De heiligenfiguur in de kunst zeven eeuwen schoenen rrico houtsneden tegels koekvormen Wie zoet is krijgt kaas De kunstenaars hebben in de loop der eeuwen vrywel elk onderwerp aangegrepen als objekt en zo vinden we ook de heilige Nieolaas, volgens de overlevering bisschop van Myra in Klein-Azië, patroon der zeevaar ders en bakkers, beschermheilige van kinderen en jonge vrouwen, in de beeldende kunst terug. Oorspronkelijk werd deze heilige in het oosten vereerd, doch om streeks de elfde eeuw werden zyn relikwieën door Italiaanse zeevaar ders naar Bari overgebracht en zo verbreidde zich de kultus over Eu ropa Het staat wel vast, dat het werke lijke feest van de naamdag van Sint Nieolaas voor het eerst gevierd werd tussen de 12de en de 14de eeuw in noord-Frankrijk. Vandaar breidde het zich over de rest van west-Eu ropa en ook naar ons land, waar het niet lang duurde of de Nederlandse kunstenaars gebruikten de sint ni- colaasfiguur als motief voor hun werk. Vele legenden Wij kennen hier voorbeelden ge noeg van. In die oude tijden deden ontelbare verhalen en legenden over deze heilige de ronde en zo kan het voorkomen, dat men afbeeldingen van hem vindt, waarop hij voorkomt met diverse symbolen, die velen van ons nu niet meer thuis kunnen bren gen Wat te denken van een sint-nico- laasfiguur met een vis aan de voe ten? Velen denken ongetwijfeld: wat heeft die vis met Sint Nieolaas te maken? De verklaring is vrij een Sint en de jongelingen, een oude houtsnede (±1550). voudig. Zoals boven vermeld is Sint Nieolaas de schutspatroon van zee vaarders en vissers. Verdere uitleg is wel overbodig. Op een oude houtsnede van om streeks 1550 zien we de goede Sint afgebeeld, staande voor drie tonnen, waarin zich jongemannen bevinden. Wat heeft dit te beduiden, zal men zich afvragen. Hier moeten wij te ruggaan tot een oude legende over de heilige Nieolaas, waarin vermeld wordt hoe hij drie jongelingen tot leven wekte, die door een boze waard of slager onthalsd en gezouten in tonnen waren gestopt. De schouwtegels Wij treffen de goede Sint op ver schillende kunstwerkjes aan Zo ook op een primitief schouwtegeltje van omstreeks 1600, afkomstig uit een Zuidhollandse boerenhofstede. Op dergelijke schoutegeltjes vinden we trouwens dikwijls een komplete ver zameling van de meest uiteenlopen de onderwerpen. Zij werden met de hand op primitieve wijze vervaar digd met als gevolg dat ze niet alle even groot waren, hetgeen echter bijdroeg tot een sfeer van het geheel van ruwe natuurkunst. In verschil lende verzamelingen worden nog van deze vrij zeldzame tegeltjes be waard. Een veel verbreide kunstvorm was wel de koekplank, waarin wij de bisschopsfiguur terugvinden. Deze planken stonden het gehele jaar renteloos bij de bakker. Doch wan neer het tegen december liep kwa men ze voor de dag en deden dienst voor het bakken van Sint-Nicolaas- koekfiguren. Er zijn van die oude koekplanken enkele teruggevonden uit de veertiende en latere eeuwen. Helaas is er echter veel materiaal verloren gegaan; het hout is wegge rot of vrijwel door de houtworm op gegeten. Exameneis Er bestond in de veertiende eeuw een Lebzeler- en peperkoekengilde, waarbij het snijden van een koek- vorm exameneis was voor het beha len van de meesterkoekebakkersti- tel. De planken kwamen van de es en van de pereboom. De prachtigste figuren werden uiteindelijk in de Sint als koekvorm. Een bakkerspro- dukt van 1800, met de vrijershar- ten in de mantelzoom. stempels gesneden. Ware kunste naars beoefenden het vak. Opvallend is de liefde voor het detail omstreeks de zeventiende eeuw. Gelukkig zijn ons enkele voorbeel den van dit ambacht bewaard geble ven en kan ons oog zich verlustigen aan de symbolische schoonheid van