De jeugd en een 125-jarige facetten van het ziemkzeese sch oo Lieven in öe 19e eeuw en LateR Schoolhistorie in „dikke pillen" (1881-1919) JUBILEUMNUMMER ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE NOVEMBER 1969 ZIERIKZEE. november. - Wie een boeld wil krijgen van het onderwijs te Zierikzee in de negentiende eeuw (en ook nog nadien), kan terecht in twee „dikke pillen": gebundelde ver slagen „van den toestand van het Lager Onderwijs in de gemeente Zie rikzee" over een aantal jaren, dat met 1881 van start gaat. In dat jaar waren er vijf openbare dagscholen, twee openbare avond scholen, één bijzondere dag- en avondschool en een bijzondere zon dagsschool, w.o. één school voor on- vermcgenden, de zgn. Armenschool. Aan deze Armenschool waren diverse kwekelingen der Normaallessen ver bonden. In totaal waren er op de scholen 1U48 leerlingen, nl. 539 jongens en 509 meisjes. Er was een tweede school voor gewoon en meer uitgebreid la ger onderwijs, maar (in zoverre was 1881 een belangrijk onderwijsjaar» in verband met de nieuwe wet op het lager onderwijs, werd gevraagd deze school op te heffen en een nieuw schoolgebouw te stichten aan de Nieuwe Boogerdstraat. Voorheen was hier een garancinefabriek gevestigd. Die school is er - gelijk bekend - gekomen en bestaat nog steeds. En dan waren in dat karakteris tieke jaar nog andere schooltjes, als: de gymnastiekschool (toen al), de zangschool (van de afdeling Zierik zee der Mij. tot Bevordering van de Toonkunst) en verder vier bewaar scholen, drie brei- en naaischolen en een kleine-kinderschool. Bouw school Nieuwe Boogerdstraat In 1882 reeds werd de nieuwe school (C) aanbesteed. De inschrijvings prijs "voor deze school in de Nieuwe Boogerdstraat was 34.125,en op 5 mei 1883 werd de eerste steen ge legd. „Met plegtigheid" staat er in de stukken bij. Het gebouw werd in 1884 in gebruik genomen. Voor het eerst wilde in 1883 een meisje naar de H.B.S. Haar vader verzocht het kind toe te laten tot de alleen voor jongens toegankelijke hoogste klassen der school. Bij een tweejarig verblijf op de meisjes school zou zij niet tot de H.B.S. werden toegelaten. De Plaatselijke Schoolcommissie zei „nee" en B. en W, zeiden „nee", maar de raad zei „ja". Als gevolg van dit „incident" werd het reglement op het openbaar onderwijs en een vroeger desbetref fend raadsbesluit gewijzigd. „Schoolreisje" Om het verhaal leesbaar te houden, even een sprongetje naar 1901, het jaar waarin heel primitievelijk het begrip schoolreisje opduikt. De meis jes en jongens van School A maak ten, onder leiding van de ondei-wij- zers een uitstapje naar Brou wershaven. De leerlingen van School B mochten ook mee, maar alleen de leerlingen die minder dan vijf school verzuimen hadden. In School B was het blijkbaar toch nog al een toestand. In de winter stonden de kachels er tot kookhitte, hetgeen konsekw^nties had voor de dichtbij zittende leerlingen. Zij moes ten hun „beschuttende jassen en mantels" aanhouden om zich tegen de hitte te beschermen. Vroeger kleedde men zich aan om zich te be schermen tegen de warmte en nu uit! Het personeel had tot dusver ge staan. maar nu werd toch de wense lijkheid geuit voor het personeel stoelen en tafeltjes aan te schaffen, zodat het zittend de klas zou kunnen overzien. Voor de gymr.astiekbeoefe- ning (vak J) werd het schoolplein aangestampt. Bij slecht weer liet het terrein nog alles te wensen over. Leerplichtwet De invoering van de wet op de leer plicht (1902) werd voor School A een drama, want de klassen waren over bevolkt. Als enig soulaas kwam men tot de „oplossing": negen cursussen van acht maanden, i.p.v. zes van twaalf maanden. In 1905 kreeg School B in de Wevershoek de vurig be geerde twee lokalen bijgebouwd. De schoolvakanties werden van drie op vier weken gebracht. Aan leerlingen die getrouw de school bezochten, werden spaarbank boekjes uitgereikt, waarop gestorte bedragen van 2,50 en ƒ1,naar gelang de getrouwheid. In 1905 werd in de Mosselboom gaard een R.K. school geopend met 117 leerlingen. Hoofd werd de heer H. G. de Eoer en onderwijzers de heren V. C. Maes en A. B. Schelle- man. In 1906 wordt geklaagd over grote gehorigheid in de school. In dat jaar rees er een kwestie over het niet- betalen van schoolgelden, waarvan enkele leerlingen bijna de dupe wer den. Nieuwe kachels werden aange schaft, maar de temperatuur bleef toch nog beneden de vijftig graden. Het voorplein van School C