streektoer sme bracht
Opkomst
op Schouwen-Duiveland
nautische historie
badleven
Brokstuk
Andere
badplaatsen
waren het
„Vergeten eiland"
voor
ZIERIKZEE, november. - De be
ginperiode van de verschijning van
de Zierikzeesche Nieuwsbode, viel
ongeveer samen met -de komst van
stedelijke scheepswerven, het resul
taat van één der merkwaardigste po
gingen in de 19e eeuw, om de inge
zonken economie wat op te vijzelen.
Veel eerder al - n.l. in 1817 en 1818
- was een poging ondernomen te Zie-
rikzee een visserijvloot te krijgen.
Maar na een kort succes, liepen de
ze pogingen op niets uit.
In de 19e eeuw
werden te
Zierikzee
koopvaarders
gebouwd
Met name in de dertiger jaren van
de vorige eeuw maakte Zierikzee een
zeer arme tijd door en b.v. in 1832
bedroeg de bevolking slechts 6264
zielen. Daarom zou men op midde
len om de stad weer wat nieuw le
ven in te blazen. Tot dit doel sloe
gen enkele aanzienlijken in 1837 de
De opkomst van het toerisme op Schou
wen-Duiveland betekende impliciet de
opkomst van het badleven, want de
fraaie duinstreek en de uitgestrekte
stranden nodigden uit tot het begin van
een ontwikkeling die nog altijd verder
gaat en waarvan het einde nog niet is
te zien. Een verantwoord jaar om te
noemen als begin van het badleven, is
wel 1918, met de mededeling er bij dat
plaatsen elders langs de kust het toen
inderdaad vrijwel .vergeten eiland" al
ver vooruit waren.
Het is verleidelijk - ter inleiding van
het badleven „toen en nu" - een klein
historisch uitstapje te maken, ook al
omvat dit eeuwen. Het is altijd interes
sant te weten: hoe is men er op ge
komen en hoe is het begonnen?
Het badleven ontstond in de oudheid
en trekpleisters waren rivieren en me
dicinale bronnen van aan de goden ge
wijde tempels. De pelgrims trokken
naar deze wateren en zochten daar
ook wat vertier en vermaak, inclusief
het baden, hetgeen de reinheid en de
volksgezondheid niet weinig ten goede
kwamen.
Niets nieuws onder de zon
Op Siciliaanse mozaïeken komen ba
dende vrouwen voor en daarvan valt af
te zien hoe zij de baden gebruikten. Er
blijkt niets nieuws onder de zon te zijn,
want de meisjes van toen - tot aan
de late oudheid - gingen irr bikini te
water. De middeleeuwen stelt men zich
altijd voor als de tijd van contemplatie
en een onaards gerichte levensinstel
ling, maar het belette de baders en
baadsters niet elkaar naakt te treffen
in de badstoof of. het buitenbad van
een bedevaartkerk. Het badpretje werd
versierd met spijs en drank en speel
lieden hielden zich muzikaal op aan
de kant.
Maar zo bleef het niet, want de pest
waarde rond en eiste miljoenen levens.
De badhuizen kwamen in diskrediet en
de zindelijkheid ging zienderogen ach
teruit. Men werd feitelijk maar driemaal
in zijn of haar leven van top tot teen
gewassen: bij geboorte, bruiloft en
overlijden.
De Romeinen kenden de zeebaden
al. maar ze komen eerst in de negen
tiende eeuw weer in de mode. Het „ku
ren" (gezondheid) werd gecombineerd
ln de begin ju ren van het
toerisme leidde een eenza
me trap te Westenschouwen
naar een eenzaam strand,
waar de ruimte en de stilte
het nog alleen voor het zeg
gen hadden, zelfs in warme
zomers.
„Kunst en Eer" was present. Het was
prachtig winterweer en in twee con
sumptietenten werden verversingen
aangeboden.
