HET JAAR DER ARABIEREN Het zwaar belaste jaar 1958 en van de DICTATORS JAARWISSELING Waarom zo'n haast? ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE woensdag 31 december 1958 no. ism In vele landen der aarde - en vooral in het westen - heeft men het afgelopen jaar wel moeten be schouwen als een bevredigende pe riode. Een gevreesde economische .crisis is uitgebleven, de produktie is vrijwel overal verhoogd, dreigen de oorlogsgevaren hebben toch de vrede niet verstoord, van miljoe nen is het levenspeil weer iets ver hoogd, vacanties zijn genoten En toch is het voor een historicus der toekomst wel een belangwek kend en misschien schokkend jaar geweest. Maar laten wij eerst iets zeggen over de produktiviteit. Deze is in de vrije wereld vermeerderd, hoe wel niet zozeer als in de vooraf gaande jaren, en in het algemeen is het bestaansniveau geconsoli deerd of iets verbeterd. Ook de ge zondheidstoestand, en deze in nog grotere mate. In China en de Sow- jet-Unie is de hoeveelheid ver- bruiksgoederen niet spectaculair toegenomen, op de markt der le vensmiddelen is verbetering inge treden, maar op het gebied van de industrialisatie zijn belangrijke stappen gezet. In de Sowjet-Unie is de basis gelegd voor een zevenjarenplan, dat een vermeerdering der voortbreng ing met ongeveer tien procent per jaar beoogt, zodat in 1966 misschien het huidige niveau van west-Euro pa enigszins benaderd kan worden. Van sterkere dwang kan men daar bij in de Sowjet-Unie niet spreken. Er zijn zelfs grotere mogelijkheden voor zelfbestuur der collectieve boerderijen geschapen. En ondanks de kwestie-Pasternak (de schrijver, die in de Sowjet-Unie fel werd aan gevallen omdat hij een in zijn land verboden boek in het buitenland deed uitgeven) is de na Stalins dood wat ruimere speling voor in tellectuelen behouden. In China, waar in de landbouw en bij de staalwinning opmerkelijke resulta ten zijn bereikt, ging dit echter door vermilitarisering in de „com munes", op „stalinistische"' wijze. In het algemeen kan men zeggen, dat zowel voor de hoog-geïndustri aliseerde als de minder ontwikkel de gebieden de economische pro blemen een belangrijke rol hebben gespeeld. De Gaulle aan de macht Dat geldt ook voor Frankrijk, waar de financiële situatie ondanks een in de kern gezonde economie steeds zorg bleef baren. Die moei lijkheden vonden mede hun oorzaak in het voortduren van de oorlog in Algerije, waar een half miljoen sol daten zijn gemobiliseerd. Het wa ren echter niet de financiële kwes ties, die op 13 mei tot een politieke crisis leidden. Deze ontstond door de vrees van de Franse officieren in Algerije, en van de met hen ver bonden Europeanen, dat de regering in Parijs zou capituleren voor de mohammedaanse nationalisten, die een „regering in ballingschap" vormden, welke in Algerije in staat bleek een rebellen-leger in stand te houden. De Franse militairen zegden de gehoorzaamheid op aan de regering Pflimlin, die geneigd leek tot con cessies aan de moslims. Het gevolg was een crisis in Frankrijk, het op treden van De Gaulle als redder in de nood, de likwidatie van de vier de republiek en de schepping van een vijfde (waarvan de grondwet bij referendum werd goedgekeurd), die sterke autoritaire tendenzen heeft, o.a. door grote macht van de president. De verkiezingen leverden een overwinning op voor de rechtse gaullisten onder leiding van Sous- telle. Zo verwekte de Arabische kwestie (in haar Algerijnse vorm) grote binnenlandse spanningen in Frankrijk. De Gaulle heeft nu aan de mos lims toegezegd, dat zij geleidelijk gelijkgesteld zullen worden met Fransen. Hij voerde het burgerlijk bestuur in Algerije weer in (een bestuur dat de militairen