geleek bij regenweer op een moeras. De R.K. school kreeg leex-middelen voor na tuur-, plant- en dierkunde. De salarissen „vlogen" omhoog. De hoofden kregen 1100,1200, met vrije woning of 1400,zonder vrije woning. De jaarwedden van de onderwijzers varieerden van f 600, tot 900,Voor hoofd- of een taai akte werd 100,meer betaald. De bijzondere scholen hadden nog geen gymnastiekonderwijs. Onver mogende kinderen „die de school trouw bezochten", kregen driemaal per week een warme maaltijd. Het besluit viel tot opheffing van School D. In 1909 werd de Burgerbewaar school verkocht aan een opvolgster van het hoofd en ook de Bewaar school voor On- en Minvermogenden verloor het hoofd. Nationale liederen De Commisise van Toezicht bepaalde dat op de openbare en bijzondere scholen dezelfde nationale liederen zouden worden aangeleerd. Soms moesten de scholen worden gesloten door besmettelijke ziekten (diphteritus). Nogal kenmerkend voor de leerlin gen uit die tijd: geringe ontwikke ling van huis uit en veel schoolver zuim. Per leerkracht waren er 33 leerlingen (school A). Een bewaar school van de Ver. voor Bijzonder Onderwijs kwam er in 1911 aan de Manhuisstraat. De Burgerbewaar school werd opgeheven wegens een te gering aantal leerlingen. Aan de R.K. school werden oefeningen ge houden om de school in geval van brand snel te kunnen verlaten. Bij hevige regens kwamen de kinderen hier - door het slechte wegdek - met natte voeten in school. In het arrondissement waren er in 1913 vijftien veroordelingen wegens overtreding van de Leerplichtwet. Opgericht werden de R.K.-normaal lessen. Geklaagd werd over de toe stand van de scholen A en B. De R.K. school voerde het vak karton- arbeid in, dat langzamerhand evo lueerde tot handenarbeid. Op School A kwam zoveel land- bcuwverlof voor, dat het onderwijs er ernstig onder leed. Komst Mulo D e komst van de Mulo bracht in 1914 opheffing mee, eerst van school B en later van School C. De „school voor L.O. en Mulo" werd op 5 de cember van het eerste oorlogsjaar bezichtigd door de leden van de commissie. Enkele onderwijzers wa ren onder de wapenen geroepen. Even enkele cijfers uit dit jaar: School A 278 leerlingen; school voor L.O. en Mulo 397; Bijzondere school 206; R.K. school 163; Bewaarschool voor minvermogenden 154; Chr. Be waarschool 100; R.K. bewaarschool 206; Herhalingsonderwijs 57. In 1915 kwam men voor het pro bleem van luchtverversing te staan. Een glazen tussendeur op de school voor L.O. en Mulo brak telkens dooi de wind, zodat de ramen altijd ge sloten moesten blijven. Luchtverver sing moest geschieden uit de lokalen op de gangen. Het lukte niet „erg". De aanwezigheid van een groot aantal Belgische vluchtelingen-kin deren, maakte het noodzakelijk een school in te richten, waai-voor loka len der vroegere School A werden gebruikt. De school begon op 19 mei 1915. In 1917 telde deze school 107 leerlingen. De Bijzondere school was nog al tijd aan het Havenplein gevestigd. De huisvesting was zeer onvoldoende. Ook 1916 bracht nogal wat onder wijsnieuws. Verschillende onderwij zers kwamen vrij van dienst, zodat het onderwijs weer wat genormali seerd werd. De normaallessen wer den gegeven in de Ambachtsschool. Een cursus kartonnage werd een ge weldige topper. Hij werd besloten met een tentoonstelling. In de winter 1916-1917 (juist toen het zo nodig was) besloot het desbe treffend comité niet met de kinder voeding door te gaan. Reden? Dure levensmiddelen, geen hulp, geen bode, geen geld. De tijden waren moeilijk, maar in vele gezinnen werd wat bijverdiend door werken in de mosselpellerij. Altijd waren er klachten over de kwaliteit van de schoolgebouwen en over hinder van de omgeving. Een heel pikante: huiden, die te drogen hingen in een pakhuis aan de noord zijde van de school, verspreidden een ondragelijke stank. Brandstofschaarste In 1918 werden de schooltijden ge wijzigd om brandstof te kunnen spa ren. Zeer veel diphteritus kwam voor hetgeen angst verspreidde onder de burgerij. Verschillende ouders stuur den hun kinderen niet naar school. B. en W. stemden toe de scholen te ontsmetten. Voor School A werd een gymnas tieklokaal aangevraagd, daar van dit onderwijs in de openlucht niet veel terecht kwam. De Belgische school werd half november gesloten. Spe ciale maatregelen moesten ook in 1919 worden getroffen in verband met de grote schaarste aan brand stoffen. Elf leerlingen leden aan hoofdzeer. Het college