die oude speculaasvormen. Want het symbool vierde hoogtij in die eeu wen. Een oude koekvorm van 1800 toorit ons het symbool van harten, verwerkt in de onderkant van de rrjantel van de heilige figuur. Wij spreken van de „goedheilig man', piaar dit is een verbastering van „de goed heilicqman," waarbij heilick afgeleid is van huwelijk. Daarom is hij ook de beschermheili ge van trouwlustige jonge meisjes. Vandaar die harten in de speculaas- vorm Vandaar ook het geven van een dergelijke Sint-Nicolaaskoekfi- guur onder de benaming „vrijer" als geschenk aan jonge ongehuwde vrouwen. De symboliek sterft langzaam uit, ook uit dit feest. Tegenwoordig schroomt men niet dergelijke zoge naamde „vrijers in zijn onwetend heid aan kinderen of gehuwden te geven, een bewijs dat de symbolische betekenis verloren is. gegaan. Met het verdwijnen hiervan is ook de Sint-Nicolaasfiguur langzaam uit de kunst verdwenen. Er is vrijwel geen moderne kunstenaar die de fi guur van de heilige nog als onder werp voor een werk kiest, zelfs niet als bijfiguur. Dat is kunst van een goede, oude tijdv Primitief schouwtegeltje, afkomstig uit Zuid-Holland.se boeren hofstede. Vermoedelijk van omstreeks 1600. En een ongehuwde, die een oogje heeft laten vallen op een aardige, maar vooralsnog ongenaakbare of Dnbereikbare jongen is misschien ge baat met deze regelen: Och wat fijn zou 't zijn te spelen met jou in de maneschijn Eerlijk zouden we alles delen, huw'lijksvreugd en ouderpijn. Maar o.wee, wat bitt're smart: 'k Krijg van jou geen enkel hart! Nylons Als uw dochters tobben met hun nylonkousen, kunt u bij een of meer nieuwe paren versregels voegen die geïnspireerd zijn op de andere wel bekende liedje: Zie de maan schijnt door de bomen en het vel schijnt door je kous, Er zijn ladders ingekomen, en een spatje van de saus. Eén been is zo licht geraakt, een paar gaten gauw gemaakt. Jij kunt zó niet meer verschijnen met die rafels aan je been; die schande moet vandaag verdwijnen, daarom stuurt de Sint maar één naadloos nylonpaar voor 't kind. Kan ze pronken, voor de Sint. Het schecrapparaat ïs een van uw zoons al zo groot, dat hij zich geregeld moet scheren, dan kunt u hem geen groter plezier doen dan hem een eigen scheerappa- raat te geven. En als hij neiging heeft zijn haren of zijn baard te laten groeien, sprekende de volgende re gelen al vanzelf: O, kom er eens kijken, wat een baard die jongen daar teelt! Hij gaat over lijken als hij kusjes uitdeelt. Hij kriebelt met z'n kinnedons, zijn lippen lijken behaarde spons; de stompjes staan op élke wang z'n struikgewas maakt me zo bang! Ofwel op een ander motief: Struiken snoei je, honden trim je, heggen knip je met een schaar; voor het gras bestaan machines, maar hoe maai jij ooit je haar? Sint verzint, ja, het bestaat: jij een snoei-trim-apparaat. De vriendin Voor vriendinnen is veel te ver- zinnin. Bij een nieuwe tas kunt u de mooiste woorden inflansen en zelf naar verkiezing meer regels toevoe gen: De zak van een lieve meid, lieve meid, lieve meid, daarin kan ze alles kwijt, kan ze kwijt en raakt ze kwijt: haar rommel, gefrommel, gefrunnik, gepunnïk, wat is die zak toch wijd! Blijft het b.v. bij een lippenstift, begin dan eens met het volksliedje O schitterende kleuren van miss-Hollands mond, Wat kunt gij weer geuren wat kijkt gij fier in 't rond En dan loopt de rest vanzelf. „SINTERKLAAS Kapoentje, gooi wat in mijn schoentje, gooi wat in mijn laarsje, dank u Sinterklaasje"! Hoeveel kinderen zingen dit zeer oude Sint-Nicolaasbedelversje in de ze tijd, wanneer zy hun schoentjes by de gashaard of de radiator plaat sen? Duizenden en nog eens duizen den kleintjes doen dit omstreeks eind november begin december. Met een hart vol verwachting