HET JAAR DER ARABIEREN
Het zwaar belaste jaar 1958
en van de DICTATORS
JAARWISSELING
Waarom
zo'n haast?
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE woensdag 31 december 1958 no. ism
In vele landen der aarde - en
vooral in het westen - heeft men
het afgelopen jaar wel moeten be
schouwen als een bevredigende pe
riode. Een gevreesde economische
.crisis is uitgebleven, de produktie
is vrijwel overal verhoogd, dreigen
de oorlogsgevaren hebben toch de
vrede niet verstoord, van miljoe
nen is het levenspeil weer iets ver
hoogd, vacanties zijn genoten
En toch is het voor een historicus
der toekomst wel een belangwek
kend en misschien schokkend jaar
geweest.
Maar laten wij eerst iets zeggen
over de produktiviteit. Deze is in
de vrije wereld vermeerderd, hoe
wel niet zozeer als in de vooraf
gaande jaren, en in het algemeen
is het bestaansniveau geconsoli
deerd of iets verbeterd. Ook de ge
zondheidstoestand, en deze in nog
grotere mate. In China en de Sow-
jet-Unie is de hoeveelheid ver-
bruiksgoederen niet spectaculair
toegenomen, op de markt der le
vensmiddelen is verbetering inge
treden, maar op het gebied van de
industrialisatie zijn belangrijke
stappen gezet.
In de Sowjet-Unie is de basis
gelegd voor een zevenjarenplan, dat
een vermeerdering der voortbreng
ing met ongeveer tien procent per
jaar beoogt, zodat in 1966 misschien
het huidige niveau van west-Euro
pa enigszins benaderd kan worden.
Van sterkere dwang kan men daar
bij in de Sowjet-Unie niet spreken.
Er zijn zelfs grotere mogelijkheden
voor zelfbestuur der collectieve
boerderijen geschapen. En ondanks
de kwestie-Pasternak (de schrijver,
die in de Sowjet-Unie fel werd aan
gevallen omdat hij een in zijn land
verboden boek in het buitenland
deed uitgeven) is de na Stalins
dood wat ruimere speling voor in
tellectuelen behouden. In China,
waar in de landbouw en bij de
staalwinning opmerkelijke resulta
ten zijn bereikt, ging dit echter
door vermilitarisering in de „com
munes", op „stalinistische"' wijze.
In het algemeen kan men zeggen,
dat zowel voor de hoog-geïndustri
aliseerde als de minder ontwikkel
de gebieden de economische pro
blemen een belangrijke rol hebben
gespeeld.
De Gaulle aan de macht
Dat geldt ook voor Frankrijk,
waar de financiële situatie ondanks
een in de kern gezonde economie
steeds zorg bleef baren. Die moei
lijkheden vonden mede hun oorzaak
in het voortduren van de oorlog in
Algerije, waar een half miljoen sol
daten zijn gemobiliseerd. Het wa
ren echter niet de financiële kwes
ties, die op 13 mei tot een politieke
crisis leidden. Deze ontstond door
de vrees van de Franse officieren
in Algerije, en van de met hen ver
bonden Europeanen, dat de regering
in Parijs zou capituleren voor de
mohammedaanse nationalisten, die
een „regering in ballingschap"
vormden, welke in Algerije in staat
bleek een rebellen-leger in stand
te houden.
De Franse militairen zegden de
gehoorzaamheid op aan de regering
Pflimlin, die geneigd leek tot con
cessies aan de moslims. Het gevolg
was een crisis in Frankrijk, het op
treden van De Gaulle als redder in
de nood, de likwidatie van de vier
de republiek en de schepping van
een vijfde (waarvan de grondwet
bij referendum werd goedgekeurd),
die sterke autoritaire tendenzen
heeft, o.a. door grote macht van de
president. De verkiezingen leverden
een overwinning op voor de rechtse
gaullisten onder leiding van Sous-
telle. Zo verwekte de Arabische
kwestie (in haar Algerijnse vorm)
grote binnenlandse spanningen in
Frankrijk.
De Gaulle heeft nu aan de mos
lims toegezegd, dat zij geleidelijk
gelijkgesteld zullen worden met
Fransen. Hij voerde het burgerlijk
bestuur in Algerije weer in (een
bestuur dat de militairen op 13 mei
hadden overgenomen), maar hij
wist geen einde te maken aan de
oorlog en hij zal er op staan, dat
Algerije een onvervreemdbaar deel
van Frankrijk blijft. In zoverre
hebben de otticieren gewonnen. Of
de wapenen en de beloften tot ge
lijkstelling nu het nationalisme der
moslims zullen overwinnen moet
men afwachten. De pessimisten zijn
in dezen talrijker dan de optimis
ten.
