Msfcvr' Is een vrouw een cent minder dan haarman? AOW AANZIENLIJK VERHOOGD verdwenen verlooide VAN HET VADERLANDSE ERF Gratis kopstuk bij 132 voor 119 ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag 16 oktober 1973 Nr. 21370 Advertentie 't Is tegenwoordig wel even anders dan vroeger. De vrouw is niet alleen maar keukenprinses, de man niet alleen maar baas over het geld. En dat is maar goed ook. Waarom zou alleen manlief beslissen over dingen waar je als vrouw dagelijks mee te maken hebt. Over je huishouden bijvoorbeeld. En over de kinderen. En over het geld. Zoiets doe je tegenwoordig samen. Het salaris komt elke maand op een Amro Privérekening bij de Amro Bank in de buurt. Zo kun je ook als vrouw over betaalcheques beschikken (dan hoef je tenminste geen groot geld in huis te hebben). Je hebt er als vrouw je eigen spaarrekening. Waarom ook niet? Je man spaart toch óók? Je kinderen hebben toch óók een spaarboekje? Je hebt er je kostbaarheden verzekerd, omdat je bij de Amro Bank alle verzekeringen kunt afsluiten. Je regelt er veel zaken als je met vakantie gaat: je vreemd geld, je reisverzekering, enz. Als je samen met je man besloten hebt dat er misschien geld belegd gaat worden, of dat je geld wilt lenen, of dat je hypotheek wilt voor een huis, wel dan weet je dat je bij de Amro Bank aan kunt kloppen. Voor de man geen problemen, voor de vrouw geen probleem: geldzaken regel je via de Amro Bank. Vooral laatste jaren Met enige wrevel moeten loon- trekkenden elke week of elke maand konstateren dat er weer een flinke hap van hun loon of salaris is inge houden voor de AOW-premie. Za kenlieden en beoefenaren van vrije beroepen juichen ook niet bepaald, wanneer zy een aanslag in de bus vinden, welke hen aanmaant de ver schuldigde premie te voldoen. Dat neemt niet weg dat zy op hun oude dag kunnen profiteren van dit met enige tegenzin gebrachte offer. De AOW heeft zich de afgelopen vijftien jaar krachtig ontwikkeld. Als men kijkt naar de maximale uit keringsbedragen, dan mag men zelfs spreken van een spektakulaire ont wikkeling. AOW sinds 1 januari 1957 Aan de algemene ouderdomswet Advertentie 2 zakjes Royco groentesoep van ging de zogenaamde noodwet-Drees vooraf. Krachtens de daarin vervat te regeling konden bejaarde echtpa ren, maar alleen voor zover zij als behoeftigen moesten worden aange merkt, 1275,- per jaar ontvangen, de alleenstaanden slechts f 738,-. Toen op 1 januari 1957 de algeme ne ouderdomswet werd ingevoerd, bedroeg het uitkeringsbedrag 1428,- voor echtparen en 858,- voor al leenstaanden. Deze uitkeringsbedragen zijn in vijftien jaar tijds enorm opgetrok ken tot een niveau, dat niet ver af ligt van het netto minimumloon. Het aantal echtparen en bejaarde al leenstaanden, dat thans van de AOW trekt, heeft enkele jaren geleden reeds de één miljoen overschreden. In 1957 ontvingen nog maar 720.000 bejaarde echtparen en bejaarde al leenstaanden deze uitkering. In 1957 werd ongeveer 825 miljoen aan uitkeringen verstrekt. In 1966 was dit bedrag reeds opgelopen tot 3,2 miljard gulden, terwijl nu de vijf miljard gulden ruimschoots wordt overschreden. Inderdaad een spekta kulaire ontwikkeling. Reëel? Nu is de AOW-er er vooral de laatste jaren in geld uitgedrukt wel sterk op vooruitgegaan, maar in hoeverre is deze inkomensstijging werkelijk reëelDat is natuurlijk een zeer relevante vraag, want sinds 1957 zijn de kosten van levensonder houd enorm gestegen, mede door de versnelde loonontwikkeling. Een blik in de maandstatistieken van het Centraal Bureau voor de Statistiek leert ons echter, dat de AOW de loonstijging toch is voorgebleven. De reëele inkomensstijging van de AOW-ers in de afgelopen vijftien jaar wordt op ongeveer 28 procent echtparengetaxeerdterwijl de CAO-lonen met ongeveer 175 pro cent zouden zijn gestegen. Nu was een krachtige verhoging van de AOW-uitkering ongetwijfeld een bittere noodzaak. Allicht, niet iedereen die 65 jaar wordt heeft die uitkering beslist nodig. Wij denken dat een direkteur van een grote flo- rende NV er niet zo verlangend naar uitziet als een bejaarde, die altijd heeft moeten rondkomen van een eenvoudig loon