Vliegtuig met sleep trok over herfstig Schouwen Duiveland Fascinerende tocht op zonnige dag ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE Donderdag 26 oktober 1972 Mr. 21173 Fraai ingebed in de struktuur van het dorp, de kerk van Haamstede. De wonderlijke struktuur van een Schouwse inlaag is vanuit de lucht scherp waarneembaar. (Foto's: Foto Berge) VLIEGVELD MIDDEN-ZEELAND. - Vlak voor de start van de Ph.-A.A.T. voor een tocht over Schouwen-Dui- veland. Links de eigenaar van het vliegbedrijf de heer J. Mastenbroek; rechts de Haamsteedse piloot C. A. Prince. Naar Zierikzce Nu gaan we fluks aan naar Zie- rikzee vliegen. De maquette van de oude stadsstruktuur, deftig opge steld in het Gemeentemuseum blijkt te kloppen. Alles in een „nutshell", de poorten, de torens, de bruggen het water, gevat in het nog altijd gave patroon van een oorspronkelijke stadsaanleg, die het eeuwen zou uit houden. Autootjes schuiven door miniatuurstraatjes en de mensen zijn tot poppetjes geworden. De masto dont van de St. Lievensmonstertoren staat stevig geplant aan de Balie en uit de omringende schrijn van hui zen, met het zacht bruinrood van de oude daken, piekt de stadhuistoren, omhoog. Maar wat is hoog van een vliegtuig uit gezien. „Alles" Trouwens- men ziet van boven af „alles"; de goede, maar ook de le lijke plekken, rommelhopen en dun ne begroeiing, flessehalzen en knel punten en alle colleges van b. w. (dachten we) zouden eens per 3 aar omhoog moeten en dan maar loeren en studeren, want soms zien mis schien ook vroede vaderen door de bomen het bos niet meer. Laten de raadsleden van de ge meenten cok eens fluks de vliegtuig- riemen vastsnoeren en de lucht in gaan. Het is eén lichte sensatie, die een soort geluksgevoel overlaat, als men weer aan de grond staat. Tevreden, wijzer misschien zelfs, want - dat ook nog - een mens is maar een soort mier, zo klein en nie tig in de wijdheid van de ruimte. Zeelaudlmig Nu gaan we recht op de Zeeland- brug aanvliegen. Het lange lint in zijn strakke ritmiek ziel men tot de andere oever. Wie er boven vliegt, ontdekt harder te gaan dan de auto's, die er overheen snorren. Nog een brokstuk Zuid-Beveland meepikken en Walcheren schoren en daar is al de spits van de kerktoren van Ar- nemuiden. De „Piper" wordt met de reus omlaag gedrukt, een rondje maken en daar hobbelen de banden al over de gladgeschoren grasmat. Dank je wel piloot en „have a good flight" voor de toekomst. Gezelschap We hebben gezelschap gekregen op het vliegveld, zo blijkt. Een Cess na van de Rijksluchtvaartdienst, een toestel van de Rijkspolitie (hangt wel boven Oudenrijn en andere gevaar lijke verkeerspunten) en een echt paar uit Brussel, met een Franse ma chine. De echtelieden komen een kopje koffie drinken op het terras en misschien wel het tankje vullen, „want den akcijns zunne. dat scheelt wat. Een Walchersc schone compleet in dracht (hoe Zeeuws) met haar echtvriend zonder knoppen of „beu- lerpanne" (jammer), houden de han den boven de ogen. Dc man zegt als de Brusselse madame en haar echt vriend weer verliekkon: „doe gaot 'unEn dat was waar-! (Van onze redakteur) 4 SCHOUWEN-DUIVELAND, 25-10. Nu is zo'n dag als woensdag er natuurlijk ook wel mooi uitgepikt; alleen een liehte lieiïglieid in de vroege morgen, maar later stralend weer, met een zonnetje dat op het Vlieg-' veld Midden-Zeeland, nog lichtelijk prikte in de rug en dat allemaal op 25 oktober, toen „er gevlogen