Nationalisme in Afrika
De strijd voor onafhankelijkheid
der Arabieren heeft in Afrika een
soortgelijke actie der negers aan
gemoedigd. Dit jaar is het Franse
Guniea onafhankelijk geworden
(82ste lid der Verenigde Naties)
omdat het geen deel wilde uitma
ken van de Franse gemeenschap,
waarin de Afrikaanse gewesten wel
zelfbestuur, maar geen onafhanke
lijkheid krijgen.
Wat De Gaulle aan Algerije wei
gerde (omdat daar meer dan een
miljoen Fransen wonen) stond hij
toe aan de negergebieden: eigen re
geringen binnen een gemeenschap,
waarin Frankrijk weliswaar een
overheersende plaats behoudt, doch
die ruimte biedt voor beperkt zelf
bestuur, en zelfs kans op onafhan
kelijkheid. In de hoofdstad van de
negerstaat Ghana (een Brits domi
nion) zijn dit jaar twee conferen
ties gehouden, één van onafhanke
lijke Afrikaanse staten en één van
nationalistische bewegingen. Daar
is de drang naar onafhankelijkheid
versterkt. Ghana (eerst Brits) en
Guinea (eens Frans) hebben beslo
ten een federatie te vormen als
kern van een Afrikaanse staten
bond.
In Cairo vonden ook twee confe
renties plaats: in het begin van dit
jaar een Afrikaanse-Aziatische so-
lidariteits-bijeenkomst. aan het ein
de een economische conferentie.
Hier waren in beide gevallen niet
de regeringen, doch organisaties
vertegenwoordigd (in december
vooral de kamers van koophandel)
maar de Russische en Chinese deel
neming aan beide bijeenkomsten
bewees, hoezeer de koude oorlog
economisch en ideologisch nu ook
naar Afrika is overgebracht. Het
westen zal een moeilijke taak heb
ben, zijn economische en culturele
banden en politieke relaties met
Afrika te beschermen. Het neutra
lisme groeit er sterk.
Naburige Oosten
In het naburige oosten waren het
wederom de Arabieren, die span
ningen veroorzaakten. Een burger
oorlog in Libanon (hoewel het ge
weld daar zeer beperkt bleef) vond
zijn oorsprong in het verzet tegen
president Sjamoen, die te pro-
Amerikaans was. Bedreiging van
de kiming van Jordanië was voorts
het gevolg van de pro-Britse hou
ding van koning Hoessein. Daarop
besloten Amerikanen en Britten
troepen te zenden naar Libanon en
Jordanië. In het eerste land zijn zij
vertrokken, nadat de opperbevel
hebber als figuur van nationale
verzoening president is geworden:
Sjehab volgde Sjamoen op, en Li
banon werd neutralistisch. Uit Jor
danië gingen de Britten heen, nadat
zij de positie van Hoessein verze
kerd achtten.
De directe aanleiding tot de Ame
rikaans-Britse expeditie was ove
rigens een staatsgreep in Irak, waar
de koning en zijn politieke steun
pilaar Noeri es Saïd werden ver
moord. Tot interventie in Irak
kwam het evenwel niet. De nieuwe
militaire regering van Kassem
bleek de olieconcessies te respecte
ren en niet geneigd, het land te
doen samensmelten met Egypte en
Syrië.
Israël, hoewel steeds bedreigd,
werd niet uitermate verontrust. In
tussen is, hoewel Hoessein is gered,
het Arabische neutralisme ver
sterkt. Het blijft het westen en het
Sowjetblok tegen elkaar uitspelen.
Geschil om Formosa
Spanningen ontstonden voorts,
omdat de communistische Chinezen
begonnen enige kleine eilanden bij
de kust, in handen van Tsjiang
Kai Sjek, te bombarderen. De V.S.
verleenden Tsjiang materiële hulp
en een ogenblik scheen er gevaar
voor een Amerikaans-Chinees tref
fen. Maar de rode Chinezen bleken
vooral uit op het „bekeren" en
overhalen van de Chinezen op For
mosa, en de Amerikanen matigden
Tsjiang. De toestand is dus nog ge
bleven zoals zij was, maar kan
weer verscherpen, ondanks de ver
wijdering van Mao Tse Toeng.
