Verklaringen van minister Hofstra en dr Drees Vijf socialistische ministers treden uit kabinet DE ZIERIKZEESCHE COURANT VRIJDAG 12 DECEMBER 1938 No. 18480 115e jaargang ZIERIIZEESdEllNIEllWSBODE ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES: Prijs per 3 maanden bij vooruitbetaling f 4,15, per week 32 cent. Losse nummers 10 ct. - Vorschijnt maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. - Advertentieprijs 15 cent per mm. - Succesjes (max. 15 mm.) I 1,- per stuk. WAARIN OPGENOMEN 1797-1889 REDAKTIE EN ADMINISTRATIE: Jannewekken ff, Zierikzee, Postbus nr. f, fef. 01 f 10-2255 na 18.00 uur tel. 01110-2118, Girorekening nr. 137677 - Uitgave: N.V. Drukkerij v./h. Lakenman Ochtman, Zierikzee. Redakteur: M. J. Bij de Vaate, tel. 01110-2938 Minister Hofstra kondigt aftreden aan Onzekerheid over verdere gang van zaken 's-GRAVENIIAGE, 11-12. Met alleen de stemmen van de P.v.d.A. en de beide communistische fracties tegen, heeft de Tweede Kamer van middag om tien voor zes een door prof. Romme ingediende motie met 88 tegen 55 stemmen aangenomen. Deze was dinsdag ingediend naar aanleiding van de wetsontwerpen van minister Hofstra tot verlenging van de tftdelftke verhoging van een aantal belastingen. Vóór de stemming had minister Hofstra aangekondigd, dat lift poli tieke consekwenties zou verbinden aan het aanvaarden van deze motie. In anhvoord op vragen van prof. Oud had voorts minister-president dr. Drees medegedeeld, dat in het kabinet wel eenstemmigheid bestond ten aanzien van de wenselijkheid van de tweejarige verlenging van deze tftdelftke belastingen, doch niet ten aanzien van de opvatting dat de kabinetskwestie zou moeten worden gesteld, indien de wetsont werpen niet in hun oorspronkelijke vorm zouden worden aangenomen. Dr. Drees voegde daar onmiddellijk aan toe, dat het aannemen van de motie niet alleen het heengaan van minister Hofstra zou betekenen, docht dat de overige socialistische leden van het kabinet in dat geval zeker niet aan zouden blftven, hetgeen de gehele basis van het kabinet zou raken. In de motie van prof. Romme wordt de regering uitgenodigd de Kamer tijdig in de gelegenheid te stellen de vraag van al dan niet- verlenging over het jaar 1960 van de tijdelijke belastingverhogingen te bezien in het kader van de re geringsbeslissingen omtrent de ma terie, waarover door de S.E.R. n. a.v. de adviesaanvrage van de re gering van 16 september 1.1. zal worden gerapporteerd. Professor Romme verduidelijkte daarna, dat hij met dit „tijdig" bedoelde eer- tijdstip, dat in ieder geval voor het zomerreces ligt. De liberalen Vóór de stemming had de libe rale fractieleider prof. Oud de sug gestie gedaan, dat indien de vijf socialistische ministers (premier Drees, de minister van Financiën Hofstra, de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Suur- hoff, de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening Von deling en de minister van Justitie Samkalden) zouden aftreden, de overige ministers zouden aanblij ven als een „rompkabinet", dat eerst zou aftreden na vervroegde verkiezingen. Minister-president dr. Drees deelde in antwoord hierop mede, dat het niet op zftn weg lag reeds mede te delen wat er verder te ge beuren staat. Er zal in het kabinet daarover eerst overleg moeten ge pleegd worden. Aan de stemming over de motie en het amendement van de vaste commissie voor financiën over het beperken van de verlenging van de tijdelijke verhoging van de ven nootschapsbelasting tot één jaar (dat met gelijke stemmenverhou ding werd aangenomen), was een soms verhit debat voorafgegaan, dat bijna vierenhalf uur duurde en herhaaldelijk door interrupties on derbroken werd. Alle fractieleiders namen aan dit debat deel, waarbij niet alleen de sterk uiteenlopende zienswijzen van de fracties over de belastingvoorstellen werden toe gelicht, maar. ook de politieke te- tegenstellingen, zoals de binding van de regeringspartijen aan het kabinetsprogramma een grote rol speelden. C.H.