Overdenking
Vogelfotograaf/ornitholoog J. Vijverberg
aan vooravond 80ste jaardag
IjOHlIwffl
My t. lus edulis
schilder zelf met
Een leven met de vogels
Schouwen-Duiveland liet en laat hem niet los
(Van onze redakteur) i
ZIERIKZEE, 18-8. „Is dat een byna tachtigjarige?", vraagt ieder zich
af, die de vogelfotograaf de heer J. Vijverberg, actief, attent en boorde- I
vol levenslust, ontmoet. „Nee", zegt het gevoel, ,dat is een vlotte zeven-
tiger, die het gepensioneerd zyn heeft weten te verdichten tot de edele
kunst van het „savoir vivre". „Ja", zegt het verstand, dat even dwingt
tot het „neuzen in de boeken".
De heer Vijverberg hoopt donderdag 25 augustus a.s. de leeftüd der
zeer sterken te bereiken. In zijn omlommerde statige woning te Schud-
debeurs, waarin iets hangt van de degelijkheid, orde en stipte regelmaat
van vroeger tijden, brengt hy zijn levensavond door, omstraald door de 1
glans van een arbeidzaam en boeiend leven, waarin het woord
Schouwen-Duiveland - of beter nog - de vogels van Schouwen-Duive-
land - met gulden letters staan geschreven. De statige hall van het
huis is als een tempel van stilte, (eikenhout heeft er warme sfeervolle
toets in geverfd) voorportaal tot de kamer waarin de heer Vijverberg
toeft temidden van zijn boeken, zijn attributen en bovenal zijn foto's,
aan de muren, in mappen en zorgvuldig geselekteerd in de werken van
zijn hand.
Buiten voor het huis staat de
Chevrolet, model 1929, een brok
mechanische zelfverzekerdheid,
dat de jaren weerstaat. Van ver
nieuwingen moet de heer Vijver
berg niet zo heel veel hebben, want
waarom zou men het oude ver
trouwde ruilen voor het nieuwe
onzekere Dat geldt niet alleen
voor het vervoermiddel, dat hem
bracht langs de talloze kronkelwe
gen van het oude Schouwen op
zoek naar de vogels, die hij - in
een fotografische bezetenheid -
wilde vastleggen op de plaat, om
de vreugde van het hebben en om
de werkelijk ge-interesseerde te
tonen. Het geldt ook voor de foto
toestellen. Kom bij de ornitholoog
Vijverberg niet aan de deur met de
snufjes van spiegelreflex-camera's,
de nieuwigheid van telelenzen of
de hele moderne fotografische snor-
repijperij. De vogelfotograaf maakt
zijn toestellen zelf. Kunde en ge
duld gaan hand in hand en met
oude sigarenkisten kan hij gooche
len als een Larette.
„Is het niet om je naar te lach
en vraagt de heer Vijverberg
ons, als hij zijn kiekkast toont, een
ongeverfde ruwhouten klomp, met
knippen en haakjes, met inductie
klosjes („men moet de vogels zich
zelf laten fotograferen") en in el
kaar schuivende onderdelen. Nee,
het wekt geen lachlust op, want
het oog wordt geboeid door een su
blieme foto aan de wand, van een
koekoeksjong, dat zich laveloos eet
aan de verblindheid van een ander
- veel te klein vogeltje - dat de
wormen en insecten niet aange
sleept kan krijgen. Het lachen ver
gaat ook ieder, die de kleurendia's
van de heer Vijverberg bekijkt (dat
moderne grapje kon hij nu weer
wel gebruiken), puik van belich
ting, ragfijn van scherpte en wat
de vogelonderwerpen betreft „uit
de kunst".
