m
Iets heel bijzonders voor die tijd was de luchtvaart. Voorlopig was het all»
behalve primitief - nog vredelievend, maar men zag de oorlogsaap van de i
al zitten. Het luchtschip was een publieke sensatie, die ook 1913 beleefd*.' D
maakte een vlucht van Friedrichshafen naar Berlijn. Hoewel de „L 2" „gel
oorlogs-luchtschip was geconstrueerd", bereikte het Verdun toch niet, w;
verging voortijdig, evenals vele voorgangers.
De vliegmachines geleken op vreemde skeletachtige vogels. Misschien was eer
er mee wel gevaarlijker dan een maanreis thans, maar de „koene aviateurs'
gefascineerd door het nieuwe vervoermiddel en zo kwam de Franse vlieger C
loup met zijn Caudron-tweedekker voor een vliegdemonstratie naar Amst
Hij maakte o.m. een „looping-the loop".
Nederland was in 1913 nog een on
bedorven land. Alle kwalen van deze
tijd, als water- en luchtverontrei
niging, landschapsverminking en
grondonttrekking voor autostrades,
waren onbekend. In het diepste
„binnenland" heerste een schoon
heid en vrede, die de wereld idyl-
'hante-
rdam.
dylle
liscli deden schijnen, maai
was gekoppeld aan de armoede.
Misschien vond de schaapherder op
de Speulderheide (Veluwe) het alle
maal „gewoon", maar hij zou ook
nooit iets van flat wij ken in de Rand
stad vernemen.
L. -
t w
(y
Trouwens, men behoefde niet naai
de Speulderheide; in alle jaargetij
den pronkte Amsterdam met een
weelde waarvan stilte, poëzie en his
torie de elementen waren: een be
rijpte Amtserdamse gracht zonder
auto's.
Vrouwelijke charme had zijn eigen
gezicht, dat werd ondersteund door
een zwierige mode en .een elegantie,
die bijdroeg lot een (misschien wel
schijnbare), maar toch voelbare har
monie. Nederland werd er aan her
innerd door de komst van Signora
Ces'aretti," die in de opera „Mignon"
grote successen oogstte.
Elegantie ook in de sport, maar wat
een onpraktische (en gevaarlijke)
toestanden op het ijs. „Les pattineü-
ses" (schaatsenrijdsters) bekreunden
zich er kennelijk niets om, want
iedere tijd heeft zijn opvattingen en
„men weet niet beter".
De kunst kende talrijke specimen
van zeer degelijk vakmanschap. Het
(uiteraard) hoofdzakelijk figuratieve
werk, had een licht romantische in
slag en was soms heel knap van
sfeertekening.
Plaatjes die toen de tijdschriften be
heersten (en lang nadien nog) wai'en
de militairen. De Duitse hogen met
hun wapenmutsen en hun „keek"
gesneden mantels en uniformen, nog
niet herinnerend aan de glorie, die
zou vergaan, waren te fotogeniek om
over te slaan. De Duitse keizer (op
foto met zoons) vierde zijn 54ste
jaardag (linksonder).
Veel plaatjes in die tijd uit „Indië", zo ver verwijderd van het moeder
land en in de tijd nog verder van oorlog en revolutie, die het beeld van
Azië; zouden veranderen. Een waringinboom in het centrum van Garoet
in de Preanger-Regentschappen op Java. Op de voorgrond: drankvex--
kopei's en links een Soedanees hoofd met volgelingen. Dit fotovei-haal
was een poging iels van het vei'leden terug te ï-oepen, ook al is dat ver
leden in zijn diepste essentie ongrijpbaar. 1913 was zomaar een jaar in
het 125-jai'ig bestaan van. deze krant. Het is nog dichtbij, maar wat is
het oneindig ver weg!