waarvan hij weinig kon sparen. Voor talloze bejaarden is de AOW, aangevuld misschien met een ouderdomsrente van een paar tientjes, de essentiële bestaansbasis. Natuurlijk trekken sommigen ook nog een bedrijfspensioen, maar on geveer 45 procent van de bejaarde bevolking zou niet onder zo'n pen sioen vallen. Deze groep moet het dus uitsluitend van de AOW hebben, voorzover er geen kapitaaltje op de spaarbank staat. Meer premie De laatste jaren vooral is de AOW- uitkering steeds aanzienlijk ver hoogd en heeft ze vrijwel het niveau van het netto-minimumloon bereikt. Ook hebben de AOW-ers nu recht op vakantiegeld. Een en ander impli ceert echter wel dat de werkende bevolking steeds meer premie moet opbrengen om deze uitgaven te fi nancieren. Voor het komende jaar wordt opnieuw een premieverhoging verwacht. De uitgaven voor de AOW zijn dit jaar zelfs hoger uitgevallen dan was beraamd. Een fikse tegen valler voor het kabinet Den Uyl, dat financieel toch al geeen bokkespron- gen kan maken. Het ziet er naar uit dat de centrale overheid op de duur toch zal moeten besluiten om dergelijke drastische uitgavenverhogingen in de sfeer van sociale verzekeringen te kompense- ren door bezuinigingen op andere bestanddelen uit het sociale verzeke ringenpakket. Weinigen zullen er voor voelen om de AOW weer te verlagen. Iedereen gunt de bejaar den een zorgeloze oude dag. Maar dat dwingt ons ook om de andere uitgaven op het gebied van de socia le verzekeringen kritisch te bezien. Kinderbijslag Met name de kinderbijslagwetten moeten maar eens op de helling. Geen eenvoudige taak voor het nie- we kabinet, omdat ze op dit punt vermoedelijk de vakorganisaties te- tegenover zich zal vinden. Daar komt dan nog bij, dat vermoedelijk vol gend jaar een volksverzekering voor arbeidsongeschiktheid van kracht wordt, die dan ook voor zelfstan digen gaat gelden. Dat betekent op nieuw premieverhoging. De premie verhogingen voor de AOW en de nieuwe volksverzekering moeten beslist op andere terreinen gekom- penseerd worden. Dat lijkt ons een essentiële opgave voor het nieuwe kabinet, dat tot dus verre afgezien van enkele suggesties over mogelijke wijzigingen van de kinderbijslagwetten op dit punt nog weinig aktiviteit heeft ontwikkeld. En wanneer is oud-minister Veld kamp eindelijk eens gereed met zijn voorstellen betreffende een vereen voudiging van de sociale wetgeving? Hij is al zo'n jaar of zeven bezig mr. B. FEUILLETON OOOR GRÉ DE BOER „Daarom bel ik juist! Ik dacht, dat ze misschien bij jullie „Welnee. Sander is op de lijnvucht naar Japan; die viert oud en nieuw waarschijnlijk in Tokio. Hij is pas donderdagavond terug. Dat wist Jannie!" „Mogelijk Maar waar kan ze nu zitten?" „Gut, Bettie, geen idee. Kan ze soms naar familie van jullie gegaan zijn?" „Welnee, waarom zou ze? Ze ging gisteravond zo ongeveer half acht, denk ik, de deur uit. Op de fiets. Ze zei: Ik ga nog een paar uur tjes naar Marga, misschien wordt het laat. Ik antwoordde: maak het niet te gek, want morgen - dat is dus vandaag - wordt het ook laat. Niet waar? Voor een uur of één gaan we toch niet naar bed op oudejaars avond. Dat is het. Begrijp jij er wal van?" „Nee, geen idee. Hebben jullie soms eh ongenoegen gehad?" „Welnee, er is nooit iets bij ons." „Als ze dan maar geen ongeluk heeft gekregen tegenwoordig met dat drukke verkeer Betty Ertsma moest zich even aan het tafeltje, waarop het telefoontoe stel stond, vasthouden. Het woord ongeluk had haar doen verbleken. „Ongeluk", prevelde ze. „Nee dat niet De hoorn valt uit haar plotseling machteloze hand: een on derdeel van een sekonde later ligt ze op de grond. De schrik is zo hevig geweest, dat ze geluidloos op de vloer is gevallen. De microfoon bengelt heen en weer aan het toestel. Josien van Pais is nog altijd een energieke vrouw. Binnen enkele ogenblikken heeft ze begrepen, dat haar vriendin flauwgevallen is. Ze roept nog een paar keer: „Hallo, hal lo. Betty, versta je me?" Maar een antwoord komt er niet meer. Dus legt ze de hoorn op het toestel, slaat vlug een mantel om en haalt haar wagentje uit de garage. Even later rijdt ze in flinke vaart naar de Ves- puccistraat. naar