zingen zij hun liedje. Dan gaan ze naar bed en. daar staan ze, de schoentjes! Zo ging het door de eeuwen heen. Jaar in jaar uit stonden de schoen tjes by de haard. Schoentjes vol ver wachting, schoentjes die hopelyk de volgende mórgen gevuld zouden worden weergevonden, gevuld met zoete gaven, waarmee de goedheilig man in deze tyd van het jaar zo gul BESCHERMEN KWETSBARE VOETZOOL We weten, dat ook onze ouders dit deden en onze grootouders in de vorige eeuw en zo zouden we enige hondez-den jaren terug kunnen gaan. We zien ze in onze verbeelding schoentjes uit die vervlogen tijden, staande bij het potkacheltje, de schouw, het open vuur, kortom schoentjes van die tijden in hun pas send milieu. In diepste wezen is er een grote gelijkenis met het heden. Van het moment af dat de mens tot het in zicht kwam dat het lopen op de blote voet zekere nadelen inhield en dat men er verstandiger aandeed die kwetsbare voetzool op de een of an dere manier te beschermen, werd de schoen geboren, die steeds een be scherming van de voet bleef. Het begin Wel heeft de mode door de eeuwen heen het uiterlijk van de schoen sterk beinvloed. Daar waar de schoen het stadium van de sandaal is ont- ontgroeid. begint de mode. Naar gelang in de loop der tijden de schoenen nog puntiger worden, ontstaat de behoefte ook de zijkan ten van de schoen te sluiten, hetgeen we duidelijk zien in de „tootschoen' van 1450. hot zeer puntige model. waarbij de gehele voet bedekt is en de schoen opzij gesloten wordt door een veter. In de vroege middeleeuwen droe gen de edelen en de rijke poorters schoenen of laarzen uit verschil lende materialen, die zich bij de vorm van de voet geheel aansloten. In de loop van de 13de eeuw werden de vormen iets puntiger. In de 14de eeuw dit nog sterker. We zien dan puntige schoenen van over het alge meen zeer soepel materiaal, dat zich naar de voet vormt, waarbij de schoen uit niet meer bestaat dan een zool, met een verhoogd hakstuk en waarvan het voorste puntige deel een lange lip over de wreef voert, welke lip via banden met het hak stuk is verbonden (zie schoen 1250). Honderdduizenden schoentjes stonden in de loop der eeuwen klaar om de Sint-Nicolaasgaven in ontvangst te nemen. Als reaktie op de bijzonder punti ge schoenen krijgen we dadelijk aan het begin van de zestiende eeuw, in overeenstemming, met de geheel an dere stylering van de menselijke fi guur, platte brede schoenen, met af geplatte neuzen, de zogenaamde „koeiemuilen" in het Duits „Ochsen- mauler" genaamd. De eerste versiering Aan het begin van de zeventiende eeuw ontstaat er als het ware een soort revolutie in de schoenenmode. We zien weer een meer sierlijke schoenvorm en daarboven meer ver siering. De schoen van 1600 toont dit duidelijk. We gaan het tijdperk bin nen van het dekoratieve, sierlijke en sterk modieuze. De schoen van 1600 geeft hiervan een voorbeeld, doch dit is toch nog een schoen die in een zeker opzicht aan de vorm vasthoudt wantdeze heeft nog geen hak- De hak zien we zich ontwikkelen in de zeventiende eeuw, terwijl de versiering in onze ogen soms over dreven vormen aanneemt. Schoenen met strikken, fraai gestyleerde lip pen en rozetten zijn schering en in slag in die tijd evenals trouwens in de volgende eeuw. Het spel met de hak is in die tijd begonnen en gaat nog steeds voort, ook in onze tijd. We behoeven daar bij maar te denken aan de vrij snelle wijzigingen in hakvormen alleen al in bnze eeuw, vooral bij de dames schoenen. Het sportieve model De heren- en jongensschoenen hebben veel van hun vroegere op schik verloren. Sinds de vorige eeuw worden deze schoenen eenvou diger en minder opvallend, om ten slotte - zeker wat de jongensschoe nen betreft - via de soliede, sportie ve