Staats-ambtenares" in bosrijk „verpleeg"-gebied
nieuwjAARSwens uit ïsso*
Schilderen met de bijl
„Schilderen met de bijl"
men aan de verlangens van zeer ve
len cm in het prachtige gebied een
fietstochtje te maken en op die
manier zich naar het strand te be
geven. De werkzaamheden van de
laatste weken betreffen de voltooi
ing van de laatste fase in de vak-
verdeling van de bebossing.
„Ambtenares"
Er leven veel dieren in het
Schouwse domeingebied, maar dat
daarbij ook een „staats-ambtenares"
gerekend kan worden die midden in
dit rijke gebied woont in een eigen
„staatsruif" zal mogelijk weinigen
bekend zijn. Toch is dat zo: de der
tienjarige, kinderloos gebleven Ello,
- eén „oase" in dit trekkertijdperk -
heeft in het bos, bij'de duinpolder,
haar eigen wei en goed aan de om
geving aangepaste stal.
Ello heeft het ook in de zomer
maanden druk: dan trekt ze het
karretje waarop de inhoud gedepo-0
neerd wordt van de afvalmanden
die hier en daar geplaatst zijn ten
gerieve van de bezoekers. Het paard
je heeft een eigen niet meer weg te
denken plaats gevonden in dit unie
ke stukje Schouwse land. Ze is nu
ook oud en wijs gehoeg om niet al
leen als ijverig „ambtenares", maar
óók als voorbeeld voor de „jeugd" te
mogen dienen: nog deze maand -
januari 1973 - komen er van Staats
bosbeheer drie jonge Fjordenpaar-
den om de kunst van het werken in
de bossen van Ello te leren.
Ello is overigens toegerust om de
leerlingen tc ontvangen: de heer
Goudzwaard te Zicrikzee maakte
speciaal voor haar een geheel nieuw
en aangepast gareel en tuig. Tot
haar vaste bewonderaarsters in het
bos mag Ello trouwens ook rekenen
op dc reeën: die vinden het wat ge
zellig het karakteristieke, beweeg
lijke en oersterke Fjordenpaardje
's morgens in alle vroegte te zien
grazen in het „staatsweitje". Eén
ding Is jammer: de drinkput in de
wei raakt al maar leger (alweer)
een sprekend voorbeeld van het feit
dat de hoeveelheid wr.ter steeds
minder wordt. Er wordt in de West
hoek immers niet voor niets gespro
ken van een ontstellende verdro-
gng
Aan de kap in het bos.
December 1972. Het bos ltfkt te
verkeren in een winterslaap. Juist
deze periode echter betekent een
zeer grote activiteit voor alle men
sen die zijn ingeschakeld by de uit
voering van de beheerstaken in het
domaniale hos- en duingebied. Het
onderhoud van het bosgebied, dat
geheel is opengesteld voor het pu
bliek, stelt zeer grote eisen aan de
bosbouwkundige kwaliteiten. Vooral
ook als het er om gaat aan eventuele
calamiteiten in dit gebied - dat niet
voor niets de naam kreeg van „de
groene long van Zuid-Nederland" -
het hoofd te bieden.
Van de opziener der Domaniale
Duinen, de heer N. H. Lysen, zijn de
afgelopen jaren al vele innitiatieven
en maatregelen tot uitvoering hier
van uitgegaan, zoals bijvoorbeeld de
aanleg van nieuwe brandgordels, die
een lengte beslaan van. meer dan
4.000 meter.
De aanleg van deze nieuwe brand
gordels betekende dat allerlei nieuwe
facetten naar voren kwamen- zoals
de gevolgen van niet uit te blijven
windschade. Het bos werd immer?
van een gesloten bestand, min of
meer „plotseling" veranderd in een
open-bes'tand.
„Door het wegvallen van de.stevi
ge, tot aan de grond toe betakte
naaldbomen - resultaat van meer
dan 30 jaar vakmanschap - eisen de
prille, ijle en slappe nieuwe bos
randen extra zorg", zo beschrijft de
heer Lysen in een eigen studie over
„de beheèrstaken van de opziener",
de nieuwe situatie'.
„De nieuwe bosranden moeten
immers weer de basis vormen van
het totale bosbestand, voortdurend
onderhevig aan zeewinden en zee
zout. Een zorgvuldige dunning was
dan ook een eerste vereiste: een
nieuwe ingreep tot minstens 20 meter
diep het bos in".