op 13 mei hadden overgenomen), maar hij wist geen einde te maken aan de oorlog en hij zal er op staan, dat Algerije een onvervreemdbaar deel van Frankrijk blijft. In zoverre hebben de otticieren gewonnen. Of de wapenen en de beloften tot ge lijkstelling nu het nationalisme der moslims zullen overwinnen moet men afwachten. De pessimisten zijn in dezen talrijker dan de optimis ten. Nationalisme in Afrika De strijd voor onafhankelijkheid der Arabieren heeft in Afrika een soortgelijke actie der negers aan gemoedigd. Dit jaar is het Franse Guniea onafhankelijk geworden (82ste lid der Verenigde Naties) omdat het geen deel wilde uitma ken van de Franse gemeenschap, waarin de Afrikaanse gewesten wel zelfbestuur, maar geen onafhanke lijkheid krijgen. Wat De Gaulle aan Algerije wei gerde (omdat daar meer dan een miljoen Fransen wonen) stond hij toe aan de negergebieden: eigen re geringen binnen een gemeenschap, waarin Frankrijk weliswaar een overheersende plaats behoudt, doch die ruimte biedt voor beperkt zelf bestuur, en zelfs kans op onafhan kelijkheid. In de hoofdstad van de negerstaat Ghana (een Brits domi nion) zijn dit jaar twee conferen ties gehouden, één van onafhanke lijke Afrikaanse staten en één van nationalistische bewegingen. Daar is de drang naar onafhankelijkheid versterkt. Ghana (eerst Brits) en Guinea (eens Frans) hebben beslo ten een federatie te vormen als kern van een Afrikaanse staten bond. In Cairo vonden ook twee confe renties plaats: in het begin van dit jaar een Afrikaanse-Aziatische so- lidariteits-bijeenkomst. aan het ein de een economische conferentie. Hier waren in beide gevallen niet de regeringen, doch organisaties vertegenwoordigd (in december vooral de kamers van koophandel) maar de Russische en Chinese deel neming aan beide bijeenkomsten bewees, hoezeer de koude oorlog economisch en ideologisch nu ook naar Afrika is overgebracht. Het westen zal een moeilijke taak heb ben, zijn economische en culturele banden en politieke relaties met Afrika te beschermen. Het neutra lisme groeit er sterk. Naburige Oosten In het naburige oosten waren het wederom de Arabieren, die span ningen veroorzaakten. Een burger oorlog in Libanon (hoewel het ge weld daar zeer beperkt bleef) vond zijn oorsprong in het verzet tegen president Sjamoen, die te pro- Amerikaans was. Bedreiging van de kiming van Jordanië was voorts het gevolg van de pro-Britse hou ding van koning Hoessein. Daarop besloten Amerikanen en Britten troepen te zenden naar Libanon en Jordanië. In het eerste land zijn zij vertrokken, nadat de opperbevel hebber als figuur van nationale verzoening president is geworden: Sjehab volgde Sjamoen op, en Li banon werd neutralistisch. Uit Jor danië gingen de Britten heen, nadat zij de positie van Hoessein verze kerd achtten. De directe aanleiding tot de Ame rikaans-Britse expeditie was ove rigens een staatsgreep in Irak, waar de koning en zijn politieke steun pilaar Noeri es Saïd werden ver moord. Tot interventie in Irak kwam het evenwel niet. De nieuwe militaire regering van Kassem bleek de olieconcessies te respecte ren en niet geneigd, het land te doen samensmelten met Egypte en Syrië. Israël, hoewel steeds bedreigd, werd niet uitermate verontrust. In tussen is, hoewel Hoessein is gered, het Arabische neutralisme ver sterkt. Het blijft het westen en het Sowjetblok tegen elkaar uitspelen. Geschil om Formosa Spanningen ontstonden voorts, omdat de communistische Chinezen begonnen enige kleine eilanden bij de kust, in handen van Tsjiang Kai Sjek, te bombarderen. De V.S. verleenden Tsjiang materiële hulp en een ogenblik scheen er gevaar voor een Amerikaans-Chinees tref fen. Maar de rode Chinezen bleken