De Westhoek fruitteelt in de loop der tijden sV 11 Uit vervlogen (landbouw)tijden I Van hoogtepunt naar dieptepunt taan SCHOUWSE WESTHOEK, november 1969. - Deskundigen, die zich met de geschiedenis van land- en tuinbouw bezighielden, hebben vastgesteld dat er meer dan vierduizend jaar geleden in de oude wereld al appelen en peren werden gekweekt, ltesten van appelcultuur en pitten van kroosjes- pruimen en ketsen vind men l>ij de overblijfselen van de Zwitserse paal woningen <2500 a 2000 jaar vóór Christus). In de eerste eeuw onzer jaartelling kweekten de Komeinen al 36 verschil lende pererassen! Deze moeten uitsluitend harde vruchten hebben voort gebracht, die, alvorens ze konden worden gebruikt, eerst moesten worden fijngestampt en gekookt. Daarnaast kende het toenmalige Rome 29 appel rassen en werden er kwetsen (pruimen) en morellen voor consumptie ge teeld. Het is aannemelijk dat de Romei nen dergelijke vruchtbomen al mee brachten naar ons land. Daarna zul len oorlogen en Kruistochten wel hebben meegewerkt aan verbetering en uitbreiding van het sortiment. Een belangrijke rol bij de ontwik keling van de vroegere fruitteelt zal zeker ook moeten worden toegekend aan verre reizen van edellieden en monnikken. De laatstgenoemden vooral in verband met hun speuren naar planten met geneeskrachtige eigenschappen. Al met al zullen de eerste boomgaarden dan ook wel in kasteel- en kloostertuinen hebben gelegen. De teelt van het zgn. klein-fruit ontwikkelde zich veel later, nl. in de gen en meloenen kwamen er tot wasdom .Toen in juli 1540 Karei V te Zierikzee was bij den Opperdijk- graaf in Schouwen, Levinus de Huy- bert, in diens woning ..De Mossel", waren op tafel enige vijgen en me loenen, in Zeeland gewassen, volko men rijp, waarover de Keizer ver wonderd was en „getuighde gheen betere ofte aangenamere in Spaen- jen oyt gheproeft te hebben". (Blijkbaar was het toen al de ge woonte om een invloedrijk iemand, alvorens hem een verlanglijst aan te bieden - want dat zal wel de be doeling van de heer Huybert zijn geweest - in een milde stemming te brengen via een goed van spijs en drank voorziene tafel.) worden aangeboden. Als vrachtprijs gold een percentage van de geldelij ke opbrengst der produkten. voor dure zaken dus meer dan voor de goedkopere. Het zij nog vermeld dat tijdens de eerste wereldoorlog, on der aandrang van de overheid, in Zierikzee reeds een veiling was ge sticht. Deze betekende echter voor de eilandelijke fruitteelt niet zo veel en was meer gericht op produkten van de grove tuinbouw. Voor de zandgronden van de Westhoek, vooral voor een strook ten noordwesten van de lijn Westen- schouwen - Renesse kwamen nu mo gelijkheden. Voor de landbouw hadr den ze weinig waarde. Ze bestonden veelal uit elzenbegroeiïngen met wat slecht gras ertussen Docr ontginning, waarby een dikke laag elzenhumus naar boven werd gegraven én door een goede begrep- peling. werden ze geschikt gemaakt voor tuinbouw. Velen die tot dan in loondienst hadden gewerkt grepen op deze goedkope gronden hun kans. Met hard en lang werken door het hele gezin "bereikte men via grove tuin bouw. bloembollen, contractteelten (o.a. Oostindische kers), teelt van klein fruit en tenslotte pit- en steen vruchten, voor die tijd een zekere de oorlog kreeg het eiland ook ruim zijn deel van vernielingen tengevolge van oorlogshandelingen. Bij de inun datie van bijna geheel Schouwen - Duiveland in 1944 ging een aantal fruitbedrijven verloren en werden andere door aanleg van schootsvak- ken e.d. danig verstoord. Door ver- voersmoeilijkheden kon de oogst van 1944 (van de nog droog gebleven be drijven in de Westhoek) niet worden afgeleverd. Het contact met de rest van ons land was toen vrijwel ge heel verbroken. Een