-verzoeningspoging In de gespannen sfeer in de ver gaderzaal van de Tweede Kamer, waar het kabinet achter de rege ringstafel was vertegenwoordigd door premier Drees en minister Hofstra, deed de leider van de Chr.- Historische kamerfractie, de heer Tilanus, nog een vergeefse verzoe ningspoging. Hij zei de redelijk heid van de argumenten van mi nister Hofstra te erkennen, doch de argumenten van de kamermeer derheid wogen voor hem zwaarder. Hij stelde de vraag of het niet mo gelijk was voor de minister om in overleg met de vaste kamer commissie voor Financiën alsnog een uitweg tc zoeken. In dat geval zouden de stemmingen over motie en amendementen kunnen worden aangehouden. „Wijs beraad", aldus zeide hij, „is beter dan brokken". Minister Hofstra reageerde hier op met te verklaren, dat voor nieuw overleg alleen aanleiding zou be staan, indien er een kans op-over eenstemming zou zftn, hetgeen hft zeide niet te kunnen zien. Ministerraad vergaderde anderhalf uur 's-GEAVENHAGE, 11-12. Naar het A.N.P. verneemt heeft de vol ledige ministerraad vanavond an derhalf uur vergaderd in de Trè- veszaal op het Binnenhof in Den Haag. Over het besprokene worden van officiële zijde geen mededelin gen gedaan voordat minister-pre sident dr. Drees H.M. de Koningin over de ontwikkelingen heeft in gelicht. Het was vanavond nog niet be kend wanneer dr. Drees zich naar het paleis Soestdijk zal begeven. Aangenomen echter wordt, dat dit in de loop van donderdagochtend zal gebeuren. De stemmingen in de Tweede Kamer 's-GRAVENHAGE, 11-12. Zoals uit de uitslag der hedenmiddag in de Tweede Kamer gehouden stem mingen bleek waren er 143 leden in de vergadering aanwezig .Afwezig waren de heren Gerbrandy (A R.), J. M. Peters (K.V.P.), van der Wey- den K.V.P.) en Wagenaar (comm. groep), allen wegens ziekte; mevr. Stoffels-van Haaften (V.V D.) en de heren Ruygers (Arb.) en Hazen- bosch (A.R.) wegens verblijf in het buitenland, de beide eersten voor de Verenigde Naties en de laatste wegens conferentie te Straatsburg. Een Duits vredesverdrag RUSLAND BEREID VIER-MOGENDHEDEN- BESPREKINGEN TE HOUDEN MOSKOU, 11-12. De Sowjet-Unie heeft zich donderdagavond bereid verklaard vier-mogendhedenbe- sprekingen te houden over een Duits vredesverdrag. Het sluiten van een vredesverdrag behoort tot de bevoegdheid van de vier grote mogendheden, aldus de door Tass verspreide verklaring. De Sowjet-regering is niet bereid deel te nemen aan besprekingen over de hereniging van Duitsland „zonder de Duitsers en achter hun rug om". De westelijke voorstellen voor vrije verkiezingen in gehoel Duits land worden als „louter demagogie" van de hand gewezen. De verklaring was een commen taar op de toestand, zoals die twee weken na het bekend maken van de Russische voorstellen tot beëin diging van de vier-mogendheden- status van Berlijn is. Het westen heeft zich niet bereid verklaard tot een zakelijke bespre king van de Russische voorstellen, aldus de verklaring van donderdag. Na de stemming over de motie- Romme en het amendement van de vaste commissie, werd op ver zoek van minister Hofstra de ver dere beraadslaging over de wets ontwerpen geschorst. Onzekerheid Over de verdere gang van zaken bestaat thans nog geen zekerheid. Zoals de voorzitter van de Kamer, dr. Kortenhorst, na de stemming mededeelde, is het niet bekend of de ministers bereid zijn de vol gende week in de Kamer aanwezig te zijn. Zo staan voor a.s. maandag