Andere tjjden
We laten het lachen liever over
aan de 80-jarige zelf, bij wie zo
vaak de lachlust omhoog borrelt,
omdat hij de humor ziet in het hier
en daar toch wel wat dwaze ren
nen en jakkeren van de mens an
no 1960, een milde humor overi
gens omdat een natuurmens als Vij-
verbergz zo vaak verstoken als hij
was onder braambossen langs poel
en plas, geboeid door het bewege
lijke ritmische spel der gevleugel-
den, in een lange reeks van jaren
benijdenswaardig wijs is gewor
den. Hij heeft andere tijden ge
kend. Zijn jeugd, doorgebracht te
Oosterland als zoon van een mo
lenaar, vormde hem al tot natuur
mens en legde de grondslag voor
de pionierende „pietjesman", die
Nederland zou verrassen met per-
fekt geschreven en ge-illustreerde
boeken „Vogel-idyllen", „Ranke
Wieken", „Trouwe Wachters" en
andere. Zijn jeugddomein waren
de bossen en velden rond Ooster
land, in de negentiger jaren van de
vorige eeuw een tweede dorado op
Schouwen-Duiveland, karakteris
tiek en boeiend landschappelijk
gecomponeerd, met een weelderi
ge flora en fauna. Het begon met
eierzoeken (stipt tot aan de voor
geschreven bepaalde datum), tot
dat de jonge Vijverberg simpele
vogelplaten onder ogen kreeg van
de toenmalige preparator van „Ar-
tis".
„Dit is het", moet hij hebben ge
zegd en nu op bijna 80-jarige leef
tijd mag hij zeggen„inderdaad,
dit was het".
Na de lagere school volgde de
heer Vijverberg de „normaalles
sen" aan de school te Zierikzee. Hij
werd in 1900 onderwijzer aan een
partikuliere school te Haarlem, be
haalde in 1903 de hoofdakte en
kwam toen als eerste onderwijzer
aan de school in zijn geboorte
plaats. Na het behalen van de akte
Frans werd hij in 1907 te Rotter
dam benoemd, waar hij twee jaar
verbleef. Toen had hij tijd te rou
wen over de grote stad en ging
zijn geliefde Schouwen-Duiveland
werken als een onweerstaanbare
magneet. Een vakature van hoofd
aan de school te Noordgouwe, werd
de kans van zijn leven. Hij was het
vrijbuitersleven uit zijn jeugd
(„vakantie was vakantie althans
voor ons thuis") en het zwerven
door de polder nog lang niet ver
geten en de „eierzoeker" („zet er
bij dat dit helemaal niet lelijk be
hoeft te klinken, want we hielden
ons aan de regels en er waren nog
eindeloos meer vogels dan tegen
woordig") van toen werd vogelfo
tograaf.
„Het werd een passie".
„Het werd een passie", zo ver
telde hij ons „en natuurlijk keken
de mensen in Schouwen vreemd
op van die „rare snuiter" met zijn
kiekkast en schudden hun hoofd
om zoveel gek gedrag".
„Maar alles bestond toen nog",
zo vertelde de heer Vijverberg ver
der, „de inlagen en de duinen in
volle fleur. Zeker er is nog veel
moois, maar wat zijn we al achter
uit gegaan."
Dan - met een spijtig gebaar
zegt hij „hoe kan het ook anders,
toendertijd telde Nederland vier
en half miljoen mensen en nu op
hetzelfde stukje grond 11 miljoen".
Maar aan de heer Vijverberg
heeft het niet gelegen. Hij heeft
gepoogd zoveel mogelijk mensen
te overtuigen van de grote ornitho
logische betekenis van het eiland.
Zijn „Ranke Wieken" was zijn de
buut in 1925, gevolgd door „Blij
vers en Trekkers" in 1934 en de
naam Vijverberg begon in het land
betekenis te krijgen. Voor Noord-
gouwe was het een welkome pro
paganda, want ere aan deze nijvere
corridor-gemeente, maar wie wist
vroeger precies waar het lag. Men
wist van Vijverberg en dan volgde:
„o ja, te Noordgouwe".
Drie fasen
De heer Vijverberg heeft het al
tijd kunnen fixen, juist °°k door
die propaganda, die parallel liep
met zijn vogel werk.