deel van de ap pelen werd nog wel gedroogd of dooi de bevolking tot appelmoes verwerkt als toespijs bij het brood. De assis- tent-rijksiuinbouwconsulent de heer J. A. v. d. Weel (nu hoofdassistent), in 1942 voor dit gebied aangesteld, stond in de eerste jaren van zijn diensttijd al voor epn zeer zware taak! De ramp van 1953 In 1953 was het de overstroming die grote schade onder de fruitkwe kers bracht. Vrijwel alle bedrijven ten zuidoosten van de lijn Haam- stede-Renesse overstroomden en gin gen verloren. Sommigen zagen hun aanplant voor de tweede maal door het water afsterven! Van de toen 270 hectare fruitteelt van de Westhoek \erdwenen er ongeveer 100. Na de droogmaking en de herver- Op de geestgronden bij Bnrgh vormden de bloembollen de „itileidtnp" op de fruitteelt. 15e en lüe eeuw. Dit zal wel een ge volg zijn van het toen in een groot deel van Europa volop in het wild voorkomen van bessen, kruisbessen, framzozen, bramen, aardbeien enz. De bewoners van de Schouwse Westhoek kennen nog altijd de langs de duinzoom groeiende wilde kruis bessen (doornappels) met hun - als ze de tyd krygen om ryp te worden - heerlykc. zoete gele of groene vruchtjes. En vroegere „kanthooisnijders" zullen nog wel kunnen bevestigen hoe welkom het was om onder deze doornige en stekelige arbeid een plekje wilde aarbeien aan te treffen en even te genieten van vruchtjes met een aroma dat men in de ge kweekte aardbeienrassen nog niet volledig heeft kunnen bereiken! Voor de misschien niet geheel des kundige lezer :„kanthooi" was het product dat ontstond door de langs de slootkanten van de akkers groei ende vegetatie af te snijden (inclu sief soms met brandnetels, distels en braamstruiken) en deze to laten drogen. Uit wilde vormen Als bij alle gekweekte gewassen mag dus worden gesteld dat onze te genwoordige fluitsoorten en rassen ontstaan zijn uit oorspronkelijk wild groeiende vormen. Van grote invloed bij deze ontwikkeling \zijn (nog steeds) door de mens toegepaste se lectie, kruising en soms ook het ont dekken van mutanten. Gegevens over fruitteelt in Schou wen in vroeger eeuwen zijn niet ge makkelijk te vinden. Verondersteld mag worden dat echter ook hier de eerste fruitbomen hebben gegroeid in de tuinen van kastelen en kloos ters. Rondom Zierikzee moeten in de 16e eeuw al boomgaarden zijn ge weest. Immers in „Schouwen vóór 1600" (van mr. A. J. F. Fokker) le zen we: „De boomgaarden en hoven hadden schooner en beter vruchten dan elders in Nederland. De laurier droeg rijpe bessen. Amandelen, vij- Langzamerhand drongen de fruit bomen ook door tot de boerderijen. Een zeer uitgebreid sortiment (door gaans van elk ras één boom) zorgde in deze kleinere of grotere boeren- boomgaardjes voor een regelmatig fruitgebruik door het boerengezin en meestal ook nog de familie. Liet de oogst het toe (door de beurtjaren zal dat wel om het andere jaar ge weest zijn) dan werd ook nog wel aan omwonenden verkocht, per mand of per spint (vijfkop). Eigenlijke kwekerijen van han- delsfruit vinden we in Schouwen eerst in het begin van onze 20e eeuw. Rond Zierikzee ontstonden de boom gaarden van W. den Boer, W. de Jonge, C. Koopman, P. M. Panny, A. J. van Schelven en in de West hoek kunnen als eerstelingen wor den genoemd C. Blom („Molenberg") H. van Toledo, die het door Goud zwaard en de Snoo gestichte bedrijf sterk uitbreidde („Nieuw Leven") en A. Lcéuwe („Tentebosch"). In die tyd werd jaarlijks een fruit- tentoonstclling gehouden in de tuin van de heer Verwer aan de Post- straat (achter „De Sociëteit"), waar bij de eerste prijs meestal ging naar de inzender die de grootste verschei denheid in soorten en rassen presen teerde. Maar dan komt in 1915 de uitbrei ding van de Rotterdamse Tramweg Maatschappij