en de daarop volgende dagen op de agenda een drietal naturalisa tie-ontwerpen, de wet op de mid delen, de begroting van Zaken Overzee en Nieuw-Guinea, Ver keer en Waterstaat en van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Hier bij zijn betrokken de ministers Samkalden, Hofstra, Helders, Van Aartsen en Suurhoff. Ir. Vos over politieke situatie HILVERSUM, 11-12. De tweede voorzitter van de Partij van de Arbeid, ir. H. Vos, heeft vanavond voor de televisie gesproken over de politieke situatie, die in ons land is ontstaan na de stemmingerrVaiv vandaag in de Tweede Kamer. Aan het slot van zijn beschou wing verklaarde de heer Vos, dat de Partij van de Arbeid ook onder deze omstandigheden bereid blijft aan het bestuur van ons land te blijven deelnemen. Dit echter alleen op de grondslag van een program. En, zo voegde hij daar aan toe, op voorwaarde dat men zich daaraan dan ook houdt. Tweede Kamer, donderdagmiddag 10 dec. Foto: de heer Burger in gesprek met minister H. J. Hofstra; minister-president dr. W. Drees is vervuld van grote zorgen. PROF. ROMME EN MINISTER HOFSTRA VOOR DE TELEVISIE HILVERSUM, 11-12. Prol. Rom- me en minister Hofstra hebben in de loop van de avond korte ver klaringen voor de televisie afge legd. De heer Romme zei het te be treuren, dat minister Hofstra in de uitslag van de stemming aanleiding had gevonden zich op het stand punt te stellen, dat hij zijn verant woordelijkheid niet meer kan dra gen. De meeste andere ministers meenden, dat, hoezeer zij het zake lijk met de heer Hofstra eens zijn, zij toch vonden, dat hij de verant woordelijkheid wel verder zou kun nen blijven dragen. De heer Rom me zei het ook jammer te vinden, dat de vier andere socialistische 'ministers zich hieribij hebben aan gesloten. Minister Hofstra zei desgevraagd dat hij zijn ontslag zo spoedig mo gelijk aan H.M. de Koningin zou verzoeken en dat de vier andere socialistische ministers dit ook zou den doen. Daarmee, aldus de heer Hofstra, is de grondslag aan het kabinet ontvallen. Wat intussen de overige ministers zullen doen en of men dus kan zeggen, dat het kabi- Dlt nummer bestaat uit 10 pagina's Een tot zwijgen gebracht ge- weten zal tóch eenmaal spre- ken. KORTE BERICHTEN UIT HET BINNENLAND DEN HELDER. De 80-jarige heer C. Hoogenboom uit Den Helder is op de Jan Verfailleweg met zijn fiets onder een militaire auto ge raakt en in het gemeente zieken huis aan 2ijn ernstige verwondin gen overleden. Ter hoogte van de R.K. begraafplaats werd de bejaar de wiehij der verrast door een windstoot die de hoed van zijn hoofd rukte. Hij begon hierdoor te slingeren en botste tegen een tege moetkomende militaire wagen Vol gens de politie treft de bestuurder van de auto geen schuld. HULSBERG. De 40-jarige schil dersbaas H. van Loo uit Gulpen is op de Valkenburgerweg te Huls berg in volle vaart met zijn auto tegen een boom gereden. De heer van L., de enige inzittende van de wagen, overleed kort na het onge val. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter. IJMUIDEN. Bij de Noorderpier te IJmuiden is het stoffelijk over schot aangespoeld van een onge veer 18-jarige jongeman. Naar alle waarschijnlijkheid is het een jonge Duitser die de afgelopen zomer tij dens het zwemmen bij Zandvoort is verdronken. HARDINXVELD. De 77-jarige visser J Klop uit Hendrik-Ido-Am- bacht is op de M'erwede door ver drinking om het leven gekomen. Zijn 70-jarige neef C. Klop kon op het nippertje gered worden en hun stalen vissersbootje met aanhang- motor zonk. net in zijn totaliteit demissionair is, op deze vraag kon de heer Hofstra nog geen antwoord geven. Daar over, zei hij, zal in de ministerraad moeten worden beslist. Het was half zeven toen de heer Hofstra de ze verklaring aflegde. De bijeen komst van de ministerraad werd later op de avond gehouden. 