Hoewel men De Gauile geen dic
tator kan noemen heeft hij toch de
parlementaire democratie beperkt.
Buiten Europa - al viel in Vene
zuela de dictator Pérez Jimenes -
nam het aantal militaire dictators
snel toe. Zij traden op in Siam,
Burma, Pakistan, Irak en Soedan.
De democratie staat er niet best
voor. In Europa verzwakt (vooral
dus in Frankrijk) of afwezig geble
ven (in de Sowjetlanden, Spanje en
Portugal) kwam zij elders tot ont
wikkeling. In zoverre geen best
jaar
Een nieuw jaar
GEEN GEBREK AAN KALENDERS
VOOR HET JAAR 1959
Talrijke bedrijven en instellingen
hebben - traditie getrouw - kwistig
met kalenders gestrooid.
„Amstleven" brengt een kalender
met schetsen van Franse impres
sionisten, Een klein model maand-
kalender, niet pompeus maar wel
handig en chique. Het eerste kan
ook gezegd worden van de kalen
der van de Algemene Friesche Le
vensverzekering Maatschappij, die
een tweeweekse kalender uitgaf,
met ruime marge tussen de dagen
voor het maken van aantekeningen.
De (tweemaandelijkse) D.A.F.-ka
lender toont de DAF-auto in ver
schillende landen van Europa. Het
is een fraaie - in royaal formaat
uitgegeven - kleurenkalender.
Gezelle-Meerburg
2n de rij ontbreekt niet de be
kende christelijke kalender van
Gezelle Meerburg. Een dagkalen
der met als titelplaat „De wonder
bare visvangst". De voorfrontjes
hebben een stichtelijk woord voor
elke dag.
Van een strenge zakelijkheid ge
tuigt de kalender van „De Neder
landen van 1845"; een zeer duide
lijke maandkalender. De Planten-
commissie, in samenwerking met
het Veiligheidsinstituut te Amster
dam gaf een „tendens"-kalender
uit (tweemaandelijks), waarin met
treffende tekeningen op allerlei ge
varen wordt gewezen. De Neder-
landsche Lloyd is weer present met
een fraaie maandkalender, voorzien
van geslaagde aquarellen van Jan
Korthals.
Oranje-kalender
Uitzonderlijk fraai van uitvoe
ring is de Oranje-kleurenkalender,
uitgegeven door „Pro Juventute".
Talrijke exclusieve opnamen van
de prinsessen en de koninklijke fa
milie sieren dit pronkstuk. „Vesta"
Arnhem bracht 'n handige maand
kalender, met duidelijke letter.
Traditiegetrouw komt ook de P.Z.
E.M. met een (driemaandelijkse) ka
lender, ditmaal geïllustreerd met
kleurenreprodukties van Vincent
van Gogh-schilderijen. Een tijds-
aanduider van de betere soort. En-
kelbladige kalenders gaven respek-
tievelijk uit de Caltex-maatschap-
pij en de Leidse Onderwijsinstel
lingen,
De S.A.S. (Scandinavian Airlines
System) gaf onder het motto „Taies
from the four winds" een zeer
kunstzinnige kalender uit, die zon
der restrictie een pronkstuk kan
worden genoemd. Dit pronkjuweel
werd geïlustreerd door Otto Niel
sen, die kleurenplaten maakte bij
verschillende vertellingen uit tal
van landen, waarmede de S.A.S.
vliegverbindingen onderhoudt. De
afgedrukte verhalen zijn met be
hulp van een spiraal aan de cor
responderende platen toegevoegd.
Van boven is de kalender met een
apart kapje „toegedekt". In alle
opzichten een meesterlijke kalen
der.
Belastingbeleid en melkmisère - Woningnood en huurverhoging
Industrialisatie en werkloosheid - Onderwijs en loonfront
Waterstaat en weerbaarheid - Nieuw Guinea en het koninkrijk
Toen het jaar 1958 begon, lagen
er "belastingvoorstellen van minis
ter Hofstra bij de Tweede Kamer
op tafel. Nu het jaar 1958 eindigt,
liggen er opnieuw belastingvoor
stellen van minister Hofstra bij de
Tweede Kamer. Alleen bevinden ze
zich thans niet meer op, maar on
der <ie tafel. En de minister zelf,
die met wat schipperen en plooien
in januari zijn voorstellen „er
door" kon krijgen, wist thans
(evenmin trouwens als de meerder
heid van de Kamer) van geen wij
ken en ging, toen de Kamer met 88
tegen 55 stemmen haar zin tegen
over die van de minister en de
Partij van de Arbeid wilde door
zetten, heen.
