VAN COPY TOT KRANT
'J//Zz&yfr
Krant maken is arbeidsintensieve bezigheid
Drukkerij die krant maakte stond op verschillende plaatsen
Een krant maken is een arbeidsintensieve be
zigheid. Het loopt - dat is het hele „eiereten"
over zoveel schijven en dat maakt de zaak er
niet eenvoudiger op.
Of de computer het in de toekomst alles een
voudiger zal maken, is nog een open vraag, want
men hoort met name de typografie in dit ver
band nooit noemen. Artikelen schrijven per com
puter lijkt al heel onwaarschijnlijk, want hoe
zal men zo'n „ding" ooit stijl kunnen bijbrengen.
Bovendien de te verwerken gegevens zou de
journalist er dan altijd zelf eerst weer in moe
ten stoppen.
Onze jubilerende krant is ook zeker een veel
werk vragend object. Hij komt vier keer per
week terug en die verschijningsfrequentie ligt
hoog voor een streekblad. De zaak wordt nog
iets ingewikkelder door het feit dat de Zierik-
zeesche Nieuwsbode „binnen- en buitenland"
brengt. Daar durend het accent ligt op het
streeknieuws, wordt het algemene nieuws aan
vullend gebruikt en dit vordert een snelle en
exacte selectie. Sinds 1948 is de krant aangeslo
ten op het landelijk A.N.P.-net, dat per telex de
berichten over seint.
Een telex is een lief „dingetje", maar men
moet hem wel kort houden, want soms bijna on
afgebroken „spuwt" het nieuws uit het apparaat,
dag en nacht.
De redaktionele bewerking van het algemene
nieuws houdt in het gedeeltelijk herschrijven
van berichten, het aanbrengen van typografische
aanwijzingen en het „be-koppen": het voorzien
van een „kop" van de desbetreffende artikelen
en berichten.
Nadat dit gebeurd is, gaat de copy - vaak
samen met regionale berichten - per buizenpost
naar de machinezetterij. De copy wordt opgerold
in een koker gestopt, die als een raket door de
buis jaagt Ter bestemder plaatse gearriveerd,
wordt de koker door een machinezetter geledigd,
die daarna zijn toetsenbord begint te bespelen
als een beiaardier zijn klokkenspel.
De zetmachines (Linotypes) „werken" met ko
peren matrijzen, waarvan er één valt zodra de
zetter de gewenste letter op het toetsenbord aan
tikt. Deze Linotypes zijn van Amerikaanse en
Engelse makelij en heel „fijne dames", want sto
ringskansen zijn er genoeg in de ingewikkelde
apparatuur.
Is een regel „vol" (kolombreedte) dan wordt
de verzameling matrijzen in aanraking gebracht
met vloeibaar lood, waardoor een regel ontstaat,
welke tesamen met vele andere de kolommen
vullen.
In deze situatie schuilt ook het gevaar van
drukfouten. Bij een correctie kan men niet vol
staan met een enkele foute lettter te corrigeren:
het hele „plaatje", de hele regel, moet opnieuw
worden gezet en daar kan weer een nieuwe fout
insluipen. Voor een tweede correctie is noch ter
redaktie, noch ter zetterij doorgaans tijd.
Al de regels die samen een bericht of artikel
vormen, worden „opgebonden". Dat moet men
letterlijk nemen, want de typografie kan het nog
niet zonder touwtjes, die de regels bijeen hou
den, stellen. Is het eenmaal zover, dan kan van
het kersverse zetsel een proefdruk worden ge
maakt, die naar de correctiekamer gaat.
Voor het aanbrengen van correcties bestaat
een stelsel van tekens en regels. Corrigeren is
verfijnd werk, dat grote concentratie eist. Zijn
op de drukproeven de verschillende correctie
tekens aangebracht, dan worden de proeven in
de kokers gestopt en gaan per buizenpost op
nieuw naar de zetterij terug.
