitter in Nehalennia (Jaar
boekje voor Zeeuwse Geschiedenis
- en Letteren)„De almanak die na
een e plotseling opgekomene kwij-
n-ng eenen dood stierf, zoo zacht,
dot ik zelf dien volstrekt niet had
bemerkt".
Veel over
Schouwen-Duiveland
In de tien jaar, dat de bovenom
schreven Zeeuwse Volksalmanak het
hce!'t. uitgehouden zijn speciaal met
betrekking tot Schouwen-Duiveland
vee! artikelen over dit deel van Zee
land geschreven en soms fraai ge
ïllustreerd. Om enkele artikelen met
1 et,rekking tot Schouwen-Duiveland
te memoreren:
Het beleg der stad Zierikzee door
dc Spanjaarden in 1575 cn 1576; Ma
ria van Haemstede of het gevecht by
Prouwers'hriven, De Brand van de
Crcie- of Sint-Lievensmonsterkerk
fe Zierikzee, Het Klooster Bethlehem
te Eikerzee, Bommencde, Andries
Sc! ra ver van Brouwershaven, De
kvstlïchttoren op het eiland Schou
wen, Iels over Levinus Lemnius,
Brief van een jong matroos uit het
eland Schouwen, Strarijden op
Scl'.i uwen, enz. enz.
C. P.
Zo zag „de wereld",
zag Nederland er uit
in 1913. De scherp
gestoken plaat is niet
van hier, maar kan
door zijn sfeer en
merkjvaardigheid best
voor meer model
staandan voor Ben-
nebroek. waar zestig
jaar geleden deze fo-
tö werd gemaakt. De
dames hadden hun
hoeden en de heren
hun fietsen, zou men
samenvattend kun
nen zeggen.
Mooie juffrouwen sturen met de jaarwisseling; dat is
niet meer zo, maar vroeger was men daar heel druk
mee. Altijd een beetje in de fondant-sfeer en een
tikkeltje smachtend, alsof er het hele nieuwe jaar die
pe zuchten zouden moeten worden geslaakt. Eerder
ook al, maar vooral de twintiger en dertiger jaren
zijn daar sterk in geweest - en nu het allemaal voorbij
is - komt het even sfeer- als tijdgebonden over,
Hier in deze pagina-sluitkolommcn een drietal voor
beelden. Het „gelukkig nieuwjaar" gewordt ons van
onder een diepe pothoed. Stralende ogen, witte bij
tertjes en de sneeuw past daar wel bij (boven). Mid
den: zulke atelier-studies zijn bij duizenden gemaakt
en verspreid. Mooi gc-onduleerd kopje boven een
braaf bontje. Onder: Met zoete appeltjesgezicht is er
ook, zo poezelig gaaf cn dat was het grapje van deze
kaart, het bovenstuk van de japon is eeht Gewoon eT
opgeplakt en afgezet met een rosetje.