De economische situatie van ons
land verbeterde het afgelopen jaar,
maar toch achtte de minister een
belangrijke verruiming van de be
stedingen niet verantwoord. Het
conflict rondom de duur van de
verlenging der twee jaar geleden
juist met het oog op de bestedings
beperking genomen belastingmaat
regelen werd zelfs oorzaak van
's ministers val.
Melk, huur, subsidie
Een van de posten, die in 1958
het zwaarst hebben gedrukt op de
rijksbegroting, is wel die van het
ministerie van landbouw geweest.
Het totale tekort op de zuivelreke-
ning bedroeg niet minder dan on
geveer een half miljard gulden. Het
falen van het landbouwbeleid, met
name als gevolg van de „rampza
lige ontwikkeling van de prijzen
van de zuivel op de buitenlandse
markt", heeft enerzijds genoopt tot
een drastische verlaging van bij
voorbeeld de boterprijs, maar an
derzijds de vraag doen rijzen,, of
niet op korte termijn moest wor
den overgegaan tot gehele of ge
deeltelijke afschaffing der subsidies
in de landbouw.
In onmiddellijk verband hiermee
stond de kwestie van de huurver
hoging. Het kabinet heeft in deze
uitermate ingewikkelde materie
niet tot een beslissing durven of
Jaartje - Diogenessen - Zoenen - Dapper
Evenwicht - Humor - Dank en „Het Laatste"
Nu, 't was me het jaartje wel.
1958 is een stokoud schimmig man
netje geworden. Straks blaast hij
de laatste adem uit en misschien
zullen we hem nog wel even mis
sen. 't Was me het jaartje wel,
maar 't was toch ook wel een goed
jaar. Schouwen-Duiveland is weer
een trede hoger geklommen op de
trap van de perfektionering.
Eilandman gaat al de gebouwen,
de sportvelden enz. maar niet op
tellen, maar 't zijn er heel wat en
we zijn niet allemaal Diogenessen.
We hebben dus veel nodig. Zelfs
hoe kan het bestaan was hier
en daar 1958 een geestig jaar, het
geen Eilandman aan den lijve heeft
ondervonden. Hij is zo op Oude
jaarsavond echt een beetje beu van
de „Eilandmannetjes", van zijn
eigen „Eilandmannetjes" uiteraard
en die zullen er wel meer zijn. Van
de „Eilandvrouwtjes" zegt hij
maar niets. Dat zal wel goed zit
ten op Oudejaar. Ze zullen de gla
zen heffen en kusjes delen, want
op die ene avond zijn we beslist
een beetje zuidelijk spontaner dan
anders. Dan zijn al de zoenen im
mers moreel volkomen gedekt door
het afscheid van de Oude Man?
Enfin, genoeg daarover! De punch
vraagt de aandacht en kijkend
in het glas krijgen wij een clair
voyance, een helderziendheid, die
aan de Oudejaarsavond is voorbe
houden. We zien het al gebeuren in
1959. Zo zal het gaan en dit moe
ten we doen en dat zullen we aan
pakken en klaren. Maar ergens
wordt het beeld gestoord, net als in
het kijkvenster vandet.v. gebeuren
kan. Ergens komt het beeld niet
goed door en dan zijn we beland in
de contreien, waar we alles moe
ten overgeven aan de machten, die
het voor het zeggen hebben, of
liever aan de Macht, die al zon
nestelsels heeft geschapen, toen de
mens het' wiel nog niet had uitge
vonden, laat staan de Explorers en
de Spoetniks. Met die „onzekere
zekerheid" voor ogen, moeten we
maar dapper het nieuwe jaar in
duiken.
Wie toijn drinkt denke aan hen,
die geen water hebben en wie sma
kelijk baksel nuttigt, denke aan
hen, die door honger verschrom
peld zijn. Wie zich prettig gevoelt
op oudejaarsavond, echt senang
omdat hij terug kan zien op een
succesvol jaar, denke aan de levens
waarin het verdriet tot wrange
wanhoop is verschraald. Dan komt
geestelijk toch alles nog zo wat in
evenwicht, zij het helaas nooit let
terlijk in deze barre wereld.