De kindertjes op school werden
enthousiast gemaakt en de toen
malige burgemeester van Nahuys
werd tot specimen van magistra-
tuurlijke souplesse, als het er om
I ging het schoolhoofd voor een heel
bijzonder plaatje eens wat extra
tijd te gunnen, speciaal in het
broedseizoen want dan kwam het
er op aan. Natuurlijk leverden de
weekends de kostbaarste vogelbuit
op.
Eerst trok de fotograaf er met de
schuilhut op uit, maar dit had toch
ook zijn bezwaren. Veel beter was
het gebruik te maken van de na
tuurlijke dekking om de vogels te
bespieden.
Een derde en laatste fase werd
bepaald door de ontdekking dat de
vogels ook zichzelf wilen fotogra
feren, mits uiteraard het toestel
is voorzien van een speciaal appa
raatje.
„Wat zijn nu uw boeiendste foto
grafische tropheeën", zo wilden wij
weten.
„Ai de zilvermeeuw dat was een
lastige klant en vlak ook de kie
vit niet uit. Een hele toer om die
goed op de plaat te krijgen".
Ornithologische verrassingen
„Bepaald ornithologische verras
singen waren de Kwartelkoning in
1922 te Zonnemaire en een Kwartel
te Kerkwerve in 1918", zo vertelde
de heer Vijverberg en wat de jaar
tallen betreft is er geen spoor van
aarzeling. Op uitnodiging reisde
Vijverberg in 1925 naar de Scilly-
eilanden en in 1953 bezocht hij de
Camarque, ten zuiden van Bor
deaux. „Maar ach, mijn reizen heb
ben minder te betekenen. Ik kwam
er eenvoudig niet aan toe, want
Schouwen-Duiveland bood me zo
veel", zo lichtte het ex-hoofd van
de school te Noordgouwe toe. In '45
was het definitief met de school
gedaan en toen heeft hij zijn akti-
viteiten nog aanmerkelijk kunnen
uitbreiden. Trouwens wat aktivi-
teiten betreft; de vogeltjes maak
ten van de heer Vijverberg geen
wereldvreemde dromer, maar hij
stond met beide benen in de dorps
gemeenschap, die hij in talrijke
functies diende.
De vogels wachten
„En nu hoop ik dan straks 80
jaar te worden". We konden het
niet tegenspreken, want burger
lijke standen worden goed bijge
houden en kalenders hebben niets
leugenachtigs. Bij zoveel voldoe
ning gevende levensvulling echter
stemt het ouder worden niet som
ber. Het is als met het gouden
herfstlicht, dat de oktoberlanen
verft. Het stemt een mens mild en
verzoenend tegenover het leven.
De heer Vijverberg liet ons - na
een lang gesprek - uit. Hij stapte
mee tot aan de weg, want dat be
hoort bij zijn degelijke opvatting
van gastvrijheid.
„Zo moet U naar de Westhoek
vroeg hij nog en dan „nee, daar
kom ik van midden juli tot sep
tember niet. Het is me nu te druk".
De vogels zullen wel op hem wach
ten, dachten we zo
's-HERTOGENBOSCH. Donder
dagmiddag is uit de Dommel te
's-Hertogenbosch, in de nabijheid
van de Wilhelminabrug, het stof
felijk overschot opgehaald van de
28-jarige Bosschenaar E. D. Om
trent de omstandigheden, waaron
der hij te water is geraakt, wordt
door de politie een onderzoek in
gesteld.
ROERMOND. Donderdagmiddag
is in een baggergat van de firma
Smals op de Ooldergrint, onder de
gemeente Beegden, een 120 ton me
tend schip van de firma Bos uit
Weert, bij het laden van grind ge
zonken. Aan boord bevond zich de
zetschipper met vrouw en kind.
Allen konden tijdig gered worden.
Het baggergat heeft ter plaatse een
diepte van zestien meter.
