Boulouris sur Mer een zonnig en warm plaatsje aan de Gote d'Azur ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Donderdag 21 september 1967 Nr. 19866 .rotsachtig strandje COTE d'AZUR, september. Volgens de weerman van de „teevee" is er later een heel vervelende depressie gekomen op de Middellandse zee en die heeft het allemaal een beetje in de war gegooid, maar toen was alles nog heel erg warm, zonnig, mooi en le-ïk het een badseizoen zonder einde aan die Cöte d'Azur, een vanzelf sprekende „dclce vita" scheen het wel, al was men er maar even, maar het was juist een portie van de gegarandeerde 250 dagen van het jaar, waarin het persé niet regent. Dat is meegenomen, ook al was da zomer hier ook niet om uit te vlakken. Bculouris sur Mer heet het plekje, vertaald gewoon Boulouris aan zee, want volgens de Franse les is „sur" weliswaar „op", maar met dergelijke plekjes wordt het „aan". „Toen we aan de Cóte d'Azur waren", moet trouwens ook vertaald met: „Quand nous etions sur la Cöte d'Azur". Boulouris is zo maar een plaatsje, ergens weggedrukt langs de grillige lijn van de Franse zuidkust, oorspronkelijk een schatje van een plaatsje, maar nu natuurlijk ook al drukker geworden, want ieder poogt ook ginds zijn graantje van de toeristen mee te pikken. Langere tijd bleef het wat in de „schaduw" (niet let terlijk te nemen), want de rode rotsen van het Esterelgebergte komen hier juist aan zee. Geen zandstrand dus voor Boulouris, maar rotsachtige strandjes en niet ieder een vindt dat prettig. Maar er is hier en daar ook nog aardig wat gi'of zand en een mens heeft maar een klein zacht plekje nodig. „Air" en „Eau" Maanden gaat het lieve leven hier zo door, met aan het strandje een bord, waarop „Air" (lucht) b.v. 28 graden en „Eau" l(water), meestal wel 24,5 graden. Dat zijn zoete subtropische feiten, die beven en in het water gemakkelijk te voelen zijn. Boulouris heeft natuurlijk ook zijn strandpromenade, niet als in Cannes, Nice of Saint Tropez, maar toch een lief slingerpad langs de „Meditterannée", waarop het tot aan de sche mer een parade is van aangevoerde of autochthone schoonheden. natuurlijk zijn strandpromenade (Van onze redakteur) Diepbruin gebrand door de laaiende zon en - als bij afspraak - gestoken in piepkleine witte bikini's, die, hce kan het anders, heel fraai afsteken. Maar niemand behoeft ir_ Boulouris bezorgd te zijn, want ze houden ze wel aan, zulks in tegenstelling met het mondaine Juan les Pins, waar filmsterren en aan verwante dames, 's nachts om twaalf uur naar het strand rennen en daar hun summiere badkleding afleggen en. naar de natuur gekleed de zee inren- nen. Een merkwaardig stuk folklore. Boulouris is een sncrkelplaatsje. Overal drijven lieden, herkenbaar aan het boven water uitstekend pijpje van het snorkelapparaat, dat voor de lucht meet zorgen. Vele duikers zijn gewapend met een spies, waarmee inktvissen worden verrast. De met zuignapjes bezette vangarmen van de inktvis kronkelen zioh om de spies en vaak om de armen van de zwemmer, maar (de exemplaren zijn doorgaans maar klein) ze zijn toch voor de bootsman van het jacht- haventje, die de vissers al lachend staat op te wachten, want inktvis is een lekkernij in het zuiden. Rijk Monaco Intussen is het niet doenbaar altijd in het water te leggen, want de Middel landse zee is knap zout en het prikt nog^l aan de ogen. Op dus langs de kust naar het vorstendom Monaco, het zengestoofd vcrst.endomma.tje, dat een faam verwierf omgekeerd evenredig met de grootte, want het is maar een klein lapje grond, dat echter wel gced is benut, want vele decennia wilde ieder daar wel zitten, omdat er geen belasting behoefde te worden betaald. Prominente Franse firma's hadden er een piepklein kantoortje en lieten be langrijke transacties over Monaco lopen. Behoefden ze geen belasting te betalen. Die goede, vette tijd echter is voorbij. Er wordt nu wél belasting betaald, maar armoede mag er niet zijn in Monaco. Daar zorgt de regering voor. Wie daalt beneden een bepaald minimum krijgt steun van de staat. Betrokkenen wordt evenwei één recht ontnomen.ze mogen nimmer in de speelzaal komen, Monaco doet het rijk en dat blijkt wel uit de prachtige tuinen en parken, die er zelfs in september nog fris, groen en kleurig bijliggen. En dat zegt iets voor dit brokje zuidelijk land, waar het zonne-orgel iedere zomer alle regis ters epen .trekt. Prominent gebouw is de spierwitte