met een lijn tot Burgh en burgemeester M. Bolle van Burgh en Haamstede kon bij het binnen rollen van de eerste tram in de Westhoek enthousiast uitroepen: „Schouwen is uit zijn isolement ver lost!" Voor de Schouwse tuinbouw betekende dit dat zij kon gaan mee doen aan de voorziening met groen ten en fruit van het grote consu- mentengebied Rotterdam. Door het inzetten van een speciale nachttrein, die in Zijpe in zijn ge heel op de veerboot naar Numans- dorp werd gereden, zorgde de R.T.M. dat de produkten die 's avonds vóór 8 uur op de stations waren, de vol gende morgen vroeg op de veiling „De Zuid Hollandse Eilanden", toen nog aan de Persoonsdam, konden welvaart en de status van zelfstandi ge ondernemer. Op vakcursussen eerst in Zierikzee, later ook in de Westhoek en vanaf 1931 op de La gere Tuinbouwschool met Proeftuin te Haamstede, zijn heel wat jongeren tot kundige kwekers opgeleid. Vere nigingen van oud-leerlingen waren en zijn altijd zeer actief en leverden (leveren) ook de leden voor de na de Tweede Wereldoorlog gevormde af delingen Schouwen-Duiveland van de Nederlandse Fruittelers Organisatie (N.F.O.) Tussen de jaren 1930 en 1940 hielden alleen al in de Westhoek een kleine honderd kwekers zich be zig met de fruitteelt. De variatie in 1 rassen was groot! Naar schatting werden toen minstens 35 appelrassen gekweekt, zeker wel 25 pererassen en 15 pruimerassen! De crisisjaren Maar, ook in de fruitteelt liet de crisis van de dertiger jaren zich be merken. Zo kon het gebeuren dat ap pels (b.v. van het zeer produktieve ras Early Victoria) werden geveild voor twee cent per kg! Soms kreeg men bij de aanvoer van pruimen op het tramstation al namens de veiling de mededeling de vruchten maar op een daartoe aangewezen terrein te deponeren, waar ze konden verrot ten! Een veel voorkomend straat beeld in die tijd, in Rotterdam en andere grote plaatsen, was de venter met een handkar vol prachtige Vic toria's en de uitroep: „een dubbeltje, die rijpe pruimen". (En dat was dan per kilogram!). Door nog langere dagen te maken en door een sober leven wisten de kwekers zich, ondanks de crisis, te handhaven. Overigens waren de in vesteringen nog" erg laag. De (toen nog) weinige bespuitingen die plaats moesten hebben, gebeurden met de vetspuit en de daarvoor benodigde kracht kwam uit des kwekers rug. Daarnaast was de crisis algemeen en waren dientengevolge de prijzen voor de dagelijkse benodigdheden even eens erg laag. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kwam het einde van de landbouwcrisis. Er kwamen vaste prijzen (verschillende klassen) voor fruit. Naast veel menselijk leed door kaveling konden de getroffenen uit de van het Rijk ontvangen schade loosstellingen nieuwe bedrijven aan planten. Dit gebeurde voor een groot deel aan beide zijden van de Lage- In fruittecltkringcn had men van deze jonge aanplantingen, die vol gens de modernste inzichten plaats vonden, grote verwachtingen, gezien de ervaringen op dezelfde gronden voor de overstroming. Helaas zyn deze niet uitgekomen. De ontwikke ling bleef ver achter bij soortgelijke bedrijven elders in den lande. De gespaard gebleven bedrijven probeerden zich door herinplanten of bijplanten eveneens aan moderne re methodes aan te passen. Doch ook dit leidde niet tot succes. Grote ver schillen in het grondwaterpeil moe ten hier wel mede aan schuldig zijn geweest. Enerzijds onttrekt de Schouwen-Duivelandse Waterleiding door de toename van het toerisme steeds meer water aan het duinge bied. Anderzijds is de, na de herver kaveling diepere, ontwatering van de polder Schouwen hier mogelijk van invloed. Duidelijke schacje kwam aan het licht in het droge jaar 1959. Ge lukkig kwamen daarna geen abnor male droogtes meer voor. Zij