vooral uit op het „bekeren" en overhalen van de Chinezen op For mosa, en de Amerikanen matigden Tsjiang. De toestand is dus nog ge bleven zoals zij was, maar kan weer verscherpen, ondanks de ver wijdering van Mao Tse Toeng. Hoewel men De Gauile geen dic tator kan noemen heeft hij toch de parlementaire democratie beperkt. Buiten Europa - al viel in Vene zuela de dictator Pérez Jimenes - nam het aantal militaire dictators snel toe. Zij traden op in Siam, Burma, Pakistan, Irak en Soedan. De democratie staat er niet best voor. In Europa verzwakt (vooral dus in Frankrijk) of afwezig geble ven (in de Sowjetlanden, Spanje en Portugal) kwam zij elders tot ont wikkeling. In zoverre geen best jaar Een nieuw jaar GEEN GEBREK AAN KALENDERS VOOR HET JAAR 1959 Talrijke bedrijven en instellingen hebben - traditie getrouw - kwistig met kalenders gestrooid. „Amstleven" brengt een kalender met schetsen van Franse impres sionisten, Een klein model maand- kalender, niet pompeus maar wel handig en chique. Het eerste kan ook gezegd worden van de kalen der van de Algemene Friesche Le vensverzekering Maatschappij, die een tweeweekse kalender uitgaf, met ruime marge tussen de dagen voor het maken van aantekeningen. De (tweemaandelijkse) D.A.F.-ka lender toont de DAF-auto in ver schillende landen van Europa. Het is een fraaie - in royaal formaat uitgegeven - kleurenkalender. Gezelle-Meerburg 2n de rij ontbreekt niet de be kende christelijke kalender van Gezelle Meerburg. Een dagkalen der met als titelplaat „De wonder bare visvangst". De voorfrontjes hebben een stichtelijk woord voor elke dag. Van een strenge zakelijkheid ge tuigt de kalender van „De Neder landen van 1845"; een zeer duide lijke maandkalender. De Planten- commissie, in samenwerking met het Veiligheidsinstituut te Amster dam gaf een „tendens"-kalender uit (tweemaandelijks), waarin met treffende tekeningen op allerlei ge varen wordt gewezen. De Neder- landsche Lloyd is weer present met een fraaie maandkalender, voorzien van geslaagde aquarellen van Jan Korthals. Oranje-kalender Uitzonderlijk fraai van uitvoe ring is de Oranje-kleurenkalender, uitgegeven door „Pro Juventute". Talrijke exclusieve opnamen van de prinsessen en de koninklijke fa milie sieren dit pronkstuk. „Vesta" Arnhem bracht 'n handige maand kalender, met duidelijke letter. Traditiegetrouw komt ook de P.Z. E.M. met een (driemaandelijkse) ka lender, ditmaal geïllustreerd met kleurenreprodukties van Vincent van Gogh-schilderijen. Een tijds- aanduider van de betere soort. En- kelbladige kalenders gaven respek- tievelijk uit de Caltex-maatschap- pij en de Leidse Onderwijsinstel lingen, De S.A.S. (Scandinavian Airlines System) gaf onder het motto „Taies from the four winds" een zeer kunstzinnige kalender uit, die zon der restrictie een pronkstuk kan worden genoemd. Dit pronkjuweel werd geïlustreerd door Otto Niel sen, die kleurenplaten maakte bij verschillende vertellingen uit tal van landen, waarmede de S.A.S. vliegverbindingen onderhoudt. De afgedrukte verhalen zijn met be hulp van een spiraal aan de cor responderende platen toegevoegd. Van boven is de kalender met een apart kapje „toegedekt". In alle opzichten een meesterlijke kalen der. Belastingbeleid en melkmisère - Woningnood en huurverhoging Industrialisatie en werkloosheid - Onderwijs en loonfront Waterstaat en weerbaarheid - Nieuw Guinea en het koninkrijk Toen het jaar 1958 begon, lagen er "belastingvoorstellen van minis ter Hofstra bij de Tweede Kamer op tafel. Nu het jaar 1958 eindigt, liggen er opnieuw belastingvoor stellen van minister Hofstra bij de Tweede Kamer. Alleen bevinden ze zich thans niet meer op, maar on der <ie tafel. En de minister