Zij het niet louter - want dat
zou voeren tot geestelijk vitamine
gebrek - wil Eilandman het weer
wel een beetje wagen met een
handvol Sclioxiwse humor, met de
ditjes en datjes, die niets om het
lijf hebben, maar die samengebald
toch een pietsje van het grote le
ven gaan vormen. Zo was het in
1958, zo zal het ook in 1959 wellicht
zijn. En dannog snel wat goed
maken, heel veel dank aan beken
de en onbekende tipgeefsters en
gevers in het afgelopen jaar. Zon
der hen zou het niet gaan, want
een mens kan niet alles weten. In
tussen voor 1959 van harte aanbe
volen! Nou, dat is het laatste dan,
behalve naUiurlijkeen goed
uiteinde en een vlotte start!
willen komen, alvorens het advies
van de Soc. Econ. Raad te hebben
ingewonnen. Dit advies, dat mede
een antwoord zal dienen te geven
op de vraag, of aan een huurverho
ging automatisch een nieuwe loons
verhoging gekoppeld' moet worden,
valt pas in de loop van 1959 te ver
wachten.
De woningnood bleef groot, ook
al staan er vele dure koophuizen
leeg. De regering nam het stand
punt in, dat het totale gesubsidieer
de woningbouwprogramma voor
1958 (woningwet- plus premiewo-
ningen) de 80.000 niet kon te boven
gaan. Overigens heeft minister
Witte als zijn oordeel uitgesproken,
dat de woningbouw in dé eerste
plaats een taak van de particuliere
bouwers is.
Werk en Joon
Het grootste Nederlandse indus
triële project, de jtf.V. Nederlandse
Soda Industrie te Delfzijl, werd de
ze zomer door H.M. de Koningin
officieel geopend. Van Doorne's
Automobielfabrieken uit Eindhoven
kwamen met het opzienbarende
nieuws van een door hen gecon
strueerde Nederlandse personen
auto, waarvn de produktie pas in
het nieuwe jaar op gang zal komen.
Minister Zijlstra heeft zich in
zijn industrialisatienota vrij opti
mistisch uitgelaten over de toe
komst. In de jaren 1952-1957 is in
ons land voor 9 miljard gulden ge
ïnvesteerd; de minister schat dit
bedrag voor de periode 1957-1962
op 11 miljard. De vier centrale
werkgeversorganisaties achtten dit
bedrag echter te gering.
Mede als gevolg van de beste
dingsbeperking, die zich pas gerui-,
me tijd na het afkondigen der
maatregelen heeft doen gevoelen,
was er het afgelopen jaar sprake
van een aanzienlijke werkloosheid.
Weliswaar werd van vakbondszijde
de suggestie aan de hand gedaan
van een verkorte werkweek, maar
de S.E.R. wees er op, dat als gevolg
van de dalende produktie een ver
mindering van het reële inkomen
per hoofd der bevolking dan onaf
wendbaar zou zijn.
Het geroep om loons- en salaris
verhoging was ook in 1958 niet van
de lucht. Overeenstemming werd
bereikt over de verhoging der sa
larissen van lager en middelbaar
overheidspersoneel, althans in het
zg. georganiseerd overleg. Maar de
ambtenaren zelf waren niet tevre
den en dus blijft het overleg gaan
de.
De staking onder de K.L.M.-pi-
loten legde het luchtverkeer gedu
rende enige tijd lam en het niet in
willigen der verlangens van het
personeel der N.S. leidde tot een
grootse demonstratie.
Van onderwijs tot oorlog
5.000 onderwijsmensen kwamen
in het voorjaar in protest- en ap-
pèl-vergadei-in'g bijeen. In velerlei
toonaard werd gewezen op het te
kort aan onderwijsmensen, op het
tekort aan scholen en gymnastiek
lokalen en op de onvoldoende sala
riëring. 1300 leyaren bij het middel
baar en lcweekschoolonderwijs we
zen op een in het najaar gehouden
protestvergadering met name op
het laatste punt. De minister toon
de zich bereid het overleg te her
vatten, mits de heren hem fatsoen
lijk wilden behandelen.