zouden zger zeker funeste gevolgen hebbep gehad. „Blijvers en wijkers" Het streven naar modernisering (lagere kostprijs) had het oude sy steem van „blijvei's en wijkers" (waarbij het overigens wel voor kwam dat de blijvers weken en de wij kers bleven!) al lang doen plaats maken voor plantschema's met klei nere boomvormen Ook de loonont wikkeling speelde daarbij een be langrijke rol Immers, fruit, op be werkelijke wijze gekweekt aan op de ladder gesnoeide, gedunde en ge plukte hogere bomen, kostte al gauw zeker 5 cent per kg meer dan dat wat „met beide benen op de grond" kon worden geproduceerd. Dus weg met de ladder en naar lage boomvormen. Een ontwikkeling die nog steeds gaande is en hier en daar al de teelt op „bedden" heeft bereikt. De kracht voor de handspuit kwam in die eerste tijd wil de rug van de kweker. Daarnaast daalde hét sortiment: - tengevolge van de vraag van de han del naar grote partijen van éénzelfde x-as - drastisch en zou nu per bedrijf hoogstens zes appelrassen en zes pe- ï-ex-assen nog als bx-uikbaar schema kunnen worden genoemd. Golden Delicious en Cox's Orange Pippin vormen daarbij de hoofdmoot in de appelen en Confex-ence en Doyenné du Commice bij de pex*en. Naax-mate eldex's, inmiddels juist op de allerbeste landbouwgronden, boomgaax'den werden, en nog wox-- den, aangelegd, is steeds duidelijker gewox-den, dat de Westhoekse fx-uit- teelt met haar zeer ongelijksoortige bodemsamenstelling en haar gx-ote gevoeligheid voor schommelingen in de grondwaterstand, de ontwikkeling niet meer kan bijhouden. En zeer ze ker niet in staat is aan de stx-ijd van de landelijke fx-uitteelt tegen de con currentie van de vakgenoten uit de zon-ovei'golen zuidelijke E.E.G.-lan- den (met hun teelt-subsidies en an dere financiële tegemoetkomingen) deel te nemen. De „gewone fruittelers" van vrij wel alle afdelingen van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij, samenwex*- kend met afdelingen van de Neder landse Fruittelex-s Organisatie, heb ben in het afgelopen voorjaar het Z.L.M.-vraagpunt 1968/'69 over „De toekomst van de Nedexiandse fx-uit teelt" intensief bestudeex-d. Zij ko men in hun conclusies tot zodanige eisen aan de toekomstige fx-uitteler, zijn bedrijf, financiële toestand enz., dat althans voor de Schouwse West hoek slechts hoogst enkelen hieraan nog kunnen voldoen. Moge voor de overigen een oplos sing worden gevonden, een wel vaartsstaat waardig! J. P. C. B. - V" i - zy -jsf -f4 4 v r;.- Mï'i- Af ifek - - T.. •- Vele jaren bolderden de boerenwagens over de wegen van Schou wen-Duiveland van en naar „het land", dal doorgaans versnipperd lag over grote opper vlakten. - De trouwe viervoeters bepaalden mede het gezicht van de landbouw. Het is nog geen vijf en twintig jaar geleden, dat de hooitijd op Schouwen-Duiveland een periode betekende, die veel mankracht verg- de. Toen een vex*andexing intrad, was een situatie achter de x-ug, die feitelijk eeuwen had geduurd. Voor het (historisch) gemak doen we er nog maar een vijf en twintig jaar af en dan zien we het typische beeld van een weidestx-eek. Als de „hooiwei" voldoende gx-as van een zekere lengte had, dan trokken de ax-beiders er op los. gewapend met een zeis en Strieker" en niet te ver geten de „stikzak" (boterhammen zak) en een fles koffie. Eten voor een gehele dag moest worden meegenomen, want de ge makken van de herverkaveling wa ren onbekend. De weiden lagen meestal ver van de boei'dex'ijen vex-- wijderd. Met fikse zwaaien werd het gras gemaaid en dan bleef het een paar dagen liggen. Opnieuw toog dan het Werkvolk naar de wei, om het - inmiddels al aardig aan één kant ge droogde - gx-as te keren. Werkte het weer mee en had de zon het gras deen verdorren tot hooi, dan werd op de laatste