öe hanöen
HERDENKING
DE NACHT WAARIN
HET WERELDJE SCHOUWEN-DUIVELAND WANKELDE
ZIEKIKZEESCHE NIEUWSBODE Donderdag 1 februari 1973 Nr. 21227
(Bij het rampmonument op hot kerkhof van .Ouwerkerk)
Allerwege wordt aandacht ge
schonken aan het feit, dat twintig
jaar geleden zuid west Nederland
werd getroffen door de katastrofa-
le watersnoodramp. 1 februari
1953 i,s een datum die scherp
staat ingebrand in de herinnering
van de mensen die er bij waren en
die datum zal ook in geen enkel
geschiedenisboek ontbreken. Her
denken van een. bijzondere ge
beurtenis - hetzij een vreugdevolle,
hetzij een smartenrijke - is altijd
zinvol. Wij willen daar niet aan
raken. maar twintig jaar is, on
danks het afgeronde karakter, toch
ook weer een vrij willekeurig getal.
De neiging tot herdenken zal zich
herhalen met name bij het verstrij
ken van vijf en twintig jaar en zo
kan men wel doorgaan.
Niettemin is het een goede zaak-
vast te stellen dat Schouwen-Dui-
veland na de ramp een herlevings-
en overlevingskans heeft gekregen,
die als uniek mag worden aange
merkt. Wie de situatie van toen in
de herinnering terug roept, zal
over de redding van dit gebied en
over de rekonstruktie altijd ver
baasd staan. De slachtoffers van
de ramp zijn er niet door terugge
keerd, maar de overlevenden werd
een kans geboden en die is opti
maal benut. Schouwen-Duiveland
is - ondanks moeilijkheden die ou
der alle omstandigheden zich in
let niet welk gebied voordoen -
een welvarende streek geworden
en als iets het herdenken moet ken
merken. dan is het wel. dankbaar
heid juist hiervoor.
Intussen leven wij thans in een
geheel andere situatie. Het punt
beveiliging - zo evident na de
stormramp - werd tot een soort
strijdvraag. Daar is even driftig als
(soms) onverkwikkelijk aan gesleu
teld.
Los van de visie op het Delta
plan zijn wij er altijd van over
tuigd geweest, dat dit gebied ook
een nood-beveiliging had dienen
te krijgen, waardoor menselijker
wijs gesproken een herhaling van
1953 uitgesloten was en is. Die ze
kerheid heeft de na-rampse tijd
niet opgeleverd en ondanks het
geladen woord veiligheid, blijft er
- tot zelfs na 19S0 - 'sprake van een
zekere vorm van onveiligheid. Dat
blijft een onbevredigende situatie,
correlerend met een sfeer, die
vaak niet prettig is en een goede
dialoog blokkeert. In dil land is
het blijkbaar moeilijk aan polari
satie ook in dit opzicht te ontko
men.
Hier echter geen accent op deze
zaken; het gaat bij herdenken ook
- en vooral - om dankbaaheid
voor hetgeen de tijd na de storm
ramp bracht. Het was een beves
tiging van de volkskracht, die zich
zo indrukwekkend manifesteerde.
Het was vooral in materieel op
zicht een opbloei, die wel niemand
- ooit wadend over de slijkvelden
van dit getroffen land - voor mo
gelijk zal hebben gehouden.
Wat deed de ramp geestelijk aan
de mensen? Materiële zaken zijn
zichtbaar; geestelijke (vaak) niet.
Hoe is de ramp verwerkt? Is hij
werkelijk ..clood" in de gedachten
Is er een neiging te v ergeten of
zijn de littekens schrijnender dan
buitenstaanders vermoeden?
Er is ook, twintig jaar na het
rampgebeuren, wellicht geen ant
woord op deze vragen, maar ge
beurtenissen als in 1953 drukken
een streek en de bevolking toch
een merkteken op dat men elders
mist. Schou wen-Du iveland her
denkt- de ramp, zonder veel uiter
lijk vertoon en ontdekt opnieuw:
wonden zijn wel geheeld, maar de
ramp kan niet vergeten worden.
Wille vlag, symbool van hoop en redding.
Symbool van nóód
De ontkomenen - maar hoe nipt -
hurken samen op wiegelende daken,
op de dekstukken die het juist nog
houden. Koud en hongerig steken ze
een toevallige lap omhoog. Een witte
Laatste caissonslol op kapotte dijk.
FOTO'S RAMP
De wereld, de existentie is ontre
geld? Wat is er aan de hand'? Een
fout in de wet van oorzaak en ge
volg. een toornend God. de konsc-
kwentie van menselijk falen?
Alles is er aan de hand. maar geen
„straf op de zonde" zoals .n nel
Thoolse wel driftig werd verkond yd
want dan zou de hele we.tl.' v
moeten zwemmen.
Een wrakkige slaperdijk werd wa-terkerend.
Hoe waren toch lom handen
toen zij stierven in de vloed.
Zo ijl en bleek en reeds zo ver van hier
machteloos een laatste stut ontgleden
Hoe bloedeloos waren hun witte handen
in die razende nacht van de dood.
Zo stil verstard en roerloos ook
hun handen, in de kille donk're poel.
Boven hint zerken later, ile stenen handen,
de zoekende hand, de steunende hand.
De sterke stjmholen-hand van God
Twintig jaar geleden februari-stormramp
lege. kapotte dorpen om zich dan
weer terug te trekken; een dodelijk
ritme dal veel vernielde wat eerst
nog gesp ard werd.