kathedraal, waar prins Rainier zijn Grace eenmaal naar het altaar leidde. Voor het paleis van de prins houden in kraakhelder 'linnen geklede militairen de wacht. „Jardin exotique" Absoluut topnummer te Monte Carlo is de „jardin exotique", een-exotische tuin, waarin de fraaiste specimen van de subtropische plantengroei zijn sa mengebracht. De tuin munt vooral uit door zijn veelheid van cactussoorten. Kogelronde, zo groot als pompoenen en metershoge, als masten van zeiljach ten wisselen elkaar af in een bonte mengeling. Op onverwachtige plaatsen aan die cactussen komen dieprode en bruine bloemen tot bloei. De tuin mondt uit - als men het zo wil zeggen - in een zestig meter diepe berggrot, waarin bizarre stalagrnieten en stalagtieten in de loop der eeuwen naar elkaar zijn toegegroeid tot dikke paalvormige formaties. Beroemd in deze grot zijn ook de over de bergflanken uitgewaaierde druipsteenformaties, die doen denken aan reusachtige plakken gesmolten rundvet. Weer bovengronds is de wel dadige warmte, met de bizarre wirwar van de tuin en de voorname pracht van de palmen een verkwikking. Met de vijgen, de olijven, de oleanders en de vaak stokoude, kromgegroeide en verweerde dennen, vormen ze het grondpatroon van de flora. Diepe kloven Wie intussen Monaco niet lust - maar het is moeilijk voorstelbaar - moet even de kust de kust laten en op zoek gaan naar „Les gorges de Verdon", één der grootste natuurwonderen, waaraan Frankrijk zo rijk is. Vooral de Middellandse Zee-alpen zijn schaars bevolkt. Men rijdt een sterk geplooid gebied binnen, eenzaam, leeg, grillig, met als verrassing „les gorges" (de berg kloven), die het riviertje de Verdon hier heeft uitgeslepen. Over stijle wanden heen licht in de diepte het groen van het water op, dat hier verspeelt in een immens brok natuur, niet ten onrechte de „Great Canyon van Frankrijk" genoemd. Boven in de bergen kan de Mistral - als men pech heeft - danig te keer gaan. Plannen voor kleurenfoto's blijven dan wel plannen, want de tempera tuur is slechts weinig graden boven nul en uit alle hoeken en gaten 'huilt de wind met krachtige, stormachtige rukken. Vaak sproeit de regen echt subtropisch over het tafereel, maar het kan ook best zijn dat een bloedwarme wind U gezelschap houdt in dit onherbergzaam oord, waarin met name de kloven eerst zestig, jaar geleden door de Fransman Martel werden ontdekt. Hoe eenzaam moet het er toen wel niet geweest zijn. Daling watertemperatuur Overigens kan de Mistral aan de kust ook flink huishouden. Meestal is het wel met enkele dagen bekeken, maar gegarandeerd dat dan in die korte tijd het zeewater tien of meer graden afkoelt. Wellicht schudt de storm - hij wervelt het zand voor zich uit en verjaagt de badgasten in een soort paniek - het zeewater flink door elkaar en worden koude en warme lagen gemengd, zodat een sterke temperatuurdaling het gevolg is. De Mistral is gauw ver geten, maar de zwetende baders, die „even het water in willen duiken", gelo ven eenvoudig niet dat zo iets kan. Ze klappertanden van de kou. Het water wordt echter zelfs in september toch weer snel warmer en dan is de ellende gauw; vergeten. voorname pracht van de palmen eenzaam, leeg en grillig. (Foto's: Zierikzeesche Nieuwsbode). Stuwmeer Het gebied van de Woven (niet de kloven zelf), wordt schouwplaats van een reusachtige waterstaatkundig project, dat beoogteen groot stuwmeer te scheppen, kennelijk met het doel deze streek wat duidelijker levenskansen te geven. Jammer is dat één van de gaafste Romeinse bruggen aan dit stuw meer ten offer gaat vallen. Die brug gaat onder water, evenals een drietal derpen, de bewoners waarvan op grote aanplakbiljetten protesteren tegen de ondergang van hun geboortegrond. Ook de kustroute intussen is historische grond. Romeinse legioenen trokken hier eenmaal over de „Via Aurelia" en de rudimenten van menig Romeins bouwwerk stofferen hier de hete weg. Hoeveel zon - bedenkt men - hebben die steenmassa's al geschroeid in de loop van vele eeuwen. Hoeveel stof heeft niet gedwarreld rond de verweerde brokken. Tc lang staat men er niet bij stil, want elke tocht in deze streek mondt uit in een hevig verlangen naar rusten en drinken en het beste is nog een „citron pressé", ijskoude kwast die sisend een dorstige keel binnenglijdt. .de spierwitte kathedraal ....een immens brok natuur

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1967 | | pagina 3