zelf, die met wat schipperen en plooien in januari zijn voorstellen „er door" kon krijgen, wist thans (evenmin trouwens als de meerder heid van de Kamer) van geen wij ken en ging, toen de Kamer met 88 tegen 55 stemmen haar zin tegen over die van de minister en de Partij van de Arbeid wilde door zetten, heen. De economische situatie van ons land verbeterde het afgelopen jaar, maar toch achtte de minister een belangrijke verruiming van de be stedingen niet verantwoord. Het conflict rondom de duur van de verlenging der twee jaar geleden juist met het oog op de bestedings beperking genomen belastingmaat regelen werd zelfs oorzaak van 's ministers val. Melk, huur, subsidie Een van de posten, die in 1958 het zwaarst hebben gedrukt op de rijksbegroting, is wel die van het ministerie van landbouw geweest. Het totale tekort op de zuivelreke- ning bedroeg niet minder dan on geveer een half miljard gulden. Het falen van het landbouwbeleid, met name als gevolg van de „rampza lige ontwikkeling van de prijzen van de zuivel op de buitenlandse markt", heeft enerzijds genoopt tot een drastische verlaging van bij voorbeeld de boterprijs, maar an derzijds de vraag doen rijzen,, of niet op korte termijn moest wor den overgegaan tot gehele of ge deeltelijke afschaffing der subsidies in de landbouw. In onmiddellijk verband hiermee stond de kwestie van de huurver hoging. Het kabinet heeft in deze uitermate ingewikkelde materie niet tot een beslissing durven of Jaartje - Diogenessen - Zoenen - Dapper Evenwicht - Humor - Dank en „Het Laatste" Nu, 't was me het jaartje wel. 1958 is een stokoud schimmig man netje geworden. Straks blaast hij de laatste adem uit en misschien zullen we hem nog wel even mis sen. 't Was me het jaartje wel, maar 't was toch ook wel een goed jaar. Schouwen-Duiveland is weer een trede hoger geklommen op de trap van de perfektionering. Eilandman gaat al de gebouwen, de sportvelden enz. maar niet op tellen, maar 't zijn er heel wat en we zijn niet allemaal Diogenessen. We hebben dus veel nodig. Zelfs hoe kan het bestaan was hier en daar 1958 een geestig jaar, het geen Eilandman aan den lijve heeft ondervonden. Hij is zo op Oude jaarsavond echt een beetje beu van de „Eilandmannetjes", van zijn eigen „Eilandmannetjes" uiteraard en die zullen er wel meer zijn. Van de „Eilandvrouwtjes" zegt hij maar niets. Dat zal wel goed zit ten op Oudejaar. Ze zullen de gla zen heffen en kusjes delen, want op die ene avond zijn we beslist een beetje zuidelijk spontaner dan anders. Dan zijn al de zoenen im mers moreel volkomen gedekt door het afscheid van de Oude Man? Enfin, genoeg daarover! De punch vraagt de aandacht en kijkend in het glas krijgen wij een clair voyance, een helderziendheid, die aan de Oudejaarsavond is voorbe houden. We zien het al gebeuren in 1959. Zo zal het gaan en dit moe ten we doen en dat zullen we aan pakken en klaren. Maar ergens wordt het beeld gestoord, net als in het kijkvenster vandet.v. gebeuren kan. Ergens komt het beeld niet goed door en dan zijn we beland in de contreien, waar we alles moe ten overgeven aan de machten, die het voor het zeggen hebben, of liever aan de Macht, die al zon nestelsels heeft geschapen, toen de mens het' wiel nog niet had uitge vonden, laat staan de Explorers en de Spoetniks. Met die „onzekere zekerheid" voor ogen, moeten we maar dapper het nieuwe jaar in duiken. Wie toijn drinkt denke aan hen, die geen water hebben en wie sma kelijk baksel nuttigt, denke aan hen, die door honger verschrom peld zijn. Wie zich prettig gevoelt op oudejaarsavond, echt senang omdat hij terug kan zien op een succesvol jaar, denke aan de levens waarin het verdriet tot wrange wanhoop