Schouwen proeven op 'n warme, stille zomermiddag Kerkwerve „heeft het helemaal" ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE Donderdag 13 juli 1967 N'r. 1982G (Van onze redakteur) herkauwen het uitje van het jaar i geslacht op geslacht; een oerbezighoid, want hoeveel oogsten zijn al van die grond geroofd. En er zal er weer één zijn. Men schaamt zich half om die mannen voorbij te rijden. Ze hebben geen weet van zomerse gasten, die de gebruinde rug wat verdraaien in het zand dicht bij de koele zee en zonnebrand-olie gebruiken ze ook niet. Het lijkt lichtzinnig bijna om geen deel te hebben aan dat naarstig krassen van de schrepels door de dorstige kluiten, maar acht wat, we zouden het toch niet kunnen volhouden. Hete capriolen In die buurt was eens de inundatie oppermachtig en of er nu nooit helemaal meer iets van te bemerken valt? Misschien toch wel, juist nu de zomer zulke hete capriolen uithaalt en de zon rijst en daalt met een zichtbare gelijkmatigheid, die in dit land van regen en grijze nevels meer uitzondering dan regel is. Langs de bermen van de weg is er nog altijd de welig tierende kamille om te bewijzen, dat 'de grond eens te drastisch heeft kennis gemaakt met het zeewater, dat buiten de dijken thuis 'hoort en nergens elders. En- (ver)drogen doet het ook wel wat, want géén sijpelende drainbuizen nu in deze hete julimaand, maar droge sloten en op de bodem gebarsten grond, die men met wat effekt gefotografeerd zou zoeken in noord-India of 'landen waar de droogte gesel is jaar op jaar. .en op de bodem gebarsten grond. Bij-de-tij<l Maar hier gaat het waarschijnlijk toch weer een redelijk landbouwjaar worden, want - wijs geworden door vele jaren heen - heeft men de zaken wat beter in de hand, al kan geen boer regen, droogte, vruchtbaarheid of wat ook afdwingen. Maar, dit - het moet dan hier nog maar eens gezegd - is een degelijk boerenland en de machines (wat wordt er nog gewied in vergelijking met vroeger?) zijn allemaal bij-de-tijd en daarom waren wc helemaal verrukt van het oude landbouwwerktuig, dat aan do berm misschien al wat jaartjes stond te verroesten, idyllisch omrankt met bloemen, roze-lila-achtig omhooggeschoten uit de harde Schouwso grond. Die hoge wielen met spaken, dat wat gecorrodeerde ijzer langs de eenzaamste weg, samen had het iets. al zal ieder er het zijne van denken. Schouwen is geen land voor overgevoeligheid, maar we houden diep van een zwaai met de hand, die een man maakt van de akker naar de weg, waarover een wandelaar gaat. Zoals hun voorouders het hebben gedaan SCHOU WEN-DUIVEL AND, juli. Ze zeggen dat het „overal druk is op Schouwen-Duiveland" en dat er in de Westhoek wel 50.000 gasten zijn. Het is natuurlijk wal waar, maar van dat „overal druk" is gewoon niet waar. Er is zelfs maximale rust en stilte en die valt bij voorbeeld te proeven in de Florisweg in Schouwens hartje. Als er al auto's komen (hoeveel zullen het er zijn per dag), dan beseffen de chauffeurs niet hoe stil het daar op een warme zomermiddag kan zijn. De hitte en de stilte zinderen over deze wijde wereld, die - ondanks alle communicatie - nog zo apart ligt. De chauffeurs rijden door en ze hebben daar wel gelijk in, maar oven uitstappen zou de moeite lonen. Men ontdekt een wereld, zo eenzaam feitelijk en nog zo met duizend onzichtbare draden verbonden met een ongrijpbaar verleden, dat het ontroeren kan. Het lijkt even of die eeuwenoude isolatie van Schouwen helemaal niet is opgeheven maar wat voorbij schuivende „karretjes" over de Delingsdijk helpen een schaarse bezoeker hier dan weer uit de droom. .de nog welig tierende kamillef „Alles is gewoon" Ga voor een zomermiddagavontuur niet naar de Florisweg of de Duivendijkse weg of daaromtrent. Men zou het niet vinden, ook al vraagt men het aan de boeren, die de aparte - hier en daar achter nog heel vers groen verscholen - hoeven bewonen, geen stolpen meer, maar riante boerenbedrijven, die iets van degelijkheid en welvaart uitstralen. „Al'les is gewoon" zullen ze zeggen, want voor wie altijd omringd is door het wonder van zo'n stille, wijde landbouwtuin is het allemaal „gewoort". „Gewoon" in agrarische zin betekent dan in ieder geval, dat de boeren zich buigen over de weerbarstige, harde en langzamerhand droge aarde, waarin nog wel wat „vuulte" is te vinden. Ze zwoegen en zweten die mannen onder de wijde koepel van de hemel, de brandende zon op de rug. zoals hun voorouders het hebben gedaan, „La vie sans bruit" stilte op dagen als er deze week weer waren. „La vie sans bruit", dat leven zonder gerucht bijna, alleen wat geluiden die passen in het patroon van de ruisende stilte. Geluiden van hier en daar wat werk, van kinderen, die zich misschien wel vervelen, maar later pas beseffen hoe gelukkig ze zijn geweest. Wijd rondom is er de vrome nieuwsgierigheid van de koeien, die niets willen missen in hun Sóhouws bestaan.' Ze hebben de fokveedag achter de rug en herkauwen dat uitje van het jaar. Enkele progressieven zijn op „onze" vliedberg geklommen en ze staan dom dromerig in de warmte van de dag, niet beseffend hoe oud de grond onder hun hoeven is. En van de gerestaureerde kerktoren van Kerkwerve slaat het vier uur, een moment in de cirkelgang der eeuwen, vol van een vreemde geladen spanning, die tijdeloosheid suggereert. Kerkwerve komt niet zo driest opdragen in. de vouwbladen van V.V.V Is er al sprake van toeristische propaganda in Midden-Schouwen, dan gaat (natuurlijk) Scharendijke met heel wat eer strijken, om zijn zand en zijn zee en dat wriemelen op het eiland in de Grevelingen, waar de sluiters hard aan het werk zijn. Maar Schouws gezien heeft Kerkwerve het helemaal, om de ademende

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1967 | | pagina 9