KERKBODE
DE KRING
veelBewoqen hAlve-eeuw-histoRie
heRvoRmö keRkBUö
WEEKBLAD VOOR HERVORMD SCHOUWEN-DUIVELAND
Kerkbode in het goud
Utrecht „zit"
met zijn kerken
UITGAVE: LAKENMAN OCHTMAN ZIERIKZEE
(Van onze redakteur)
ZIERIKZEE, augustus. - Een „kerkbode" haalt niet
dagelijks - ook niet in deze tijd van krante-depressies -
de voorpaginakolommen van de vaderlandse pers,
maar het is gewoon „iets" als zo'n kerkkrantje de vijf
kruisjes in zijn bestaan volmaakt. Op 1 september
a.s. gaat „de kerkbode" - Weekblad voor Hervormd
Schouwen-Duiveland - Abraham zien en dat motiveert
een artikel over deze „ouwe getrouwe" in de regio
afdoende.
Het geestelijk „succes" van de jubilerende Kerkbode wordt met fijner
weegschalen gemeten dan menselijke, maar wie even stil wil staan by dit
merkwaardig jubileum komt tot een fikse ry positieve punten: kerkelijk com
municatiemiddel, brenger van nieuws van het kerkelijk erf, typisch contact
orgaan en spiegel van het kerkvolk met al zyn wel en wee, dat de predikan
ten - per gemeente - met onverflauwde ijver neerschrijven in de - doorgaans
krappe - hen toegemeten ruimte.
Vooral dit laatste moet men niet
onderschatten. Het is geen „nieuws"
als mevrouw A. of mijnheer B. het
ziekenhuis in moet op genezen en wel
ontslagen wordt, maar in de kring
van de familie is het ongelofelijk be
langrijk nieuws en dat krijgt in een
kerkkrant zijn verantwoording. Ie
dereen - als dat zo uitkomt - wordt
in een kerkblad geplukt uit de mas
sa en dat is een soort individuële
waardering, die nog alle trekken
kent van liefde, warmte en mense
lijkheid.
In die dingen is de jubilerende
Kerkbode sterk geweest al die vijftig
jaar, maar, allereerst fungerend als
brenger van de blijde Boodschap,
aangevochten in deze tijd, diskutabel
gesteld, verkrampt ge-interpreteerd
en verworpen.
Een kerkbode kan dit alles wel
signaleren, maar verder de kern, de
essentie van die Boodschap alleen
maar doorgeven tot opbouw, ver
troosting en zelfs vermaning, ook al
is dat in deze anti-autoritaire tijd,
een verguisd woord geworden.
De oprichter
Het ,zo is het gekomen" vordert
ook ten aandien van de straks vijf
tig-jarige een toelichting, waarbij
wij de geschiedenis niet precies op
de datum zullen volgen, maar hier
de oprichter noemen van het her
vormd weekblad „Zierikzeesche
Tot de knapste antieke Zierikzeese
fotoserie behoort nog altijd die van
1907, gemaakt bij gelegenheid van
koningin Wilhelmina en prins Hen
drik aan Zierikzee. Men ziet hier de
drukte op en rond het Havenplein,
in afwachting van de koninklijke
gasten. Men lette op een (groene) en
tourage en de huis- en winkelpanden
aan het Havenplein (zuidzijde).
Kerkbode", de toenmalige predikant
ds. J. G. Steenbeek, ten onzent een
vroege drager van de oecumenische
gedachte, die vooral met behulp van
zijn blad de toen nog scherpe tegen
stelling wilde overbruggen tussen de
verschillende groeperingen binnen
de Hervormde Kerk. Dat laatste
lukte echter niet. De kerk leefde
nog in de triomfantelij kheidsperiode
en hier en daar bleef men op zijn
geestelijke „strepen staan". Wel luk
te het de jonge bode-boreling in le
ven te houden. Ds. Steenbeek bleef
als eind-redakteur aan de wieg
staan, bijgestaan door de Zierikzeese
heren mr. P. v. d. Eist en stadsarchi
varis P. D. de Vos. Bekende predi
kanten-medewerkers uit die eerste
tijd, o.m.: ds. C. E. v. d. Griend,
ds. A. E. van Griethuijsen, ds. P. v.
d. Linden, ds. W. H. Weeda en ande
ren.