is verschraald. Dan komt geestelijk toch alles nog zo wat in evenwicht, zij het helaas nooit let terlijk in deze barre wereld. Zij het niet louter - want dat zou voeren tot geestelijk vitamine gebrek - wil Eilandman het weer wel een beetje wagen met een handvol Sclioxiwse humor, met de ditjes en datjes, die niets om het lijf hebben, maar die samengebald toch een pietsje van het grote le ven gaan vormen. Zo was het in 1958, zo zal het ook in 1959 wellicht zijn. En dannog snel wat goed maken, heel veel dank aan beken de en onbekende tipgeefsters en gevers in het afgelopen jaar. Zon der hen zou het niet gaan, want een mens kan niet alles weten. In tussen voor 1959 van harte aanbe volen! Nou, dat is het laatste dan, behalve naUiurlijkeen goed uiteinde en een vlotte start! willen komen, alvorens het advies van de Soc. Econ. Raad te hebben ingewonnen. Dit advies, dat mede een antwoord zal dienen te geven op de vraag, of aan een huurverho ging automatisch een nieuwe loons verhoging gekoppeld' moet worden, valt pas in de loop van 1959 te ver wachten. De woningnood bleef groot, ook al staan er vele dure koophuizen leeg. De regering nam het stand punt in, dat het totale gesubsidieer de woningbouwprogramma voor 1958 (woningwet- plus premiewo- ningen) de 80.000 niet kon te boven gaan. Overigens heeft minister Witte als zijn oordeel uitgesproken, dat de woningbouw in dé eerste plaats een taak van de particuliere bouwers is. Werk en Joon Het grootste Nederlandse indus triële project, de jtf.V. Nederlandse Soda Industrie te Delfzijl, werd de ze zomer door H.M. de Koningin officieel geopend. Van Doorne's Automobielfabrieken uit Eindhoven kwamen met het opzienbarende nieuws van een door hen gecon strueerde Nederlandse personen auto, waarvn de produktie pas in het nieuwe jaar op gang zal komen. Minister Zijlstra heeft zich in zijn industrialisatienota vrij opti mistisch uitgelaten over de toe komst. In de jaren 1952-1957 is in ons land voor 9 miljard gulden ge ïnvesteerd; de minister schat dit bedrag voor de periode 1957-1962 op 11 miljard. De vier centrale werkgeversorganisaties achtten dit bedrag echter te gering. Mede als gevolg van de beste dingsbeperking, die zich pas gerui-, me tijd na het afkondigen der maatregelen heeft doen gevoelen, was er het afgelopen jaar sprake van een aanzienlijke werkloosheid. Weliswaar werd van vakbondszijde de suggestie aan de hand gedaan van een verkorte werkweek, maar de S.E.R. wees er op, dat als gevolg van de dalende produktie een ver mindering van het reële inkomen per hoofd der bevolking dan onaf wendbaar zou zijn. Het geroep om loons- en salaris verhoging was ook in 1958 niet van de lucht. Overeenstemming werd bereikt over de verhoging der sa larissen van lager en middelbaar overheidspersoneel, althans in het zg. georganiseerd overleg. Maar de ambtenaren zelf waren niet tevre den en dus blijft het overleg gaan de. De staking onder de K.L.M.-pi- loten legde het luchtverkeer gedu rende enige tijd lam en het niet in willigen der verlangens van het personeel der N.S. leidde tot een grootse demonstratie. Van onderwijs tot oorlog 5.000 onderwijsmensen kwamen in het voorjaar in protest- en ap- pèl-vergadei-in'g bijeen. In velerlei toonaard werd gewezen op het te kort aan onderwijsmensen, op het tekort aan scholen en gymnastiek lokalen en op de onvoldoende sala riëring. 