voorjaar in de beeldende kunst VREEM DE PAASDATUM eerst eens leren hoe te kamperen Reproductie van het bekende schilderij van de Christus aan het kruis door Geertgen tot St. Jans (ook Geertgen van Haarlem genaamd), geboren te Leiden ca. 1467, overleden te Haarlem ca. 1495). Hij dankt zijn naam aan de Johannieters te Haarlem, bij wie hij in dienst was. In deze orde maakte hij o.m. vele portretten en een (bewaard gebleven) hoogaltaar. Hij heeft de ontwikkeling ingeleid van de vroege schilderkunst op paneel in Holland. 22 april in plaats van 25 maart 1962 Er is iets geks aan de hand met de paasdatum van 1962. Het verschijnsel is een nieuw pleidooi voor de kalender hervorming van professor Van den Bergh, waardoor deze abnormaliteiten tot het verleden zouden behoren. De paasdatum zou dan steeds op een zelfde dag vallen. Dit jaar worden ons, wat de paasdatum betreft, vier weken door de neus ge boord, want Pasen valt in 1962 op 22 april, terwijl - volgens de strenge maan- regel - paaszondag op 25 maart had moeten vallen. De oude regel - stammend uit de oos terse landen - is dal paaszondag moet vallen op de eerste zondag die volgt op de eerste volle maan, nadat de zon het zogenaamde lentepunt heeft be reikt. Dat wil zeggen: het ogenblik, waarop de zon weer in het zuivere oosten op komt en in het zuivere westen onder gaat. Dat is op 21 maart. Vanaf dat lentepunt gerekend, ver schuift het punt van opkomen van de zon geleidelijk naar het oosten, totdat het op 22 juli weer in omgekeerde richting gaat verschuiven. Op 22 ok tober is de toestand dan weer gefijk aan 21 maart. Eigenlijk 25 maart Een blik in uw zakagenda toont aan, dat de eerste volle maan van 1962 valt op 21 maart en de astronomen kunnen u op hun woord verzekeren, dat dit geschiedt op een ogenblik, waarop zes uur zijn verlopen NA het bereiken van het paasdatum bepalende lentepunt. Pasen zou dus dit jaar - volgens de astronomische gang van zaken - moe ten vallen op de eerste zondag na 21 maart, dat is op 25 maart. Desniettemin vertelt de kalender ons dat het, eerst op 22 april paaszondag is, zodat we nu, inplaats van een vroege, een late Paas hebben. Hoe komt dat? Om de oorzaak te vinden van deze afwijking, moeten we teruggaan tot het Concilie van Nizea in het jaar 325, als gevolg waarvan de Paus besliste, dat het ogenblik van aanvang van het paas feest niet zou worden gesteld volgens de strenge astronomische loop van de maan rondom de aarde, doch volgens een gefingeerde, zogenaamde cyclische. Tussen de echte en de cyclische om loopperiode kan, een volle dag ver schil ontstaan. In 1962 is dat verschil tussen de echte en de cyclische omloopperiode onge veer zes uur, dal wil zeggen dat het vollemaansogenblik van Nizea net even valt vóór het lentepunt. We moeten dus tot de volgende volle maan wachten en die valt op 20 april. Dat is op Goede Vrijdag. De eerste zondag na 20 april is 22 april. Dat wordt dus onze eerste paaszondag. W. VOGT. De kunstverzamelaar de heer J. C. H. Heldring te Oos terbeek, wiens collectie o.a. in de zomer van 1960 te zien is geweest in het Centraal Museum te Utrecht, bezit vier ronde panelen, elk met een doorsnede van slechts 25 cm, die de vier jaargetijden voorstellen. Zij dateren uit het laatst van de zestiende eeuw en zijn van de hand van de Antwerpse schilder Abel Jacobszn. Grimmer. Het zijn echt Vlaamse landschapjes, die stuk voor stuk een opmerkelijk zuiver stemmingsbeeld geven van het seizoen, waaraan zij zijn gewijd. Het eerste van de vier en het enige dat gesigneerd is (Abel Grim mer fecit Ao 1596) heeft betrekking op het voorjaar en Twee seizoenen Het heeft er veel van weg, dat er voor de beoefenaar van de schilderkunst aanvanke lijk maar twee jaargetijden bestonden, n.l. zomer (met veel groen en bloemen) en winter (met sneeuw en ijs). Bij de primi tieven was het vrijwel uitsluitend zomer; zij schilderden hun religieuze voorstellin gen bij voorkeur tegen een rijk met vol- groene bomen gestoffeerd landelijk decor. Jan van Eyck laat in een zomers land schap de menigten optrekken om het Lam Gods te aanbidden; Geertgen tot