Waar rood= komt ons wit=blauw vandaan ZIER1KZEESCHE N1EDWSH0DE Donderdag 5 januari 1967 Nr. 19721 Prinsenvlag Straks, op 10 januari, zullen de vlaggen weer wapperen. Het rood- wit-blauw van de nationale vlag zal vrolijk uitwaaien, met daarboven de oranje wimpel, als symbool van de verbondenheid van het Nederlandse vclk met zijn koningshuis. Zó vertrouwd is ons het rood-wit- blauw, dat wij ons tegenwoordig zel den meer afvragen waar die vlagge- kleuren eigenlijk vandaan komen. Toch is het de moeite waard, eens een paar stappen terug te doen in de historie van ons land. We zullen dan een grotere verscheidenheid van vlaggen tegenkomen dan we wellicht zouden vermoeden: de verticale ba nen van het Franse rouge-blanc- bleu en het rood-wit-blauw van de Bataafse Republiek, mat voor de Marine een voorgeschreven embleem (vrijheidsmaagd met leeuw) in de bovenste rode baan. Rode vlaggen met een gele leeuw. Gele vlaggen met een rode leeuw. Vlaggen in rood- wit-blauw en vlaggen dn oranje-wit- blauw. Eëh land als Denemarken kan met rechtmatige trots wijzen op het jaar tal 1219, toen de Deense vlag als eer ste van de nu nog bestaande natie- vlaggen wettelijk werd vastgelegd. Maar zo simpel als het met dat witte kruis op ziin rode veld is toegegaan, zo gecompliceerd lijkt het ontstaan van de Nederlandse vlag. Helemaal niet gecompliceerd, zeg gen sommigen. Het vlaggekoord wijst vanouds op de adel, het wit op de geestelijkheid, het blauw op de bur gerij Onjuist, zeggen anderen. Het rood- wit-blauw is een erfenis van de gra ven van het Beierse of het Bourgon dische Huis! Onze nationale vlag? Ontleend aan het rood-wit-blauw uit de vlag van het gewest Zeeland, luidt een derde mening. Andere lezing En daannee zijn we nog niet aan het eind. Het rood-wit-blauw van onze vlag is ook wel teruggevoerd tot de kleuren van het stamwapen der Oranjes, een blauwe jachthoorn met zilveren beslag en rode snoeren. Maar dan stuiten we op een bezwaar in 1556 nog werd dit wapen afge beeld als een blauwe jachthoorn op een gouden schild - het zilveren be slag en de rode snoeren ontbraken! Pas later werd het rood eraan toe gevoegd en nog weer later het wit. Tenslotte zijn er nog de livreikleu ren van de Prins van Oranje, die aanleiding geven tot de nodige be Oranje werd rood Waarom het oranje van de prin senvlag in rood is overgegaan, weten we niet met zekerheid. Politieke mo tieven speelden althans in de tijd van Frederik Hendrik nog geen rol. Mogelijk heeft de toepassing van andere textielverfstoffen het oranje in de richting van het rood gescho ven. De kleurverandering van de vlag viel namelijk samen met het tijdstip waarop een nieuwe meekrap soort (rode verfstof) In ons land zijn intree deed. Deze meekrap moet het vlaggendoek zó sterk rood hebben aangeverfd, dat de (gele) wouw het rood niet meer zoals vroeger óm kon krijgen naar oranje. Dat zou tegelijkertijd verklaren waarom men steeds van prinsenvlag is blijven spreken, óók toen men na 1630 vermoedelijk meer vermiljoen dan oranje in de vlaggen heeft gezien Wellicht is het gebruik van een ro de bovenbaan mede in de hand ge werkt doordat het rood zich op zee veel beter hield (het oranje vervaal de zeer snel). Schrijfwijze en kleurstelling In verschillende oude Nederlandse vlaggenboeken wordt geschreven over „oranje, wit en blauw", terwijl de tekeningen zijn ingekleurd met rood-wit-blauw. Ook een gevolg van die meekrap-affaire? In ieder geval viel het verschil tussen schrijfwijze en kleurstelling zó op, dat later wel is verondersteld dat „rood of oranje" weinig verschil