Ingezonden mededeling
BINNENVERINGBED
Chr. zangvereniging V.Z.O.S. kampt met
slechte opkomst der leden
Moeilijkheden succesvol doorgepraat op speciale vergadering
OOSTERLAND, 19-8. De Chris
telijke Gemengde Zangvereniging
Vooruitgang zij ons streven" hield
woensdagavond in het Chr. vereni
gingsgebouw een buitengewone le
denvergadering onder leiding van
de voorzitter de heer H. A. van der
Werf. Na het welkomst- en ope
ningswoord wees de voorzitter op
de noodzakelijkheid deze vergade
ring op zo'n ongewoon tijdstip te
beleggen. De buitengewoon slechte
opkomst van vele leden naar de
wekelijkse repetities doen het ver
moeden opkomen dat er een geest
onder de leden rondwaart of men
het eigenlijk weinig meer kan sche
len wanneer de vereniging ter ziele
zou gaan, de getrouwen niet te na
gesproken natuurlijk. Vorige week,
aldus de heer van der Werf, waren
er slechts vijf leden aanwezig, en
dat na een vakantie van enige we
ken. Deze repetitie kon dan ook
geen doorgang vinden en de enke
lingen konden onverrichterzake te
rug. Zodoende heeft het bestuur
besloten een vergadering te beleg
gen waar alles onomwonden uit de
doeken wordt gedaan. Het ledental
is toch al miniem, en wanneer er,
aldus de voorzitter, volgende win
ter weer eén uitvoering zal worden
gegeven moet er worden gestu
deerd. Men besloot om door middel
van een schriftelijke stemming het
al of niet voortbestaan van de ruim
50-jarige vereniging te bepalen
Verheugend is het wel, dat er van
de 16 geldige stemmen maar één
voor ontbinding der vereniging was
zodat de vereniging nog zal worden
gehandhaafd. De voorzitter sprak
ook hier zijn verheugenis over uit,
en hoopte dat deze samenkomst de
gewenste vruchten mag dragen.
Verder sprak hij de hoop uit op toe
treding van jongelieden uit onze
gemeente. Uit zo'n grote gemeente
als de onze, aldus de voorzitter,
konden toch veel meer personen lid
der zangvereniging zijn. Ook direc
teur Dorst hoopte op een verbete
ring in de opkomst, want ook voor
hem is wegblijven destructief. Ten
slotte werd besloten het aanvangs-
uur te stellen op kwart voor acht
iedere woensdagavond.
Algerijnse opstandelingen heb
ben negen landgenoten uit het dorp
Bocca Mihania in de bergen ten
zuidwesten van Algiers de keel af
gesneden, als een waarschuwing
aan de andere dorpelingen om niet
de bescherming van de Fransen in
te roepen.
Groot bed
X ROME, 18-8. Grote opwin- X
A ding heerste dinsdag by het
X organisatiecomité voor de X
Olympische Spelen in Rome
y toen in een telegram uit X
X Moskou een buitengewoon X
y groot bed voor de basket- y
X baller Kruminch werd be- X
steld. Specialisten waren
X snel ter plaatse en het bed, X
A met een lengte van 2.40(!A
y meter is reeds gereed, zo- y
X dat de 2.18 meter lange X
•j* Kruminch nu ook tijdens de y
X spelen van zijn welverdien- X
de rust kan genieten.
Ai, de wetenschap weet het mooi
uit te dokteren en dito te zeggen.
Mossel (Mytilus edulis), eetbaar,
tweekleppig weekdier met twee
langwerpige, bolle, blauwzwarte
schalen. Dier zelf hardgeel van
kleur, aan de basis van de voet een
lange baard van draden. Dat is het
dus, het stukje Zeeuws zeebanket,
dat gisteren voor het eerst omhoog
is gekord. Niet eentje, duizenden
natuurlijk, maar de gescheidenis
van ééntje is de geschiedenis van
de massa. Moe mossel heeft op een
goede dag een kluitje zaad afge
scheiden. Dat was in het noorden
en het gebeurde in een trekkerig
Waddenzeetje. De mosselkiudertjes
bleven op een kluitje een beetje
zwieren en zwaaien en het leven
begon al wat tekening te krijgen,
onder water waar het sterkste licht
verzwakte tot een diffuus schijnsel.