Nieuwe feestdag
Een nieuwe feestdag wachtte Zie
rikzee op 30 juli 1840, toen „De Stad
Zierikzee" van stapel liep. Opnieuw
kwam „Kunst en Eer" in het geweer
en de scholen hadden vrijaf. De
boorden van de Scheepstimmerdijk
en Vissersdijk waren vol belangstel
lenden en tegenover de werf lagen
bossen rijshout om de vaart van het
schip, bij de tewaterlating, te breken.
Toen de bark van de helling gleed,
veroorzaakte dit zo'n grote water
verplaatsing dat vele vrouwen en
kinderen druipnat werden, hetgeen
aanleiding gaf tot een grote hilari
teit.
Onfortuinlijke vaart
Intussen is het eerste op de werf
gebouwde schip niet fortuinlijk ge
weest. Op 4 oktober 1840 vertrok het
naar Java, om op 10 december 1841
rijkbeladen op de Oosterschelde te
verschijnen. Door een storm echter
werd het schip op de zandbank „On
rust" geworpen en in de nacht van
13 op 14 december geheel uiteen ge
slagen, Direct na de afloop van „De
Stad Zierikzee" werd op 30 juli 1840
de kiel gelegd voor een nieuwe bark
de „Borneo", die op 9 juni 1842 van
stapel liep.
Tweede werf
Intussen had de aanleg van een
scheepswerf sterk de aandacht ge
lrokken en in 1840 werd door de heer
Strickaert, een te Zierikzee wonen
de Belg, een tweede werf opgericht
op een terrein aan de andere kant
van de haven, ongeveer op de plaats
waar thans de veilinggebouwen
staan. De w;erf werd „De goede in
tentie" gedoopt en op 12 juli 1840
werd de kiel gelegd voor de bark
„Marie Julie", die reeds op 28 no
vember van hel zelfde jaar van sta
pel liep.
Nadien zijn heel wat schepen ge
bouwd op de twee Zierikzeese wer
ven, maar helaas was het een aflo-
pende reeks. In 1840: 2; in 1811: 2;
in 1843: 1; in 1841: 2; in 1845:1; in
1847: 5; in 1848: 2; in 1849: 1; in
1851: 2; in 1852: 1; in 1854: 2; in 1856:
1 en twee loodskolters en in 1857
tenslotte 2. Na dit jaar zijn te Zie
rikzee geen koopvaardijschepen meer
gebouwd en is deze belangrijke tak
van bestaan verdwenen. Het aantal
hier thuis behorende zeeschepen be
droeg eind 1857, zestien, maar het
aantal nam regelmatig af.
In 1866 waren er nog maar zes
schepen. Het waren de barkschepen.
„Catharina Maria", „De Grondwet",
„De Haamstede". „De Schelde", de
schoener „De Burger" en schoener-
korf „Cadsandria". De rederijen wa
ren in handen van de heren De Gra-
ne, jhr. De Jonge, Keiler en Bal
Co. In 1872 waren nog maar drie
Zierikzeese koopvaardijschepen in de
vaart, n.l; „De Grohdwet", „De
Haamstede" en „De Burger".
De twee laalsten werden echter in
dal jaar verkocht en in 1874ver
dween met „De Grondwet" het laat
ste schip uit de Zierikzeese haven.
Met de werven ging het - het één
houdt verband met het ander - ook
al niet naar wens. In hetr gemeente
verslag van 1883 wordt vermeld, dat
er op de werven weinig aktiviteit
was. Alleen een .niéuwe hoogaars en
twee i-oeiboten werden gemaakt. De
ene werL - toen beheerd door de fam.
P. van Duivendijk, likwideerde in
1896. in financiële moeilijkheden ge
bracht door het. niet betalen van re
paratiewede. De laatste bezitter van
de scheepswerf aan de Scheepstim
merdijk was'de heer J. van Duiven-
dijk. die zich' uitsluitend (evenals
voorheen de beheerder van de ande
re werf) toelegde op reparatiewerk.