zou hebben uitge maakt voor de Nederlanders uit la ten we zeggen de 17e eeuw. En mis schien was dat ook wel zo. Politieke moeilijkheden ontstonden er voor al later, toen de patriotten zich in de tweede helft van de 18e eeuw tegen het gebruik van oranje begonnen te verzetten (Kaat Mossel!). Vlaggeconflicten Wie zich in veel later tijd bijzonder druk hebben gemaakt over het „rood of oranje", waren de mensen die om streeks 1865 het halve-eeuwfeest van het Koninkrijk der Nederlanden gin gen vieren. Verontwaardigd maakten voorstanders van een oranje-wit blauwe vlag zdch op, om de voor vechters van het rood-wit-blauw de mantel uit te vegen. Alleen gebrek aan liefde voor het vorstenhuis kon iemand de ogen doen sluiten voor dat afschuwelijke, Franse rood en blauw. „Onzin", verweerde professor Ro bert Fruin zich, onze vlag had él een hele tijd vóór de Bataafse Repu spiegelingen. Maai- vermoedelijk zal het altijd wel een gissen en veron derstellen blijven waar de kleuren van onze vlag nu precies vandaan komen, simpelweg omdat onze vlag niet, zoals bij jonge staten tegen woordig wél het geval kan zijn. wel bewust is uitgedacht, maar door de omstandigheden is ontstaan. Toch zijn er wel feiten die in een bepaalde richting wijzen. De naam prinsenvlag bijvoorbeeld. Hij duikt heel plotseling op: kort na de inne ming van Den Briel op 1 april 1572, en we weten dat toen het oranje-wit -blauw van de Brielse toren heeft gewapperd, kennelijk ter ere van prins Willem van Oranje. Het bleef niet bij die ene prinsen vlag. Het oranje-wit-blauw sloeg in, het werd een symbool van het ver zet tegen de Spaanse overheersing. Uit de jaren na 1577 zijn gekleurde tekeningen bekend van ruiters van de prins, gestoken in blauw kostuum met witte strepen en witte mouwen met een oranje sjerp en op hun hoe den oranje en groene pluimen. In een boekje, dat in 1582 is verschenen bij drukkerij Plantijn in Antwerpen, lezen we dat de kleuren van de prins van Oranje „den Spaingiaerden groo- te vrees plegen aentejaeghen" Naast het oranje-wit-blauw vlag gendoek, dat sindsdien in de reke ningen van admiraliteiten en steden wordt vermeld, kwamen er ook an dere vlaggen en vaandels voor. Op schepen werden bijvoorbeeld vaak de vlaggen gevoerd van de stad van af komst en van het gewest. Maar de „prinsenvlag" kreeg voor scheeps volk én burgerij een heel andere ge voelswaarde dan welke vlag ook. Toen omstreeks 1630 het oranje uit de prinsenvlag langzamerhand ver drongen werd door rood, blééf die vlag favoriet. De leeuwenvlag van de Sta ten-Generaal kon daar niet te genop en is van lieverlee geruisloos verdwenen. De wind speelt met het rood-wit-blauw, zoals hij dat al meer dan drie eeuwen moet hebben gedaan. Vooral op zee zijn vlaggen vanouds heel belangrijk geweestHet „Neder lands oorlogsschip van 48 stukken", een gravure van C. J. Visscher de Jonge uit pl.m. 1626, voert er verschillendeGeheel rechts de prinsenvlag (of Sta- tenvlag), met daarnaast de vlag van Amsterdam. De negen- en tienbanige vlaggen en de vijfbanige wimpel zijn variaties op de prinsenvlag. (Gravure Maritiem Museum, Rotterdam) De oude vlaggenkaart uit 1816, waarvan niemand het bestaan meer wist. De kaart is met de hand ge tekend en gekleurd. In de linker bovenhoek staat, in een fijn hand schrift, het nummer 46 en de datum 16 maart 1816. De kaart is historisch vooral belangrijk door de afbeeldin gen 3 en 4. Uit het bijbehorende Koninklijk Besluit blijkt dat deze de „ordinaire Nederlandse vlag voorstelde. Beide vlaggen zijn rood- wit-blauw! Daarmee bevat de kaart