Overigens verraste minister Cals
de Kamer met een groots opgezet
schoolhervormingsplan, waar in de
toekomst nog wel de nodige woor
den over gesproken zullen worden.
Minister Staf kreeg met name te
doen met de geruchtmakende zaak
majoor K. De majoor werd in ére
hersteld en de minister deed in veel
alsof zijn neus bloedde, alhoewel
deze kwestie en het ondeskundige
beleid van de Dienst Materieel
Landmacht bij de aankoop van
gasmaskers, helmen e.d. uiteinde'
lijk leidde tot de ontslagaanvrage
van staatssecretaris Kranenburg.
Het aannemen van de Deltawet
was een groots moment in het leven
van onze volksvertegenwoordiging
en werd mede beschouwd als een
persoonlijk succes voor minister
Algera. Het eerste grote Deltawerk,
de stormvloedkering in de Holland
se IJssel, kwam gereed, maar mi
nister Algera had zich intussen ge
dwongen gezien om gezondheidsre
denen ontslag te vragen uit zijn
functie.
De kwestie van de vrije veren
voor Zeeuws Vlaanderen bracht
vele gemoederen en pennen in be
weging. Het steeds toenemende ver-
keer bleef de aandacht der autori
teiten opeisen. Onze nationale toe
risten bond, de A.N.W.B., vierde
haar 75-jarig bestaan.
Rondom het koninkrijk
Het bezoek van prinses Beatrix
aan de West verwierf bij dé bevol
king een laaiend enthousiasme.
Maar deze zomer namen de Staten
der Nederlandse Antillen een motie
aan, waar ernstige teleurstelling in
werd uitgedrukt over het volgens
de Staten bij de rijksregering ge
bleken gebrek aan medewerking
t.a.v. een goede functionering van
het statuut van het koninkrijk. De
minister van justitie der Neder
landse Antillen bracht enkele we
ken in ons land' door om bespre
kingen te voeren.
In Suriname vonden statenver.
kiezingen plaats en deze leverden
een klinkende overwinning op voor
de oppositie.
Nieuw-Guinea bleef een heet
hangijzer. De P.v.d.A. wil welis
waar thans niet weten van een
overdracht van dit rijksdeel aan
Indonesië, maar evenzeer is zij toch
van mening, dat voorzieningen die.
nen te worden getroffen in inter
nationaal verband.
In het begin van het jaar vond
in Den Haag de plechtige onderte
kening plaats van liet verdrag tot
instelling van een economische Be-
nelux-unie. Het Nederlandse pavil
joen op de Expo in Brussel werd
druk bezocht.
Vele duizenden repatrianten uit
Indonesië veroorzaakten in Neder
land grote moeilijkheden met de
huisvesting. De K.P.M.-schepen
werden pas, tden complicaties
dreigden met buitenlandse verzeke
ringsmaatschappijen, vrijgegeven,
maar zij moesten Indonesië verla
ten. Overigens werd de roof van
Nederlandse bezittingen in Indone
sië stelselmatig voortgezet.
De kwesties van de verstekelin
gen en de zg. spijtoptanten brachten
velen in het geweer tegen de aan
vankelijke beslissingen van de Ne
derlandse regering. De minister van
justitie kreeg hiermee, evenals met
de zaak van de voetbalpool, han
den vol werk.
De jongste politieke verwikke-
liggen nog te vers in het geheugen
om hier veel aandacht aan te be-
o mhier veel aandacht aan te be
steden. Vast staat echter wel, dat
op het punt van de binnenlandse
politiek het jaar 1959 bijzonder
moeilijk zal worden.
Alweer een oudejaarsavond. De
gezwinde grijsaard Tijd heeft de
maanden met pijnlijke regelmaat
weggemaaid. We zien even op en
als er geen overvloed aan duidelijke
merktekenen was, zouden we het
bijna niet kunnen geloven, dat al
weer een jaar is vergleden. Het
cliché: „ieder maakt de balans op"
zullen we maar niet gebruiken. Het
is zeer de vraag of het wel zo is.
Er zijn er stellig" velen, die zich op
de stroom van de tijd laten mee
drijven. Dat is stellig niet verstan
dig, want de les van de Tijd moet
ons voeren tot het „wijze hart",
waarvan in het oude Schriftwoord
sprake is. Het „tellen der dagen" is
beslist iets anders, dan maar zon
der bezinning verder leven.
1958. Wat heeft het de wereld
gebracht? Geen ontspaninng helaas.