Laten we even zeggen, dat de mos
seltjes groeiden als kool, al moet
men dat niet te kinderlijk opvatten.
Het leven leek voorbestemd rustig,
zo al niet gezapig te worden, totdat
dan dat ijzeren kormonster op een
goede (of kwade?) dag over de zee
bodem kwam „rauzen" en de zaad
jes een twee drie, hoepla in een
groot bassin met tienduizenden bij
elkaar kwamen te liggen. Wisten de
mosseltjes veel van Dieselmotoren,
die hen naar onbekende streken
vervoerden. Inderdaad, het bibber
de een beetje toen de grote mossel
kinderkamer over het water begon
te schuiven. Het bovenwaterse
avontuur eindigde met het schops-
gewijs weer in zee verdwijnen. De
mosseltjes voelden zich happy en de
jaren verstreken. Zelfs de herinne
ring aan die dwaze verhuizing ver
bleekte, tot de - voor de mosselen
fatale - datum kwam van de 18e
augustus. De kleine mytilus edu-
lisjes waren groot geworden. Ze
slobberden heel wat plankton naar
binnen en hun baardharen zwier
den in het grijsgroene Scheldewa-
ter. Toen kwam weer dat afschu
welijke ijzeren monster. Schreeu
wen en gauw schelpjes dichtklap
pen hielp niet. Daar gingen ze weer
met zijn duizendjes hoepla de lucht
in. Het ene - altijd al wat filoso
fisch aangelegde - mosseltje snapte
SCHUIMRUBBERBED
EEN VRAAG
Zou de hoge God Zich nu echt
inlaten met ons mensengedoe? Ziet
Hij? Hoort hij? Leeft Hij mee? Vin
den wij bij Hem een luisterend oor
of laat Hij ons maar wachten?
Jezus antwoordt met een ver
haaltje (Lucas 18 1-8). Er was
eens een rechter die zich om God
noch gebod bekommerde. Voor zijn
medemensen voelde hij niet. Over
God haalde hij de schouders op.
Het was een onverschillige en door-
en-door wereldse kerel. Toch moet
hij recht spreken. Bedreigde en
ontrechte mensen komen tot hem
met hun klachten. Maar hij heeft
geen lust om zich in netelige kwes
ties te steken, en schuift de zaken
liever op de lange baan.
Dan komt daar een weduwe. Zij
heeft haar steun in het leven ver
loren en de mensen maken mis
bruik van haar situatie. Noodge
dwongen doet zij een beroep op de
rechter: „Verschaf mij recht".
Doch waarom zou hij zich met
haar inlaten? Er zijn voor hem wel
voordeliger zaken. Hoe rechteloos
en hopeloos is de situatie van deze
vrouw!
Maar zij legt er zich niet bij neer,
klagend bukkend onder haar lot.
Zij loopt niet tegen iedereen te zeu
ren, dat er zoveel onrecht is in de
wereld. Zij weet wel, dat van deze
egoïstische bruut niets te verwach
ten is. Toch neemt zij haar zaak
krachtig te hand. Dagelijks staat
zij bij hem op de stoep. Zij handelt
met de volharding der wanhoop:
„Ik zal 't winnen!"
De rechter merkt: dat mens
wordt vervelend; zij maakt het mij
lastig. Telkens ziet hij haar felle
ogen en dreigende gebaren voor
zich. Zij zal nog eens handtastelijk
worden.
Daarom, of hij wil of niet, moet
hij haar helpen. Niet uit edele mo
tieven, maar om van het gezeur af
te zijn, zet hij zich tenslotte in be
weging. Hij capituleert voor haar
vasthoudendheid. Hij wil rust heb
ben en niet de kans lopen op een
blauw oog.