van B. en W. drong bij de hoofden aan op strenge maatregelen. Dichter bij huis Met 1920 komen we ook wat het L.O. betreft, al een beetje dichter bij „huis". Om uit die tijd eens enkele namen te noemen: School A (aan het Kerkplein) had als hoofd de heer J. van Ballegooyen; hoofd van School B aan de Nieuwe Boogerdstraat was de heer A. de Graaf. De Chr. Natio nale School had nog altijd als hoofd de in het vak vergrijsde heer D. Mulder en de heer De Bruine was hoofd van de R.K. school aan de Hoge Molenstraat. De heer G. H. Breetvelt werd opvolger van de heer Van Ballegooyen in 1928. In 1921 vond de splitsing plaats tussen de lagere school en de Mulo. Hoofd van de lagere school werd de heer P. de Bree; van de Mulo de heer Begeman, later opgevolgd dooi de heer Broere, wiens opvolger werd de heer Donker. Opvolger van de heer De Bree in 1948 werd de heer Brand. Oorlogsgevolgen Ingrijpend waren de oorlogsgevolgen voor het onderwijs. De mobilisatie bracht ontruiming van de scholen met zich mee en later moest op nieuw worden ontruimd, op last. van de bezetter. De O.L.-scholen hospi- teerden toen in de Chr. school (B) en in de R.K. school (A). De evacua tie was een felle ingreep. Er bleef echter één hoofd te Zierikzee achter met 80 leerlingen. De toestand was in 1945 moedontnemend. Ware zoek tochten moesten worden ondernemen bij allerlei firma's om aan de nodige leermiddelen te komen. Voor het eerst kwamen dit jaar de beide scho len (School A en School B) in één gebouw. Na „de ramp" De ramp van 1953 bracht opnieuw een totale ontreddering te weeg. De afzonderlijke scholen A en B werden opgeheven en samengevoegd lot één grote school, met als hoofd de heer Breetvelt. In dat jaar werd ook de zg.n Brugklas ingesteld, onder lei ding van de heer Brand. In 1961 ging de heer Breetvelt met pensioen. Hij werd opgevolgd dooi de heer C. v. d. Akker, die 11a een jaar werd opgevolgd door de heer J. G. Brugman. Twee jaar geleden werd de O.L.-school gesplitst in een nieuwe school in Malta (Theo Thijs- senschool), hoofd de heer Brugman, en een school in de Nieuwe Boogerd straat, met als hoofd de heer Vaar- zon Morel. Een unieke foto uit de tijd dat de christelijke school nog aan het Ha venplein was gevestigd. Meester Mulder" en zijn pupillen. „Ups" en „downs" Vele zijn de „ups" en „downs" in het onderwijs te Zierikzee geweest in de loop der jaren. Met name de perike len van het openbaar lager onder wijs (het basis-onderwijs) zijn hier nog maar zeer summier vermeld. Zij getuigen er van welk een moeizaam werk het is geweest en welk een verantwoordelijk werk van allen die dit onderwijs hebben gediend, om te komen, tot het niveau zoals we dit thans kennen. Niet volmaakt, maar met een betere outillage en hulpmid delen en methodes, die het kind van thans goede en veelbelovende kan sen geven. Hoewel over de kwaliteit van het gebouw wel eens zuchten zijn geslaakt, met name voor de restauratie, is de openbare basisschool aan de Nieuwe Boogerdstraat nog altijd een imponerend gebouw. Hoe zal men de jeugd anders bij een 125-jarige beti-ekken, dan toch maar even futuristisch te denken. Dat doet de jeugd zelf ook. Jonge mensen zijn doorgaans niet zo met het verleden aan de flirt. Ze leven nu en denken aan straks. Wel een jeugdverschijn sel van alle tijden, maar nu heel in het bijzonder, omdat zij toegroeien naar het magische jaartal 2000 en zij groot worden in een wereld, waar aan ook de meest vooruitdenkende vroeger niet zou hebben gedacht. Misschien met andere problemen dan vroeger, maar wellicht met meer vrije tijd. Die zinvol te vullen zal een opgave zijn, waarvoor - en dat is dan weer oude wijsheid - geldt: „vroeg geleerd, oud gedaan". Nodig zal vooral zijn voor een be wust levende jonge generatie, een brede oriëntering. Lezen, kijken, in drinken, zich oriënteren, zich breed ontwikkelen, zullen, vereisten zijn, wil de jeugd klaar komen met een wereld, die steeds ingewikkelder, maar ook steeds chaotischer dreigt te worden. De geestelijke „drugs", simpel en eenvoudig te consumeren zullen een steeds groter aanslag doen op eigen identiteit en eigen creati viteit. Zelfstandig onderzoek en een kritische zin, zullen de jongeren van nu, die straks de taken overnemen, kunnen behoeden voor eenzijdigheid. Helemaal zonder begrip voor het verleden zal hel niet gaan, maar he den en toekomst krijgen l^el accenl.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1969 | | pagina 30