's-GRAVENHAGE, 11-12. De verschillende opmerkingen van de Ka merleden beantwoordend, kwam minister Hofstra ln de eerste plaats terug op de woorden van de heer Romme. Hft zei: de heer Romme heeft mij twee vragen gesteld en een correctie aangebracht in mijn be toog en hft heeft een slotopmerking gemaakt, waarin een zeker verwftt zou kunnen liggen verscholen. De twee vragen die de afgevaardigde mft stelde, betroffen enerzftds de gang van zaken met betrekking tot de begroting van 1959 en anderzijds de voorzienbaarheid van de uit gaven. Met betrekking tot 1959 heeft de afgevaardigde mft gevraagd of voor dat jaar dan geen financieel beleid zou worden gevolgd. Hft heeft het aldus geformuleerd, dat hft zou willen weten, hoe ik dan voor 1959 het opstellen van de begroting heb klaargespeeld, zonder dat er een poging werd gedaan van de Kamer zekerheid te krftgen. Ik zou daarop willen antwoorden, dat het juist de gang van zaken met betrekking tot de begroting voor 1959 is geweest, die mij de overtuiging heeft geschonken, dat wft het voor het jaar 1960 niet zo moeten doen. Ik zou een uitvoerig betoog kun nen houden over de ontwikkeling van de gebeurtenissen in 1958, die zeer goed kunnen motiveren, dat ik niet reeds eerder bij de Kamer met voorstellen ben gekomen dan op het moment toen de begrotingssi tuatie behoorlijk kon worden over zien, maar dat zou mij, lijkt het mij, wel te ver voeren. Ik zou de afgevaardigde er wel op willen wij zen, dat de begroting voor 1959 ook bij de aanvaarding van de belas tingvoorstellen, die thans aan de orde zijn nog niet in evenwicht is gebracht, dat met name in de fi nanciering dan nog een tekort ligt in de orde van grootte van 130 mil joen gulden, over welk feit overi gens de regering bij herhaling aan merkingen zijn gemaakt. Dc gang van zaken, zoals die zich in 1958 heeft voorgedaan, kan verantwoord wezen, in het bijzon der indien deze gang van zaken het gevolg is geweest van externe oorzaken, die de regering niet in de hand heeft, zoals de gebeurte nissen in Indonesië, zoals de in storting van dc zuivelmarkt, zoals tenslotte ook het verloop van de werkgelegenheid in het begin van dit jaar, maar dat betekent niet, dat men nu ook ten aanzien van dc dingen, die men wel in eigen hand kan nemen, de zaak nu maar op zftn beloop zou moeten laten. De tweede vraag van de afge vaardigde betrof het tijdschema voor de uitgaven. Moet aldus, heeft de afgevaardigde gevraagd, dan ook niet een tijdschema voor de uitgaven worden gesteld. Ik beant woord deze vraag bevestigend. De regering zal inderdaad binnen af zienbare tijd beslissingen moeten nemen omtrent enkele uitgavenpos ten, waaromtrent op het ogenblik nog geen zekerheid bestaat, maar de afgevaardigden stelden uitdruk kelijk dit tijdschema ten aanzien van de uitgaven naast dat voor de ontvangsten. „Nu heeft de afgevaardigde in dit opzicht een opmerking gemaakt waar ik het volledig mee eens kan zijn", aldus de minister, „de afge vaardigde heeft nl. gezegd, dat de regering het tijdschema in de hand moet houden. Dat is nu juist de bedoeling van dit wetsontwerp. De bedoeling is nl. nu, op dit ogenblik, dat het naar het oordcel van het gehele kabinet wenselijk Is, de beslissing te nemen (want de belde wetsvoorstellen zftn inge diend in overeenstemming met het regerend kabinet), dat op dit ogen blik de beslissing ook over 1960 zou moeten worden genomen. De afgevaardigde heeft tenslotte een opmerking gemaakt, waarin, zoals ik zojuist al heb gezegd, een zeker verwijt aan mijn adres zou kunnen zijn verscholen. Hij heeft nl. gezegd, dat ik door de porte