1300 leyaren bij het middel baar en lcweekschoolonderwijs we zen op een in het najaar gehouden protestvergadering met name op het laatste punt. De minister toon de zich bereid het overleg te her vatten, mits de heren hem fatsoen lijk wilden behandelen. Overigens verraste minister Cals de Kamer met een groots opgezet schoolhervormingsplan, waar in de toekomst nog wel de nodige woor den over gesproken zullen worden. Minister Staf kreeg met name te doen met de geruchtmakende zaak majoor K. De majoor werd in ére hersteld en de minister deed in veel alsof zijn neus bloedde, alhoewel deze kwestie en het ondeskundige beleid van de Dienst Materieel Landmacht bij de aankoop van gasmaskers, helmen e.d. uiteinde' lijk leidde tot de ontslagaanvrage van staatssecretaris Kranenburg. Het aannemen van de Deltawet was een groots moment in het leven van onze volksvertegenwoordiging en werd mede beschouwd als een persoonlijk succes voor minister Algera. Het eerste grote Deltawerk, de stormvloedkering in de Holland se IJssel, kwam gereed, maar mi nister Algera had zich intussen ge dwongen gezien om gezondheidsre denen ontslag te vragen uit zijn functie. De kwestie van de vrije veren voor Zeeuws Vlaanderen bracht vele gemoederen en pennen in be weging. Het steeds toenemende ver- keer bleef de aandacht der autori teiten opeisen. Onze nationale toe risten bond, de A.N.W.B., vierde haar 75-jarig bestaan. Rondom het koninkrijk Het bezoek van prinses Beatrix aan de West verwierf bij dé bevol king een laaiend enthousiasme. Maar deze zomer namen de Staten der Nederlandse Antillen een motie aan, waar ernstige teleurstelling in werd uitgedrukt over het volgens de Staten bij de rijksregering ge bleken gebrek aan medewerking t.a.v. een goede functionering van het statuut van het koninkrijk. De minister van justitie der Neder landse Antillen bracht enkele we ken in ons land' door om bespre kingen te voeren. In Suriname vonden statenver. kiezingen plaats en deze leverden een klinkende overwinning op voor de oppositie. Nieuw-Guinea bleef een heet hangijzer. De P.v.d.A. wil welis waar thans niet weten van een overdracht van dit rijksdeel aan Indonesië, maar evenzeer is zij toch van mening, dat voorzieningen die. nen te worden getroffen in inter nationaal verband. In het begin van het jaar vond in Den Haag de plechtige onderte kening plaats van liet verdrag tot instelling van een economische Be- nelux-unie. Het Nederlandse pavil joen op de Expo in Brussel werd druk bezocht. Vele duizenden repatrianten uit Indonesië veroorzaakten in Neder land grote moeilijkheden met de huisvesting. De K.P.M.-schepen werden pas, tden complicaties dreigden met buitenlandse verzeke ringsmaatschappijen, vrijgegeven, maar zij moesten Indonesië verla ten. Overigens werd de roof van Nederlandse bezittingen in Indone sië stelselmatig voortgezet. De kwesties van de verstekelin gen en de zg. spijtoptanten brachten velen in het geweer tegen de aan vankelijke beslissingen van de Ne derlandse regering. De minister van justitie kreeg hiermee, evenals met de zaak van de voetbalpool, han den vol werk. De jongste politieke verwikke- liggen nog te vers in het geheugen om hier veel aandacht aan te be- o mhier veel aandacht aan te be steden. Vast staat echter wel, dat op het punt van de binnenlandse politiek het jaar 1959 bijzonder moeilijk zal worden. Alweer een oudejaarsavond. De gezwinde grijsaard Tijd heeft de maanden met pijnlijke regelmaat weggemaaid. We zien even op en als er geen overvloed aan duidelijke merktekenen was, zouden we het bijna niet kunnen geloven, dat al weer een jaar is vergleden. Het cliché: „ieder maakt de balans op" zullen we maar niet gebruiken. Het is zeer de vraag of het wel zo is. Er zijn er stellig" velen, die zich op de stroom van de tijd laten mee drijven. Dat is stellig niet verstan dig, want de les van de Tijd moet ons voeren tot het „wijze hart", waarvan in het oude Schriftwoord sprake is. Het „tellen der dagen" is beslist iets anders, dan maar zon der bezinning verder leven. 