Sint Jans plaatst een peinzende Johannes de Doper in een entourage, die vol-zomers is en Joa chim Patinir schildert Maria en het Kind Jesus in een weids panorama, waarover een warme zomerzon straalt. In de zestiende eeuw werd het anders. We kennen dat ontroerende schilderij dat Pie- ter Breughel maakte van de Kindermoord in Bethlehem. Het drama, door de schilder realistisch verbeeld, voltrekt zich in een Vlaams dorp, dat met het witte kleed van de winter is toegedekt. Toch domineerde in deze periode nog het zomerlandschap als decor. Het werd pas anders in de eeuw die volgde, want toen had er op het gebied van de schilderkunst een belang rijke evolutie plaats, die zich het duidelijkst aftekende in de noordelijke Nederlanden. De kunst was daar niet, gelijk in b.v. Frankrijk en Engeland, een hofkunst; ook stcnd zij niet, zeals in de zuidelijke Nederlanden, in dienst van de kerk. De beeldenstorm van 1566 had vele kunstwerken, die in opdracht van de kerk waren ge maakt. verloren doen gaan en de jaren, die volgden, vroegen geen versiering van de kerken meer. Wat het stadhouderlijke hof betreft, dit had wel andere zaken die de aandacht vroegen dan het verstrekken van op drachten aan kunstenaars. Een nieuwe macht In het Holland van de gouden eeuw trad voor het eerst de gegoede burgerij op als een macht in de wereld van de kunst. Het gevolg hiervan was, dat er andere eisen aan de kunstenaai-s werden gesteld. Immers - de schil derkunst werd dienstbaar gemaakt aan de versiering van het woonhuis. Daarom werden de afmetingen van de schilderijen kleiner, terwijl de kleur beheerster werd. Doch dit was niet de enige verandering die zich vol- trok. Ook de onderwerpen werden anders. De schilder- stelt een teer lentelandschap voor, waarin de lamineren het nieuwe leven symboliseren. Dit paneeltje van Grimmer is een zeer vroeg voorbeeld van de weinige schilderijen, die speciaal werden ver vaardigd met het doel de lente uit te beelden. Wij heb ben er eens een aantal catalogi van tentoonstellingen, zowel van oude als moderne kunst, op nageslagen en daarmee een bevestiging gekregen van de indruk, dat schilderijen, die Lente of Voorjaar zijn genoemd, zó zeldzaam zijn, dat zij, bij wijze van spreken, met een lantaarntje moeten worden gezocht. Schilderijen die Zomer of Winter heten komt men veelvuldig tegen; Herfst daax-entegen weer in veel mindere mate. Abel Jacobsz. Grimmer: Lente. Vincent van Gogh: Boomgaard (Rietpentekenmg uit Arles). kunst werd een spiegel van het dagelijks leven. Hen- drick Avercamp schilderde zijn winterlandschappen met schaatsenrijders en Paulus Potter zijn weiden met vee. Twee voorbeelden slechts, doch wij zouden er tientallen kunnen noemen. Het landschap had in de Ncordnederlandse schilder kunst een belangrijke plaats ingenomen. Het landschap in zomer en in winter; zelden was het herfst en uit gesproken lente was het nooit. De kunst van de Ro mantische School (negentiende eeuw) sloot zich hierbij onmiddellijk aan, het was slechts zomer of winter. Pas bij de voor de sfeer zo gevoelige impressionisten van de Haagse School (die op de romantische volgde) gin gen de herfst en - zij het nog in mindere mate - de lente meespreken. In de landschappen van Mauve, Ga briel en Weissenbruch (J. H.) „proeft" men soms heel duidelijk het voor- of najaar. Een lentesymfonie Maar de enige kunstenaar van naam, die aan de rijke en tere pracht van de lente zeer nadrukkelijk gestalte heeft gegeven in zijn oeuvre, is Vincent van Gog ge weest. In hoeveel huiskamers siert niet een reproduktie van zijn bloeiende appelboom de wand?.... Aanvankelijk was Van Gogh de schilder, die zich het sterkst aangetrokken leek te voelen tot de melancholie van sombere herfst- en winterdagen: mannen en vrou wen die onder dreigende na j aars wolken ploeteren in de vette aarde bij het rooien van aardappelen; een winterse dag bij Loosduinen, enz. Maar in Frankrijk schijnt hij zich de heerlijkheid van de lente bewust te zijn gewerden. Onder de indruk hiervan schilderde hij in 1886 een bloeiende kastanjeboom. En toen hij enige jaren later het vroege