modellen terug te keren naar sierlijker schoeisel met brede neus en nieuwe opschik in diverse opval lende kleuren. Zo stonden ze daar bij de haard gedurende al die honderden jaren, de eenvoudige kinderstappertjes zonder hak van enige honderden ja ren geleden, de, tot in het overdre- vene versierde schoentjes van jon-* gens en meisje uit de zeventiende en achttiende eeuw en tenslotte de ste vige trappers stoer en dikwijls be schadigd, wachtend op de gaven van de goede Sint, die net als in al die vervlogen eeuwen omstreeks begin december door weer en wind ov^r de daken rijdt en door zijn zwarte knecht de kleine geschenken in de kinderschoentjes laat deponeren. De schoentjes bij de haard, door zeven eeuwen heen. U kunt werkelijk wel maken! BEGIN MAAR MET EEN BEKEND LIEDJE Ziet u er ook zo tegen op als u sin terklaasgedichten moet maken? Hebt u de neiging alle gekochte cadeautjes voor de kinderen dan maar roef-roef in papier te wikkelen en er alleen de naam op te schrijven? Kunt u zelfs voor uw man de juiste woorden niet vinden en - als u toepasselijke woor-, den bij de hand hebt - kunt u er dan ?een passend rijmwoord bij vinden? Of lukt het wel met de rijm, maar worden het dan van die ongelukkige gekonstrueerde zinnen met de woor den in een verkeerde volgorde, om het rijmwoord maar echteraan de regel te krijgen? ER IS KEUS GENOEG Ik zal u vandaag eens helpen. Nee, ik ga geen les geven in dicht vormen en versvoeten. We stappen meteen de praktijk in. U kent natuurlijk onze bekendste sinterklaasliedjes. Het is niet nodig dat u er alle woorden van kent, want u hebt al genoeg aan het wijsje en enkele regels. We nemen het eerste het beste liedje dat ons maar te bin nen schiet. Schrijf daar één of twee regels van op en ga dan zelf eens verder op de wijs van dat liedje, maar met eigen woorden. Het is de gemakkelijkste methode om op dreef te komen. Een héél eenvoudig voorbeeld om te beginnen: u kocht een das voor uw man en u kunt dan opschrijven: Zie ginds komt de stoomboot met dassen weer aan. Sint doet je de das om, hij zal je goed staan. Het suikerhart Maar het kan ook veel moeilijker. U hebt iets goed te maken bij man lief en u besloot hem een suikerhart aan te bieden. Dan kunt u beginnen op de wijs van „Hoor wie klopt daar, kinderen" cn meteen de reegels aan passen: Hoor, wat klopt daar, liefje? Hoor, wat bonkt daar, lief je? 't Is 'n hart, dat harder tikt voor jou. Wiens hart is dat, wiens hart is dat? Wiens hartje doet al leekpylanfi pijn? Handschoenen De zoon of man met bromfiets kan bij een paar stevige handschoenen worden bedacht met een gedicht in deze geest: In een natte regenjas reed een net figuurtje: motorhelm en aktentas en daarin zijn 12-uurtje. En de regen ging van tik-tak-tik de brommer bromde slip-slak-slik, maar één ding zit er fout: zijn handen worden koud! Bij die nieuwe overjas, valhelm, stofbril, krantje, regenpijpen, aktentas, hoort ook iets voor 't handje. Want de regen gaat van drip-drup-drap, je zakdoek is geen zem'elap, een handschoen moet er zijn, een motorkap is fijn! En u ziet, dat we langzamerhand al zijn overgeschakeld naar de ande re liedjes uit onze kinderjaren. Maar waarom geen aktueel lied, een echte hit bij de kop gevat? Ook zo'n nieu we song, waar uw kinderen de hele dag van zingen, is prachtig bruik baar voor uw doel. En het succes zal groot zijn, omdat ze juist zo leuk aansluiten bij hun eigen belangstel ling en inhaken op de huiselijke sfeer. Luister eens naar de radio als de „top-hits" worden gedraaid en kies daar eens een liedje uit om zelf woorden op te maken. U zult er ge weldig plezier bij hebben Advertentie niet vergeten„.Frïcc eten

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1972 | | pagina 4