Naamsveranderingen
Gedrukt werd de kerkbode de eer
ste jaren door drukkersbedrijf C. H.
J. Mommaas en na diens overlijden
door de Fa. De Mooy Mommaas
tot 1944, toen het - in verband met
de oorlogsevakuatie - ook met de
bode allemaal voorlopig voorbij was.
Van naamsveranderingen - zo
blijkt - is de „Kerkbode" in de loop
der tijden niet bang geweest. Het be
gon met „Zierikzeesche Kerkbode".
Het werd (1940): Onze Kerkbode;
daarna (1945) Hervormd Kerkblad,
maar later werd het toch weer
„bode", waarin men weer iets van
boodschap onderkende: Kerkbode -
Weekblad voor Hervormd Schouwen-
Duiveland.
Voor het jubilerend kerkblad geldt
intussen het „anders en eender". Zij
het onder wisselende begeleiders is
het krantje zichzelf altijd trouw ge
bleven, maar men ziet toch wel ver
schillen tussen toen en nu. In die
begintijd werden artikelen van bv.
3 ¥2 kolom nog dapper gelezen, maar
die tijd is nu wel voorbij. Wie de
bladen van toen eens napluist zal
overigens snel genezen zijn van de
gedachte, dat het geestelijke en ker
kelijk destijds botertje tot de boöm
De oprichter ds. J. G. Steenbeek
was. Het „nu niet veel meer en toen
alles" klopt niet. Juist de oprichter
had als tweede - en misschien wel
belangrijkste - motivatie iets te doen
tegen de „zichtbare verslapping en
verflauwing", zoals hij het destijds
zelf noemde. Ook toen al kwamen de
mensen niet zo druk naar de kerk
en de oprichters van de Kerkbode
voelden er derhalve alles voor de
kerk naar de mensen te brengen. Het
blad was daartoe een hulpmiddel;
en goedkoop ook, met zijn 62% cent
per drie maanden.
Advertenties
De toenmalige kerkbode „deed"
ook aan advertenties. Thans wijlen
de heer M. van Ast maakte zich op
dit terrein verdienstelijk, maar soms
was het wel moeilijk de geestelijke
inhoud van het blad in één vorm te
gieten met de advertenties; een jour-r.
nalistiek probleem van alle tijden
trouwens. De advertenties hielden
het uit tot ih de oorlog, maar voor
heen kon men in de kerkkrant nog
lezen dat de „olienootjes" acht cent
per pond deden.
„Het plaatselijk nieuws was lange
ïyd wat minder frekwent aan de
orde, maar kreeg later juist een dui
delijk accent.
De Kerkbode - hoe klein ook - ont
snapte in de oorlog niet aan het spie
dend oog van de bezetters en is zelfs
enige tijd verboden geweest.
Oorlog en ramp
In het eerste oorlogsjaar waren
aan het blad verbonden: dr. W. H.
Weeda, ds. Joh. Gerritsen, ds. O. G.
Bunjes, ds. G. P. A. Ruijsch van Dug-
teren, ds. M. G. Westerhof, ds. H.
Aalbers en later weer ds. Westerhof.
Ds. Aalbers, die veel voor het
blad deed, trok er - samen met ds.
Westerhof - ooit per tandem (wat
een pastorale romantiek) op uit, om
predikanten en kerkeraden warm te
maken voor een nieuwe opzet. Dat
lukte allemaal aardig en het aantal
abonné's vloog omhoog; van 200 tot
2000.