Volop activiteit
In de praktijk betekent dit dat er
- juist nu rond de jaarwisseling -
een grote activiteit heerst in bepaal
de gebieden van het bos. Waar elders
de stilte „voelbaar" is, wordt een
ander gedeelte gekenmerkt door het
tegendeel. Hier en daar vallen bo
men. Dat gebeurt natuurlijk niet
geruisloos: de motorzaag graaft zich
gierend een weg door de stammen
van de exemplaren die aangewezen
zijn om definitief te verdwijnen.
Bij al dit onderhouds-„geweld",
valt het op dat het motorisch lawaai
van trekkers totaal ontbreekt. Wat
op het met dennenaalden bezaaide
werkterrein nauwlijks hoorbaar ïs:
de driftige stapjes van Ello, de be
faamde stermerrie (Fjordenpaard),
die met inzet van al haar (zeer grote)
„paardekracht" een onmisbare bij-
dpage levert aan de werkzaamheden.
Er komt natuurlijk bU het onderhoudswerk in de Schouwse bossen heel wal
mankracht aan te pas. Tegen een vakkundig bediende motorzang blijkt dc
sterkste den niet bestand te zijn.
WESTERSCHOUWEN - Een stille wintermorgen in
het (lomaniule bos- en duingebied op Schouwen
Zonder belangrijke schade aan te richten woedde in
de laatste maand van dit jaar een liévige storm over
het unieke ruim driehonderd hectare grote hos. En
na die enorme uitbarsting van de natuur, die slechts
een handjevol dennen het leven kostte, keerde de
stilte terug. Het leek wel of de storm de laatste „geu
ren" van het toeristenseizoen wilde verjagen. Dat
gebeurde dan ook radikaal, zij het dan ten koste van
een aantal scheefgewaaide bomen.
oe natuur kwam weer tot rust, maar dat betekent niet dat het bos i«
„uitgepraat". Immers: voor de goede verstaander: het leeft in en op dit
stukje zo rijk begroeide Schouwse aarde zeer intens, al is het dan nu -
op oudejaarsdag - bepaald niet zo dat de kamperfoelie geurt en dat de
fitissen, heggemussen of roodstaarten er broeden.
De heer Lysen over dc verpleging
van het bos:
„De jaarlijkse dunningen spelen
een grote rol en zijn in veel opzich-
I
Dat het cr goed by staat blijkt
ook uit dc afwezigheid van dc den-
ncnschecrdcr. een gevreesde kevc:-,
die zich in de jonge hoofdtopscheu-
ten boort en vooral secundair hele
bessen ten gronde kan richten.
(Zo werd men in Noordwijk ge
dwongen een oppervlakte bos gelijk
aan het Schouwse, van hetzelfde
type en leeftijd, geheel te rooien).
Een uitlating van dr. Grommen
van hel bosbouwprocfslation te Wa
peningen, afdeling resistentie, die na
een bezoek in februari 1966 aan het
bos in het gastenboek van dc bos
bouwkundige schreef, spreekt in dit
verband voor zichzelf: „Gelukkig
komt er geen Brunchorstia voor."
(Dit is oen zwam, die de bomen
dood), .,'t Is een lust om nu eens een
gezond bos te zien, na al die misère
in andere delen van ons land".
De dertienjarige - kinderloos gebleven - maar uiterst pientere en volijverige
„sta fits-ambten ar es" van de domaniale bossen: de sterke ster-merrie Ello,
een onmisbare „trekster" bij het bosvcrplegingswerk.
Ello sleept altijd nog tienduizenden
stuks bomen - in het kader van de
dunning - weg en doet dat enorm
pienter, handzaam en prettig. En dat
zegt een man die het weten kan, de
heer C. Kouwen, want hij „trimt"
met Ello dagelijks in de bossen bij
de aan^ en afvoer van materiaal en
bomen. Tot dat dagelijks werk van
Ello en natuurlijk van alle domein
werkers behoort o.a. de normale
„bosverpleging": één van de voor
naamste beheerstaken.
„Verpleging"
De „verpleging" is noodzakelijk, zo
vertelt ons de heer Lysen, „als we
weten dat het bos - in 1924 - werd
ingeplant op 80 bij 80 cm per ha. Dat
leverde een aantal van meer dan
16.000 bomen per ha op."