De werf hield het uit tot plm 1934
en werd toen eveneens opgeheven.
Lange..lijd - tot aan de aanleg van
de Zig.n. zwa'aikom >- kon men bij
laag water ïiog de' restanten van de
werf zien,.maar.deze zijn thans ook
verdwenen. Zo gold ook voor de Zie
rikzeese werven en de schepen, die
er op werden gebouwd het„sic tran
sit...."
De badmode rond 1850. Enkele simpele (ditmaal geen lange mouwen) voor
beelden, die een indruk geven hoe dames te water gingen in die tijd. Rond
met sport en vermaak. De dichter Heine 1920 "*"s er "ic( zoveel veranderd, al teas het wel iets bloter geworden.
ontdekte de schoonheid van de zee en
hij bracht een zomerverblijf aan de .kust
in de mode.
Koning nam aandelen
Voor een opvallende ontwikkeling van
de badkleding was de negentiende
eeuw echter niet geschikt, want de tijd
van koningin Victoria was een preutse
bij uitstek. In het midden van de negen
tiende eeuw was met name voor de
dames driekwart bedekking voorge
schreven. De badkoets betekende een
rijdend kleedhokje, dat de branding
werd ingereden, onder toezicht van een
badvrouw..
Deze toestanden heeft Schouwen-
Duiveland niet zo gekend. De dames
badpakken van rond 1850 hadden lange
mouwen en pijpen, vol ruches. Het wa
ren ware wapenuitrustingen, maar in
1918 was het al zo erg niet meer. Hoe
wel menige japon van thans nog niet
de helft aan slof vordert.
Zo ongeveer moet het hier dan wel
begonnen zijn. Tot dan nu via het mo
derne badpak en de bikini, met de
mnii-kini het minimum aan stof is be
reikt.
handen ineen en werd een „Commis
sie tot het daarstellen van een of
andere nuttige inrichting ten behoe
ve der stad" samengesteld. Do com
missie bestond uit de heren H. W.
Le Sage ten Broek, vroeger predi
kant te Haamstede en later make
laar in effekten te Zierikzee; M. C.
de Crane, burgemeester van Zierik
zee, jhr. W. P. de Jonge, commissaris
van het district Zierikzee, mr. J.
Schuurbeque Boeye, advokaat en P.
v. d. Vliet, makelaar. Daar de ge
dachten van de commissie uitgingen
naar een scheepswerf, werd verder
aangetrokken een zekere heer Smit,
afkomstig van Schouwen-Duiveland
en werkzaam als scheepsbouwer te
Kinderdijk. Hij bezocht Zierikzee en
achtte de stad in alle opzichten gun
stig voor het stichten van een
scheepswerf. Hij moedigde de com
missie dan ook aan in die richting te
werken en zegde zijnerzijds alle
steun toe.
Met de mini-kini is het minimum aan stof in deze tijd wel bereikt, al wordt
er zelfs al hard geruktaan hel bovenstuk. Maar dat kan geen stand hou
den, want dan is er geen mode meer en die zal er altijd blijven, zolang
mensen kleren dragen.
De commissie zag daarna uit naar
personen om aandelen te nemen in
een te bouwen koopvaardijschip en
slaagde daarin. In de kosten van een
aan te leggen werf nam koning Wil
lem I - daartoe uitgenodigd - twee
aandelen van f 5000 en verleende een
renteloos voorschot van f 10.000. De
mogelijkheid om van start te gaan
was aldus geschapen en gekozen
werd een terrein ten zuidwesten van
het Sas gelegen. Reeds in december
1838 was de werf zover dat op de 15e
van die maand de kiel kon worden
gelegd voor een Oost-Indiëvaarder
van 400 last.
Het was een bark, die de naam
„De Stad Zierikzee" kreeg en de
kiellegging geschiedde met de nodige
plechtigheid.
Alle autoriteiten waren aanwezig
en werden toegesproken door Le Sa
ge ten Broek. Het muziekgezelschap