voorjaar in de Provence had leren kennen, ging de lente in zijn kunst een zeer aparte plaats innemen. Uit Arles dateren o.a.: Tak amandelbloesem, Rose boomgaard, Bloeiende boom, enz.; alle werken die thans alom een grote bekendheid genieten. Ook in St. Remy schilderde hij zijn bloeiende boomgaarden. Met elkaar vormen zij een grootse en indrukwekkende lentesymfenie, zoals vóór en na hem geen andere schilder heeft „geschreven". Natuurlijk, er zijn nog wel andere schilders (zowel hedendaagse als tijdgenoten van Van Gogh) te noemen, die incidenteel een schilderij maakten, dat een lente beeld geeft. Maar geen van hen heeft toch zó nadruk kelijk met verf en penseel het feest van de lente ver tolkt als Vincent van Gogh dat heeft gedaan. Aan hem denken wij onmiddellijk, wanneer wij de beeldende kunst en het voorjaar met elkaar in verband brengen. JAN H. OOSTERLOO. Alhoewel de meestbn van ons nog niet eens aan vakantie denken, om dat het nog „zou koud" is, zullen er toch wel velen onder u zijn die de advertenties in de kranten met ar gusogen volgen. Maar diegenen die er op uit trekken met de tent of de kampeerwagen, behoeven zich ner gens wat van aan te trekken. Toch moet je er tegenwoordig vlug bij zijn. De beste zomerhuisjes waren in oktober '61 al besproken voor de maanden juni, juli en half augustus. Het valt tegenwoordig niet meer mee om nog een vakantiehuisje te krij gen of in een pension of hotel te lo geren. En daarom schaffen velen zich een tent of caravan aan. Waarom? Ze zijn niet afhankelijk van derden en als ze kapitaalkrachtig zijn, och dan is geen land te ver om er eens een kijkje te nemen. Duizenden men sen trekken er dus met de fiets, scooter, brommer of auto op uit met als bagage een tent of een cax-avan. Wie vond het kamperen uit? Negenhonderd negen en negentig van de duizend kampeerders weten niet wie de uitvinder is van het kamperen. Natuurlijk, in het leger gebruikten ze al veel eerder tenten, maar niet voor hun plezier. De In dianen weten zelfs niet beter. Maar waar wij op doelen is het echte trekken. Een Engels kleermaker, Thomas Holding, zeer excentriek en een groot natuurvriend, is de eerste kampeerder geweest. Holding hield er van om in zijn vrije tijd te gaan zeilen, of te vissen en te zwemmen. Daar hij zelf in de stad woonde en dus niet direct in de natuur was, moest hij er iets op zien te verzin nen. Hij construeerde een „tent", zette die achterop zijn fiets en zo ging mijnheer ieder week-end naar het „waterparadijs". Al gauw kreeg Thomas aanhangers, zijn vrienden en kennissen vroegen hem: „Kun je mij niet leren hoe zo'n ten in elkaar te zetten?" Verschil lende keren heeft Helding het zijn vrienden uitgelegd, tot hij het in z'n hoofd kreeg een fabriek op te richten voor het bouwen van tenten. Er zijn daarna nog andere fabrikanten op gedoken en de tent werd hoe langer hoe mooier en elke keer opnieuw verbeterd. Toen kwamen de dames op de proppen: zij moesten natuur lijk een slaapzak hebben, een stoeltje meenemen en als het kan nog een bed. En zo kwam de caravan tot stand. Bent u er geschikt voor? Voor een gezin bestaande, uit vier of zes personen, is het kamperen een prachtige gelegenheid om er eens heerlijk uit te zijn. Beschikt u dan ook nog over een auto, dan kunt u gaan kijken aan de Rivièra, de Ita liaanse meren, de Costa Brava en dergelijke. Het kamperen betekent beperking in tijd, kleding en gedra gingen. Wilt u vrijheid en mobiliteit behouden, ga dan kamperen. Alhoe wel men ook hierin niet zoveel vrij heid heeft als u wel denkt. Mannetje aan mannetje staan de tenten. Een hels kabaal. Het lijkt wel Scheve- ningen, niet op z'n mooist maar op z'n „dx'ukst". U moet wel goed bedenken, dat u voor het kampex-en ook echt geschikt moet zijn, avontuurlijk en het niet slechts maar een keex*tje moet gaan px'oberen. Bedenk wel dat de aan schaf vaix goede tenten of een cax*a- van met de toebehoren bijzonder px-ijzig zijn. En als u het maar eens een keex*tje wilt beleven, huurt u dan liever een tent of leen wat spul letjes, dan bent u niet zoveel geld kwijt. Bent u daax*entegen wel een echte