het authentieke bewijs, dat in 1816 het rood-wit-blauw de officiële landsvlag was. Ook de overige vlag gen, standaarden en wimpels, be halve de nummers 6 en 9, zijn uit gevoerd in rood-wit-blauw. Betekenis der vlaggen: No. 1: De koninklijke vlag, zijnde de rood-wit -blauwe vlag met het Rijkswapen in de witte baan, met de drijvende koninklijke standaard daarboven. Werd gevoerd wanneer de koning zich aan boord bevond. No. 2: de koninklijke vlag met de koninklijke wimpel, te voeren door de koningin en de andere leden van het Konink lijk Huis. No. 3 en 4: De „ordinaire Nederlandse vlag". Ministers en am bassadeurs voerden deze vlag met rood-wit-blauwe wimpel. No. 5: Onderscheidingsvlag voor vlagen opperofficieren. Het aantal witte schijven gaf de rang aan. No. 6: Oranje standaard of brede wimpel met het koninklijk wapen. Het voe ren ervan betekende: de vorst wenst geen saluutschoten, maar wel an dere eerbewijzen (zoals in het want klimmen en juichen). No. 7: gewone standaard: no. 9: gewone wimpel; no. 9: de blauwe wimpel, ten teken dat er geen eerbewijzen, welke dan ook, moesten worden gebracht. (Foto: Rijksarchief). Een vergeten document In 1965 is een functionaris van de sectie krijgsgeschiedenis en ceremo nieel van het hoofdkwartier van de Koninklijke Landmacht bezig met een historisch onderzoek. In oude boeken en vergeelde archiefstukken zoekt hij naar aanwijzingen die hem mogelijk op het spoor kunnen bren gen van oude, authentieke documen ten over vlaggen en standaarden. Een moeizaam, tijdrovend onderzoek De kans dat er ergens een tot dusver onbekend document zal opduiken is gering. Maar deze keer wordt het speurwerk op verrassende wijze be loond: het Rijksarchief geeft een met de hand getekende en geaquarelleer de vlaggenkaart prijs uit.1816. De vondst wekt evenveel verras sing als verbazing. Verbazing, dat er dus tóch wel eens een speld uit een hooiberg tevoorschijn komt. Want dit stuk is niet zómaar een vlaggenkaart. In kleuren vertoont de kaart alle onderscheidingsvlaggen, standaarden en wimpels, die koning Willem I heeft ingesteld bij het onstaan van het Koninkrijk der Nederlanden. Meer dan 150 jaar geleden, toen de naohtmerrie van de Franse tijd ten einde liep, richtte prins Willem Fre derik (later koning Willem I) zich in een proclamatie tot het Neder landse volk met de woorden: „De ou de vlag is weder het punt van ver- eeniging, en die oude vlag zal ook den ouden moed weder doen herle ven!" Uit de gevonden vlaggenkaart weten we nu met zekerheid, dat de prins met die oude vlag de rood-wit- blauwe vlag moet hebben bedoeld. Want de derde en vierde vlag op deze kaart, die beide worden aangeduid ais „de ordinaire Nederlandsche vlag", zijn onmiskenbaar geaquarel leerd in rood, wit en blauw! Uit datum en nummer op de vlag genkaart valt op te maken, dat hij is bedoeld als toelichting op een Ko ninklijk Besluit van 16 maart 1816, dat inhoudt het „Reglement op de eerbewijzen en saluten aan boord en door Zijner Majesteits jachten en schepen van oorlog binnen 's lands". Achteraf wordt duidelijk, waarom men van het bestaan van dit kleu rige document niet op de hoogte kón zijn In het bewuste Kon. Besluit wordt met geen woord gerept over de vlaggenkaart die erbij behoort! Een administratieve tekortkoming kunnen we dat in die tijd nauwe lijks noemen Het ging in die eer ste dagen van het Koninkrijk alle maal wat eenvoudiger toe dan nu. Het K.B. en de vlaggenkaart (waar van er maar één was gemaakt) wa ren ter hand gesteld aan de Marine als enige belanghebbende - en dat was naar de normen