feuillekwestie te stellen aan ande ren overlaat de 2aak voor 1959 in orde te maken. De afgevaardigde zet hiermee de zaak toch wel vol komen op zijn kop. De Kamer, het land, het publiek, zij verlangen een daadkrachtige regering. Maar wat de regering nodig heeft zal zft dan toch zelf het beste kun nen bepalen. En nu meen ik, dat ik het bepaald voor het financiële beleid en voor het voorbereiden van de begroting van 1960 nodig heb zekerheid over het belasting beleid. De afgevaardigde Tilanus heeft erkend, dat mijn betoog op sterke argumenten steunt, zij het dat ook de tegenpartij belangrijke argu menten daar tegenover kan stellen, argumenten, die Tilanus van meer waarde acht, maar ten aanzien waarvan ik een ander oordeel heb. En zijn vraag was of ik mij nu niet als goed democraat bij de meerder heid van de Kamer zou moeten neerleggen. Ik ben van mening, dat toch een verschil in verantwoordelijkheid bestaat tussen leden van de rege ring en leden van de Staten-Gene- raal. Ik heb sterke motieven, sterke zakelijke motieven, die voor mij doorslaggevend zijn en ik heb daar bij de politieke achtergrond aange geven, die ik neem, zoals ik die heb geschetst. En op grond daar van ben ik tot de conclusie geko men, dat ik de verantwoordelijk heid niet kan dragen, als ik geen redelijke basis heb voor het beleid in 1960. Als dan de Kamer iets eist, waarvan ze weet, dat ik het niet doen kan, dan ligt de verantwoor delijkheid voor de toestand, die daarna onstaat, niet bij mij, maar bij de meerderheid van de Kamer, die toch haar besluit neemt. De af gevaardigde Bruins Slot heeft ge zegd, dat hij en zijn politieke vrien den, eventueel de meerderheid van de Kamer mij niet wegstuurt. Jawel, maar de verantwoorde lijkheid ligt wel daar, door van mij te eisen iets wat ik niet kan doen, terwijl de gronden voor dat oordeel van de Kamer, zoals Tilanus ook heeft gezegd, terwijl de gronden voor het oordeel van de Kamer zijn argumenten toch maar onge veer in evenwicht houden en niet bijzonder voorkomen. En wanneer dan de afgevaardigde vraagt, moet dat dan nu zo, dan is dat een vraag die ik mijzelf ook bij herhaling ge steld heb, maar waarvan het naar mijn mening niet redelijk is, om die alleen aan mij te stellen, maar die men ook zichzelf zou moeten stellen. Minister-president Drees legde nog de volgende verklaring af: Het is niet mijn bedoeling in te gaan op de zakelijke vragen, die hier aan de orde zijn geweest en die door de minister van Finan ciën uitvoerig zijn behandeld, uit voerig vooral in de vorige verga dering en nog eens samenvattend nu. Het is mijn bedoeling alleen om te antwoorden op de vragen van de heer Oud in verband met politieke consequenties, houding van kabinet, houding van minis ters, ministers individueel. Het kabinet acht het eenstem mig uitermate wenselftk, dat de belastingverhogingen worden ver lengd voor twee jaar, óf dat al thans op dit punt een vaste finan ciële grondslag zou zftn verkregen voor de duur van wat men pleegt te achten een normale parlemen taire periode. Diezelfde eenstem migheid bestaat niet ten aanzien van de vraag of dit noodzakclftk meebrengt, dat dc portefeuille als kabinetskwcstic hierbft moet wor den gesteld. Het gaat echter natuurlijk niet om het heengaan alleen van de mi nister van Financiën. De heer Oud vroeg speciaal naar de houding van de ministers, die lid zijn van de P.v.d.A. Hij zal nu ongetwijfeld al hebben ondersteld, of het juist is, dat zij zeker niet zullen aanblijven als de minister van Financiën heen gaat. Gezien de wordingsgeschiede nis van het kabinet en zijn samen stelling raakt dit uiteraard heel de basis van het kabinet.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1958 | | pagina 1