De boompjes werden groter. Om
te kunnen leven en groeien is dun
nen noodzakelijk; daarom staan er
op het ruim 300 hectaren bos- en
duingebied nu veel minder Corsi-
caanse en Oostenrijkse dennen, die
immers tot volle wasdom zijn ge
komen, terwijl de uitkomende stam
men goed waren voor vele kub. me
ters grenenhout. De stammen van de
gekapte bomen dienen voor eigen
gebruik - als palen, na te zijn ge
wolmaniseerd en op die manier
verduurzaamd - en worden toege
past bij afrasteringen
Vroeger werd het hout veel ge
bruikt als mijnhout. Tegenwoordig
worden de duizenden stammen ver
kocht aan de hoogste inschrijver,
toegepast voor restauratiewerken en
natuurlijk verwerkt door de hout
handel Met een dertig ton-trailer
worden de stammen dit jaar recht
streeks naar Groningen getranspor
teerd: naar een houtverwerkingsbe
drijf dat zich speciaal toelegt op de
vervaardiging van (hout)vezelplaat.
Uit de eigen studie van de heer
Lysen blijkt overigens wel - om
maar een enkel facet te noemen -
dat het Schouwse duinbos een
schoolvoorbeeld genoemd kan wor
den van wat met oen juiste verple
ging kan worden bereikt. Zo bespre
ken de docenten in Wageningcn dit
type duinbos als voorbeeld elk jaar
weer met de bosbouwstudenten.
ten niet met die van vroeger te ver
gelijken. Niet alleen komt er de dub
bele hoeveelheid houtmassa uit dan
voorheen (thans ruim 1.000 m;l), maar
vooral in landschappelijk opzicht is
het inzicht tot omvormen tot een
recreatiebos, afhankelijk van de es-
tetische kijk van de dagelijks be
heerder. Onder meer door het be
wust handhaven van karakteristieke
bomen en boomgroepen, waardoor
een bepaald bosgedeelte een „eigen
gezicht" kan krijgen. Ook het elimi
neren van bomen is van belang om
andere beter te laten uitkomen: het
zogenaamde „schilderen met de bijl".
Oost-west-baan
Wat betreft de brandbanen: „dar
den" zullen worden ingeschakeld
bij de verharding van de vele kilo
meters. Er is in dit verband een
voorstel ingediend voor een drie
meter brede verharding, zodat de
brandweer van Haamstede en Renes-
se met brandspuiten bij bosbrand de
bedreigde plaatsen kan bereiken.
De belangrijkste brandbanen zijn
de oost-west strook en twee noord-
zuid-verdelingen. De oost-west-baan
is zelfs verbreed tot op 30 meter
„van boom tot boom". Hierop komt
dus mogelijk een verharding van
drie meter. Die verharding zal dan
tevens benut kunnen worden als
rijwielpad.
Intussen betekent de „vak-verde
ling" van het bos dat bij eventuele
brand niet het gehele gebied verloren
behoeft te gaan.
Met de aanleg van een verharding
wordt ongetwijfeld tcgemtfbl geko-
Afvoer van de stammen van geëlimi
neerde bomen per trailer: dit jaar
rechtstreeks naar een houlvcrwer-
kingsbedrijf te Groningen.
(Foto's: Zierikzeesche Nieuwsbode)
Aan mijn geachte vriendin
Daar mijn hart U teer bemint
Kom ik, nu weer 't jaar begint
Met den wensch van Heil en Zegen
In dit nieuwe jaar U tegen.
Heil en Zegen eiken dag
Dien dit jaar U geven mag.
Heil en Zegen al de dagen
Til des Hemels welbehagen
Zijn wil geschied, Zijn wil alleen
Als in den Hemel hier beneèn.
Zijn wil is altijd wijs en goed
'I Is majesteit al wat Hij doel.
Dal ieder stil daarin berust
En Zijn bevelen doe met lust.
Ileil en Zegen overal
Hij op aard U geven zal.
Moog bij 't meerderen Uwer jaren
Bij verdubbeling Gij ervaren.
Smaakt in d' ouderdom een lireugd
Die in God het hart verheugt
Ziet Uw leven hier verlengen
Zoo die God het wil verhengen.
Dw tot aan cn over 't graf
U ten steun zij cn ten staf.
Dit is de hartelijke wensch
en bede van uw liefhebbende
vriendin Elisabeth.
(Dit merkwaardig eigen gemaakt gedichtje werd bij gelegenheid
van de jaa:wisseling 1879/1880 uit Dirksland naar een inwoonster
van Schouwen verstuurd. Men lette op de plechtstatigheid in de
benadering, het respekt voor de aangeschrevene en de vroomheid,
die uit het geheel spreekt.)