van die tijd vol doende. Er waren trouwens belang rijker zaken die de aandacht vroe gen. De vrijheid van het land was opnieuw in gevaar: Napoleon was van Elba ontsnapt en maakte zich op cm slag te leveren tegen de Gealli eerden (Waterloo!) Nadat de geschetste onderschei dingsvlaggen, standaarden en wim-- pels eenmaal waren vervaardigd en het bijbehorende K.B. in een Ma rinereglement was verwerkt, is de vlaggenkaart ergens opgeborgen, aanvankelijk wellicht in het Kabinet van de Koning of in een Marjjje- archief. Na verloop van tijd is het stuk tenslotte in het Rijksarchief be land. Intussen was de authentieke vlaggenkaart bij niemand meer be kend. Het zou tot 1965 duren voor hij wov agn het licht werd gebracht. In november 1958 is het* rood-wit- blauw nader gepi'eciseerd. T.N.O. heeft in cndrachl van de regering de vlaggekleuren wetenschappelijk vastgesteld in 7g. kleurcoördinaten. Ze worden sindsdien omschreven als helder vermiljoen cti kobaltblauw. Mocht er in Nederland ooit nog eens een wet op - landsvlag komen, dan zijn de voorbereidingen daar voor. dank z'i deze vondst, wellicht enigermate vereenvoudigd. Over de vlaggekleuren behoeft in elk geval seen onduidelijkheid meer te bestaan Het Koninkrijk der Nederlanden is in 1815 zijn bestaan begonnen onder do kleuren rood, wil en blauw! bliek een bovenbaan van vermiljoen. Het is blijkbaar praktisch gebleken en bovendien is het in ons grau we Nederlandse klimaat heel wat plezieriger om helder rood en hel der blauw te zien wapperen, dan een vervalend oranje en de daarmee combinerende lichtere kleur blauw Een nuchtere mening, die ook dn onze eeuw, met name in de dertiger jaren, met instemming is aangehaald. Want in de jaren '35 en '36 laait de strijd om de vlaggekleuren opnieuw op. In de weinig stabiele politieke situatie van het ogenblik voelen ve len zich gedrongen tot het betuigen van hun trouw aan de monarchie. Steeds meer wordt er met het „oran- je-blanje-bleu" gevlagd in plaats van met het rood-wit-blauw, althans bo ven de grote rivieren. Over het toenemend gebruik van de oranje-wit-blauwe vlag worden vra gen gesteld in de Kamer. Is de re gering bereid een eind te maken aan „de steeds groter wordende verwar ring ten aanzien van de vlaggekleu ren?" Met andere woorden: wil d.e regering duidelijk uitspreken, dat rood, wit en blauw de nationale vlaggekleuren zijn? De afgevaardigde De Savomin Lohman gaat daar fel tegenin. Hij vooreiet tweespalt onder het Neder landse volk als .,het, een groot deel der natie op historische gronden zo dierbare, oranje-blanje-bleu in de ban wordt gedaan". Minister Colijn neemt het daarop op voor het rood- wit-blauw, overigens zonder zijn te genstander te overtuigen. Op 19 februari 1937 verschijnt er tenslotte een Koninklijk Besluit, on dertekend door Koningin Wilhelmina „De kleuren van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zullen zijn rood, wit en blauw". Het zal nog een kleine dertig jaar duren, voor de vondst van een oud document zal bewijzen, dat deze be slissing historisch bezien juist is Maar voorlopig blijven, het Konin klijk Besluit ten spijt, de prinsen vlaggen wapperen. Wie er tenslotte op afdoende wijze een einde maakt aan de bestaande controverse „rood -oranje" isde N.S.B. Als die in de oorlog de oude prinsenvlag, voor zien van de zwarte N.S.B.-driehoek, gaat misbruiken, gaat bezet Neder land die vlag' zien als een besmette zaak. Na 1945 heeft het oranje-wit- blauw voor de Nederlandse bevol king afgedaan.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1967 | | pagina 3