Ds. Westerhof (hij schreef de ge
schiedenis van het blad) is zo'n klei
ne 25 jaar markant redakteur ge
weest van de kerkbode, die hij een
liefdevol hart toedroeg. Hij voerde
het redakteurschap tot 1965 en werd
toen opgevolgd door ds. G. Zonne
veld te Kerkwerve. Hij was ook mo
tor achter de her verschijning enkele
maanden na de stormramp van 1953
en in dit verband moet ook genoemd
worden de naam van ds. J. P. van
Roon, toenmaals predikant te Zie
rikzee.
Zo bij elkaar is er duidelijk heel
wat wel en wee rond dit bescheiden
maar onmisbare blad, dat - thans
gedrukt bij de Fa. Lakenman Ocht-
man - toch maar liefst drieduizend
abonné's telt.
Aantekening by een positieve
merkwaardigheid kan zijn, dat juist
in de oorlogstijd het ideaal van de
oprichter in zoverre in vervulling is
gegaan, dat sindsdien alle predikan
ten en alle gemeenten, los van
„kleur" en modaliteiten hun mede
werking aan het blad verlenen.
Meer dan een grapje intussen was
feitelijk de ontdekking, dat niet per
sé predikanten de redaktie van het
kerkblad moesten voeren.
Zo verscheen de heer G. J. Wiertz
te Bruinisse in het beeld, die zich
thans met het werk belast.
Vijtig jaar Kerkbode is een op
wekkende zaak, niet louter voor her
vormd Schouwen-Duiveland, maar
voor de gehele „burgerij" van de re
gio. Het is iets eigens en karakteris
tieks en het gouden cijfer bewijst
dat men hier op dit terrein van door
zetten en volhouden weet, want hoe-
vele kerkblaadjes zijn al niet als
bladeren in de herfstwind in een
halve eeuw - ook in Zeeland - weg
gewaaid!
UTRECHT, 16-8. Er komt geen
extra geld beschikbaar voor de res
tauratie van de vyf monumentale
Hervormde kerken in de Utrechtse
binnenstad.
Het rijk is niet bereid voor 1973
meer subsidie te geven dan de
800.000 gulden die voor 1972 beschik
baar is gesteld. Dit is dinsdagmid
dag meegedeeld door de Utrechtse
wethouder mr. H. J. Zeevalking. Hij
voegde aan zijn mededeling toe:
„We mogen blij zijn als het inder
daad acht ton wordt in 1973". De ge
meente Utrecht heeft geen geld om
de subsidie te verhogen.
Volgens mr. Zeevalking gaat het
Rijk uit van een bedrag van 22 mil
joen voor de restauratie van alle vijf
kerken. Dit uitgangspunt is volgens
de wethouder niet reeël omdat geen
rekening wordt gehouden met de
stijgingen van lonen en prijzen.
PARIJS. Een a an twee zijden draagbare mantel - één kant oranje en één
kant wit - één van de ontwerpen van het huis Correges voor najaar en
winter.
KERKNIEUWS
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Genemuiden (toez.)
C. v. d. Bergh, Katwijk aan Zee; te
Nieuwe Tonge (toez.): A. J. Wijn-
maaien, Maartensdijk; te Roermond:
C. W. Sohlingermann, Valkenswaard-
Aalst-Waalre; te Oosterland' (Zld.)
K. W. Slik, Groningen; te Harkema-
Opeinde: A. Jonkman, vlootpred. te
Veenendaal.
Aangenomen naar Hem- en Ven
huizen: J. J. F. van Melle, kand. te
Leimuiden, die bedankte voor Ok-
kenlbroek-Bathmen (toez.).
Geref. Kerken
Aangenomen naar Nijega-Opeinde:
Th. Kuiper, Borger.
Chr.. Geref. Kerken
Beroepen te Zaandam: kand. R.
Hol, Apeldoorn.
Aangenomen naar Gorinchem: W.
de Joode, Rotterdam; naar Oud-
Beijerland: kand. C. W. Buys, Has
selt, die bedankte voor Boskoop en
Opperdoes.