moest worden". Gevlogen met de Pipereub PH-A.A.T. van het vliegbedrijf Jan Mastenbroek te Melissant. Achter de staart de reelamezin (wat de mensen toch al verzinnen) „Z.N. Uw streekkrant" en dat doelde dan op het blad, waar dit verhaal in staat opgetekend. Aan de stuurknuppel, piloot A. H. Prince te Haamste de. Vliegdoel: Schouwen-Duiveland. Alles hijeen een (hoge) scliiereilandelijke affaire. Die PH-A.A.T. dart; geen gloed nieuw kistje meer en de rug is van een zwaar soort lirlnen en allés wordt correct bijeengehouden door draden en stijltjes en men kan er net inzitten als (enige) passagier en zet je hoed maar af want daar is geen ruimte voor. Men denkt aan Jan Olieslager die zestig jaar geleden, driftig met een zijden zakdoek over een weiland bij Oosterland rende, om uit te maken of hij wel naar boven zou gaan. Een Pipereub gaat altijd naar boven, want zijn lijf mag dan maar kaaltjes uitgevallen zijn, in de kop steekt een bliksemse Rolls-motor die bij de zwiep naar boven - even de adem inhouden - zijn 150 p.k.'s er tegen aangooit en dan glijdt de wereld al als een lappendeken onder het vliegtuigje door en verderop stroomt in brede gulpen, zonlicht over het Veerse meer en nog een beetje wiegen daar is de Oos- terschelde al, met zijn diepten en ondiepten, zijn nieuwe eilanden, zijn speelgoedbootjes in de verte en de naderende kust van de Schouwse Westhoek. Mooi baken in de ruimte is de vuurtoren met zijn witte ban den om het slanke lijf. Een vliegtuig-sleep Met zo'n „sleep" achter, een vlieg tuig aan, is het nog een heel gedoe. Eerst lettertjes knippen of zeg maar letters, want ook in de grootste bo venkast van een drukkerij, zal men zo'n formaat niet aantreffen. Die letters worden gevat in een samen houdend netwerk van touwtjes en aan de eerste letter komt een sleep kabel te zitten van zo'n dertig meter lengte. Het opslepen van de sleep - touw tjes en lettertextiel - is de grote kunst voor de piloot, die eerst met de kabel apart omhoog vliegt, zijn toestel omlaag drukt en dan met een haak het uiteinde van de sleep op pikt, die met enkele stokken van de grond wordt gehouden. Een superieur soort ringsteken en als dat dan ineens lukt, sta je wel met een beetje respekt te kijken. De sleep begint dadelijk te wappe ren achter het vliegtuig en de letters worden leesbaar, die de mensheid een - naar wij hopen - verlossende boodschap brengen. Drie (loeien Langs de waterlijn .De. „Westhoek, my love", vlogen we 'al héél vlug binnen, maar eerst wat kilometertjes over zee, langs de waterlijn. Er waren warempel nog mensen aan het strand, maar, jam mer natuurlijk, geen badschonen meer, want hoe zullen zij „ogen" van zo'n verheven hoogte. Trouwens ook water is anders van bovenaf gezien. beetje aan oertijden, toen alles nog hevig aan veranderingen onderhevig was en oerkrachten inwerkten op de kosmos, maar misschien gaat die vergelijking wel te ver. Het is wel zo, dat „in een vlieg tuigje' de overgang van zee naar land merkbaar is door bevingen en trillingen en dat heet dan remous en zo' zeilen we fier - maar benepen - over- de spruitkoolvegetatie van de domaniale bossen, doorsneden van brede witte banen. Langs de flanken zien we nog het fel aangevlamde geel van de berkebladeren, die alleen maar wachten te vallen. Verderop het natuurlijk begroeide duin, o een stuk minder groen natuurlijk, maar heel fantastisch in een verfijnde pa- lettering van kleuren en - ondanks een