In het rampboek „Gekweld®
Grond" werd nadien hel epos ge
schreven van de worsteling om
Schouwen-Duiveland te redden van
de algehele ondergang. Niet alleen
dit gebied, maar heel Nederland
haalde verlicht adem toen te Ouwer-
ke.k het laatste caissonslot op de
kapotte dijk werd gelegd. Het water
werd vei dreven, maar het was als
wrede potentiële vijand opnieuw
onderkend.
De wederopbouw kon beginnen,
een proces dat de mensen zo alzijdig
in beslag nam. dat leed en verdriet
nauwelijks tijd hadden te verteren.
Maar ze waren er en kregen hun
droeve symbolen in de lange rijen
op de kerkhoven, waar de slachtof
fers rusten, die het licht van een
nieuw Schouwen-Duiveland niet
meer mochten aanschouwen. Naar
hen gaan onze gedachten uit bij de
herdenking van de ramp van fe
bruari 1953.
De foto's op de pagina over de
ramp in dit nummer, werden wel-
wilend afgestaan door de heer G.
Velders te Schuddebeurs. Zij toerden
opgenomen in hel geteisterde Duive-
land Rampaar tsedijk, Ouwerkerk.
NieiLwerkerk). RED.
Weggebonkt uit de warme stal
(Van onze redakleur)
SCHOUWEN-DUIVELAND, 1 februari. - Er is alweer
een generatie jongeren die „de ramp" - 1 februari
1953 - alleen maar van horen zeggen kennen en zij
kennen de ramp dus niet, zo min als een zo fataal na
tuurgebeuren in zijn diepste wezen te proeven valt als
men er over leest of zo-was-het-beelden worden ge
toond. Zo is hel feitelijk bij alle rampen.
Wat zegt ons een lawineramp of een aardbeving? Al
leen hier spreekt een waterramp aan; water, bulde
rend water in zijn allesverslindende kracht en ontem
baar doordringend vermogen. Dat kennen we hier.
„De Ramp' is twintig jaar geleden, maar wat is twintig jaar in de tijd.
in een eeuw? Feitelijk een willekeurig getal en misschien is het toch juist
- zonder te letten op de chronologie der gebeurtenissen in dat, smartenrijke
verleden - een aantekening te maken bij het rampgebeuren. dat een wreed
merkteken in de tijd was en stad en regio hebben geschetst voor een lange
periode nadien.
Rampzalige gevolgen had die unieke combinatie van vliegende storm en
uitzonderlijk hoogwatertij. Het moet letterlijk genomen. Zalig betekent feite
lijk vol en dan komt men in vertaling tot het bedrukte leven dat toen vol
rampspoed was.
lap. symbool van onschuld en van
nood ook. Van overgave, maar wap
perend aan een stok ook van hoop
op redding.
De stomme beesten - verkild was
hun bloedstroom - hadden geen wit
te lap. Ze werden weggebonkt uit de
warme stal, plonsden en ploeterden
tussen stro en wrakhout instinktief
naar een hoger gelegen plek.
De vloed dreef hen weg en ze
zochten wadend hun ontredderde
stal weerop en verdronken. Hun ge
zwollen kadavers dreven in het rond.
De huizen
De huizen - eens de stille kluizen
van het geluk - werden met de reu
zekracht van het water gerameid.
Het water kreeg versterking, want
alles wat het loswrikte en los scheur
de, gebruikte het als knotsen en spe
ren. Het vernielde de deuren en de
ramen, wrikte aan de muren en bin
ten, stootte hoeken uit de daken en
wilde soms het hele huis en de hele
hoeve, waarvan alleen de fundamen
ten resten onder de di'abbige kilte
van vernielend zout.
Varianten
Nadien bijna altijd eveneens ver
woestend, kwamen de varianten op
het thema water. Een wrakke sla
perdijk. die plotseling hevig funktio-
neel moest worden en waterkerend
werd. In nacht en ontij zwoegden
mannen om zo n levensreddend dijk
je te behouden. Zo is de strijd om
Kakkersweel nooit helemaal be
schreven. maar de „corridor "-sche d-
strook tussen Schouwen en Duive
lend - werd door deze mannenmoed
behouden.
Met het ademen van de zee kwam
ook het water aanzwellen tegen de
De dijken breken, het water zoekt
zich brullend een weg over Wegen
en landerijen. Valt aan tegen de
huizen en schuren, gie.end. kolkend.
Ongelijke strijd
De mens in dit wielend gebeuren
krimpt ineen onder het gewekDe
hoogvaardige wordt klein, de sterke
zwak al zal hij vechten tot het laatst.
Voor velen was de strijd echter te
ongelijk en in het verwarrende en
schokkendebeeld vol angstaanja
gende elementen, verschijnt plotse
ling de dood, even niet gebonden
aan het ritme van geboren worden,
lang leven, sterven, maar geplaatst
voor een rijk oogstveld: de klaproos
van het kind naast de gebogen aar
van de grijsaard.
Altijd nadien is er wel gevraagd
hoe er nog mensen konden zijn. die
een fototoestel hanteerden in die er
barmelijke omstandigheden. Ze zijn
er geweest en ze kenden mogelijk
hun eigen motivatie niet eens, wis
ten waarschijnlijk op het moment
dat de sluiter klikte niet dat ze een
klein brokje fotogeschiedenis schre
ven op de emulsielaag van hun
rolfilm.
draaiend en ziedend van schuim,
waarin de donkere vlekken van aar
de en hout. van losgescheurde tak
ken en de zo-maar-dingen, die ér'-
gens in en op hebben gepast en de
harmonie van een leefgemeenschap
vormden. Boven dit bewegelijke, als
een mozaïek verschietend, beeld, de
gi ijze. kille vijandige lucht, waarin
de wilde winden hun hoge fluitende
tonen uitgierden.
Met reuzekracht van water gerameid.
Het water zoekt zich brullend een weg