Geref. Gemeenten
Beroepen te Lisse: J. van Vliet,
Aagtekerke.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Papendrecht: H. Jon-
gerden, Veenendaal; te Nunspeet: J.
Dijkstra, Kampen.
Aangenomen naar Hardegarijp: H.
F. Venema, St. Johannesga (wijkgem.
Defstrahuizen).
Geref. Kerken Vrijgemaakt
Beroepen te Wageningen: kand. C.
v. d. Berg, Dordrecht.
Geref. Gemeenten
Beroepen te St. Annaland: Chr. v.
d. Poel, Yerseke; te Rotterdam-C en
te Lethbridge: L. Blok, Beekbergen;
te Utrecht: A. M. den Boer, Ridder
kerk.
anti-racisine-fonds
anti-racisine
UTRECHT, 16-8. De Wereldraad
van Kerken heeft woensdag uit ge
reformeerde kringen in ons land
f 66.000 ontvangen voor het pro
gramma ter bestrijding van het ra
cisme. Het geld komt van gerefor
meerden, die het niet eens zijn met
het besluit van hun synode om het
anti-racisme niet te steunen.
Nederland heeft nu in totaal 236
duizend gulden aan het programma
bijgedragen. De nieuwe secretaris
generaal van de Wereldraad van
Kerken dr. Thomas ontving woens
dag een cheque uit handen van ds.
R. J. van Veen, voorzitter van de
actie Betaald Antwoord.
Dr. Philip A. Potter
nieuwe leider Wereldraad
UTRECHT, 16-8. De 51-jarige dr.
Philip A. Potter uit Dominica (een
eiland in het Caraïbisch gebied) is
woensdag in Utrecht met algemene
stemmen gekozen tot nieuwe secre
taris-generaal van de Wereldraad
van Kerken. Hij volgt de Amerikaan
dr. E. C. Blake op die wegens het be
reiken van de 65-jarige leeftijd zijn
functie zal neerleggen.
Dr. Potter is een bekend man in de
Wereldraad. Hij is voorzitter van de
belangrijke afdeling voor geloof en
getuigenis van de Wereldraad.
„Laat u het oordeel en de beslis
sing hieromtrent maar aan mij over,
meneer. Om te beginnen: waarom
hebt u zo'n bizondere voorkeur voor
het bosgedeelte achter de villa?"
„Nu, voorkeur kun je dat niet noe
men. Mijn hobby is paddestoelen. Ik
weet er alles van. Zoals een ander
verstand heeft van vreemde postze
gels, heb ik het van paddestoelen.
Dus in 't najaar ga ik ze zoeken. Tot
het gaat vriezen, dan is het afgelo
pen. Maar u weet zelf, dat het nog
maar nauwelijks heeft gevroren, dus
elke dag is voor mij winst."
Hooi werf kijkt de ander onafge
broken aan. „U beantwoordt mijn
vraag niet. Waarom juist in het bos
achter de villa?"
„Heel eenvoudig, meneer. Omdat
daar vrijwel niemand ooit komt en
er dus een rijk zoekgebied voor mij
is. De mooiste exemplaren heb ik
daar gevonden."
„Een andere vraag, meneer Maiers.
Waarom hebt u juist Dorringen uit
gezocht om als rentenier uw dagen
te slijten?"
„O, ik las indertijd een adverten
tie in de krant. U weet, waar ik woon,
nietwaar? Dat huis werd te koop
aangeboden. De vraagprijs was in
teressant genoeg voor mij om met de
makelaar te gaan praten. We werden
het eens over de koopprijs en daar
om verhuisde ik van Delft naar Dor
ringen. Zoekt u daar soms ook wat
achter?"
Hoolwerf zuchtte onhoorbaar. Te
genover hem zat een bizonder geraf
fineerd mannetje. Een uitgekookte
tot en met. „Luister u eens goed, me
neer Maiers, u hebt een strafblad.