1958. Wat heeft het de wereld gebracht? Geen ontspaninng helaas. Nog altijd een verscheurde wereld, maar het leven hield door en onder alles heen zijn spankracht en wie alleen gelooft in de samengebalde ellende van de voorpagina's zit met een vertekend wereldbeeld in het hoofd bij het jaareinde. Daar naast immers is die onzichtbare en onvatbare samenvoeging van op offeringen, liefde, vriendschap en zelfverloochening, die de wereld nog overeind houden. Mén behoeft het daar niet mee eens te zijn, maar wij geloven aan een durende worsteling tussen goed en kwaad. Het menselijk hart is de elementairste arena en op het we reldtoneel zien we ook de worste lingen en de slagen, die hieruit voortvloeien. Elke goede daad, hoe klein ook, geeft derhalve een zwak, maar wiskunstig zekere rimpeling in het water van de wereldoceaan, zoals een vallend potlood op een eiken tafelblad een technisch bere kenbare „deuk" maakt. Wie slordig kijkt zegt: „nee, dat maakt niets uit", maar wie ernstig studeert en oplet komt tot een andere con clusie. Intussen zijn dit zaken die alle mensen aangaan, onverschillig of ze op de hoogvlakte van Tehuan- tepec of op Schouwen-Duiveland wonen. Voor Schouwen-Duiveland ver gleed een gunstig jaar. Wie het jaaroverzicht met enige aandacht leest, zal het beamen. Er kwam veel tot stand, al zijn er ook pro blemen, die de gemeenschap nood zakelijkerwijs het nieuwe jaar mee in moet dragen. Het zal niet deren, als er ook in 1959 de bereidheid be staat te streven naar het positieve ideaal, dat ons bij het jaareinde helderder dan anders voor ogen dient te staan. Zekerheden zijn er uitwendig ge sproken niet in deze wereld. Vooral in deze streek kan een ieder daar wel van meespreken. Maar was het leven van de middeleeuwer veilig of in tijden dat de nationale econo mie uitsluitend rustte op de natio nale produktie? Was het in de oud heid beter of in tijden dat de so ciaal zwakke samenkrampte voor de rijkaard? Wie zal het durven be weren. Elke tijd heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. Geen zekerheden aan de buitenkant dus, maar alle innerlijke zekerheid voor hen, die de tijd kan zien in het perspektief der eeuwigheid, die weet van de „andex-e dingen" door geestelijke bezinning en contemplatie te ver krijgen door ieder, die het werke lijk begeert. Die zekerheid is er ook in 1959! De oude boer, met vaste hand, Dreef er zijn ploeg doo-r kleiig land; Ik volgde met mijn leekverstand. Zijn arbeid van de weggekant. De zon was aan het óndergaan, Hij bracht zijn ploegepaard tot staan. Hij stak zijn korte pijpje aan En zei; 't is voor vandaag gedaan. Ik raakte met hem aan de praat, Vroeg na een ogenblik beraad: 'k Snap niet, dat u al huiswaarts gaat, Het is nog licht, nog lang niet laat! Hij zei: „Ik heb véél voor de boeg, Maar voor vandaag is het genoeg; De zon komt t'rug en morgen vroeg Vind ik weer land en paard en ploeg. Zijn antwoord heeft mij gefrappeerd, 'k Heb van de oude boer geleerd: Wij leven haastig, geforceerd En jachterig; dat is verkeerd. Wij willen allen, groot en klein, Met rustloos lijf en bruisend brein, Net als een niet te remmen trein Steeds vérder zijn dan waar we zijn. Wij leven in snel-razernij Wij klagen: tijd raast ons voorbij, Maar dat is zélf-bedriegerij: De tijd raast niet voorbij, maar wij. En dd&rdoor hebben wij geen tijd Voor 't schoons, dat 't leven ons bereidt Voor rust, geluk, tevredenheid; Wij hóllen naar de eeuwigheid, Leef heden! Zie de bloemenpracht! Kijk in een kinderoog, dat lacht! Sta stil in stemm'ge sterrennacht! Leef heden! 't Is zo vlug volbracht. CLINGE DOORENBOS.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1958 | | pagina 13