dag het hooi nog eens wat „opgelucht", waarvoor al vroeg een machientje bestond, rijkelijk voorzien van op en neer gaande riekjes. Alles lag er dan rustig bij en wachtte op vervoer naar de schuur. In de middag of de volgende dag ging het werkvolk opnieuw naar de wei, om het hooi op ruiters te zetten. Achter een wagen i-eed - of liever slingerde - een hooihark mee, die - bespannen met één paax-d - het hooi op lange „rikken" x-eed en daar langs werden de ruiters gezet; natuurlijk in een richting van waaruit de wind het minst kwaad kon doen. Hele regimenten ruiters kreeg men in die tijden te zien, voor-al in het „lage land" van Schouwen, toen maals nog te nat voor het verbou wen van landbouwgewassen, zodat het gras er welig tiex'de. Als de hooioppex-s een tijdje had den gestaan (soms moesten ze na een felle wind of onweer wel worden her-zet), tx-ok de boer naar de hooi wei en betastte het hooi nauwkeurig. Zelfs de geur werd gecontroleerd, want hel produkt moest zo goed mo gelijk de schuur in. En dan bolderden op zekere dag - meestal kort na de middag - de boe renwagens met „wieghouters" op. met de voor en achterladder, en de lange „porger" er cp naar het land. Tevox-en waren de assen van de wagens nog eens lex-dege van wagen- smout voorzien, want niets mochl aar het toeval overgelaten en de boer hield niet van piepende wagens. Met een grote vierkante sleutel, die ook wel werd gebnxikt om het zwingstel aan de dx-aaiboom te be vestigen (spanhamer), werd de moer op de es losgedx-aaid en met zijn sterke rug lichtte de knecht de ge hele zijkant van de wagen omhoog, waardoor het wiel bijna van dc as viel. maar nog net op het uiterste puntje bleef staan. Ban kwam de pot met wagensmout en de as werd rij kelijk ingevet. Alle vier wielen kre gen een beurt, evenals het draaistel van de voorwielen. Langs fx-aaic, met. macadam be strooide kronkel weggeMes. we'd de wei bereikt. Dan ging de voorladder omhoog en begonnen de „opgevers" het hoci in gx-ote „kladden" op de wagen te gooien, waarbij de knecht alles in het werk .stelde om het hooi zo goed mogelijk te laden. Het voer hooi immers moest recht overeind staan en een scheef voer was een bespotting voor de knecht Eens was hooioogst op eiland een hoogtepunt en het bedrijf waax-op hij werkte. Steeds hoger werd de lading hooi op de wagen, totdat de opgevers ex- met hun vorken niet meer bij kon den. Dan kwam de ponger er aan te pas. Deze zware ronde balk werd onder de boogste trede van de voox-- ladder gestoken waar hij met een nek achter bleef haken en dan in de lengte over het hooi gelegd. Het pon- ge rtouw wex-d over het uitstekende deel van de ponger gelegd en dan maar sjorren lot dat het voer als het ware aan de wagen was geklemd. In dx-af ging het huiswaarts, waar de hooitas geduldig wachtte. Het los sen ging vlot in het begin, doch la ter waren „aansmakkex-s" nodig om de kladden hooi door te geven aan de opstapelaar. Als de hooioogst gebox-gen was en de tas tot de nok van het dak gevuld was ken de boer x-ustig zeggen dat zijn voedselvoorraad voor de paax-- den, ossen en koeien voor een deel order de pannen was. De „kceievoerder" de man die in de winter voor het voex-en en uit mesten der dieren zox-gde en met. de zelfde handen de koeien melkte, plukte elke dag wat hooi uit de las en in het voorjaar was de hooioogst verbruikt. W»o nu de werkzaamheden voor het verkrijgen van hooi bekijkt ziet tot zijn verwondering dat er prak- tisch geen mensenhanden meer aan het produkt komt. Alles gaat mecha nisch behalve het optassen op de wagens en in de tas van de pakken hooi. Een besparing van vele men senhanden, doch een gx-ote kapitaal investering aan machines.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1969 | | pagina 42