de woning van de familie Ertsma. Als ze vijf minuten later via de achterdeur de woning en de kamer betreedt, zit Betty Ertsma half over eind op de vloer, nog half versuft. Met grote ogen kijkt ze naar de bin nengekomen vrouw. „Wat is er met mij aan de hand?" vraagt ze. „Hoe kom jij hier zo ineens?" De bezoekster helpt haar naar de bank en legt de vrouw daar op. „Houd je kalm en denk niet dadelijk aan het ergste". Ze haalt een flesje, dat ze in allerijl nog meegenomen heeft uit haar huisapotheek te voor schijn en loopt naar de keuken om een lepel te halen. Terug in de ka mer geeft ze de vrouw op de bank een schep van het bittere vocht. „Hier, het is goed voor de zenuwen; slik in. En blijf kalm. Het komt al lemaal wel weer in orde. Jannie is een volwassen vrouw, die loopt niet in zeven sloten tegelijk." Vijf minuten later weet ook Erik Ertsma, dat zijn oudste dochter die nacht niet is thuisgekomen en dat zijn vi'ouw als gevolg van deze we tenschap geheel overstuur is. „Het beste lijkt me, dat je even thuis komt." voegt Josien er aan toe, want zij heeft hem gewaarschuwd. Ook Erik is geschrokken, maar hij vermant zich en zegt tegen zijn se- kretaresse, dat hij onverwacht weg moet. „De afspraak voor elf uur bel je af. Zeg maar onvoorziene omstan digheden. Vanmiddag zien we wel verder. Als ik lang wegblijf, bel ik je. En voor de rest handel je, als ge woonlijk naar eigen goeddunken." Terwijl Erik in snelle vaart naar huis rijdt, bekruipt hem een bang voorgevoel van een naderend onheil. Jannie vannacht niet thuisgekomen, wat kan dat betekenen? Hij snapt er vooralsnog niets van. In de woning aangekomen, con stateert hij ontzet, dat zijn vrouw lijkbleek ziet. Met enkele woorden legt ze de situatie uit. Josien van Pais staat naast de vrouw, gereed om in te grijpen, als het nodig is. Vóór haar huwelijk was ze in de verple ging. Ze weet, wat ze onder de ge geven omstandigheden kan ver wachten. Dus probeert ze Betty zo kalm mogelijk te houden. Erik Ertsma is een doortastend man. Hij gaat naar het kantoortje, waar hij ook een telefoontoestel heeft staan Daar belt hij het bedrijf, waar Jannie werkt. Daar is men eveneens verwonderd, want Jannie is er nog steeds niet. „Weet meneer Ertsma misschienwaar ze is? Of is Jannie welllieht ziek?" Ertsma zegt. dat hij wel zal bellen en legt de telefoon neer. Hij denkt na en steekt een sigaret op om zich zelf in bedwang te kunnen houden. Daarna belt hij de politie en vraagt of er soms in de vorige avond en nacht ernstige ongelukken zijn ge beurd. „Mijn oudste dochter wordt vermist; we maken ons ongerust, begrijpt u?" De dienstdoende politieman zal even in het register kijken; meneer zal een ogenblikje geduld moeten hebben. In afwachting trekt Erik heftig aan zijn sigaret. Wat ter we reld kan Jannie bezield hebben om zo te handelen? Dat is niets voor haar. Hij snapt er totaal niets van. Een minuut later krijgt hij een op somming: aanrijding op de Van Heutzlaan een blauwe Fiat te gen een VW 1200, die geen voorrang gaf. Enkel blikschade. O ja, één lichtgewonde. „Een vrouw?" „Nee, 62-jarige man uit het nabu rige „Interesseert me niet." antwoordt Ertsma ongeduldig. „Het gaat om m'n dochter." „Half twaalf: vechtpartij in de Donkerstraat, hoek Berglaan. Twee Surinamers en een prostitué twee gewonden. Na verbonden te zijn naar huis gezonden." „Het gaat om m'n dochter, meneer, Jannie Ertsma, 26 jaar „Es even kijken," vervolgt de po litieman onverstoord, „ja kwart voor drie vannacht aanrijding op de Beversingel: zwarte Mercedes en Chevrolet gebroken wit. Bestuurder Chevrolet onder invloed sterke drank. Bloedproef genomen. Resul taat 2.1 pro mil. Ingesloten en rijbe wijs ingenomen. Drie lichtgewonden. Beide wagens totaal los." „Was mijn dochter er bij betrok ken?" „Es kijken eh nee: twee ouderen vrouwen en geen ingezete nen van onze gemeente. Nee, dat is de hele buit. Wacht eens van morgen vroeg, half zeven vrachtauto tegen een gevel op de hoek van de Van Linsohotenstraat. Chauffeur en bijrijder gewond. Nee. geen vrouw. Hoe zei u ook weer. dat de naam was?" (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1973 | | pagina 7