Inmiddels zijn alle in lood gereed gekomen
stukken „op steen" gezet. Dat betekent de kran-
tevorm is opgevuld met het voor die dag be
nodigde zetsel en nu gaat het er om de nodige
correcties aan te brengen. De machinezetterij
komt opnieuw in actie om alle foute regels te
herzetten en op de steen worden de foute regels
uit de opgemaakte vormen gewipt en een nieuwe
er voor in de plaats gezet. Tenslotte worden de
vormen gesloten; het lood wordt onwrikbaar in
een metalen raamwerk vastgezet, waarna een
transportwagentje de bijna niet te tillen lood-
vormen naar de drukkerij vervoert, waar een
pers al op zijn „prooi" staat te wachten.
Hoewel een indrukwekkend apparaat, is de
pers van de Z.N. maar een bescheiden broertje
van de kolossale rotatiepersen waarop de grote
landelijke dagbladen worden gedrukt. Maar voor
onze krant is de Duplex half-rotatie bijzonder
geschikt. Met een snelheid van vijfduizend exem
plaren per uur „gooit" hij de gevouwen kranten
er uit, die netjes komen aanrollen als golfjes
van de zee.
De krant is dan gereed om de deur uit te gaan
en wat er daarna mee gebeurt weet men nooit
helemaal precies. Hopelijk strekt hij tot „leringhe
en vermaeck", tot het verkrijgen van de door de
lezer gewenste informatie en heel aan het eind
van de baan zijn groente- en vishandelaar er ook
nog om de krant te gebruiken voor het verpak
ken van hun waren.
ZIERIKZEE, november. - De druk
kerij die de Zierikzeesche Nieuws
bode maakte in de loop der jaren -
thans de N.V. Drukkerij v/h Laken-
man Ochtman - heeft in de pe
riode van 125 jaar op verschillende
plaatsen gestaan.
In het Ziex-ikzee van de „negenti
ger jaren" - om precies te zijn in
1899 - zette een interessante ont
wikkeling door. In dat jaar ging de
drukkerij van wijlen de heren P. de
Looze en F. A. Pieterse, over in han
den van de toenmalige boekhandela
ren de heren S. Ochtman Jzn., A. M.
E. van Dishoeck en H. Lakenman,
welke laatste aan het bedrijf de vorm
gaf van een naamloze vennootschap,
met de heer H. Lakenman als direc
teur. In 1903 trad de heer Van Dis
hoeck uit het bedrijf, waarna op 1
juli 1905 werd opgericht de N.V.
Stoomdrukkerij voorheen onder de
firma Lakenman Ochtman.
In 1899 was het bedrijf gevestigd
in het pand aan de Oude Haven,
waar zich thans de zaak bevindt van
de firma Gebr. Wiebols. Nog eerder
was de drukkerij te vinden in het
pand Meelstraat 21 (thans stoffeer-
derij H. de Vlieger).
Drukkerij en krant werden in 1899
apart verkocht. De „Zierikzeesche
Nieuwsbode" kwam in handen van
de heren A. J. de Looze en Jac.
Waale, welke laatste als redakteur
optrad.
Naar Lange Nobelstraat
De drukkijr zelf werd in 1903 over
gebracht naar het pand Lange No
belstraat 6-8, waarin thans gevestigd
de Middenstandsbank N.V., zij het in
complete nieuwbouw. Het huidig be-
di'ijf - Jannewekken 11 - werd be
trokken in 1957 en nadien nog twee
maal belangrijk uitgebreid. Het pand
in de Nobelstraat (thans bank), was
voorheen een meubelmakerij (nr. 6)
en schoenwinkel (nr. 8).
De scheiding van het pand Nobel
straat 6-8 vormde destijds een moei
lijke, omdat juist in deze omgeving
zich zoveel druk- en kranteperikelen
hadden afgespeeld, maar de tijd na
dien heeft wel bewezen dat een vrij
gelegen bedrijf - met ruimtelijke ex
pansiemogelijkheden - alleen instaat
is de ontwikkelingen bij te houden,
die in deze snel voortglijdende tijd
worden geëist.