Nog altijd een verscheurde wereld,
maar het leven hield door en onder
alles heen zijn spankracht en wie
alleen gelooft in de samengebalde
ellende van de voorpagina's zit
met een vertekend wereldbeeld in
het hoofd bij het jaareinde. Daar
naast immers is die onzichtbare en
onvatbare samenvoeging van op
offeringen, liefde, vriendschap en
zelfverloochening, die de wereld
nog overeind houden.
Mén behoeft het daar niet mee
eens te zijn, maar wij geloven aan
een durende worsteling tussen goed
en kwaad. Het menselijk hart is de
elementairste arena en op het we
reldtoneel zien we ook de worste
lingen en de slagen, die hieruit
voortvloeien. Elke goede daad, hoe
klein ook, geeft derhalve een zwak,
maar wiskunstig zekere rimpeling
in het water van de wereldoceaan,
zoals een vallend potlood op een
eiken tafelblad een technisch bere
kenbare „deuk" maakt. Wie slordig
kijkt zegt: „nee, dat maakt niets
uit", maar wie ernstig studeert en
oplet komt tot een andere con
clusie.
Intussen zijn dit zaken die alle
mensen aangaan, onverschillig of
ze op de hoogvlakte van Tehuan-
tepec of op Schouwen-Duiveland
wonen.
Voor Schouwen-Duiveland ver
gleed een gunstig jaar. Wie het
jaaroverzicht met enige aandacht
leest, zal het beamen. Er kwam
veel tot stand, al zijn er ook pro
blemen, die de gemeenschap nood
zakelijkerwijs het nieuwe jaar mee
in moet dragen. Het zal niet deren,
als er ook in 1959 de bereidheid be
staat te streven naar het positieve
ideaal, dat ons bij het jaareinde
helderder dan anders voor ogen
dient te staan.
Zekerheden zijn er uitwendig ge
sproken niet in deze wereld. Vooral
in deze streek kan een ieder daar
wel van meespreken. Maar was het
leven van de middeleeuwer veilig
of in tijden dat de nationale econo
mie uitsluitend rustte op de natio
nale produktie? Was het in de oud
heid beter of in tijden dat de so
ciaal zwakke samenkrampte voor
de rijkaard? Wie zal het durven be
weren. Elke tijd heeft genoeg aan
zijn eigen kwaad. Geen zekerheden
aan de buitenkant dus, maar alle
innerlijke zekerheid voor hen, die
de tijd kan zien in het perspektief
der eeuwigheid, die weet van de
„andex-e dingen" door geestelijke
bezinning en contemplatie te ver
krijgen door ieder, die het werke
lijk begeert. Die zekerheid is er
ook in 1959!
De oude boer, met vaste hand,
Dreef er zijn ploeg doo-r kleiig land;
Ik volgde met mijn leekverstand.
Zijn arbeid van de weggekant.
De zon was aan het óndergaan,
Hij bracht zijn ploegepaard tot staan.
Hij stak zijn korte pijpje aan
En zei; 't is voor vandaag gedaan.
Ik raakte met hem aan de praat,
Vroeg na een ogenblik beraad:
'k Snap niet, dat u al huiswaarts gaat,
Het is nog licht, nog lang niet laat!
Hij zei: „Ik heb véél voor de boeg,
Maar voor vandaag is het genoeg;
De zon komt t'rug en morgen vroeg
Vind ik weer land en paard en ploeg.
Zijn antwoord heeft mij gefrappeerd,
'k Heb van de oude boer geleerd:
Wij leven haastig, geforceerd
En jachterig; dat is verkeerd.
Wij willen allen, groot en klein,
Met rustloos lijf en bruisend brein,
Net als een niet te remmen trein
Steeds vérder zijn dan waar we zijn.
Wij leven in snel-razernij
Wij klagen: tijd raast ons voorbij,
Maar dat is zélf-bedriegerij:
De tijd raast niet voorbij, maar wij.
En dd&rdoor hebben wij geen tijd
Voor 't schoons, dat 't leven ons bereidt
Voor rust, geluk, tevredenheid;
Wij hóllen naar de eeuwigheid,
Leef heden! Zie de bloemenpracht!
Kijk in een kinderoog, dat lacht!
Sta stil in stemm'ge sterrennacht!
Leef heden! 't Is zo vlug volbracht.
CLINGE DOORENBOS.