trekker, dan kunt u zich wel een goede cax*avan, tent of dergelijke aanschaffen. Zo'n eerste keer valt heus niet mee. En daarom wil ik u hiex-bij helpen. Een kampeervakan- tie die-niet-zo-geslaagd is, ligt in de meeste gevallen aan u zelf. Toch kan het afhangen van kleine dingen, als b.v. het koken. Elcn en ongedierte Kook liefst een goede volledige maal tijd per dag en neem voor de i'est brood of ga anders in een i'estaux-ant eten. De buitenlucht maakt u en uw gezin hongerig en veiTnoeid. Dus een goede maaltijd en tussen de middag een tukje zuilen u en uw gezin goed doen. Hebt u kinderen bij u van een jaar of elf, twaalf, geef hun dan een eigen tent, dat vinden zij zo fijn. U zet de tent naast de cax-avan. Ze krijgen dan toch het idee zelfstandig te zijn. Voor u on uw echtgenote is het aan bevelenswaardig. de jongeris vinden het een eer en u beiden bent dan ook een paar uurtjes alleen. Zo'n kleine tent kunt u altijd nog ge- bxnxiken. Wanneer de kindex-en groter zijn, dan kunnen zij er altijd nog dankbaar gebruik van maken. „Die akelige miex-en altijd", hox*en we zo vaak in een camping zeggen, Dat heeft de klager maar aan zichzelf te wijten! Hoe dan? Dooi'dat hij de broodkruimeltjes en de suikerkox*- rels niet even wegveegt. Ruim alle zoetigheid, de jam en zo voorts dix'ect op na het ontbijt en was ook maar direct af, het is immers een kleine moeite en dan hebt u geen last van die akelige insecten. Onze bagage De slaapzak die u zich aanschaft, kan beter een beetje prijzig zijn dan zo'n dunne goedkope. Want u wilt toch niet met allerlei kwaaltjes aan rug, nek en zo voorts thuiskomen? De nachten zijn ook 's zomex-s koud, heus vex-gist u zich maar niet. Een veldbed is natuuxdijk nog betex", dat staat op poten en dan ligt u dus niet hard en koud .op de gx'ond. De bagage is ook een belangrijk punt. Een pi'achtig ondei'werp voor het ge zin om er eens een paar dagen over te gaan ruzieën. Wilt u werkelijk uw zondagse hoed meenemen? Onnodig! Die heeft u daar echt niet nodig. En een avondjapon mee tx*onen, maar waarvoor mevrouw? Dacht u dat u daar naar de opera gaat? Nee, ge niet u liever van wat moeder natuur u biedt. En vergeet gerust die schoe nen met de naaldhakjes. Doe dat onze natuur liever niet aan. Een trui en een broek zijn de voor naamste kledingstukken die u mee moet nemen. Een xoitte japon of een wit vest zijn niet aan te bevelen, die zijn gauw vuil. Daar heeft u uw er varingen vorig jaar al mee gehad. Kiest u ook gemakkelijk te wassen stoffen. Dunne en sneldrogende stof fen zijn van het grootste belang. O ja, een tip: als u zich 's avonds uit kleedt, doe dat dan in een camping niet bij vol licht. Vele tentwanden zijn nog al doorschijnend! Praat na negenen niet al te luidruchtig, laat de draagbare radio niet al te hard spelen want denk ook daar aan uw buren. Het is in die tenten toch al zo gehorig. U moet ook wel eerst even oefenen hoe een tent op te zetten, alvox-ens u uit kampei-en gaat. Stel eens vooi\ dat er een X'egenbui op komst is. De eerste druppels vallen x'eeds, en daar staat u nou met uw goede gedi'ag en uw spiksplinternieuwe tent te han- nessen. Als dan eindelijk de tent in zijn volle glorie staat, bent u klets nat ja zelfs dubbel en dwai's nat, van de i'egen envan het zwoe gen! En het was al niet meer nodig, want kijk, lachend kijkt de zon u aan. Zet de tent niet met de opening naar de wind gekeerd en voox-al niet in een kuil of glooiing. Wanneer de opening naar de wind gekeerd is en er komt een buitje, dan zou het im mers in kunnen regenen. En het is niet zo prettig om in een plas wak ker te worden. Hebt u de tent in een kuil opgezet, dan ligt u binnen een fx-actie van een seconde te zwem men. We kennen twee verschillende ma nieren van kampex'en. Kamperen met ac tent bij wijze van sport. En wilt u echt „vakantie houden", dan na tuurlijk met de cai'avan. En denk er omu moet in een camping we ten te geven en weten te nemen. En hiei-mee wens ik u allen een px*ettige vakantie on oen behouden thuis komst. ANNEKE NEEFJES.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1962 | | pagina 8