We weten, dat u in Frankrijk be
trokken bent geweest bij de handel
in narcotica. Wegens gebrek aan vol
doende bewijzen heeft men u daar
vrij gelaten en meteen de grens over
gezet. In Nederland bent u ook een
keer aangehouden voor.eenzelfde de
lict en eveneens weer wegens gebrek
aan bewijs op straat gezet. Via In
terpol zijn we te weten gekomen, dat
u daar beschouwd werd als een der
leiders in de handel in cocaïne en
morfine. Want nadat men u het land
heeft uitgezet, zakte de handel in de
ze wekaminen als een kaartenhuis
in elkaar. Over uw tweejarig ver
blijf in Delft is weinig bekend, U
stond daar genoteerd als koopman,
maar u en ik weten, dal dit een rek
baar begrip is en heel wat misdadi
gers zich achter dit pseudoniem pro
beren te verschuilen. Daarna duikt
u ineens op in Dorringen. Uitgere
kend hier, waar u een huis koopt, het
kontant betaalt en hier uw dagen
gaat slijten als rentenier. Hoe komt
u aan al dat geld? Vandaag de dag
heb je zeker tienduizend per jaar no
dig om te kunnen leven en je huis
onderhouden, de belastingen te beta
len en op zijn tijd kleren te kopen en
meubelen.. Want alles slijt. Zeg. dat
men zes procent rente trekt van zijn
geld, dan moet je ongeveer honderd
en zeventig duizend gulden aan ka
pitaal bezitten om deze stand te kun
nen behouden. Uw huis heeft u vijf
en vijftig duizend gekost. Voeg daar
bij voor de inrichting, verhuizing en
dergelijke dingen nog eens tiendui
zend, dan kom ik op een totaalkapi-
taal van ongeveer een kwart miljoen,
dat u moet hebben bezeten, toen u
uit Delft vertrok naar hier. Hoe
kwam u aan dat geld?"
De vriendelijke blik op het gezicht
van Maiers bevriest om plaats te
maken voor een gemene, ietwat
wrede uitdrukking. Hoolwerf ziet
46
FEUILLETON
DOOR
FRANK VAN FALCKENOORT
het. Gelijk is hij ervan overtuigd,
dat dit kleine mannetje gevaarlijk
kan zijn, als men hem dwars zit.
Heel gevaarlijk.
„Is dit een verhoor, meneer?"
„Zo mag u het noemen."
Voorzichtig zijn woorden kiezend,
begint Maiers: „Om te beginnen kan
ik het antwoord schuldig blijven,
meneer de rechercheur. Want deze
vragen hebben niets te maken met
het feit, dat ik me vandaag op ver
boden grond bevond. Hoe ik aan
mijn geld ben gekomen en wat ik
er mee doe, is mijn zaak. Zolang ik
geen wet overtreedt, op tijd aan mijn
verplichtingen voldoe en niemand
iets in de weg leg, gaat het niemand
wat aan, wat ik bezit, wat ik ermee
doe en hoe ik er aan kom. Maar u
mag gerust weten, dat ik in de loop
der jaren aandelen heb gekocht. En
obligaties. Mijn vrouw en ik, we zijn
altijd zuinige mensen geweest en als
je geen kinderen hebt, kun je met
een betrekkelijk klein bedrag toe
komen. Om niet op mijn oude dag
ten laste van de gemeenschap te ko
men, heb ik al heel jong geleerd te
sparen en wal opzij te leggen. Nu
zijn wc zover, dat we onszelf kun
nen redden en niemand tot last te
zijn. Inplaats van te proberen uit te
pluizen, hoe ik aan mijn geld kom,
zou de overheid me dankbaar moe
ten zijn, omdat ik geen beroep hoef
te doen op do bijstand. Zoals zo-
velen op mijn leeftijd. Tenslotte be
taal ik elk jaar ook nog een vrij aan
zienlijk bedrag A.O.W.-premie."
Het hele betoog ging ten dele langs
Hoolwerf heen. Hij zei slechts: „Nu
hebt mij nog altijd niet verteld, op
welke wijze u aan uw geld bent ge
komen."
(wordt vervolgd)