Drollen
BESCHUIT
De arme landen op rand van faillissement
EXTRA KWALITEIT nas
r
Koop goedkoper bij De Gruy terBetere waar voor de laagste prijs!
BLIK DOOR HET WERELD
VENSTER
WEE KAAN BIEDINGEN GELDIG t/m DINSDAG
LEVERPASTEI
3 blikjes i 56 gram SO
ABRIKOZENJAM
Huishoud I pot oo
DE GRUYTER
PRIMA MARGARINE
250 gram 36
De arme landen merken het best
- en verdrietigst - dat de kcrude
oorlog is afgelopen. Toen de V.S. en
de Sowjet-TJnie met bijbehorende
groepen landen nog fel tegenover
elkaar stonden was er een zekere
concurrentie bij het aanbieden van
ontwikkelingshulp. Daar werd wel
iswaar van verwacht dat de begif
tigde zijn dank zou vertolken door
in de Ver. Naties en daarbuiten wat
politieke steun te verlenen aan de
goede gever, maar in beide kampen
is men daarvan zelden erg onder de
indruk gekomen.
Als prijs voor politieke bijval was
de ontwikkelingshulp tamelijk duur
en van beide zijden ging men er
eigenlijk alleen maar mee door om
dat de ander het ook deed. En nog
lange tijd om een derde gegadigde
voor politieke steun geen poot aan
de grond te geven: de Chinezen die
weliswaar niet met zo volle geld
buidels kwamen, maar wel met de
gelijke bundels pamfletten waarin
als illuster voorbeeld werd beschre
ven hoe dank zij de leer van Mao
China zichzelf zonder hulp uit het
moeras had gewerkt.
De Chinezen waren zo vriendelijk
zich alom onmogelijk te maken.
Maar toen zij de arme landen uitge
schopt werden was in Moskou en in
Washington beide het besef gerezen
dat het zinloos was om te proberen
met geld en goederen politieke hulp
te kopen.
Veiliger
Niet dat de bedragen nu zo ont
zaglijk waren, zéker niet in verge
lijking met de militaire uitgaven en
die voor de race in de ruimte. De
Ver. Naties hebben via allerlei doch
terinstellingen de ontwikkelings
hulp bepleit. Onder meer omdat je
geen veilige wereld opbouwt waar
in de grote meerderheid der mensen
in ellende leeft: zoiets vraagt erom
dat die volken proberen aan te ne
men wat ze niet gegeven wordt.
Om althans een uitgangspunt te
hebben, drongen de Ver. Naties aan
dat de ontwikkelde landen één pro
cent van hun nationaal inkomen
zouden bestemmen tot ontwikke
lingshulp. Dat percentage halen de
meeste landen nog lang niet. En
daarbij moet men in, aanmerking
nemen dat een deel van wat dan als
ontwikkelingshulp wordt opgevoerd
nog de levering is van wapens, het
verstrekken van vaak dure kredie
ten ook door particuliere firma's en
zovoort. In feite helpt dit alles de
arme landen niet eens.
Intussen is voor de ondero%itwik-
kelde landen wel de mogelijkheid
om zelf te verdienen steeds minder
geworden. De prijzen van grond
stoffen - rubber is een kwalijk voor
beeld, maar het geldt ook voor ca
cao bijvoorbeeld - dalen voortdu
rend. Het industriële westen heeft
minder nodig doordat allerlei zaken
nu van synthetische materialen ver
vaardigd worden en anderzijds zijn
de produktiemethoden geperfectio
neerd zodat meer met minder grond
stoffen gedaan kan worden.
Ergernis
De schulden van de ontwikke
lingslanden stijgen daardoor angst
wekkend. Een vervijfvoudiging in
ruim tien jaar is geen zeldzaamheid.
Dat betekent dat alleen al de last
van rente en aflossing per jaar gro
ter, veel groter is dan alle hulp of
zogenaamde hulp die er nieuw bij
komt. Deze landen hebben boven
dien de ergernis dat in menig geval
de hulp slechts geboden wordt op
voorwaarde dat het geld besteed
wordt in het land van de gevende
of lenende regering. Dal betekent
dus dat deze landen niet op de we
reldmarkt kunnen gaan zoeken naar
wat voor hun het beste of voorde
ligste is, maar verplicht zijn te ko
pen wat hun geldschieter heeft. Die
helpt dan ook in feite niet het on
derontwikkelde land, maar subsidi
eert zpn eigen industrie op de ex
portmarkt.
De I.D.A., een soort wereldbank
speciaal voor de ontwikkelingshulp,
zit momenteel met vrijwel lege kas
sen en de animo van de rijke leden
der V.N. om. er iets aart te doen, is
zeer gering. Niet geheel en al on
verklaarbaar want hun eigen wel
vaart danken ze voornamelijk aan
hun handel onderling, die voortdu
rend toeneemt.
Natuurlijk zijn de achtergebleven
landen nog wel belangrijk als klant
voor machinerieën enz. maar de
eerste plaats nemen ze niet in. Kun
nen ze ook niet innemen, want het
zijn klanten zonder geld: landen die
enerzijds hun bevolking zien toene
men en anderzijds de opbrengst van
hun produkten zien dalen, zodat hel
gemiddeld inkomen per hoofd van
de bevolking zelfs met hard werken
nauwelijks op het zelfde peil blijft
en dus in feite al achteruit gaal
want de prijsstijgingen van de in
dustriële produkten betekenen dat
met eenzelfde hoeveelheid geld
steeds minder gekocht kan worden.
Klassenstrijd
In Algiers heeft Boumedienne
zeer revolutionaire taal gesproken.
Het leek een oproep tot een klassen
strijd onder de naties. Dat vond niet
veel bijval, maar dan voornamelijk
omdat de meesten geen reden zien
om dan maar liever helemaal geen
hulp te verkiezen boven een onvol
doende hulp. Maar redenen tot bit
terheid waren er genoeg.
De Kennedy-ronde zou de onder
ontwikkelde landen nieuwe kansen
geven om te exporteren tegen rede
lijke prijzen naar de rijke landen.
Daar is weinig van terechtgekomen
en zelfs dat weinige kan nog in het
niets opgaan als de toepassing van
de Kennedy-ronde uiteindelijk toch
nog struikelt in de Amerikaanse se
naat. Er werd gesproken van een
schandaal van de eeuw. Er werd ook
gesproken over de naderende dag
dat de onderontwikkelde landen
geen kans meer zien hun verplich
tingen na te komen. Iets wat bij
voorbeeld voor India al zeer nabij
is, als het meer dan vijftig miljard
gulden alleen aan rente en aflossing
moet opbrengen terwijl het lendele
honger lijdt.
Een dergelijk faillissement van
tientallen staten zou, net als in een
land het bankroet van vele fabrie
ken een economische terugslag geeft,
de wereld laten belanden in een
grote crisis. De hoop van Algiers is
dat deze reden van eigenbelang mis
schien eindelijk leidt tot een betere
en redelijkere verlening van hulp
waar die nodig is. Argumenten van
morele verplichting hebben tot dus
verre steeds gefaald.