luchtzak - zien we toch de uit kijktoren lichtvoetig het landschap domineren, maar we draaien al bij en gaan heel schuin aanvliegen in de richting Plompetoren. Schouwse land „Kent gij het land, het Schouwse land rijmde en componeerde ooit de dichter, maar wat we er ook van kennen, compleet is het beeld pas gezien van de lucht uit. De dij ken - buitenste bescherming van de inlagen - lijken maar dunne lintjes- en water, dijkje, water is - zo ruim en breed gezien - een griezelig ge zicht. Afzwenken dan naar het noor den over vierkantjes groen en vier kantjes grijs van al bewerkte grond. Links Kerkwerve, badend in de stille verdreming van een late herfstdag en even verder Schuddebeurs, mei de buitenhuizen in het goud-groen verpakt. Niet zo'n groot stuk natuur bij elkaar, maar wat ligt het mooi-, waar eens de Gouwe stroomde. VLIEGVELD MIDDEN-ZEELAND. Het uitleggen van de letters voor een reklame-sleep is nauwkeurig werk. Van de voorbereidingeti hangt het af, of de leus goed in de „lucht staat", Jan Mastenbroek mikt met zijn vliegtuig (straks worden het er wel twee) op drie doelen: landbouw- sproeien, luchtfotografie en reklame- vliegen. Zo'n triologie van mogelijk heden is er voor Zeeland nog niet zo verschrikkelijk lang. In de spuit- tijd is het een heel drukke toestand. Het toestel staat dan vaak op de boerderij van de heer M. J. der We duwen te Kerkwerve. Wij er gisteren mooi overheen vliegen, maar er was 'nog geen erf poes, die omhoog keek. Met de luchtfotografie is „Foto Ber ge" te Haamstede druk in de weer. Vaak verwisselt de heer J. v. d. Berge het atelier voor het vliegtuig, om dan in glij- en duikvluchten alle maal. mooie aardse dingen en dinge tjes op de plaat vast te leggen. Aan het stuur altijd piloot Prince (23) een jonge gebrevetteerde luchtvaart enthousiast, die later wel zal zien, maar voorlopig het hart heeft ver pand aari het huis-boompje- beestje- vliegen en de wereld - de wonder schone, wereld, wil bekijken onder een- blauwe lucht of tussen de buien - om door, van zo'n 200 a 300 meter hoogte. Hij heeft niets van het he- man-achtige van de straaljagerpiloot lijkt eerder een soort Bomans-type, niaar achter zijn groene zonnebril flikkeren scherpe oogjes en op het angstige vragen van pasagiers: „gaat alles goed", zegt hij altijd „ja" en dan „m.mm", alsof hij een vlaflip heeft gegeten. Duidelijk tekent zich de Nieuwerkerkse Ring af, met centraal de kerk. Diepten zyn er en ondiepten en brede florabanen en grauwe slierten an zandbanken en zandbankjes en dit vreemde mozaiek van genuan ceerd blauw, groen en grijs herinnert in zijn abstraktie dan alweer een Mooi baken in de ruimte is de vuurtoren. Niet ineens roepen: „gunst, wat een drukte daar op dat vliegveld Midden- Zeeland". Er zijn uren dat men naakt het terrein op zou kunnen rennen, want de afwezigheid van mensen en de stilte - vooral op zo'n fraaie late herfstdag - is frappant en de vliegveld-top-autoriteiten zullen dat wel niet helemaal prettig vinden. Het veld - mooi groen (nog) en royaal en keurig geschoren - ligt een beetje bezij de wegen, maar het restaurant is prima en het wordt beheerd door een man, die behalve kippesoepspecialist ook een verbluffend knap portrettist is. In een stille kamer van het stationsgebouw, staat zijn ezel en hier, onder het wisselende licht van Zeeland, wil de inspi ratie voor kleur en vorm wel komen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1972 | | pagina 3