Zo handelde die onrechtvaardige
rechter. Hopelozer situatie dan van
d.ie, vereenzaamde weduwe laat
er niks van, maar met zijn maats ZIC^ mej denken. Toch kreeg zq
nohnnr riArtr nn.'üvHrniDn irrtlhnr-
zou hij uit de droom worden gehol
pen. Ze kwamen op een grote hoop
terecht en een uurtje later ging het
op een grote schoplift zonder poes
pas de pot met kokend water in.
De doodsstrijd is kort geweest,
maar die mossel had nog kunnen
lachten, toen zijn bleek lichaampje
in de opene scltelp te pronk lag.
Een dame op de Zierikzeese Vis
markt tastte toe. Het was de eerste
mossel van haar leven en ze gaf
een gilletje. Maar bij het tweede
bordje was ze al over de schrik
heen. Ze genoot zichtbaar, met vele
anderen. Mytilus edulis, Zeeuws
produkt mevrouw, gezond en sma
kelijk. EILANDMAN.
Ingezonden mededeling
DE VERF VOOR HET SCHILDERFEEST
sikkens-tjallema produkt
gehoor door onverdroten volhar
ding.
Welnu, al was God even onbe
reikbaar als deze trage rechter
dan nog zou men moeten volhou
den, en men zou toegang krijgen.
Wij moeten altijd blijven bidden en
niet vertragen.
Maar nu is God in elk opzicht
anders dan die onrechtvaardige
man Hij verschaft wel recht. Hij
is niet ongevoelig, maar bewogen.
Hij leeft mee. Wij behoeven niet
tevergeefs te wachten voor een ge
sloten deur. De toegang staat open.
Hij komt zelfs persoonlijk naar
buiten. Jezus verlaat Zijn hemels
paleis. De Zoon des Mensen kijkt
de straten van de wereld af, of nog
iemand Zijn bijstand nodig heeft.
Vindt Hij zulke? Staan wij onge
duldig op Hem te wachten?
Wij vragen telkens: vind ik wel
gehoor bij God?
Jezus zegt: is dat wel de juiste
vraag? Natuurlijk zal God recht
doen aan hen die dag en nacht tot
Hem roepen, Zijn deur staat open.
Zijn hart gaat naar ons uit. Maar
als Hij ons opzoekend tegemoet
komt en aanklopt, vindt Hij dan
gehoor? Vindt Hij zo'n volhardend
en gespannen geloof? Of laten wij
Hem maar wachten?
G. J. RIJKS.
HET SMOKKELSCHIP „BRHTANNIA"
44. Met een daverende verwensing snelt kapitein Jackson het
dek op, op de voet gevolgd door Aram. Het schip stampt zwaar op
de hoge golven, de wind giert door de zwiepende stengen en het
kost Aram de grootste moeite op de been te blijven op het deinende
dek. Op het voordek hebben enkele janmaats het luik van het
vooronder weggesjord en een van hen staat juist op het punt af 'te
dalen in het donkere gat.
,Halt!" buldert Jackson boven het geloei van de stormwind uit.
„Niemand heeft in het vooronder iets te zoeken! Heb ik jullie niet
verboden dat luik te openen?!"
,Maarmaar we hoorden het water binnenstromenen het
gekraak van kistenstottert de matroos, die juist wilde af
dalen en die door Jackson aan zijn kraag weer van de ladder
getrokken is.
„Niks mee te maken!" snauwt de schipper woedend. „Niemand
hoort in het vooronder dan op uitdrukkelijk bevel van mister Sulli
van of van mij! Ik ga zelf omlaag!" Als Jackson in het donkere
gat verdwenen is, wendt de matroos zich schouderophalend tot
Aram. „De ouwe lijkt wel gek", zegt hij op gedempte toon, „ik
vraag me af wat hij in het vooronder verbergt